Toelichting bij COM(2017)780 - Achtste verslag overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende de procedures voor de inning en de controle van de btw

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Inhoudsopgave

1.

Brussel, 18.12.2017


COM(2017) 780 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Achtste verslag overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende de procedures voor de inning en de controle van de btw


Inhoudsopgave

Inleiding



2.

2. Het belang van btw als bron van inkomsten voor de EU


3.

3. Belangrijkste bevindingen


4.

3.1.Algemene opmerkingen


5.

3.1.1.Organisatie van de belastinguitvoering


6.

3.1.2.Digitalisering en informatietechnologie (IT)


7.

3.1.3.Analyse van de btw-kloof


8.

3.2.Btw-registratie en schrapping van de btw-registratie


9.

3.2.1.Btw-registratie


10.

3.2.2.Schrapping van het btw-identificatienummer


11.

3.2.3.Registratie in en uitschrijving uit het VIES


12.

3.3.Aangifte en betaling van de btw


13.

3.3.1.Aangifte


14.

3.3.2.Betaling


15.

3.4.Terugvordering van btw-schulden


16.

3.5.Btw-teruggaaf


17.

3.6.Audit en onderzoek betreffende btw


18.

4. Uitvoering van aanbevelingen uit het zevende verslag overeenkomstig artikel 12 en werkdocument van de diensten van de Commissie


19.

5. Op weg naar betere (btw-) belastinguitvoering door samen te werken



Lijst van tabellen

Tabel 1: Totale EU-inkomsten uit de eigen btw-middelen in de verslagperiode (2013-2015)

Tabel 2: Evolutie van de btw-aangiften in de EU-lidstaten voor de periode 2013-2015

Lijst met afbeeldingen

Afbeelding 1: Btw-kloof in de EU 2011-2015 (totaal verschuldigde btw in procenten en in miljard EUR)

Afbeelding 2: Evolutie van btw-registratieverzoeken in 21 EU-lidstaten (2013-2015)

Afbeelding 3: Beschikbaarheid van de belangrijkste mogelijkheden in de registratieprocedures in de 28 EU-lidstaten (2016)

Afbeelding 4: Tijd die nodig is om een btw- en een VIES-nummer te verkrijgen in 22 EU-lidstaten (2013-2015)

Afbeelding 5: De mogelijkheid om een elektronische aangifte te doen in 28 EU-lidstaten (2013-2015)

Afbeelding 6: Aantal elektronische aangiften in 28 EU-lidstaten in procent (2013-2015)

Afbeelding 7: Mogelijkheid om de btw elektronisch te betalen in 28 lidstaten (2013-2015)

Afbeelding 8: Herinneringen voor laattijdige betalingen in 28 lidstaten (2013-2015)

Afbeelding 9: Terugvordering van btw-schulden - overzicht van de belangrijkste instrumenten en methoden in 28 EU-lidstaten (2016)

Afbeelding 10: Btw-inning en btw-raming na audits in 22 EU-lidstaten (2013 - 2015)

Afbeelding 11: Uitvoeringspercentage van de aanbevelingen per sectie voor 27 lidstaten

Afbeelding 12: Algehele uitvoeringsgraad van eerdere aanbevelingen

Lijst met aanbevelingen

Aanbeveling 1: Organisatie van de belastinguitvoering

Aanbeveling 2: Digitalisering en IT

Aanbeveling 3: Berekening en analyse van de btw-kloof

Aanbeveling 4: Btw-registratie voor buitenlandse belastingbetalers

Aanbeveling 5: Btw-identificatienummers

Aanbeveling 6: Geldigheid van btw- en VIES-registratie

Aanbeveling 7: Controle na registratie

Aanbeveling 8: Controle na registratie

Aanbeveling 9: Late betalingen van de btw-teruggaaf

Aanbeveling 10: Audit- en nalevingsstrategie

Aanbeveling 11: Douaneregeling 42


1. Inleiding

Artikel 12 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde schrijft voor dat de Commissie om de drie jaar een verslag bij het Europees Parlement en de Raad indient over de in de lidstaten toegepaste procedures betreffende de registratie van de belastingplichtigen en de bepaling en inning van de btw, alsmede over de voorschriften en resultaten van hun btw-controlestelsels.

Dit achtste verslag handelt over de ontwikkelingen in de periode 2013 tot 2016. De cijfergegevens hebben betrekking op de periode tussen 2013 en 2015. Ter voorbereiding van dit verslag heeft de Commissie via een vragenlijst informatie verzameld bij alle belastingautoriteiten van alle EU-lidstaten. Daarnaast hebben de diensten van de Commissie tien lidstaten bezocht om preciezere informatie te verkrijgen en een aantal antwoorden op de vragenlijst te verduidelijken.

Hoofdstuk 2 van het verslag geeft uitleg over het belang van btw en de uitdagingen voor de belastinguitvoering als gevolg van de btw-kloof. De belangrijkste bevindingen worden uiteengezet in hoofdstuk 3 van onderhavig verslag, na de belangrijkste fasen van de btw-administratie: btw-registratie en schrapping van de btw, btw-aangifte en -betaling, inning van btw-schulden, btw-teruggaaf, btw-controle en -onderzoek. De bevindingen geven bepaalde trends in btw-uitvoering weer en leiden tot aanbevelingen ter aanvulling van de lopende modernisering van het btw-stelsel van de EU. De aanbevelingen worden samen met de relevante bevindingen gepresenteerd. Hoofdstuk 3 rapporteert over de uitvoering van de aanbevelingen opgenomen in het vorige verslag overeenkomstig artikel 12, waarin suggesties ter verbetering van de belastingdienst werden opgenomen. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 een strategische visie van de btw-uitvoering omschreven.

Dit verslag is gebaseerd op informatie die werd verkregen van nationale belastingdiensten. De kwaliteit en nauwkeurigheid van de gegevens varieerden aanzienlijk. Aangezien belastingdiensten steeds vaker georganiseerd zijn rond geïntegreerde processen voor allerlei belastingen, was het bovendien soms moeilijk om specifieke btw-kwesties los te zien van de bredere structuur van de belastingdienst. Ten slotte vallen maatschappelijke, politieke, geografische, economische en historische factoren die van invloed zijn op de structuur en de organisatie van een nationaal systeem voor de inning en controle van de btw buiten het bestek van dit verslag.

2. Het belang van btw als bron van inkomsten voor de EU

Btw-inkomsten vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de lidstaten en de EU. De totale btw-inkomsten uit eigen middelen voor de EU-begroting stegen van 14 019 miljard EUR in 2013 tot 18 087 miljard EUR in 2015. Dit komt overeen met een verhoging in datzelfde jaar van drie procentpunten (9,4 % in 2013 tot 12,4 % ) van het relatieve aandeel van de door de lidstaten betaalde inkomsten uit de btw-eigenmiddelen in het totaal aan eigen middelen.


