Toelichting bij COM(2017)588 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa, wat betreft de vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Azerbeidzjan en van de Europese Unie is op 1 september 2014 in werking getreden 1 . Bij de overeenkomst zijn op basis van wederkerigheid juridisch bindende rechten en verplichtingen tot stand gebracht voor de versoepeling van de procedures voor de afgifte van visa aan burgers van de Republiek Azerbeidzjan en van de EU. Bij artikel 12 van de overeenkomst is een Gemengd Comité opgericht dat toezicht moet houden op de uitvoering van de overeenkomst. Artikel 12, lid 4, van de overeenkomst bepaalt dat het Gemengd Comité zijn reglement van orde moet vaststellen.

Het reglement van orde moet worden vastgesteld bij een besluit van het Gemengd Comité en maakt geen deel uit van de overeenkomst.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De Raad machtigt de vertegenwoordiger van de EU in het Gemengd Comité, d.w.z. de Commissie, om het reglement van orde vast te stellen op basis van dit voorstel. Het reglement van orde is erop gericht de werkzaamheden van het Gemengd Comité te organiseren en de bijeenkomsten ervan te helpen voorbereiden en beheren.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Het reglement van orde, zoals uiteengezet in de bijlage bij dit voorstel voor een besluit van de Raad, is het resultaat van overleg met de bevoegde autoriteiten van Azerbeidzjan dat heeft plaatsgevonden tijdens de eerste en tweede bijeenkomst van het Gemengd Comité en per email in de periode tussen de bijeenkomsten (waarvan de laatste dateert van 5 juni 2017). De lidstaten zijn geraadpleegd via een schriftelijke procedure, die op 16 juni 2017 is afgerond.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.