Toelichting bij COM(2018)8 - Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De term high-performance computing heeft betrekking op de technologieën en het gebruik van krachtige supercomputers (die met elkaar zijn verbonden in een afzonderlijk system of in de directe nabijheid van honderden duizenden of miljoenen parallel werkende verwerkingseenheden) voor het uitvoeren van zeer omvangrijke en snelle berekeningen die zoveel rekenkracht vergen dat gewone computers het niet aankunnen. HPC-methodologieën omvatten modellering en simulatie, geavanceerde data-analyse en -visualisering, die worden gebruikt voor taken die zeer veel rekenkracht vergen of zeer data-intensief zijn en bedoeld zijn voor een grote verscheidenheid aan wetenschappelijke, technologische, industriëlen, zakelijke en overheidstoepassingen. HPC is van groot belang voor vorderingen en vernieuwingen in het digitale tijdperk, waarin rekenkracht de concurrentiepositie bepaalt. Het is een sleuteltechnologie voor de wetenschap, de industrie en de maatschappij in haar geheel:

–HPC is een essentieel instrument voor de aanpak van belangrijke wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen, zoals onder meer de vroegtijdige opsporing en behandeling van ziekten, nieuwe therapieën op basis van bijvoorbeeld gepersonaliseerde en precisiegeneeskunde; het ontcijferen van de werking van het menselijk brein; het voorspellen van klimaatontwikkelingen; het observeren van de ruimte; de preventie en het beheer van grootschalige natuurrampen; en het sneller ontwerpen van nieuwe materialen.

–Sectoren en bedrijven ervaren in toenemende mate de kritieke effecten van het gebruik van HPC, in de vorm van aanzienlijk kortere ontwerp- en productiecycli, kostenvermindering, grotere hulpbronnenefficiëntie en verkorting en optimalisering van besluitvormingsprocessen.

–Daarnaast is HPC van vitaal belang voor de nationale veiligheid en defensie, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van complexe encryptietechnologieën, het traceren en beantwoorden van cyberaanvallen, bij forensische wetenschap en kernsimulaties.

De wetenschappelijke vermogens, het industriële concurrentievermogen en de soevereiniteit van Europa hangen in kritieke mate af van toegang tot wereldwijd toonaangevende HPC- en data-infrastructuur om gelijke tred te houden met de toenemende behoeften en complexiteit van de problemen die moeten worden opgelost. Hoewel de Unie in 2012 maatregelen heeft genomen voor meer inzet om ervoor te zorgen dat Europe een leidinggevende rol kan spelen bij het aanbieden en gebruiken van HPC-systemen en -diensten 1 , is het resultaat tot op heden onvoldoende. Dit heeft de volgende gevolgen:

(a)de Unie beschikt niet over de beste supercomputers ter wereld, en de supercomputers waarover zij beschikt, zijn afhankelijk van buitenlandse HPC-toeleveringsketens, waardoor het risico steeds groter wordt dat de Unie het moet stellen zonder strategische of technologische expertise die nodig is voor innovatie en het concurrentievermogen;

(b)de in de Unie beschikbare supercomputers voldoen niet aan de navraag. Om deze lacune op te vullen, zijn Europese wetenschappers en de industrie voor de verwerking van hun data aangewezen op topmachines die zich buiten de Unie bevinden. Dit kan problemen opleveren, met name wat betreft de bescherming van persoonsgegevens en gevoelige gegevens, zoals commerciële gegevens of bedrijfsgeheimen, en de eigendom van gegevens, in het bijzonder voor gevoelige toepassingen, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid;

(c)de investeringen van de lidstaten en de Unie in HPC vinden grotendeels ongecoördineerd plaats en ontwikkelingen op het gebied van HPC-technologie worden in de industrie weinig toegepast. Vergeleken met de concurrenten in de Verenigde Staten, China en Japan schieten de investeringen van de lidstaten en de Unie in HPC schieten duidelijk tekort: er wordt per jaar 500 tot 750 miljoen EUR te weinig geïnvesteerd;

(d)de Unie slaagt er niet in om haar investeringen in technologische ontwikkelingen om te zetten in op Europese technologie gebaseerde HPC-systemen die zij aanschaft. Er is dus geen doeltreffend verband tussen het aanbod van technologie, gezamenlijk ontwerp met gebruikers en gezamenlijke aanschaf van systemen; en

(e)doordat het niet lukt om een leidende markt voor HPC te creëren, kan ook geen concurrerende Europese HPC-toeleveringssector ontstaan, terwijl de markt de komende tien jaar naar verwachting een volume van ongeveer 1 biljoen EUR zal hebben.