Tabel 1: Totale EU-inkomsten uit de eigen btw-middelen in de verslagperiode (2013-2015)

[zie origineel document voor tabel]

EIGEN MIDDELEN BTW

(miljoen EUR)
Totale btw-inkomsten van de EUPercentage van de totale EU-inkomsten
201314 0199,4 %
201417 66712,3%
201518 08712,4 %

Bron: EU-begroting (DG BUDG Financiële verslagen 2013, 2014, 2015)

De omvang van de btw-kloof, dat wil zeggen het verschil tussen de totale geïnde btw-inkomsten en de theoretische bedragen die naar verwachting zullen worden geïnd, is in de EU echter aanzienlijk. In de periode 2011-2015 nam de btw-kloof aanvankelijk toe, met een piek in 2013, en nam daarna af, waarbij deze in 2015 het laagste percentage bereikte (ongeveer 152 miljard euro).

20.

Afbeelding 1: Btw-kloof in de EU 2011-2015 (totaal verschuldigde btw in procenten en in miljard EUR)


Btw-kloof (percentage totaal verschuldigde btw)Btw-kloof (miljard EUR)

Bron: Studie en verslagen over de btw-kloof in de 28 lidstaten van de EU: 2017 Eindverslag 1

De inning van de btw wordt onder meer beïnvloed door de doelmatigheid en doeltreffendheid van de processen en procedures van de belastinguitvoering. De prestaties van de belastinguitvoering beïnvloeden dan op hun beurt het bedrag aan eigen middelen uit btw dat de lidstaten aan de EU verschuldigd zijn. Daarom is het beheer van het btw-stelsel een cruciaal onderdeel van de belastinguitvoering 2 .

3. Belangrijkste bevindingen

3.1.Algemene opmerkingen

21.

3.1.1.Organisatie van de belastinguitvoering


In de periode 2013-2016 hebben verschillende lidstaten hun belastinguitvoering hervormd of waren zij bezig met het hervormen van (delen van) hun belastinguitvoering. De overschakeling van een belastinguitvoering gericht op de soort belasting naar een belastinguitvoering die is gebaseerd op de soort belastingplichtige (grote bedrijven, mkb's en particulieren) of de functies (registratie, aangifte, betaling, enz.) is een trend die zich doorzet. Daarom zijn deze processen geïntegreerd in één proces voor alle belastingen, in plaats van afzonderlijke processen voor belasting over de toegevoegde waarde (btw), vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, enz. Het meten van de doeltreffendheid van de btw-procedures, zoals vermeld in artikel 12 van de verordening, impliceert derhalve een beoordeling van de belangrijkste functies van een belastingdienst, ongeacht de soort belasting.

Belastingautoriteiten worden met steeds grotere uitdagingen geconfronteerd die vaak als risico's worden beschouwd, zoals de complexiteit van en innovaties in bedrijfsmodellen (in het bijzonder op het gebied van de zogenaamde deeleconomie), nieuwe financiële producten, de vele belastingplichtigen en belastbare diensten, digitalisering van de economie en de sterke opkomst van e-commerce. Tegelijkertijd worden belastingdiensten geacht om hun doelmatigheid en verantwoordingsplicht te verbeteren, terwijl er steeds minder budget beschikbaar is en er steeds minder personeel wordt aangeworven. Dit dwingt belastingdiensten om op zoek te gaan naar nieuwe en flexibele maatregelen en werkwijzen om belastingen te innen, waaronder de btw.

Om synergieën te creëren en kosten te besparen, hebben verschillende lidstaten de belastingdienst samengevoegd met de douane en/of afdelingen voor financieel onderzoek. Daarnaast gebruiken alle belastingdiensten in meer of mindere mate een risicogebaseerde aanpak voor de uitvoering van hun kernactiviteiten. Verschillende belastingdiensten hebben een specifieke functie voor gegevensanalyse en risicobeheer gecreëerd die verantwoordelijk is voor het opsporen van risico's en voor het ontwerpen en uitvoeren van een strategie voor risicobeheer. Anderen hebben risicogebaseerde procedures opgenomen in alle of een deel van de kernactiviteiten van de belastingdienst voor een betere toewijzing van de middelen en teneinde de doelmatigheid en doeltreffendheid te verhogen.

Als gevolg van wetswijzigingen (bijvoorbeeld de invoering van het mini-éénloketsysteem 3 , de toepassing van de verleggingsregeling in bepaalde sectoren, wijzigingen in btw-tarieven of de kasstelselregeling 4 ) moest het btw-stelsel bovendien op nationaal niveau worden gewijzigd.

22.

Aanbeveling 1: Organisatie van de belastinguitvoering


Om de gevolgen van veranderingen in het beheer van het btw-stelsel te beoordelen (dat wil zeggen hervormingen in de organisatie, processen en procedures), moeten de lidstaten over een toezicht- en evaluatiesysteem beschikken om verslag uit te kunnen brengen van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de genomen maatregelen.

23.

3.1.2.Digitalisering en informatietechnologie (IT)


De huidige administratieve processen worden gekenmerkt door digitalisering en IT. Deze ontwikkelingen beïnvloeden de relatie tussen belastingbetalers en belastingdiensten: zij maken het de belastingbetalers eenvoudiger om hun verplichtingen na te komen en helpen de belastingautoriteiten om btw-risico's op te sporen en te analyseren. Vanwege de behoefte aan meer inkomsten, een grotere doelmatigheid en een betere naleving in een omgeving waar steeds minder middelen voorhanden zijn, gaan belastingautoriteiten steeds meer op digitale wijze belastinggegevens verzamelen en analyseren. Hierdoor kunnen belastingdiensten bijna in real time belastinggegevens verzamelen, vooral als de informatie rechtstreeks uit de eigen systemen van de belastingbetaler kan worden gewonnen. De btw is een van de eerste belastingen die volledig is gedigitaliseerd. E-diensten, rekeningen van de belastingbetaler, e-facturering, het gebruik van nationale controleverklaringen 5 zijn enkele voorbeelden van deze ontwikkelingen.

In de verslagperiode is er een duidelijke toename in het gebruik van IT, hoewel de mate waarin IT is geïmplementeerd verschilt tussen de lidstaten. Datamining en -analyse spelen een steeds grotere rol bij initiatieven gericht op naleving en controle. Belastingdiensten die beschikken over gegevens die zij hebben ontvangen van de belastingbetaler, zijn beter toegerust om complexe zakelijke relaties en frauduleuze activiteiten bloot te leggen, wat bijvoorbeeld aanleiding geeft tot controles of de stopzetting van de btw-teruggaaf.

