Toelichting bij COM(2017)559 - Toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Georgië heeft nog steeds te kampen met een zwak extern klimaat, dat door een daling van de uitvoer en van de geldovermakingen van emigranten heeft bijgedragen tot een relatief bescheiden bbp-groei van 2,7 % in 2016 (tegen 2,9 % in 2015 en 4,6 % in 2014). Voorspeld wordt dat de bbp-groei geleidelijk zal aantrekken tot 3,5 % in 2017 onder impuls van de consumptie en de investeringen. Ook de regionale en mondiale groei zal in 2017 naar verwachting versnellen, maar onderhevig blijven aan de volgende neerwaartse risico's: geopolitieke instabiliteit, protectionisme en volatiliteit op de financiële markten.

Het begrotingstekort van Georgië is nog steeds aanzienlijk (4,1 % van het bbp in zowel 2016 als 2017 (volgens de verwachtingen van het Internationaal Monetair Fonds, IMF)). De schuldquote van de overheid is opgelopen van 35,6 % in 2014 tot 44,6 % in 2016. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan het feit dat ongeveer 80 % van de overheidsschuld in vreemde valuta luidt en dat de nationale munt (de Georgische lari, GEL) tijdens die periode sterk in waarde is gedaald. Bovendien blijft ook de betalingsbalanspositie van Georgië kwetsbaar als gevolg van een zeer groot tekort op de lopende rekening (12,4 % van het bbp in 2016) en een hoge buitenlandse schuld (111,8 % van het bbp in 2016). De deviezenreserves van Georgië zijn in absolute termen min of meer stabiel gebleven sinds 2011 en beliepen eind 2016 in totaal 2,8 miljard USD, maar volgens de samengestelde IMF-maatstaf zijn de behoeften aan reserves gestegen. De reserves bevinden zich momenteel derhalve onder het niveau dat het IMF toereikend acht. Georgië blijft zich ook aanpassen aan de vereisten van de diepe en brede vrijhandelsruimte (Deep and Comprehensive Free Trade Area, DCFTA) met de EU, die niet alleen kansen biedt maar ook aanpassingskosten met zich meebrengt.

Tegen deze achtergrond hebben Georgië en het IMF op 12 april 2017 overeenstemming bereikt over een driejarige regeling (2017-2020) in het kader van de uitgebreide Fondsfaciliteit (Extended Fund Facility, EFF). De EFF vertegenwoordigt 100 % van het IMF-quotum van Georgië (210,4 miljoen SDR of circa 285 miljoen USD). Met het EFF-programma wordt beoogd een programma van economische hervormingen te ondersteunen om Georgië te helpen bij het verminderen van zijn economische kwetsbaarheden, en tevens een hogere en inclusievere economische groei te bevorderen.

Op 16 juni 2017 heeft de regering van Georgië ook om macrofinanciële bijstand (MFB) van de EU verzocht. In het licht van dit verzoek en gelet op de economische situatie in het land dient de Commissie op grond van artikel 212, lid 2, VWEU bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel tot toekenning van MFB aan Georgië in. Het voorstel betreft een bedrag van ten hoogste 45 miljoen EUR, waarvan 35 miljoen EUR in de vorm van leningen en 10 miljoen EUR in de vorm van giften.

De voorgestelde nieuwe MFB-operatie is de derde na het militaire conflict van Georgië met Rusland in augustus 2008. In oktober 2008 heeft de EU tijdens de internationale donorconferentie te Brussel twee MFB-operaties van elk 46 miljoen EUR toegezegd. De eerste van die operaties (46 miljoen EUR, volledig in de vorm van giften) is in 2009-2010 uitgevoerd en de tweede (wederom 46 miljoen EUR, de helft in de vorm van giften en de helft in de vorm van leningen) in 2015-2017. De laatste tranche van het MFB-pakket voor de periode 2015-2017 is in mei 2017 uitgekeerd.