Om ervoor te zorgen dat deze kwesties worden aangepakt, hebben op de Digitale dag in Rome (die op 23 maart 2017 plaatsvond als onderdeel van de viering van de zestigste verjaardag van het Verdrag van Rome) zeven lidstaten – Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje – de EuroHPC-verklaring 2 ondertekend. Vervolgens hebben België, Slovenië, Bulgarije, Zwitserland, Griekenland en Kroatië zich daarbij aangesloten. De dertien landen zijn overeengekomen om met elkaar en met de Commissie samen te werken wat betreft de verwerving en toepassing tegen 2022-2023 van pan-Europese geïntegreerde exaschaalsupercomputing-infrastructuur (EuroHPC). Andere lidstaten en geassocieerde landen werden uitgenodigd om de EuroHPC-verklaring te ondertekenen.

De doelstelling die de Unie heeft vastgesteld, is in 2022 of 2023 tot exaschaalprestaties te bereiken, dat wil zeggen een prestatieniveau van computingsystemen die in staat zijn tien tot de achttiende macht berekeningen per seconde uit te voeren. Tot de verhoging van de rekenkracht boven exaschaal behoren post-exaschaaltechnologieën en waarschijnlijk quantumcomputers. Deze computingtoestellen maken gebruik van effecten uit de quantumfysica in plaats van de traditionele transistors. Een tussenstap op weg naar exaschaalprestaties, namelijk 20 tot 50 % van de exaschaalprestaties, moet in 2019 worden bereikt.

De landen die de EuroHPC-verklaring hebben ondertekend, zagen in dat zij samen met de EU dringend moeten investeren teneinde toonaangevende HPC-infrastructuur verwerven die aansluit bij de hoge eisen die de wetenschappelijke en industriële gebruikers van Europa wat betreft hun toepassingen stellen en deze infrastructuur aan hen ter beschikking te stellen, en tegen 2022-2023 in Europa eigen exaschaal 3 HPC-infrastructuur op wereldniveau te ontwikkelen.

Om deze doelstellingen te bereiken, is een nieuw juridisch en financieel instrument nodig waarmee twee pre-exaschaalmachines van elk enkele honderden petaflops3 (in 2019/2020) aangeschaft en aan publieke en particuliere gebruikers ter beschikking gesteld kunnen worden om toonaangevende wetenschappelijke en industriële toepassing te ontwikkelen die zullen bijdragen aan de ontwikkeling van een breed pre-exaschaal ecosysteem in Europa. Het instrument moet ook ter ondersteuning dienen van O&O en de ontwikkeling van technologie die nodig is voor het mede ontwerpen van concurrerende Europese exaschaalmachines, waaronder de eerste generatie Europese low-power microprocessortechnologie met laag verbruik. Deze technologie is van groot belang voor het bereiken van exaschaalcapaciteit in Europa tegen 2022-2023. De aanschaf van exaschaalsystemen zou echter geen deel uitmaken van het onderhavige voorstel.

In de zomer en herfst van 2017 heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd om te bepalen met welk instrument het meest geschikt is voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, waarbij tegelijkertijd de beste resultaten worden bereikt voor de economie, de maatschappij en het milieu en de belangen van de Unie worden gewaarborgd. Het bleek dat een gemeenschappelijke onderneming de beste optie was. Een gemeenschappelijke onderneming voorziet in een gezamenlijk juridisch, contractueel en organisatorisch kader waarmee structuur wordt gegeven aan de gezamenlijke verbintenissen die de deelnemende leden zijn aangegaan. Bovendien krijgen de leden een solide bestuursstructuur en budgettaire zekerheid. Met de onderneming kunnen de gezamenlijke aanschaf worden uitgevoerd en HPC-systemen van wereldklasse worden toegepast door middel van de bevordering van (met name Europese) technologie. Verder kan de onderneming fungeren als eigenaar van de pre-exaschaal supercomputers die de leden ervan gezamenlijk hebben gefinancierd en op die manier niet-discriminerende toegang tot deze computers faciliteren. Tot slot kan de onderneming onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieprogramma's opzetten voor de ontwikkeling van technologieën en de verdere integratie daarvan in Europese exaschaal supercomputingsystemen, en zodoende de schakel vormen tussen O&O enerzijds en de oplevering en toepassing van exaschaal HPC-systemen, alsmede bijdragen tot de ontwikkeling van een concurrerende Europese sector voor de levering van technologie.

De financiële middelen voor de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC zullen afkomstig zijn uit het budget dat in het huidige meerjarig financieel kader (MFK) al is uitgetrokken voor HPC-activiteiten in de werkprogramma's voor de laatste twee jaar van Horizon 2020 en de Connecting Europe Facility. De doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC kunnen worden bereikt zonder aanvullende financiering uit het volgende meerjarig financieel kader. Indien er in het volgende meerjarig financieel kader middelen ter beschikking worden gesteld, zou de verordening betreffende de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC moeten worden gewijzigd teneinde een nieuwe mandaat vast te stellen met betrekking tot de aanschaf en exploitatie van de exaschaalinfrastructuur, de ontwikkeling van HPC-technologie volgende op exaschaal, en de aanschaf en exploitatie van dergelijk post-exaschaalinfrastructuur, met inbegrip van de eventuele integratie daarvan ten opzichte van quantumcomputingtechnologieën. Een gewijzigd, breder mandaat zou worden gebaseerd op een passende effectbeoordeling overeenkomstige de vereisten inzake betere regelgeving.

