Toelichting bij COM(2017)826 - Wijziging verordening 1303/2013 mbt bepalingen inzake Europese fondsen (EFRO, ESF, Cohesiefonds, ELFPRO, EFMZV) aangaande steun voor structurele hervormingen in de lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Passende nationale beleidsmaatregelen zijn van essentieel belang voor de vlotte werking van een meer geïntegreerde economische en monetaire unie. Een groot aantal cruciale en doorslaggevende beleidsterreinen is echter nog steeds grotendeels in handen van de lidstaten en het is dan ook cruciaal dat de maatregelen op deze terreinen worden gecoördineerd en dat de hervormingen qua volgorde goed op elkaar aansluiten om een maximaal effect te bereiken, niet alleen op nationaal niveau maar ook op het niveau van de EU.

De Commissie is voornemens om in het meerjarig financieel kader voor de periode na 2020 een nieuw hervormingsinstrument voor te stellen voor lidstaten die zich ertoe verbinden hervormingen door te voeren die op EU-niveau zijn besproken en in zogenaamde “hervormingstoezeggingen” zijn overeengekomen. Het instrument zou beschikken over een eigen begroting, los van en in aanvulling op de Europese structuur- en investeringsfondsen, die hun eigen regels en voorwaarden zouden behouden.

Het Europees semester moet het centrale vehikel blijven om verdere stappen te ondernemen naar meer convergentie en een meer doeltreffende coördinatie van dergelijke beleidslijnen. Dit nieuwe instrument moet worden opgezet om de lidstaten te ondersteunen bij de uitvoering van structurele hervormingen die in het kader van het Europees semester zijn geïdentificeerd, en om ervoor te zorgen dat de lidstaten verantwoordelijkheid opnemen voor deze hervormingen.

Dit nieuwe hervormingsinstrument zou gericht zijn op de ondersteuning van een uitgebreide reeks hervormingen. Daarbij moet de nadruk liggen op hervormingen die het meest kunnen bijdragen aan de weerbaarheid van de binnenlandse economieën en positieve overloopeffecten kunnen hebben op andere lidstaten. Het gaat onder meer om hervormingen van de product- en arbeidsmarkten, fiscale hervormingen, de ontwikkeling van kapitaalmarkten, hervormingen om het ondernemingsklimaat en investeringen in menselijk kapitaal aan te zwengelen, en hervormingen van het openbaar bestuur.

De Commissie zou in een proeffase voor de periode 2018-2020 de belangrijkste elementen van dit hervormingsinstrument willen testen door de lidstaten de mogelijkheid te bieden de prestatiereserve in de huidige Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) volledig of deels te gebruiken ter ondersteuning van hervormingen in plaats van specifieke projecten. Daarom stelt de Commissie voor Verordening (EU) nr. 1303/2013 (“verordening gemeenschappelijke bepalingen”) dienovereenkomstig te wijzigen.

Er zij aan herinnerd dat voor de programmeringsperiode 2014-2020 reeds een verband is gelegd tussen de prioriteiten van het Europees semester en de begroting van de Unie, met name door macro-economische en ex-antevoorwaarden voor de Europese structuur- en investeringsfondsen in te voeren.

In dit voorstel wordt dit verband verder versterkt door de lidstaten de mogelijkheid te bieden de in de artikelen 20 tot en met 22 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen voor het cohesiebeleid bedoelde prestatiereserve volledig of deels te gebruiken ter ondersteuning van structurele hervormingen.

De te ondersteunen hervormingen zouden worden vastgelegd in meerjarige pakketten hervormingstoezeggingen die via de nationale hervormingsprogramma's worden ingediend en gemonitord. De hervormingstoezeggingen zouden door de lidstaten zelf worden gedefinieerd en een reeks hervormingsmaatregelen met duidelijke mijlpalen en streefdoelen omvatten.

Vervolgens zou de Commissie een besluit vaststellen in de vorm van een uitvoeringshandeling, waarin deze hervormingstoezeggingen en het daaraan toegewezen steunbedrag uit de prestatiereserve worden vastgelegd. Dit bedrag zou evenredig zijn aan de aard en het belang van de hervorming. Het bereiken van de verschillende mijlpalen zal in het kader van het Europees semester worden gemonitord en gerapporteerd. De vooruitgang zou kunnen worden gevolgd op basis van de gegevens in de nationale hervormingsprogramma’s, waarin informatie moet worden verstrekt over stappen die worden gezet in de richting van de verwezenlijking van de hervorming.

De jaarlijkse landverslagen van de diensten van de Europese Commissie – een onderdeel van het Europees semester – zouden een geactualiseerde beoordeling van de voortgang op hervormingsgebied bevatten, op basis waarvan de Commissie zou beslissen over de toekenning van steun in het kader van dit instrument. De steun zou volledig aan de lidstaat worden uitbetaald zodra de hervorming volledig is uitgevoerd.