Data-analyse wordt steeds vaker gebruikt om naleving te controleren. Verscheidene lidstaten hebben op het gebied van de btw initiatieven genomen, of zijn ermee bezig, om informatie te verzamelen op factuurniveau. Zo willen ze de transparantie van de transacties op hun grondgebied verbeteren of gegevens inzake het goederenverkeer verzamelen. Hoewel IT de belastingdiensten helpt om steeds meer gegevens te verzamelen, betekent een toenemende hoeveelheid informatie niet noodzakelijkerwijs een betere risicobeoordeling: te veel informatie kan zelfs de identificatie van relevante gegevens belemmeren en leiden tot minder naleving. Daarom moeten de belastingdiensten een goed evenwicht vinden tussen enerzijds de behoefte aan informatie en de juiste verwerking en analyse ervan, en anderzijds de administratieve lasten die aan bedrijven worden opgelegd.

Bovendien worden de belastingdiensten geconfronteerd met beperkingen als er in IT moet worden geïnvesteerd. Vaak zijn IT-systemen (hardware en software) duur en niet altijd compatibel met elkaar, wat de uitwisseling van informatie tussen belastingautoriteiten en/of met andere overheidsinstanties kan belemmeren. Lidstaten kunnen hun voordeel doen met een nauwere onderlinge samenwerking om dubbele inspanningen en systemen te vermijden, IT-kosten terug te dringen en wederzijdse voordelen te behalen door te investeren in compatibele IT-oplossingen.

24.

Aanbeveling 2: Digitalisering en IT



Aangezien digitalisering en IT essentiële onderdelen zijn geworden van de belastinguitvoering, moeten de lidstaten doorgaan met de digitalisering en automatisering van gegevens en taken. Bijgevolg zouden zij samen met andere lidstaten moeten onderzoeken hoe hun binnenlandse gegevens het best kunnen worden aangewend om ook andere lidstaten te helpen. Hiertoe zou het lopende Transaction Network Analysis (TNA) -project 6 als een nuttig referentiepunt kunnen dienen.

25.

3.1.3.Analyse van de btw-kloof


De btw-kloof vertoonde in de verslagperiode een lichte daling zowel in volume als procentueel (zie afbeelding 1). Toch zijn er nog steeds aanzienlijke verschillen in de btw-kloof op individueel niveau tussen de lidstaten (van 0 % tot 36,9 %). Hoewel er verschillende redenen kunnen zijn voor de afname van de btw-kloof, bijvoorbeeld verbeterde gegevens of economische groei, kan de afname ook te maken hebben met een betere belastinguitvoering. In de beoordeelde jaren (2013-2016) hebben veel belastingautoriteiten een aantal soms verstrekkende maatregelen genomen om de btw-kloof te verkleinen. 7 Hoewel er geen harde bewijzen zijn van de impact van deze maatregelen op de omvang van de btw-kloof, is het aannemelijk dat deze maatregelen de mate van naleving hebben beïnvloed en daarmee ook de omvang van de btw-kloof. Afgezien van het door de Commissie gepubliceerde verslag inzake de btw-kloof, berekent een toenemend aantal lidstaten hun eigen btw-kloof, waarbij ze gedetailleerder te werk gaan, bijvoorbeeld door de btw-kloof per economische sector of per geografisch gebied te berekenen.

26.

Aanbeveling 3: Berekening en analyse van de btw-kloof


Lidstaten zouden moeten investeren of blijven investeren in de berekening van hun eigen btw-kloof en deze kloof meer in detail analyseren.

3.2.Btw-registratie en schrapping van de btw-registratie

De lidstaten moeten over een belastingregistratiesysteem beschikken dat hun btw-plichtigen 8 identificeert en zij worden geacht om de relevante gegevens over intra-EU-belastbare transacties in het VIES-systeem 9 op te slaan.

27.

3.2.1.Btw-registratie


Een efficiënte registratieprocedure en correcte toewijzing van btw-identificatienummers versterken de belangrijkste administratieve processen die verband houden met de aangifte, betaling, beoordeling, inning en geschillenbeslechting. Om dit te bereiken, moet de informatie die wordt verstrekt bij de registratie en wordt opgeslagen in de databanken van de belastingdienst volledig, nauwkeurig en up-to-date zijn. Het is van cruciaal belang dat de belastingautoriteiten de registratie- en uitschrijvingsprocedures nauwkeurig opvolgen, aangezien niet-naleving op dit gebied een grote impact zal hebben op de inning van btw in de andere lidstaten.

Hoewel het registratieproces snel moet verlopen om belastingbetalers niet te hinderen bij het zakendoen, is het van cruciaal belang om te voorkomen dat btw-identificatienummers worden verstrekt aan belastingbetalers met frauduleuze bedoelingen. Daarom is het belangrijk om een evenwicht te vinden tussen snelheid en veiligstelling.

Afbeelding 2: Evolutie van btw-registratieverzoeken in 21 EU-lidstaten (2013-2015) 10

Verklaring:
Btw-registratieverzoeken
(totaal)
Btw-registratieverzoeken
vergeleken met 2013

(evolutie)
Geweigerde registraties

Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

In de grafiek zien we dat het totale aantal registratieverzoeken voor btw-doeleinden in de 21 lidstaten min of meer stabiel bleef tijdens de verslagperiode, terwijl het aantal uitschrijvingen uit het VIES-systeem in 2015 aanzienlijk toenam. Er is geen specifieke reden voor deze toename vastgesteld.

In alle lidstaten zijn registratieprocedures van kracht. In sommige landen zijn “éénloketsystemen” voor de registratie van ondernemingen beschikbaar. In plaats van zich te registreren voor verschillende doeleinden in verschillende kantoren (bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel, de handelsrechtbank en het belastingkantoor) kunnen bedrijven zich voor alle verbintenissen op één enkele plaats inschrijven. Dit betekent dat er geïntegreerde databanken zijn en er onderlinge uitwisseling van informatie tussen de relevante instellingen plaatsvindt.

28.

Afbeelding 3: Beschikbaarheid van de belangrijkste mogelijkheden in de registratieprocedures in de 28 EU-lidstaten (2016)


Informatie over btw-registratie voor de belastingbetaler

In vreemde talen beschikbaar

Online btw-registratie mogelijk

Controle van de authenticiteit van de btw-registratie

Voorafgaande controles van de btw-registratie

IT-ondersteunde btw- en VIES-registratiesysteem

VIES-controles na de registratie

Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

In overeenstemming met de trend naar een betere dienstverlening aan belastingbetalers wordt onlineregistratie steeds meer een standaardpraktijk 11 .

De belastingbetaler wordt hoofdzakelijk via de website van de belastingdienst op de hoogte gebracht van informatie over registratieprocedures en -verplichtingen. In sommige lidstaten is deze informatie echter nog steeds niet beschikbaar of toegankelijk in een vreemde taal, wat ertoe kan leiden dat niet-gevestigde belastingplichtigen moeilijkheden ondervinden om aan de registratievoorschriften te voldoen.

Aanbeveling 4: Btw-registratie voor buitenlandse belastingbetalers

Ondanks de aanbeveling in het vorige verslag moeten sommige lidstaten nog meer inspanningen leveren om buitenlandse belastingbetalers bij te staan bij het naleven van hun btw-registratieverplichtingen.