1.

Hoe werkt de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC?


2.

De activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming zullen worden gegroepeerd rond twee hoofdpijlers:


(1)aanschaf en exploitatie van HPC- en data-infrastructuur: verwerving van supercomputing- en data-infrastructuur van wereldklasse en de toepassing, koppeling en exploitatie daarvan; beschikbaar stellen en beheer van de toegang tot deze infrastructuur voor een breed scala aan publieke en particuliere gebruikers, en

(2)een onderzoeks- en innovatieprogramma op het gebied van HPC: ondersteuning van een onderzoeks- en innovatie-agenda voor Europese HPC-technologie en de ontwikkeling van expertise; ontwikkeling van toepassingen en vaardigheden, en een breed gebruik van HPC.

3.

Lidmaatschap van de gemeenschappelijke onderneming wordt als volgt geregeld:


–publieke leden: de Unie (vertegenwoordigd door de Commissie) en de lidstaten en met Horizon 2020 geassocieerde landen 4 die wensen deel te nemen (deelnemende staten). Momenteel zijn deelnemende staten de dertien landen die de EuroHPC-verklaring hebben ondertekend (Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje, België, Slovenië, Bulgarije, Griekenland, Kroatië en Zwitserland), maar andere lidstaten en geassocieerde landen kunnen zich hierbij aansluiten, en

–particuliere leden: vertegenwoordigers van de belanghebbenden op het gebied van HPC en big data, met inbegrip van de academische wereld en het bedrijfsleven. De verenigingen ETP4HPC 5 en BDVA 6 die de particuliere entiteiten in de contractuele publiek-private partnerschappen vertegenwoordigen, hebben bij brief de uitvoering van het EuroHPC-initiatief ondersteund en blijk gegeven van belangstelling voor een bijdrage aan de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming.

4.

Het bestuur van de gemeenschappelijke onderneming wordt als volgt opgezet:


–een raad van bestuur (samengesteld uit vertegenwoordigers van de publieke leden van de gemeenschappelijke onderneming) is verantwoordelijk voor de strategische beleidsvorming en de financieringsbesluiten in verband met de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming op het gebied van de aankoop alsmede onderzoek en innovatie. In beginsel zijn de stemrechten en -procedures evenredig aan de financiële bijdrage die de leden leveren, en

–een industrieel en wetenschappelijk adviescomité (samengesteld uit de vertegenwoordigers van de particuliere leden van de gemeenschappelijke onderneming). Om belangenverstrengeling te voorkomen, met name met betrekking tot de aankoop van pre-exaschaalsupercomputers voor de leveranciers van hoogwaardige technologie, heeft dit comité slechts een adviserende rol en omvat het twee adviesgroepen:

·een adviesgroep inzake onderzoek en innovatie die bestaat uit vertegenwoordigers van de academische wereld, gebruikers uit het bedrijfsleven en leveranciers van technologie, en die verantwoordelijk is voor het opstellen van een agenda betreffende onderzoek en innovatie voor technologie en toepassingen op de middellange en lange termijn, net betrekking tot de activiteiten op het gebied van onderzoek, innovatie, toepassingen en de ontwikkeling van vaardigheden die worden ondersteund door het onderzoeks- en innovatieprogramma van de gemeenschappelijke onderneming, en

·een adviesgroep inzake infrastructuur die bestaat uit door de raad van bestuur geselecteerde ervaren deskundigen uit de academische wereld en gebruikers uit het bedrijfsleven en die de raad van bestuur onafhankelijk advies geven over de aanschaf en exploitatie van de supercomputers die het eigendom zijn van de gemeenschappelijke onderneming.

De Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC zal in 2019 van start gaan. In 2019-2020 worden open uitnodigingen tot het indienen van voorstellen op het gebied van onderzoek en innovatie met betrekking tot de financiering van HPC-technologie en activiteit betreffende de ontwikkeling van toepassingen uitgebracht. Daarnaast worden twee pre-exaschaalmachines van enkele honderden petaflops aangekocht en wordt de verwerving van ten minste twee bijkomende machines in de orde van grootte van enkele tientallen petaflops medegefinancierd.

De gemeenschappelijke onderneming schaft de voornamelijk door de Unie gefinancierde HPC-machines aan en is eigenaar van deze machines. De deelnemende staten schaft de voornamelijk door henzelf gefinancierde machines aan en is eigenaar van deze machines.