De voorgestelde nieuwe MFB zal Georgië helpen bij het dekken van een deel van de externe financieringsbehoeften voor de periode 2017-2020, die op ongeveer 752 miljoen USD (671 miljoen EUR) worden geraamd 1 . De operatie zal de economie op korte termijn minder kwetsbaar maken wat de betalingsbalans en de begroting betreft. Ze zal worden vormgegeven en uitgevoerd in coördinatie met de aanpassings- en hervormingsprogramma's die Georgië met het IMF en de Wereldbank is overeengekomen, alsook met de hervormingen die in het kader van de EU-maatregelen ter ondersteuning van de begroting en de DCFTA zijn afgesproken.

Zoals nader uitgelegd in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, is de Commissie – mede op basis van de door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) verrichte beoordeling van de politieke situatie – van mening dat aan de politieke en economische randvoorwaarden voor de voorgestelde MFB-operatie is voldaan.

Algemene context

De macro-economische vooruitzichten voor Georgië blijven kwetsbaar. De huidige inspanningen op het gebied van begrotingsconsolidatie kunnen resulteren in een verzwakking van de binnenlandse vraag en een langzamere economische groei in Georgië. Daarnaast wordt de Georgische economie met bredere risico's geconfronteerd. Deze risico's zijn terug te voeren op onzekere regionale en mondiale economische vooruitzichten, externe onevenwichtigheden (met name een groot en alsmaar verder oplopend tekort op de lopende rekening en een aanzienlijke buitenlandse schuld) en ontoereikende internationale reserves.

De vertraging van de economie in de regio en de sterke appreciatie van de valuta's van de voornaamste handelspartners sinds eind 2014 hebben gewogen op Georgiës uitvoer en geldovermakingen van emigranten. Dit heeft er mede toe geleid dat de economische groei is vertraagd van 4,6 % in 2014 tot 2,9 % in 2015 en tot 2,7 % in 2016. In 2016 was de bbp-groei in Georgië vooral investeringsgedreven, terwijl de particuliere consumptie zwak bleef onder invloed van een daling van het beschikbaar inkomen, die op haar beurt het gevolg was van de waardestijging in binnenlandse munt van de terugbetalingsverplichtingen van huishoudens op in VS-dollar luidende leningen tegen een achtergrond van een scherpe depreciatie van de lari. Voorspeld wordt dat de bbp-groei onder impuls van de consumptie en de investeringen geleidelijk zal aantrekken tot 3,5 % in 2017 en tot 5,0 % in 2020 (het jaar waarin de onlangs met het IMF overeengekomen regeling afloopt).

De wisselkoers (periodegemiddelde van de USD/GEL-koers) liet een beweging zien van 1,77 in 2014 tot 2,27 in 2016, wat neerkomt op een depreciatie van de Georgische lari met circa 22 %. De gevolgen van deze volatiliteit werden versterkt door de nog steeds hoge dollarisatie van de economie van Georgië, waar in 2016 70 % van de deposito's en 65 % van de leningen in VS-dollars luidden.

Hoewel de werkloosheid in Georgië (11,8 % eind 2016) sinds 2009 een neerwaartse tendens vertoont, blijft deze niettemin een belangrijke uitdaging vormen. Ondanks het feit dat er in nieuwe groeisectoren (zoals met name toerisme en andere dienstenbranches) werkgelegenheidskansen zijn gecreëerd, is er nog steeds sprake van een hoge werkloosheid wegens problemen die verband houden met discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden en grote regionale verschillen. Ook bestaat er geen werkloosheidsuitkeringsstelsel in Georgië.