De lidstaten hanteren verschillende nummeringsmethoden om belastingbetalers te identificeren. Het varieert van één identificatienummer voor alle belastingen, inclusief btw, tot verschillende identificatienummers voor btw en andere belastingen. In sommige lidstaten verschilt zelfs het VIES-registratienummer van het btw-identificatienummer. Deze versnippering van btw-identificatiemethoden kan leiden tot extra administratieve lasten voor bedrijven die actief zijn in verschillende lidstaten.

29.

Aanbeveling 5: Btw-identificatienummers


Om deze administratieve lasten te verminderen, moeten de lidstaten en de Commissie nadenken over de toewijzing van btw-identificatienummers en VIES-registratienummers.

Om te voorkomen dat een btw-registratienummer wordt gebruikt voor frauduleuze activiteiten, moeten de belastingdiensten erop toezien dat de informatie die door de belastingbetaler wordt verstrekt authentiek, nauwkeurig en volledig is. Een groot aantal lidstaten beschikt hiervoor over een integraal proces waarbij de identiteit van de belastingbetaler wordt geverifieerd, voorafgaande controles vóór de registratie worden uitgevoerd op basis van risicoanalyse en kruiscontroles met informatie van derden, programma’s worden gevolgd om toezicht te houden op risicovolle handelaren na de registratie, en procedures worden gevolgd om belastingplichtigen uit te schrijven indien die niet langer aan de voorwaarden voldoen. Hoewel een aantal lidstaten een dergelijk integraal proces heeft geïmplementeerd, worden de verwante activiteiten vaak op ad-hocbasis uitgevoerd, wat het risico op onbetrouwbare gegevens in het registratiesysteem verhoogt. Belastingdiensten hebben baat bij een meer stelselmatige aanpak om risico's in de registratieprocedure aan te pakken.

30.

Aanbeveling 6: Geldigheid van de btw- en VIES-registratie


De lidstaten moeten de geldigheid van de btw- en VIES-registratiegegevens stelselmatiger controleren.

De lidstaten opteren over het algemeen voor een registratieprocedure op basis van risicobeoordeling. Om te voorkomen dat een ​​dergelijke aanpak vertraging veroorzaakt bij het toewijzen van de btw-identificatienummers, hebben diverse belastingdiensten procedures ingevoerd om dit risico te beperken 12 . In hun antwoorden gaven de lidstaten aan dat een btw- en/of VIES-identificatienummer binnen één week, variërend van één tot vijf dagen, kan worden toegekend. Het lijkt er dus op dat de risicobeoordelingsaanpak niet leidt tot aanzienlijke vertragingen bij de toekenning van een btw- en/of VIES-registratienummer.

Afbeelding 4: Tijd die nodig is om een btw- en een VIES-nummer te verkrijgen in 22 EU-lidstaten (2013-2015) 13


Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

De btw-registratiedatabank is in alle lidstaten beschikbaar in elektronische vorm, waardoor de belastingautoriteiten de registratie-informatie kunnen koppelen aan andere IT-subsystemen die worden aangewend voor de aangifte, betalingen, inning en controle van de btw.

Tot slot moet worden opgemerkt dat de overgrote meerderheid van de belastingdiensten handhavingsstrategieën hanteren die initiatieven omvatten om niet-geregistreerde belastingplichtigen op te sporen. Informatiecampagnes 14 , bezoeken ter plaatse en verificatie van nationale controleverklaringen 15 zijn enkele voorbeelden van dergelijke initiatieven.

31.

3.2.2.Schrapping van het btw-identificatienummer


In alle lidstaten schrappen de belastingdiensten de btw-identificatienummers van belastingbetalers op hun verzoek of ambtshalve, wanneer de economische activiteiten zijn stopgezet. Enkele lidstaten hebben de mogelijkheid geïntroduceerd om belastingbetalers uit te schrijven wanneer zij enkele maanden geen btw-aangifte hebben ingediend. In andere gevallen, zoals bij een vermoeden van fraude, hebben de meeste lidstaten geen wettelijke mogelijkheid om deze belastingplichtigen uit het btw-stelsel te verwijderen.

32.

3.2.3.Registratie in en uitschrijving uit het VIES


Er zijn verschillende mogelijkheden om btw-plichtigen te registreren in het VIES. In sommige lidstaten worden alle nationale btw-registraties automatisch opgenomen in het VIES-systeem. Andere lidstaten nemen alleen belastingbetalers op in het VIES die op het moment van registratie of later verklaren intracommunautaire transacties te verrichten.

Uit de antwoorden van de lidstaten bleek dat meer dan dertig procent van de belastingdiensten geen procedure heeft voorzien om controles uit te voeren na de registratie 16 . In andere lidstaten voeren de belastingdiensten enkel ad-hoccontroles uit na de registratie.

33.

Aanbeveling 7: Controle na registratie


Lidstaten die voorafgaand aan registratie alleen preliminaire controles uitvoeren, zouden ook controles moeten uitvoeren na de registratie om de betrouwbaarheid van VIES-gegevens te waarborgen

3.3.Aangifte en betaling van de btw

Btw is een verbruiksbelasting en wordt door de eindverbruiker betaald aan de leverancier, die btw-plichtig is en de btw op zijn verkopen int. Vervolgens compenseert hij dit met de btw op zijn aankopen en wordt het verschuldigde btw-saldo doorgestort naar de staatsbegroting. Aangezien de belastingplichtige optreedt als belastingontvanger voor de staatsbegroting, is het belangrijk dat de btw-aangiften en -betalingen op tijd gebeuren.

34.

3.3.1.Aangifte


Bijna alle lidstaten bieden de mogelijkheid om de btw-aangifte elektronisch in te dienen en zo de naleving te verbeteren. In de meeste lidstaten is de elektronische aangifte verplicht voor alle bedrijven die zijn onderworpen aan de btw. Sommige lidstaten voorzien enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor kleine bedrijven.

Alle lidstaten bieden de mogelijkheid tot een elektronische btw-aangifte en een groot aantal lidstaten maakte het zelfs verplicht voor veel btw-plichtigen. Het aantal elektronische aangiften steeg van 83 % in 2013 tot bijna 95 % in 2015.


Afbeelding 5: De mogelijkheid om een elektronische aangifte te doen in 28 EU-lidstaten (2013-2015)
Afbeelding 6: Aantal elektronische aangiften in 28 EU-lidstaten in procent (2013-2015)
Beschikbaar
(facultatief)
Verplicht
Verplicht
(enkel voor bepaalde belastingbetalers)

Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017 Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

Alle lidstaten maken gebruiken van automatisch toezicht op de aangiftetermijnen. In de periode 2013 - 2015 nam het nalevingspercentage voor het tijdig indienen van de btw-aangifte toe en in 2015 liep dit op tot bijna 89 %. Als er rekening wordt gehouden met de btw-aangiften die binnen 30 dagen na het verstrijken van de termijn worden ingediend, dan bedroeg het nalevingspercentage meer dan 96 %.