5.

De gemeenschappelijke onderneming verwerft de pre-exaschaalsupercomputers in twee stappen:


–ten eerste wordt een onderbrengende entiteit in een aan de gemeenschappelijke onderneming deelnemende lidstaat geselecteerd die zorgt voor de nodige faciliteiten om een supercomputer in onder te brengen en te exploiteren (gewoonlijk een supercomputingcentrum). De raad stelt de criteria voor de selectie van de onderbrengende entiteit vast. De gemeenschappelijke onderneming en de onderbrengende entiteit ondertekenen een onderbrengingsovereenkomst waarin de verantwoordelijkheden voor het installeren en exploiteren van de HPC-machines wordt vastgelegd. De pre-exaschaalsupercomputers zullen zich in een lidstaat bevinden, aangezien de algemene doelstelling de ondersteuning van een geïntegreerd HPC-ecosysteem in de Unie is 7 .

–ten tweede zal de gemeenschappelijke onderneming het startschot geven voor de procedure voor de verwerving van de supercomputer die in de geselecteerde onderbrengende entiteit zal worden geïnstalleerd en geëxploiteerd.

De financiële bijdrage van de Unie binnen het huidige meerjarig financieel kader zou 486 miljoen EUR bedragen, aangevuld met vergelijkbare bedragen van de deelnemende staten en de particuliere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC.

De gemeenschappelijke onderneming zal deze middelen hoofdzakelijk gebruiken voor de uitvoering van zijn activiteiten in het kader van de twee pijlers (zie hierboven). Met name zal in het kader van de tweede pijler ("het onderzoeks- en innovatieprogramma inzake HPC") de aandacht worden gevestigd op de tekortkomingen op het gebied van de programmacoördinatie waarmee de Commissie momenteel wordt geconfronteerd doordat de HPC-strategie via afzonderlijke werkprogramma’s (Horizon 2020 en de Connecting Europe Facility) moet worden uitgevoerd. De raad van bestuur zal verantwoordelijk zijn voor:

·de overeenstemming van de inhoud en de tijdschema's van de verschillende oproepen met de strategische HPC-agenda;

·het waarborgen van de samenhang tussen de onderwerpen van de oproepen; en

·het opzetten van de passende financieringsinstrumenten voor het verwezenlijken van de doelstellingen, met name wat betreft de aankoop van innovatie op het traject dat leidt van de ontwikkeling van Europese HPC-technologie naar de aankoop van Europese machines.

Door gebruik te maken van de regels van Horizon 2020 kan de gemeenschappelijke onderneming bepalingen vaststellen waarmee de economische en strategische belangen van de Unie worden beschermd, dat wil zeggen dat in de Unie tot stand gekomen intellectuele eigendom wordt beschermd en dat alle door de EU gefinancierde resultaten op het vlak van onderzoek en innovatie eerst in de Unie worden benut.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In de mededeling 'Geavanceerde computing: de positie van Europa in de wereldwijde wedloop'1 van 2012 werd de strategische aard van HPC belicht, dat werd beschouwd als van groot belang voor het innovatievermogen van de EU.

Op 19 april 2016 heeft de Commissie het Europese cloudinitiatief aangenomen als onderdeel van haar strategie voor de digitalisering van het Europees bedrijfsleven. 8 Het doel is dat de Commissie en de lidstaten een toonaangevende Europees HPC- en big data-ecosysteem opzetten dat wordt ondersteund door HPC-, data- en netwerkinfrastructuur van wereldklasse. Dergelijke infrastructuur zou de EU helpen tegen 2022-2023 een van de grootste mogendheden op het gebied van supercomputing te worden dankzij exaschaalsupercomputers op basis van Europese technologie.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Op 10 mei 2017 heeft de Commissie een tussentijdse evaluatie van de strategie voor de digitale eengemaakte markt uitgebracht 9 , waarin zij aangekondigde voornemens te zijn tegen eind 2017 een rechtsinstrument voor te stellen dat voorziet in een kader voor de aanbesteding van een geïntegreerde supercomputer- en data-infrastructuur op exaschaal.

De beleidsinterventie bouwt tevens voort op het beleidspakket inzake de digitalisering van het Europese bedrijfsleven (zie hierboven).

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor het initiatief inzake de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC is artikel 187 een de eerste alinea van artikel 188 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het toenemende belang van HPC voor de wetenschap en de publieke en particuliere sector in de afgelopen jaren gaat gepaard met een exponentiële stijging van de investeringen die nodig zijn om wereldwijd concurrerend te blijven. Als gevolg daarvan wordt alom erkend dat alle betrokkenen baat hebben bij 'Europeanisering' op dit gebied door middel van gedeelde infrastructuur en gemeenschappelijk gebruik van bestaande capaciteiten. Dit geldt ook voor lidstaten die eventueel moeite hebben autonome nationale HPC-infrastructuur te creëren, maar waardevolle bijdragen kunnen leveren aan gebundelde en gekoppelde HPC-capaciteiten op EU-niveau.