Samenhang met bestaande beleidsbepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is verenigbaar met het voor de Europese structuur- en investeringsfondsen vastgestelde algemeen wettelijk kader en beperkt zich tot een gerichte wijziging van de verordening gemeenschappelijke bepalingen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Het voorstel beperkt zich tot een gerichte wijziging van de verordening gemeenschappelijke bepalingen en handhaaft de verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie. Het nieuwe steuninstrument voor structurele hervormingen zou een aanvulling vormen op de vrijwillige technische ondersteuning via het steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP). De hervormingstoezeggingen zouden ook gebieden kunnen omvatten waarvoor aan de Commissie technische ondersteuning uit het SRSP wordt gevraagd. Dergelijke technische ondersteuning zou nog steeds op vrijwillige basis worden aangevraagd.

1.

Rechtsgrondslag


, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

   

Rechtsgrondslag



De verordening gemeenschappelijke bepalingen stelt gemeenschappelijke voorschriften voor de ESI-fondsen vast. De verordening is gebaseerd op het beginsel van gedeeld beheer tussen de Commissie en de lidstaten en omvat bepalingen voor het programmeringsproces en afspraken voor programmabeheer (inclusief financieel beheer), monitoring, financiële controle en evaluatie van projecten.

Het voorstel voorziet in een mogelijkheid voor de lidstaten om de in de artikelen 20 tot en met 22 bedoelde prestatiereserve op basis van hervormingstoezeggingen toe te wijzen aan structurele hervormingen, en omschrijft de mechanismen voor de tenuitvoerlegging van hervormingstoezeggingen.

   Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, aangezien het ertoe strekt via het cohesiebeleid meer steun te blijven verlenen aan bepaalde lidstaten die kiezen voor het gebruik van de prestatiereserve ter ondersteuning van structurele hervormingen. Dit mechanisme moet op Europees niveau tot stand worden gebracht.

   

Evenredigheid



Het voorstel betreft een beperkte en gerichte wijziging die niet verder gaat dan wat noodzakelijk is voor het verwezenlijken van de doelstelling om hervormingen in de lidstaten te ondersteunen.

   

Keuze van het instrument



Voorgesteld instrument: wijziging van de huidige verordening.

De Commissie heeft de door het rechtskader geboden speelruimte onderzocht en acht het in het licht van de opgedane ervaringen nodig om wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor te stellen.

3. RESULTATEN VAN EVALUATIES ACHTERAF, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

   Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

De bestaande wetgeving is niet aan een ex-postevaluatie of geschiktheidscontrole onderworpen.

   

Raadpleging van belanghebbenden



Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd.

   Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

   

Effectbeoordeling



   n.v.t.

   Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Dit initiatief ressorteert niet onder het programma voor gezonde regelgeving (Refit).

   Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

2.

Gevolgen voor de begroting



Er zijn geen gevolgen voor de vastleggingskredieten, aangezien geen wijziging wordt voorgesteld van de maximumbedragen voor financiering uit de Europese structuur- en investeringsfondsen, als vastgesteld in de operationele programma's voor de programmeringsperiode 2014-2020. De voorgestelde wijziging verandert niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen, die in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1311/2013 worden vermeld.

5. OVERIGE ELEMENTEN

   Uitvoeringsplannen en regelingen voor monitoring, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing. De bestaande ESIF-systemen voor direct beheer kunnen worden gebruikt om toezicht te houden op de uitvoering van dit voorstel.

   Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

   Gedetailleerde toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Artikel 1 wordt gewijzigd om te verduidelijken dat de verordening gemeenschappelijke bepalingen ook betrekking heeft op steun voor structurele hervormingen die in het kader van het Europees semester worden geïdentificeerd. De term “structurele hervorming” wordt in een specifieke definitie in artikel 2 verduidelijkt.

Artikel 4, lid 7, wordt aangepast om te verduidelijken dat de steun voor structurele hervormingen niet onder gedeeld, maar onder direct beheer valt (financiering niet gekoppeld aan de kosten als bedoeld in artikel 121, lid 1, onder e), van het herziene Financieel Reglement), en geen nationale medefinanciering vereist.

In artikel 15 wordt een nieuw punt toegevoegd om te verduidelijken dat de partnerschapsovereenkomsten ook informatie moeten bevatten over de nieuwe toewijzing van de prestatiereserve aan de ondersteuning van structurele hervormingen.

Voorgesteld wordt artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 te wijzigen om de lidstaten de mogelijkheid te bieden de prestatiereserve volledig of deels toe te wijzen aan:

a. programma’s en prioriteiten die hun mijlpalen hebben bereikt overeenkomstig de leden 2 tot en met 7 in het kader van het bestaande prestatiekader;

b. de ondersteuning van structurele hervormingen.

De voorwaarden voor het aanvragen van steun voor structurele hervormingen zijn opgenomen in een nieuw lid 8 van artikel 22.

In artikel 23 bis van deze verordening wordt een nieuw financieringsmechanisme voorgesteld ter ondersteuning van structurele hervormingen in de vorm van financiering die niet is gekoppeld aan de kosten. Het artikel bevat de regels voor de vaststelling van hervormingstoezeggingen en de voorwaarden voor de uitbetaling van de steun aan de lidstaten zodra aan de overeengekomen hervormingstoezeggingen is voldaan.

Met de wijziging van artikel 91 wordt verduidelijkt dat de prestatiereserve die is inbegrepen in de totale bedragen voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds, volledig of deels mag worden toegewezen aan de ondersteuning van structurele hervormingen als bedoeld in artikel 23 bis.