Tabel 2: Evolutie van de btw-aangiften in de EU-lidstaten voor de periode 2013-2015 17

201320142015
Aantal verwachte aangiften in de EU-lidstaten (miljoen)127,9130,1132,3
Op tijd ingediende btw-aangiften (%)87,188,688,9
Btw-aangiften ingediend met minder dan 30 dagen vertraging (%)4,64,44,7
Nalevingspercentage van de btw-aangiften (ontvangen/verwacht; %)91,295,996,4

Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

Bij een te late indiening sturen de meeste lidstaten herinneringen (automatisch of handmatig) nadat de deadline is verstreken. Enkele lidstaten sturen waarschuwingen vóór de komende deadline. Volgens deze lidstaten is het aantal aangiften dat te laat werd ingediend gedaald dankzij deze aanpak.

Alle lidstaten beschikken over een sanctiesysteem om belastingbetalers aan te moedigen de aangiften tijdig in te dienen. Als er geen btw-aangiften worden ingediend, neemt de meerderheid van de lidstaten een schatting van de verschuldigde btw en voegt een boete toe. De helft van de lidstaten past een vereenvoudigde btw-aangifte toe voor kleine belastingbetalers.

35.

3.3.2.Betaling


In de meeste lidstaten bieden belastingautoriteiten de mogelijkheid om de verschuldigde btw elektronisch te betalen. Slechts bij de helft van de lidstaten is de elektronische betaling van btw echter verplicht. Zo zijn er nog enkele lidstaten die de mogelijkheid bieden om de verschuldigde btw contant te betalen, maar inmiddels wel het gebruik van elektronische middelen aanmoedigen.

Er wordt ook elektronisch toezicht gehouden op de betalingstermijnen. De algemene praktijk is dat wanneer deadlines vervallen, de belastingautoriteiten automatisch herinneringen versturen. Voor kleine belastingbetalers voorzien de belastingautoriteiten een speciale vereenvoudigde betalingsregeling 18 .

Afbeelding 7: Mogelijkheid om de btw elektronisch te betalen in 28 lidstaten (2013-2015)Afbeelding 8: Herinneringen voor laattijdige betalingen in 28 lidstaten (2013-2015)
Automatisch uitgegeven
Beschikbaar
Ad hoc

uitgegeven
Niet beschikbaar
Niet

uitgegeven

Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017 Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

Bij te late betalingen passen alle lidstaten een systeem van boetes en interesten toe. De Commissie is momenteel bezig om de sanctiesystemen van de lidstaten in kaart te brengen, en om de juridische beperkingen en de impact van sancties op de naleving te analyseren 19 .

3.4.Terugvordering van btw-schulden

De btw-inning is gebaseerd op zelfbeoordeling en vrijwillige betaling. Belastingdiensten streven naar zoveel mogelijk vrijwillige tijdige betaling en zo weinig mogelijk achterstallige belastingen. Hiervoor is het belangrijk dat zoveel mogelijk btw-aangiften tijdig worden ingediend om vervolgens de verschuldigde bedragen aan btw vast te stellen. Bij laattijdige betalingen is dan ook een snelle opvolging vereist. Dit betekent over het algemeen dat er boetes en interesten worden opgelegd en een plan wordt opgesteld om de schulden in te vorderen.

Om de doelmatigheid te verbeteren, hebben alle lidstaten speciale schuldinvorderingsteams of opgeleid en gespecialiseerd invorderingspersoneel in hun belastingdienst aangesteld, of de schuldinvordering uitbesteed aan een semi-overheidsorgaan. In het geval van „interne” invorderingsactiviteiten worden deze voornamelijk op nationaal niveau uitgevoerd.

De overgrote meerderheid van de belastingdiensten heeft een nauwkeurig overzicht van de btw-achterstand, vaak ingedeeld per jaar, bedrag of oorsprong (d.w.z. zelfbeoordeling of het resultaat van een controle). In sommige lidstaten is dit overzicht in real time beschikbaar.

36.

Afbeelding 9: Terugvordering van btw-schulden - overzicht van de belangrijkste instrumenten en methoden in 28 EU-lidstaten (2016)


Nieuwe debiteuren: procedure om op tijd op de hoogte te brengen

Procedure om belastingkredieten te verrekenen

Gebruik van betalingsregelingen

Mogelijkheid om oninbare schulden af ​​te schrijven

Aansprakelijkheid van het bedrijfsmanagement inzake btw

Btw kan door de koper worden betaald (buiten de verleggingsregeling)

Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

De juridische instrumenten en aanpak voor het innen van schulden verschillen van lidstaat tot lidstaat. De algemene aanpak bij het innen van belastingschulden is om middelen in te zetten waar de mogelijkheid bestaat om het geld te innen. Veel lidstaten hebben een procedure ingevoerd waarbij de nieuwe debiteuren 20 snel op de hoogte kunnen worden gebracht (per telefoon of e-mail), hetzij systematisch, hetzij incidenteel. Daarnaast krijgen „recente” vorderingen waarvoor activa zijn vastgesteld voorrang. De ervaring leert namelijk dat de slaagkansen om oude schulden terug te vorderen geringer 21 zijn. Sommige belastingdiensten hebben echter een wettelijke verplichting om al hun vorderingen af te dwingen, waarbij de gerecupereerde bedragen eerst worden verrekend met hun oudste vorderingen.

Betalingsregelingen en compenserend belastingkrediet (bijvoorbeeld btw-teruggaaf) tegen openstaande btw-schulden zijn gangbare praktijken. De compensatie van een buitenlandse btw-schuld tegenover een buitenlandse btw-teruggaaf is dan weer minder conventioneel en staat dan ook ter discussie.

Bij niet-invorderbare belastingschulden kan een groot aantal belastingdiensten terugvallen op afschrijvingsprocedures als onderdeel van hun belastingschuldbeheer. Hoewel verschillende lidstaten de wettelijke mogelijkheid hebben om btw-achterstanden af ​​te dwingen van het management van een bedrijf of van een koper (gezamenlijke en/of hoofdelijk aansprakelijkheid), is dit hulpmiddel moeilijk toe te passen omdat de bewijslast bij de belastingdienst ligt.

De Commissie publiceert een evaluatie van de richtlijn betreffende wederzijdse bijstand op het gebied van invordering. De lidstaten worden verzocht kennis te nemen van dit verslag.

37.

Aanbeveling 8: Controle na registratie


Aangezien invordering bijdraagt ​​tot fiscale billijkheid, moeten de lidstaten het gebruik van alle beschikbare invorderingsinstrumenten verbeteren, dus ook het mechanisme inzake wederzijdse bijstand.

3.5.Btw-teruggaaf

Omwille van de budgettaire beperkingen van de belastingdienst en de noodzaak van bedrijven om het geld tijdig te ontvangen, is het belangrijk dat de belastingautoriteiten het juiste evenwicht vinden tussen een snelle terugbetaling van de btw aan legitieme bedrijven en een grondige controle in geval van fouten en fraude.