Wat de externe sector betreft, is het tekort op de lopende rekening van Georgië in 2016 verder verslechterd tot 12,4 % van het bbp (van 12,0 % van het bbp in 2015 en 10,6 % van het bbp in 2014). Zoals reeds is opgemerkt, blijft dit tekort een belangrijke bron van kwetsbaarheid. Het tekort op de lopende rekening is in de periode 2014-2016 verder toegenomen, ondanks de vertraging van de economische groei. Deze ontwikkeling is toe te schrijven aan het feit dat de zwakke uitvoer ver achterbleef bij de geringe binnenlandse invoervraag, hetgeen resulteerde in een groter tekort in het goederenverkeer. Volgens de programmaprojecties van het IMF zal het tekort op de lopende rekening er naar verwachting verder op achteruit gaan tot 12,9 % in 2017, waarna het een bescheiden daling tot 11 % in 2020 te zien zou geven. Het zeer grote tekort op de lopende rekening is vooral toe te schrijven aan het tekort in het goederenverkeer, dat maar ten dele wordt gecompenseerd door het overschot in het dienstenverkeer en de overdrachten uit het buitenland, waaronder de geldovermakingen van emigranten.

Het tekort op de lopende rekening is vooral gefinancierd via de instroom van buitenlandse directe investeringen, maar aangenomen wordt dat deze investeringen iets zullen teruglopen van 11 % van het bbp in 2016 tot 10,3 % van het bbp in 2017 en zich vervolgens tot 2020 op eenzelfde niveau zullen handhaven. Daarnaast hebben ook schuldencreërende financiële instromen het tekort op de lopende rekening helpen financieren. Als gevolg daarvan is de buitenlandse schuld van Georgië, die in de periode 2008-2014 rond 80 % van het bbp schommelde, de jaren nadien sterk opgelopen tot 111,8 % van het bbp eind 2016. Voorspeld wordt dat de buitenlandse schuld verder zal toenemen tot 120,2 % in 2020. Daar het grootste deel van de buitenlandse schuld in VS-dollar luidt, heeft de depreciatie van de lari een belangrijke rol gespeeld in deze toename.

De centrale bank van Georgië heeft zich doorgaans onthouden van grote interventies op de valutamarkt en heeft de lari in waarde laten verminderen. Daardoor zijn de bruto internationale reserves algemeen genomen stabiel gebleven. Eind februari bedroegen zij in totaal 2,7 miljard USD (ongeveer 3 maanden van de invoer van het volgende jaar). In het onlangs overeengekomen IMF-programma wordt gemikt op een stijging van de reserves met 54 % van 2,8 miljard USD eind 2016 tot 4,2 miljard USD in 2020 (waarmee ongeveer 4 maanden invoer zouden worden gedekt).

De inflatie (periodegemiddelde van de consumentenprijsindex, CPI) is vertraagd van 4,0 % in 2015 tot 2,1 % in 2016. Verwacht wordt dat de CPI in 2017 zal stijgen tot 5,7 % als gevolg van de accijnsverhoging die in januari 2017 in werking is getreden, maar in 2018 wederom zou dalen tot 3,0 % en in 2019 en 2020 op eenzelfde niveau zou blijven.

Na een in 2009 ingezette lange periode van budgettaire consolidatie is het begrotingstekort van de overheid in 2015 beginnen op te lopen (tot 3,8 % van het bbp). Deze stijging was ten dele toe te schrijven aan een verhoging van de sociale uitgaven om de grote armoede en ongelijkheid in het land te bestrijden, maar weerspiegelde ook het negatieve effect van de vertraging van de economie op de belastingontvangsten. In 2016 is de begrotingssituatie er verder op achteruitgegaan: het overheidstekort wordt door het IMF op 4,1 % van het bbp geraamd als gevolg van lager dan verwachte inkomsten en hogere uitgaven in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van oktober (vooral op het gebied van defensie, openbaar vervoer, infrastructuur en gezondheidszorg). Het begrotingstekort (waarvan vóór de goedkeuring van het nieuwe IMF-programma werd aangenomen dat het verder zou oplopen tot circa 6 % van het bbp dit jaar) zal thans naar verwachting in 2017 op hetzelfde peil blijven (4,1 %) en daarna geleidelijk teruglopen tot 3,1 % in 2020. Ook de overheidsschuld is toegenomen, nl. van 35,6 % van het bbp in 2014 tot naar schatting 44,6 % in 2016. Verwacht wordt dat deze verder zal stijgen tot zij piekt op circa 47 % in 2019, waarna zij geleidelijk zou afnemen.