De schaal van de benodigde middelen om een duurzame HPC-infrastructuur en een duurzaam HPC-ecosysteem te verwezenlijken, gaat de mogelijkheden van de afzonderlijke lidstaten te boven. Geen enkele afzonderlijke lidstaat beschikt over de financiële middelen om zelf exaschaalrekencapaciteit te verwerven en het nodige exaschaal HPC-ecosysteem te ontwikkelen, te verwerven en te exploiteren binnen termijnen die gelijke tred houden met de huidige wereldleiders op dit gebied (de VS, China en Japan). In de Unie beschikbare kennis en middelen moeten worden gebundeld om een toonaangevende HPC-ecosysteem op te bouwen binnen alle schakels van de waardeketen. Tevens moeten investeringen op EU-niveau en de daaruit voortvloeiende diensten worden gecoördineerd om ervoor te zorgen dat de infrastructuur voor HPC-computing- en -data van de Unie gelijkwaardig is aan die van haar concurrenten in de wereld.

Er is op sommige gebieden al sprake van samenwerking op het niveau van de lidstaten, het bedrijfsleven en de wetenschapssector. Daartoe behoren PRACE 10 , het contractuele publiek-private partnerschap inzake HPC (ETP4HPC), het contractuele publiek-private partnerschap inzake big data en GÉANT 11 . EuroHPC bouwt hierop voort, aangezien de belangrijkste investeerders in de landen die de EuroHPC-verklaring hebben ondertekend al in deze structuren zijn vertegenwoordigd.

Politieke steun van de lidstaten aan EuroHPC is al expliciet gegeven door de Raad, de ondertekenaars van de EuroHPC-verklaring en het Europees Parlement 12 .

Evenredigheid

Het voorstel voldoet aan het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgestelde evenredigheidsbeginsel, aangezien het voorziet in een doeltreffend samenwerkingskader dat passend is voor alle actieterreinen van dit initiatief, het niet verder gaat dan wat nodig is om de vastgestelde problemen op te lossen en het evenredig is met de doelstellingen ervan. Dat houdt met name het volgende in:

·Ten eerste wordt er een gezamenlijke aanbestedingskader voor een geïntegreerde pre-exaschaal computing- en data-infrastructuur van wereldklasse in Europa tot stand gebracht, waarmee de versnippering van de nationale HPC-investeringsplannen wordt tegengegaan en de moeilijkheden bij de verwerving van supercomputers op basis van Europese technologie worden aangepakt. Het voorstel voorziet in bundeling van middelen van de Unie, de deelnemende staten en de particuliere leden. Er is al financiering voor de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC beschikbaar in de EU-begroting (vastleggingen voor HPC-activiteiten in de laatste twee jaar van Horizon 2020 en de Connecting Europe Facility). De behoefte aan bijkomende financiering van de deelnemende staten en de particuliere leden zal beperkt zijn, aangezien het voorstel grotendeels berust op reeds bestaande vastleggingen of investeringsplannen voor de komende jaren;

·Ten tweede zijn de financieringsinstrumenten beschikbaar in het kader van Horizon 2020 en de Connecting Europe Facility. De begunstigden en deelnemers zullen in vergelijking met de huidige situatie geen bijkomende administratieve lasten hoeven te dragen, en

·Ten derde bouwt het initiatief voort op bestaande initiatieven zoals PRACE, de contractuele publiek-private partnerschappen ETP4HPC en BDVA, en de HPC-kenniscentra die een beslissende rol zullen blijven spelen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming. In de toekomst zullen zij voorzien in toegang tot HPC-capaciteiten in Europa en gebruikersgemeenschappen ondersteunen bij het ontwikkelen en aanpassen van hun toepassingen met betrekking tot de exploitatie van supercomputers.

Keuze van instrument

Voor de oprichting en exploitatie van een gemeenschappelijke onderneming waarin de Unie participeert, is een verordening van de Raad vereist.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbenden

Sinds de publicatie van de mededeling betreffende het 'Europees cloudinitiatief', waarin de doelstellingen van een Europese strategie op het gebied van HPC werden geschetst, zijn er diverse stappen ondernomen om de belanghebbenden te informeren over de doelstellingen van de strategie en hen te vragen te helpen bij de vormgeving ervan. De Commissie heeft een aantal workshops georganiseerd, waaronder de Digitale dag in Rome (23 maart 2017). Organisaties van belanghebbenden, zoals ETP4HPC, PRACE, en de Europese wetenschapscloud, hebben eveneens workshops georganiseerd.