Vrijwel alle belastingdiensten van de lidstaten beschikken over procedures op basis van risicobeoordelingsmethoden, die ervoor zorgen dat een aanzienlijk deel van verzoeken tot btw-teruggaaf met een laag risico onmiddellijk worden verwerkt, terwijl de risicovolle verzoeken nauwlettend worden gecontroleerd. In de meeste lidstaten worden deze procedures geautomatiseerd door middel van elektronische processen. In enkele lidstaten moeten alle verzoeken tot btw-teruggaaf worden gecontroleerd voordat de terugbetaling kan plaatsvinden (systematische voorafgaande controles), waardoor de terugbetalingsprocedure vertraging kan oplopen. Daarnaast kunnen ook budgettaire beperkingen een impact hebben op het tijdschema van de terugbetaling. Beide situaties (systematische voorafgaande controles en late terugbetalingen vanwege budgettaire beperkingen) leggen financiële druk op legitieme bedrijven en vormen een belemmering voor de grensoverschrijdende handel.

38.

Aanbeveling 9: Late betalingen van de btw-teruggaaf


De Commissie heeft een onderzoek gestart naar binnenlandse en grensoverschrijdende btw-teruggaven. In het kader van deze studie zal zij, samen met de lidstaten, onderzoeken hoe dit proces kan worden verbeterd en versneld.

3.6.Audit en onderzoek betreffende btw

Alle belastingdiensten hebben binnen hun organisatie controleafdelingen, die vaak ook over speciale fraudebestrijdingseenheden beschikken. Bovendien hebben alle belastingdiensten, naast de traditionele audits, e-audittechnieken geïmplementeerd 22 .

Bij de ontwikkeling van algemene auditstrategieën en/of -programma's worden vaak specifieke programma’s voor de btw toegevoegd. Er wordt een verscheidenheid aan btw-audits (uitgebreide controle ter plaatse, controles bij problemen, administratieve controles, enz.) uitgevoerd om de juistheid te controleren van de gegevens die in de btw-aangiften zijn opgegeven. Een audit is echter een duur hulpmiddel, omdat het tijdrovend is en veel beschikbaar personeel vereist. Bovendien is het aandeel van de auditbijdrage ten opzichte van de totale btw-inning eerder beperkt.

Tegenwoordig erkennen veel belastingdiensten dat een (volledige) auditdekking niet langer het meest efficiënte en effectieve middel is om niet-naleving te ontmoedigen. In plaats daarvan beschouwen deze diensten de audit als een ultieme nalevingsmaatregel die moet worden aangewend wanneer andere proactieve initiatieven gericht op het verbeteren van vrijwillige naleving van de belastingwetten en -verplichtingen, niet of niet langer effectief zijn. Een van de grootste uitdagingen van een belastingdienst is de juiste balans vinden tussen initiatieven gericht op het verbeteren van de naleving en btw-controle.

Afbeelding 10: Btw-inning en btw-raming na audits in 22 EU-lidstaten 23 (2013 - 2015)


Bron: Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

Andere belastingdiensten baseren hun aanpak inzake de (btw-) naleving vooral op toezicht en controle. Bij deze aanpak is het gebruikelijk om technieken voor risicobeheer toe te passen om zo de doeltreffendheid van de controles te verbeteren, in het bijzonder bij de selectie van de te controleren gevallen. Er worden maatregelen genomen om de risicoanalyse te ondersteunen, bijvoorbeeld door controleverklaringen in te voeren waarmee de belastingautoriteiten de verkopen en aankopen op nationaal niveau kunnen nagaan. Daarnaast draagt ​​de informatie van derden, waar steeds meer gebruik van wordt gemaakt, bij tot een meer gerichte controleaanpak. De informatie die op deze manier wordt verkregen, is een belangrijke factor gebleken voor het opsporen van fraude.

De manier waarop de doelmatigheid van de belastinguitvoering wordt gemeten, vormt een obstakel om over te gaan van een controleaanpak naar preventieve maatregelen. Als de doelmatigheid wordt gemeten op basis van audit-/inningstatistieken, dan moet er bij de overstap naar een aanpak op basis van naleving andere maatstaven worden gebruikt, zoals btw-kloven en een billijke behandeling door de belastingdienst binnen de concurrerende omgeving vanuit het gezichtspunt van de bedrijven.

Aanbeveling 10: Audit- en nalevingsstrategie

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun auditstrategie deel uitmaakt van een algehele (btw-) nalevingsstrategie en niet van een op zichzelf staande aanpak.

De bestrijding van btw-fraude is ten slotte nog steeds een van de prioriteiten van de belastingdiensten en van de Commissie 24 . Vooral bij de bestrijding van grensoverschrijdende btw-fraude dringt zich een nauwere administratieve samenwerking op tussen de belastingautoriteiten van de lidstaten. Daarom heeft de Commissie de huidige regelingen voor administratieve samenwerking geëvalueerd en dient zij een voorstel in om de verordening van de Raad inzake administratieve samenwerking op het gebied van de btw te wijzigen.


4. Uitvoering van aanbevelingen uit het zevende verslag overeenkomstig artikel 12 en werkdocument van de diensten van de Commissie 25

Het zevende verslag artikel overeenkomstig artikel 12 en het begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie bevatten 32 aanbevelingen gericht aan zevenentwintig lidstaten 26 . De aanbevelingen waren opgedeeld in zeven secties: (a) Btw-identificatie, -registratie en -schrapping; (b) Douaneregeling 42; (c) Indiening en betaling van btw-aangiften; (d) Inning en invordering van btw; (e) Controle en onderzoek betreffende btw; (f) Fiscale geschillenbeslechting en (g) Btw-naleving. Elke aanbeveling was voor ten minste twee tot zevenentwintig lidstaten van toepassing.

Afbeelding 11: Uitvoeringspercentage van de aanbevelingen per sectie voor 27 lidstaten 27

Bron: Zevende verslag overeenkomstig artikel 12 (eerdere aanbevelingen); Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

Uit de antwoorden van de lidstaten blijkt dat meer dan twee derde van de aanbevelingen volledig of gedeeltelijk zijn overgenomen. Uit nader onderzoek van de individuele uitvoeringspercentages per lidstaat en per aanbeveling blijkt echter dat er aanzienlijke verschillen zijn. Sommige lidstaten hielden nauwelijks rekening met de aanbevelingen, terwijl anderen de meeste suggesties uitvoerden. Sommige aanbevelingen werden goed ontvangen (bijvoorbeeld over btw-registratie en -audit), terwijl andere nauwelijks werden uitgevoerd (bijvoorbeeld wat betreft geschillenbeslechting).

Het blijft vooral een groot probleem ervoor te zorgen dat de gegevens in het VIES-systeem correct zijn en bijgewerkt worden. In een aantal lidstaten wordt de geldigheid van de gegevens in het VIES-systeem nog steeds niet stelselmatig gecontroleerd, wat aanzienlijke moeilijkheden oplevert voor handelaren die zaken doen in de interne markt (zie ook paragraaf 2.2.3).