De begrotingsstrategie van de Georgische autoriteiten staat in het teken van een voortzetting van de consolidatie. De Georgische autoriteiten zijn meer in het bijzonder voornemens de lopende uitgaven af te bouwen (door middel van een vermindering van de loonsom en van de administratieve uitgaven, efficiëntiewinsten in de zorguitgaven en nieuwe uitgavenbeperkingen voor lokale overheden) en tegelijkertijd de kapitaaluitgaven te verhogen (vooral voor infrastructuur) en een tweede pijler van het pensioenstelsel (met kapitaaldekking) in te voeren. Aan de inkomstenzijde hebben de Georgische autoriteiten de belastingen opgetrokken (met name de accijnzen op tabaksproducten, voertuigen en brandstoffen) ter compensatie van de inkomstenverliezen die het gevolg waren van de hervorming van de vennootschapsbelasting die in januari 2017 in werking is getreden. Zij staan bovendien klaar om aanvullende maatregelen te nemen indien zulks noodzakelijk mocht blijken.

De begrotingsconsolidatie wordt aangevuld met een structurelehervormingsagenda. Daarin staan het zorgen voor een gunstiger ondernemingsklimaat, beter onderwijs en efficiëntere overheidsdiensten, alsook het doen van investeringen in infrastructuur centraal. Andere maatregelen zijn onder meer budgettaire hervormingen (zoals met name een beter beheer van de risico's die aan publiek-private partnerschappen en staatsbedrijven verbonden zijn), een versterking van de financiële sector (bijvoorbeeld door de invoering van een depositogarantiestelsel en de verbetering van het toezicht-, regelgevings- en afwikkelingskader van banken) en de voortgaande aanpassing aan de DCFTA-vereisten.

De IMF-prognoses van maart 2017 wijzen op aanzienlijke externe financieringsbehoeften voor de periode 2017-2020, met een totaal extern financieringstekort van naar schatting 752 miljoen USD (256 miljoen USD in 2017, 222 miljoen USD in 2018, 183 miljoen USD in 2019 en 91 miljoen USD in 2020). Dit financieringstekort kan grotendeels aan drie factoren worden toegeschreven: een vrij groot tekort op de lopende rekening, het feit dat de deviezenreserves moeten worden verhoogd en de verwachte grote schuldaflossingen.

De voorgestelde MFB-operatie van 45 miljoen EUR (circa 50 miljoen USD), in combinatie met het bedrag van 23 miljoen EUR (ongeveer 26 miljoen USD) dat in mei 2017 in het kader van het vorige MFB-pakket is uitgekeerd, zou 10 % van het totale geraamde financieringstekort dekken en 33 % van het totale resterende financieringstekort (na aftrek van de nettofinanciering van het IMF en de verwachte uitbetaling van beleidsleningen van de Wereldbank).

Andere belangrijke bijdragen ter dekking van het resterende financieringstekort omvatten onder meer begrotingssteunpakketten van het Franse Bureau voor ontwikkelingshulp (ter grootte van 62 miljoen USD in 2017) en van de Aziatische Ontwikkelingsbank (naar verwachting 100 miljoen USD in de periode 2018-2019).