De Commissie heeft regelmatig informele vergaderingen belegd met vertegenwoordigers van een kerngroep van lidstaten die de EuroHPC-verklaring in maart 2017 hebben ondertekende teneinde de routekaart en de uitvoering van een gezamenlijk Europees initiatief op het gebied van HPC te bespreken. Bovendien heeft de Commissie twee workshops georganiseerd (op 5 en 26 oktober 2017) waarvoor alle lidstaten waren uitgenodigd en waarbij zij de doelstellingen van het initiatief en het voorgestelde uitvoeringsmodel (gemeenschappelijke onderneming) heeft gepresenteerd en de lidstaten werd verzocht om feedback en opmerkingen.

In august 2017 heeft de Commissie een gerichte raadpleging over een gemeenschappelijk onderneming betreffende HPC gepubliceerd. Hiervoor werd gebruikgemaakt van social media, een website en gerichte uitnodigingen per e-mail. Er werd verzocht om de standpunten van belanghebbenden die werden geacht de Europese HPC-gemeenschap te vertegenwoordigen, waaronder de wetenschappelijke gemeenschappen van gebruikers van HPC-infrastructuur (bijvoorbeeld de 29 grote onderzoeksinfrastructuurvoorzieningen van het Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuur (ESFRI), de wetenschappelijke gebruikers van PRACE, de Europese data-infrastructuur (EUDAT), de Europese netwerkinfrastructuur (EGI)), ETP4HPC, BDVA, kenniscentra voor supercomputingtoepassingen, supercomputingcentra, HPC-dienstverleners, HPC-toegangsproviders, organisaties voor onderzoek en innovatie op het gebied van HPC, en door de lidstaten en de EU gefinancierde HPC-projecten.

Er zijn bijna 100 antwoorden ontvangen, waaronder een aantal geconsolideerde adviezen van organisatie van belanghebbenden. Het resultaat van de raadpleging was massale steun voor een gezamenlijk Europees initiatief. Bovendien was er een brede consensus wat betreft de belangrijkste HPC-gerelateerde kwesties in Europa en de prioriteiten voor het aanpakken ervan. De wetenschappelijke gebruikers, industriële gebruikers, supercomputingcentra en de toeleveringsindustrie brachten allemaal soortgelijke standpunten naar voren.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft ervaring met het opzetten en beheren van gemeenschappelijke ondernemingen. In het bijzonder zal zij baat hebben bij de ervaring die is opgedaan bij de uitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming voor Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (ECSEL) 13 op een aan HPC verwant gebied, namelijk micro- en nano-elektronica. Een aantal industriële spelers neemt aan beide gemeenschappelijke ondernemingen deel en naar verwachting zullen de technologische ontwikkelingen betreffende de uiterst gespecialiseerde supercomputermarkten hun weg vinden naar de massamarkten waarop ECSL betrekking heeft.

Effectbeoordeling

6.

De Commissie heeft voor de volgende beleidsopties een effectbeoordeling uitgevoerd:


–een basisscenario (geen beleidsinterventie), met inbegrip van een herziening van de huidige instrumenten voor het behalen van de doelstellingen van de Europese HPC-strategie;

–een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC), en;

–een gemeenschappelijke onderneming.

Van andere opties, zoals een Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV), intergouvernementele organisaties en met Galileo vergelijkbare structuren, is afgezien, aangezien het was duidelijk dat de rechtsgrondslag daarvan niet zou voldoen aan de basisvereisten voor de uitvoering van een gezamenlijk Europees HPC-initiatief.

7.

De Commissie heeft onderzocht in welke mate de drie geselecteerde opties de volgende effecten zouden hebben:


·een doeltreffende bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het gezamenlijke Europese initiatief;

·voldoen aan de functionele vereisten van het juridische en financiële instrument;

·beschermen van de belangen van de Unie, en

·zorgen voor een positieve impact op de economie, het concurrentievermogen, de maatschappij en het milieu.

De conclusie werd getrokken dat een gemeenschappelijke onderneming wat betreft alle genoemde punten het meest positieve effect zou hebben.

8.

De aan een publiek-privaat partnerschap verbonden inherente risico's zouden op de volgende manieren worden gecompenseerd door de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC:


–aanbesteding: al de aanbestedingsactiviteiten van de gemeenschappelijke onderneming vallen onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de raad van bestuur (die uitsluitend uit de publieke leden ervan is samengesteld). Hierdoor wordt gewaarborgd dat degelijke aanbestedingsbesluiten kunnen worden gemaakt zonder inmenging van de particuliere leden (met name van de HPC-toeleveringsindustrie), ofwel in het gezamenlijke openbare-aanbestedingsproces voor de pre-exaschaalmachines of in besluiten over de manier waarop de overheidsmiddelen zullen worden besteed;