Afbeelding 12: Algehele uitvoeringsgraad 28 van eerdere aanbevelingen

Niet uitgevoerd
Uitgevoerd
waarvan:
Volledig uitgevoerd
Gedeeltelijk uitgevoerd

Bron: 7de verslag overeenkomstig artikel 12 (eerdere aanbevelingen); Antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst van 2017

Daarnaast blijft de toepassing van de douaneregeling 42 29 problematisch, zoals ook de Europese Rekenkamer 30 benadrukt. Er gebeurt nog steeds geen stelselmatige controle door de douane van het btw-nummer in VIES en evenmin een overdracht van gegevens aan de nationale belastingdienst, de opname van risicocriteria, enz.

De tekortkomingen inzake de werking van het VIES en de douaneregeling 42 hebben ernstige gevolgen en beïnvloeden de werking van de interne markt. Fraudeurs profiteren immers van deze tekortkomingen door in het btw-stelsel te blijven en zo btw-verliezen te veroorzaken voor de begrotingen van de lidstaten, wat dan weer een negatief effect heeft op de eigen middelen uit de btw.

Hieruit blijkt dat de algemene uitvoeringspercentages van 70,8 % van de aanbevelingen (op basis van de antwoorden van de lidstaten) niet echt blijk geven van een verbetering van de doelmatigheid van de btw-inning door de belastingdiensten. Andere instrumenten voor zelfevaluatie kunnen de lidstaten helpen om een meer stelselmatige en betrouwbare beoordeling uit te voeren van de prestaties van hun belastingdiensten. Instrumenten zoals het Fiscal Blueprints 31 en de Tax Administration Diagnostic Assessment Tool 32 zijn vrij beschikbaar om de lidstaten te ondersteunen bij deze oefening.

39.

Aanbeveling 11: Douaneregeling 42


De aanbeveling in het vorige verslag indachtig, moeten de lidstaten er nog steeds voor zorgen dat de douaneautoriteiten het VIES-nummer controleren en de informatie uitwisselen met de belastingautoriteiten.

5. Op weg naar betere (btw-) belastinguitvoering door samen te werken

In een voortdurend veranderende omgeving wordt het innen van belastingen een steeds grotere uitdaging. Door digitalisering, globalisering, nieuwe bedrijfsmodellen, belastingfraude en -ontwijking en vanwege de schaarse middelen zijn de belastingdiensten gedwongen om hun praktijken te herzien en aanvullende of alternatieve manieren te vinden om de belastingen te innen. Daarnaast moet ook de kwaliteit van de belastinguitvoering op het gebied van doelmatigheid en doeltreffendheid worden gewaarborgd om te voorkomen dat dit gevolgen heeft voor de inning van btw-inkomsten in de eigen en andere lidstaten.

Het is dus tijd om te handelen en samen te werken. Veel belastingdiensten zijn zich ervan bewust dat ze niet langer geïsoleerd kunnen handelen. Vandaag werken de belastingdiensten van de kleinere lidstaten reeds nauw samen aan gemeenschappelijke kwesties om zo te profiteren van de schaalvoordelen (Benelux, noordse landen en Baltische staten). Op hun agenda staan onder meer kwesties inzake IT, nalevingsaanpak, risicobeheer, bestrijding van belastingfraude en bestuurlijke capaciteitsopbouw. De begunstigden van deze regionale initiatieven stoten echter op de grenzen van hun geografische dekking in een grotere Unie en proberen hun initiatieven vaak uit te breiden naar EU-niveau. Soms slagen de lidstaten er niet in om hun verbintenissen op een degelijke manier na te leven vanwege een gebrek aan middelen of politieke betrokkenheid. Bovendien zijn sommige belastingdiensten bezig met structurele hervormingen en willen zij hun ervaringen delen. Met de steun van de Commissie kunnen deze lidstaten andere overheden informeren en bijstaan ​​bij het hervormen van hun diensten. Er bestaan al instrumenten zoals het Fiscalis 2020-programma 33 en het steunprogramma voor structurele hervormingen 34 die door de lidstaten kunnen worden aangewend om hun belastingdiensten te verbeteren.

Op grond van het bovenstaande kunnen de lidstaten hun voordeel doen met een gestructureerde strategische dialoog op EU-niveau over de belangrijkste uitdagingen zoals de impact van de digitale economie en nieuwe technologieën, het aanwenden van administratieve samenwerking om btw-fraude te bestrijden, investeringen in instrumenten en processen voor gegevensanalyse en in IT-samenwerking, het delen van ervaringen bij de hervorming van belastingdiensten en de beoordeling van hun prestaties, nalevingsaanpak en risicobeheer.

In 2018 zal de Commissie samen met de lidstaten een bijeenkomst organiseren voor de hoofden van de belastingdiensten om deze uitdagingen te bespreken en aan te pakken.

Daarnaast zijn IT-systemen essentieel voor de uitvoering van het belastingbeleid, fraudebestrijding en het gebruik van gegevens voor een betere beleidsvorming. Belastingdiensten gebruiken steeds meer gegevens die afkomstig zijn uit verschillende bronnen (belastingbetalers, andere overheidsinstanties en -instellingen, andere lidstaten, enz.). Het is een grote uitdaging geworden om deze enorme hoeveelheid gegevens te verwerken, want dit kan niet langer op een traditionele manier worden afgehandeld. Er zijn nieuwe instrumenten nodig om die gegevens te kunnen verwerken en analyseren. De lidstaten moeten dus blijven investeren in IT-oplossingen. Meer samenwerking, coördinatie en transparantie tussen de EU-lidstaten op dit gebied zou de kosten aanzienlijk helpen terugdringen, want zo kan worden geprofiteerd van een gezamenlijke aanpak en schaalvoordelen 35 .

Zowel de lidstaten als de Commissie onderzoeken hoe nieuwe technologische producten en digitale technieken kunnen worden aangewend om gegevens te delen en te analyseren. De beste manier om verenigbare voordelen te bekomen voor iedereen in de interne markt is een verbeterde samenwerking tussen de Commissie en de belastingdiensten van de lidstaten, en tussen hun overheden. Bovendien zou het de uitvoering van de verbintenissen die de lidstaten zijn aangegaan op het gebied van belastinguitvoering eenvoudiger maken.