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Besluit nr. 778/2013/EU waarbij eerdere macrofinanciële bijstand ten bedrage van 46 miljoen EUR aan Georgië werd verstrekt (de helft in de vorm van leningen en de helft in de vorm van giften), is op 12 augustus 2013 door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld 2 . De bijstand is volledig verleend in de periode 2015-2017, waarbij de laatste uitkering in mei 2017 is verricht.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

De EU en Georgië hebben in de loop der jaren nauwe politieke en economische betrekkingen uitgebouwd, hetgeen tot de sluiting van de associatieovereenkomst, met inbegrip van de DCFTA, heeft geleid. Deze overeenkomst is in 2014 ondertekend en in juli 2016 in werking getreden. De associatieovereenkomst verving de vroegere partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en zal de politieke associatie en de economische integratie tussen Georgië en de EU mogelijk maken. In het integraal steunkader van de EU (Single Support Framework, SSF) worden de prioritaire sectoren voor samenwerking met Georgië vastgesteld, gefinancierd door het Europees nabuurschapsinstrument (ENI). Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het SFF voor de periode 2017-2020.

Georgië heeft al sterke economische banden met de EU. In 2016 was de EU de voornaamste handelspartner van Georgië met een handelsaandeel van 32,6 %, op grote afstand gevolgd door de andere belangrijkste handelspartners (Turkije en Rusland met een handelsaandeel van respectievelijk 17,2 % en 8,1 %). De EU is ook de belangrijkste investeringspartner en donor van Georgië.

Landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, komen voor MFB in aanmerking. De MFB van de EU zal fungeren als aanvulling op de subsidies die in het kader van het ENI en andere EU-programma's worden verleend, en met name op de voorwaarden die zijn gesteld in het kader van de begrotingssteunpakketten die door de EU worden uitgevoerd. Door de Georgische autoriteiten te steunen bij de totstandbrenging van een passend kader om het macro-economische beleid te hervormen en structurele hervormingen door te voeren, zal de MFB van de EU de meerwaarde en de doelmatigheid van alle financiële interventies van de EU, ook via andere financiële instrumenten, ten goede komen.

Georgië heeft zijn democratie en de rechtsstaat geconsolideerd en heeft er tevens voor gezorgd dat de mensenrechten beter worden geëerbiedigd. De laatste parlementsverkiezingen in oktober 2016, waaraan meerdere partijen hebben deelgenomen, waren goed georganiseerd. Wat het gerechtelijk apparaat betreft, hebben de in Georgië doorgevoerde hervormingen de onafhankelijkheid, het professionalisme en de verantwoordingsplicht van het gerecht bevorderd.

In het licht van het bovenstaande mag worden aangenomen dat aan de politieke randvoorwaarden voor het verlenen van MFB aan Georgië, ook wat het aspect van de nauwe politieke en economische banden met de EU betreft, is voldaan. Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt, heeft als bijlage een door de EDEO verrichte gedetailleerde toetsing aan de politieke criteria voor de toekenning van MFB.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

Het voorliggende MFB-pakket zou maximaal 45 miljoen EUR bedragen. De Commissie stelt voor om het bedrag van de bijstand te verstrekken in de vorm van leningen op middellange termijn van maximaal 35 miljoen EUR en giften van maximaal 10 miljoen EUR. Vanwege de voorgestelde omvang van de operatie overweegt de Commissie om de bijstand in twee tranches beschikbaar te stellen 3 . Ter indicatie: de eerste tranche zou bestaan uit een leningcomponent van 15 miljoen EUR en een giftcomponent van 5 miljoen EUR, terwijl de tweede tranche een leningcomponent van 20 miljoen EUR en een giftcomponent van 5 miljoen EUR zou omvatten.

De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.

De uitbetalingen in het kader van de voorgestelde MFB-operatie worden afhankelijk gesteld van positieve evaluaties in het kader van het IMF-programma en van een effectief beroep van Georgië op IMF-middelen. Bovendien dienen de Commissie – namens de EU – en de Georgische autoriteiten overeenstemming te bereiken over specifieke structurele hervormingsmaatregelen, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Deze hervormingsmaatregelen zouden de hervormingsagenda van de autoriteiten ondersteunen en een aanvulling vormen op zowel de programma's die met het IMF, de Wereldbank en andere donoren zijn overeengekomen, als op de beleidsprogramma's die met de budgettaire steunmaatregelen van de EU gepaard gaan. Ze zouden stroken met de belangrijke prioriteiten voor economische hervorming die tussen de EU en Georgië zijn overeengekomen in het kader van de associatieovereenkomst, met inbegrip van de DCFTA en de associatieagenda.