–degelijke en tijdige uitvoering van activiteiten: de doelstellingen en taken van de gemeenschappelijke onderneming zullen duidelijke worden gedefinieerd en de uitvoering ervan zal regelmatig worden gecontroleerd ten aanzien van duidelijk omschreven resultaten en jaarlijks vast te stellen kernprestatie-indicatoren. Andere maatregelen zijn onder meer een evaluatie achteraf om de twee jaar van de activiteiten, waarbij zo nodig corrigerende maatregelen worden genomen;

·aanbestedingsprogramma: het gemeenschappelijk programma zal profiteren van de ervaringen die veel van haar publieke leden met de aanbesteding van supercomputingsystemen hebben opgedaan. Bovendien zal het programma gepland en gemonitord met behulp van de leden van de adviesgroep inzake infrastructuur die zorgvuldig worden geselecteerd door de raad van bestuur op basis van hun expertise op het gebied van aanbestedingen en monitoring met betrekking tot de exploitatie van nationale HPC-machines.

·onderzoeks- en innovatieprogramma: de opzet en uitvoering van dit programma is soortgelijk aan het huidige HPC-programma in het kader van Horizon 2020. Het programma wordt gebaseerd op onderzoeks- en innovatieagenda's die zijn opgezet door de particuliere leden die deelnemen aan het wetenschappelijk adviescomité van de gemeenschappelijke onderneming (met inbegrip van vertegenwoordigers van de contractuele publiek-private partnerschappen ETP4HPC en BDVA).

–beleggingsrisico's: de bijdragen uit de begroting van de Unie aan de gemeenschappelijke onderneming is al beschikbaar en de meeste van de deelnemende lidstaten hebben hun HPC-verbintenissen of -investeringsplannen voor de komende jaren al gepland. Uit de tussentijdse evaluatie van ECSEL, dat soortgelijke doelstellingen had, is gebleken dat er wat betreft particuliere investeringen een aanzienlijk hefboomeffect was: de gemeenschappelijke activiteiten leidden tot bijkomende particuliere investeringen van 4,26 EUR voor elke euro overheidsinvesteringen.

Op 25 oktober 2017 heeft de Raad voor regelgevingstoetsing een positief advies uitgebracht, waarbij echter voorbehoud werd gemaakt betreffende de effectbeoordeling. In het voorstel wordt rekening gehouden met de aanbeveling van de Raad voor regelgevingstoetsing doordat in artikel 4 wordt bepaald dat de gemeenschappelijke onderneming fungeert met financiering uit programma’s die onder het huidige meerjarig financieel kader vallen en doordat in artikel 3 de doelstellingen en in artikel 1 van de bijlage ("Statuten") de taken worden vastgesteld die ge gemeenschappelijke onderneming moet verwezenlijken. Er is rekening gehouden met de lering die is getrokken uit de opzet en het beheer van de bestaande gemeenschappelijke ondernemingen, met name op basis van de onlangs voltooide tussentijdse evaluatie van ECSEL. Beide gemeenschappelijke ondernemingen lijken wat betreft de structuur en doelstellingen op elkaar; het voornaamste verschil is de uitgebreide aanbestedingsactiviteiten bij EuroHPC die geen deel uitmaken van ECSEL. Dit verschil verklaart de toekenning van stemrecht in verhouding tot de bijdrage van de deelnemers, als genoemd in overweging 25 van het EuroHPC-voorstel en artikel 6 ("Statuten") van de bijlage bij het voorstel.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel voor een verordening tot oprichting van een gemeenschappelijke onderneming is in overeenstemming met de richtsnoeren van de Commissie voor betere regelgeving, met name omdat enkel noodzakelijke en evenredige maatregelen worden voorgesteld. Het voorstel volgt voor zover mogelijk het model van ECSEL, waarbij gebruik wordt gemaakt van in die context opgedane ervaring en rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van de tussentijdse evaluatie van ECSEL.

Het oprichten van een Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC zou bijdragen tot de vereenvoudiging van de uitvoering van de HPC-activiteiten die de Commissie momenteel in het kader van Horizon 2020 verricht. De Commissie zou aan de gemeenschappelijke onderneming de bevoegdheid delegeren om te HPC-activiteiten van de Unie via twee verschillende programma's (Horizon 2020 en de Connecting Europe Facility) en drie onderdelen van het werkprogramma van Horizon 2020 (‘Technologieën van de toekomst of in opkomst’ (FET), ‘Leiderschap in ondersteunende en industriële technologieën ICT’ (LEIT-ICT) en ‘Onderzoeksinfrastructuren’) uit te voeren. Door deze benadering worden de moeilijkheden bij het synchroniseren en coördineren van de activiteiten ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese HPC-strategie aangepakt en worden de onderhandelingen met de vier verschillende programmacomitéconfiguraties teruggebracht tot onderhandelingen met één enkele raad van bestuur.