(1) https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/study_and_reports_on_the_vat_gap_2017.pdf
(2) Belastinguitvoering kan worden omschreven als een reeks maatregelen, procedures en hulpmiddelen die een belastingdienst gebruikt voor het uitvoeren en beheren van de fiscale beleidsbeslissingen, met als doel de juiste wettelijke hoeveelheid inkomsten te innen op de meest effectieve manier en tegen de laagst mogelijke administratieve kosten.
(3) De wetgeving rond het mini-éénloketsysteem is op 1 januari 2015 in werking getreden en heeft betrekking op de plaats van levering voor telecommunicatiediensten, radio- en televisiediensten en elektronisch geleverde diensten. Verordening (EU) nr. 967/2012 van de Raad van 9 oktober 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 wat betreft de bijzondere regelingen voor niet-gevestigde belastingplichtigen die telecommunicatiediensten, omroepdiensten of elektronische diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen.
(4) De regeling staat belastingbetalers toe om de btw te verrekenen op basis van ontvangen betalingen in plaats van uitgegeven facturen.
(5) Controleverklaringen dekken de btw-facturen, waardoor de belastingautoriteiten transacties kunnen controleren
(6) Het doel van de TNA-software is om een ​​dataminingtechniek toe te passen op btw-gerelateerde gegevens om frauduleuze netwerken op te sporen. Dit hulpmiddel dient om de huidige werkwijze van Eurofisc te verbeteren.
(7) Voorbeelden: Bulgarije, Estland en Slowakije - Nationale controleverklaringen; België - Transaction Network Analysis om btw-fraude op te sporen.
(8) Artikel 214 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
(9) VIES is het systeem voor de uitwisseling van btw-informatie. De informatie die beschikbaar is via VIES en het gebruik van het systeem zijn geregeld in hoofdstuk V van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad.
(10) Er zijn enkel gegevens beschikbaar voor 21 van de 28 lidstaten (geen datasets voor Oostenrijk, Kroatië, Finland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Zweden)
(11) In 25 lidstaten kan de btw online worden geregistreerd (momenteel bieden Kroatië, Cyprus en Roemenië geen mogelijk om de btw online te registreren).
(12) Bijvoorbeeld door de registratieverzoeken te scheiden door een groene lijn (geen risico - onmiddellijke registratie) en een rode lijn (potentieel risico - verdere vragen nodig alvorens te registreren).
(13) Er zijn enkel gegevens beschikbaar voor 22 van de 28 lidstaten (geen datasets voor Cyprus, Estland, Finland, Frankrijk, Ierland en Spanje).
(14) In de toeristische sector worden belastingbetalers bijvoorbeeld via de media op de hoogte gebracht om zich te registreren wanneer ze hun appartementen verhuren tijdens de vakantieperiode.
(15) Nationale controleverklaringen worden ingediend door btw-plichtigen en omvatten de aangifte van verkopen en aankopen binnen het registratiegebied.
(16) Overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) 904/2010 van de Raad zijn de lidstaten verplicht controles uit te voeren na de registratie als zij voorafgaand aan de registratie alleen preliminaire controles uitvoeren.
(17) Op basis van volledige datasets van 21 lidstaten en 6 gedeeltelijke datasets; voor Kroatië waren er geen datasets beschikbaar. De gegevens voor de 2013-2015 werden in 2017 verzameld. Voor de EU-cijfers worden mediaanwaarden gebruikt.
(18) Een voorbeeld daarvan is het btw-kasstelsel, dat kleine bedrijven toestaat de verschuldigde btw te betalen wanneer zij het geld van hun kopers hebben ontvangen (wat in feite later is dan bij de standaardprocedure, waarbij zij moeten betalen bij het uitgeven van de factuur).
(19) Zie: Twintig maatregelen om de btw-kloof aan te pakken. https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/resources/documents/taxation/tax_cooperation/vat_gap/2016-03_20_measures_en.pdf .
(20) Nieuwe debiteuren zijn btw-plichtigen die voor de eerste keer in de incassodatabank verschijnen.
(21) Zie: OEDC, Forum on Tax administration, Working smarter in tax debt management, September 2013.
(22) Bij een traditionele audit bezoekt de auditor de bedrijfsruimten van de belastingplichtige of zijn accountant om de boekhouding te controleren. E-audit is een controlemethode waarbij gegevens worden opgehaald via applicaties die verbonden zijn met het internet, zodat auditors vanuit hun kantoor in real time toegang hebben tot financiële en niet-financiële gegevens.
(23) Er zijn enkel gegevens beschikbaar voor 22 van de 28 lidstaten (geen datasets voor België, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk).
(24) De Commissie heeft onlangs een video gepubliceerd over btw-carrouselfraude om de EU-burgers bewust te maken van dit probleem. www.youtube.com/watch?v=7rPzXzCoxkI">https://www.youtube.com/watch?v=7rPzXzCoxkI
(25) Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Zevende verslag overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende procedures voor de inning en de controle van de btw, COM (2014) 69 definitief; Werkdocument van de diensten van de Commissie bij het document Zevende verslag overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89, SWD (2014) 38 definitief.
(26) Kroatië maakte op dat moment geen deel uit van de EU.
(27)

Voor de berekening van het „Uitvoeringspercentage” (%) wordt het totale aantal eerdere aanbevelingen gebruikt en het aantal aanbevelingen dat uitgevoerd blijkt. De berekening is gebaseerd op de antwoorden van de lidstaten (zelfbeoordeling) en houdt alleen rekening met de lidstaten waarop de respectieve aanbevelingen betrekking hadden.

(28) De grens tussen „niet-uitgevoerd” en „gedeeltelijk uitgevoerd” is vrij vaag en de mate van gedeeltelijke uitvoering verschilt van lidstaat tot lidstaat. De gegevens zijn het resultaat van een zelfbeoordeling uitgevoerd door de lidstaat die de antwoorden heeft verstrekt.
(29) Speciaal verslag nr. 24/2015 van de Rekenkamer „De aanpak van intracommunautaire btw-fraude: Er zijn meer maatregelen nodig”, paragraaf 83.
(30) Douaneregeling 42 is een mechanisme dat een EU-importeur gebruikt om een ​​btw-vrijstelling te verkrijgen. Het is van toepassing wanneer goederen die van buiten de EU zijn ingevoerd in een lidstaat, naar een andere lidstaat worden vervoerd. In dergelijke gevallen is de btw verschuldigd in de laatste lidstaat van bestemming.
(31) Zie: https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/resources/documents/common/publications/info_docs/taxation/fiscal_blueprint_en.pdf
(32) Zie: www.tadat.org/">www.tadat.org/
(33) Fiscalis 2020 is een EU-samenwerkingsprogramma waarmee nationale belastingdiensten informatie en expertise kunnen samenstellen en uitwisselen. Dankzij dit programma kunnen grote trans-Europese IT-systemen in partnerschap worden ontwikkeld en geëxploiteerd, en kunnen verschillende persoonlijk netwerken worden opgezet door nationale functionarissen uit heel Europa samen te brengen.
(34) Het steunprogramma voor structurele hervormingen van de EU is bedoeld om de lidstaten te helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van institutionele, administratieve en structurele hervormingen en om de EU-middelen die voor dergelijke doeleinden beschikbaar zijn, efficiënter en doeltreffender te gebruiken.
(35) Een voorbeeld van een dergelijke samenwerking is de deskundigengroep van de Commissie: de IT Catalyst Group