De beslissing om ongeveer 22 % van de voorgestelde bijstand in de vorm van giften uit te keren (10 miljoen EUR van een totaalbedrag van 45 miljoen EUR) en de rest in de vorm van leningen, wordt gerechtvaardigd door het niveau van economische en sociale ontwikkeling van Georgië (gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking van het land, waarbij Georgië door de Wereldbank als een lagermiddeninkomensland wordt geclassificeerd, en naar het armoedepercentage), alsook door de vrij zware schuldenlast van het land. Georgië komt weliswaar niet meer in aanmerking voor financiering onder zachte voorwaarden van het IMF en de Wereldbank, maar dat is pas sinds kort het geval. Deze statusverbetering pleit niettemin voor het verlenen van prioriteit aan de leningcomponent.

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 212, lid 2, VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd aangezien de doelstelling de macro-economische stabiliteit op korte termijn in Georgië te herstellen, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de Europese Unie kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de behoefte aan krachtige donorcoördinatie om de omvang en de doeltreffendheid van de bijstand zo groot mogelijk te maken.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het blijft beperkt tot hetgeen minimaal vereist is om de doelstellingen van macro-economische stabiliteit op korte termijn te verwezenlijken en gaat niet verder dan voor dat doel nodig is.

Zoals de Commissie op basis van de ramingen van het IMF in het kader van het EFF-programma heeft berekend, komt het bedrag van de voorgestelde nieuwe MFB, in combinatie met de laatste uitbetaling in mei 2017 in het kader van het vorige MFB-pakket, neer op 10 % van het totale geraamde financieringstekort voor de periode 2017-2020 en 33 % van het totale resterende financieringstekort (d.w.z. exclusief de nettobijdragen van het IMF en de verwachte uitbetaling van beleidsleningen van de Wereldbank). Dit strookt met de standaardpraktijken inzake lastendeling voor MFB-operaties, rekening houdend met de bijstand die door andere bilaterale en multilaterale donoren aan Georgië is toegezegd.

Keuze van het instrument

Projectfinanciering of technische bijstand zou niet geschikt of afdoende zijn voor de verwezenlijking van deze macro-economische doelstellingen. De belangrijkste meerwaarde van MFB in vergelijking met andere EU-instrumenten zou zijn dat hij de externe financiële druk verlicht en de totstandkoming van een stabiel macro-economisch kader faciliteert, onder meer door een houdbare betalingsbalans- en begrotingssituatie en een passend kader voor structurele hervormingen te bevorderen. Door aan de totstandbrenging van een passend algemeen beleidskader bij te dragen, kan MFB de doeltreffendheid vergroten van de acties die in Georgië in het kader van andere financiële instrumenten van de EU met een nauwere focus worden gefinancierd.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadpleging van belanghebbende partijen

De MFB wordt toegekend als een integrerend onderdeel van de internationale steun voor de economische stabilisatie van Georgië. Bij het opstellen van dit MFB-voorstel hebben de diensten van de Commissie overleg gepleegd met het IMF en de Wereldbank, die reeds omvangrijke financieringsprogramma's in het land hebben lopen en nieuwe programma's aan het voorbereiden zijn. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Georgische autoriteiten.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Overeenkomstig de vereisten van het Financieel Reglement hebben de diensten van de Europese Commissie een operationele beoordeling uitgevoerd van de financiële en administratieve procedures in Georgië om zich ervan te vergewissen dat de bestaande procedures voor het beheer van de programmabijstand, met inbegrip van MFB, voldoende garanties bieden. De voorlopige bevindingen van een controlebezoek dat een adviesbureau met het oog op de opstelling van deze operationele beoordeling heeft uitgevoerd, zijn in september 2017 ontvangen. Daaruit is gebleken dat de huidige administratieve en financiële procedures in Georgië geschikt zijn voor het beheer van een nieuw MFB-pakket, al is er nog steeds sprake van een aantal tekortkomingen. Het ontwerp van het eindverslag over deze operationele beoordeling zal naar verwachting in november 2017 worden ontvangen. De ontwikkelingen op dit gebied zullen ook van dichtbij gevolgd blijven worden door middel van de regelmatig door de EU-delegatie in Tbilisi opgestelde voortgangsverslagen over hervormingen inzake het beheer van de overheidsfinanciën.