De lidstaten, wetenschappelijke gebruikers van HPC, het bedrijfsleven (waaronder het mkb), supercomputingcentra en uiteindelijk de burgers hebben baat bij het voorstel. De gemeenschappelijke onderneming zorgt ervoor dat de HPC-capaciteiten van Europa van wereldklasse worden, heeft een rechtstreekse positieve impact op maatschappelijke uitdagingen (bijv. gezondheid, milieu, klimaat enz.), fabricage en technologie, het fundamenteel onderzoek alsmede de nationale veiligheid en beveiliging, en stimuleert een Europese toeleveringsindustrie voor digitale technologieën.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Wat betreft het huidige meerjarig financieel kader zijn er geen bijkomende gevolgen voor de begroting, aangezien de middelen voor de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC afkomstig zijn van de budgetten die reeds zijn uitgetrokken HPC-activiteiten in de werkprogramma's voor de laatste twee jaren van Horizon 2020 en de Connecting Europe Facility. In totaal zou er uit beide programma’s 486 miljoen EUR beschikbaar zijn.

De deelnemende staten zullen hetzelfde bedrag bijdragen als onderdeel van hun programma’s voor de modernisering van hun nationale HPC-infrastructuur.

De particuliere entiteiten moeten een soortgelijk bedrag bijdragen als onderdeel van hun huidige verbintenis in het kader van de contractuele publiek-private partnerschappen ETP4HPC en BDVA, voor de resterende looptijd van Horizon 2020.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Zodra de twee pre-exaschaalsupercomputers operationeel zijn, zal door middel van een tussentijdse evaluatie worden bepaald hoe doeltreffend de gemeenschappelijke onderneming als juridisch en financieel instrument is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese HPC-strategie. Met name zal worden gekeken naar het niveau van deelname van de deelnemende staten en de particuliere leden aan de acties van de gemeenschappelijke onderneming en hun bijdrage daaraan.

De gemeenschappelijke onderneming zal een jaarlijks activiteitenverslag publiceren waarin aandacht wordt besteed aan de acties die zijn ondernomen, de desbetreffende uitgaven en de verwerving en exploitatie van de HPC- en data-infrastructuur die de gemeenschappelijke onderneming heeft aangeschaft en die haar eigendom is. De verwezenlijking van de algemene doelstellingen zal worden beoordeeld door middel van de algemene kernprestatie-indicatoren voor gemeenschappelijke ondernemingen die uit Horizon 2020 worden gefinancierd en de voor EuroHPC specifieke kernprestatie-indicatoren.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 heeft betrekking op de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC, waarbij de duur en de zetel ervan worden vastgesteld.

Artikel 2 bevat de definities van 'petaschaal', 'pre-exaschaal", 'exaschaal', 'supercomputer', 'onderbrengende entiteit', 'onderbrengingsovereenkomst', 'toegangstijd', 'opleveringstest', 'deelnemende staat', 'particulier lid', 'gelieerde entiteit', 'groepsentiteit' en 'gebruiker'.

In artikel 3 worden de algemene en specifieke doelstellingen en activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC vastgesteld.

Artikel 4 heeft betrekking op de financiële bijdrage van de Unie aan de administratieve en operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC door middel van financiering uit de programma's Horizon 2020 en Connecting Europe Facility.

Artikel 5 heeft betrekking op de financiële bijdragen van de deelnemende staten en de particuliere leden aan de administratieve en operationele kosten.

Artikel 6 heeft betrekking op de onderbrengende entiteit waaraan de gemeenschappelijke onderneming de exploitatie van de pre-exaschaal supercomputers toevertrouwt; tevens wordt het proces vastgesteld op basis waarvan deze entiteit wordt geselecteerd.

Artikel 7 bevat de inhoud van de onderbrengingsovereenkomst waarin de rollen en verantwoordelijkheden van de onderbrengende entiteit worden vastgesteld.

In artikel 8 wordt bepaald dat de gemeenschappelijke onderneming eigenaar is van de pre-exaschaalsupercomputers die zij aankoopt totdat deze het einde van hun economische levensduur bereiken en aan de onderbrengende entiteit worden overgedragen.

In artikel 9 worden de voorwaarden voor de toegang voor gebruikers van de supercomputers vastgesteld.

In artikel 10 wordt gespecificeerd hoe de Europese Commissie en de aan EuroHPC deelnemende staten worden gecompenseerd voor hun financiële bijdrage aan de verwerving van de pre-exaschaalsupercomputers: aan elke partij die een bijdrage levert, wordt een aandeel van de totale toegangstijd naar rato van de financiële bijdrage toegewezen.

In artikel 11 worden de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming; vastgesteld; deze zijn in overeenstemming met het financieel reglement.

In artikel 12 worden de omstandigheden vastgesteld waaronder de gemeenschappelijke onderneming commerciële diensten verleent.