Effectbeoordeling

De macrofinanciële bijstand van de EU is een uitzonderlijk noodinstrument om ernstige betalingsbalansmoeilijkheden in derde landen aan te pakken. Dit MFB-voorstel is dan ook vrijgesteld van het vereiste dat een effectbeoordeling moet worden verricht overeenkomstig de richtsnoeren inzake betere regelgeving van de Commissie (SWD(2015) 111 final).

Meer in het algemeen bouwen de MFB-voorstellen van de Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit evaluaties achteraf van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. De nieuwe MFB en het bijbehorende economische aanpassings- en hervormingsprogramma zullen ertoe bijdragen de financieringsbehoeften van Georgië op korte termijn te verlichten, de beleidsmaatregelen te ondersteunen die erop gericht zijn de houdbaarheid op middellange termijn van de betalingsbalans en van de begroting te versterken en de duurzame groei te verhogen, en vormen aldus een aanvulling op het met het IMF overeengekomen programma. Die beleidsvoorwaarden moeten enkele van de tekortkomingen aanpakken die de Georgische economie en het stelsel voor economische governance de afgelopen jaren hebben vertoond. Mogelijke gebieden van conditionaliteit zouden in principe het volgende kunnen omvatten: hervormingen ter versterking van het sociale vangnet, ter verbetering van het beheer van de overheidsfinanciën, ter bevordering van het investeringsklimaat en ter ondersteuning van de uitvoering van de DCFTA.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De geplande bijstand zal worden verstrekt in de vorm van leningen en giften. De leningcomponent zal worden gefinancierd met behulp van een lening die de Commissie namens de EU zal opnemen. De gevolgen voor de begroting van de leningcomponent van de bijstand zullen overeenstemmen met de voorziening van het Garantiefonds van de EU ten belope van 9 % van de uitgekeerde bedragen uit begrotingsonderdeel 01 03 06 ("Voorziening van het Garantiefonds"). In de veronderstelling dat beide uitbetalingen van leningen (van 15 miljoen EUR in het kader van de eerste tranche en van 20 miljoen EUR in het kader van de tweede tranche) in 2018 zullen gebeuren, zal de voorziening overeenkomstig de regels inzake het garantiefondsmechanisme plaatsvinden in het kader van de begroting 2020 voor een bedrag van 3,15 miljoen EUR.

De giftcomponent van de bijstand (10 miljoen EUR in totaal, nl. twee tranches van elk 5 miljoen EUR) zal worden gefinancierd uit vastleggingskredieten van de begroting 2018, onder begrotingsonderdeel 01 03 02 ("Macrofinanciële bijstand"), waarbij de betalingen ook in 2018 zullen plaatsvinden 4 .

Op basis van de huidige prognoses van het gebruik van de begrotingsonderdelen 01 03 02 en 01 03 06 is de Commissie van oordeel dat de gevolgen voor de begroting van de voorgestelde MFB-operatie voor Georgië kunnen worden opgevangen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

Het voorstel bevat een vervalbepaling. De voorgestelde MFB zou beschikbaar worden gesteld gedurende tweeënhalf jaar vanaf de eerste dag na de inwerkingtreding van het memorandum van overeenstemming.