Toelichting bij COM(2017)782 - Globaliseringsfonds aanvraag van Zweden - EGF/2017/007 SE/Ericsson

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 9 augustus 2017 heeft Zweden aanvraag EGF/2017/007 SE/Ericsson ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 bij Ericsson (Telefonaktiebolaget LM Ericsson) in Zweden.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2017/007 SE/Ericsson
LidstaatZweden
Betrokken regio('s) (NUTS 3 -niveau 2)Stockholm (SE11)

Östra Mellansverige (SE12)

Sydsverige (SE22)

Västsverige (SE23)
Datum van de indiening van de aanvraag9 augustus 2017
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag9 augustus 2017
Datum van het verzoek om aanvullende informatie23 augustus 2017
Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie4 oktober 2017
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling27 december 2017
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming
Telefonaktiebolaget LM Ericsson 4

Aantal betrokken ondernemingen
1
Economische sector(en)

(NACE Rev. 2-afdeling) 5
NACE Rev. 2-afdeling 26 ("Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten")

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten
0
Referentieperiode (vier maanden):17 januari 2017 – 17 mei 2017
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a)1 990
Aantal ontslagen voor of na de referentieperiode (b)398
Totaal aantal ontslagen (a + b)2 388
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt2 388
Totaal aantal beoogde begunstigden900
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)0
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)3 408 644
Budget voor de implementatie van het EFG 6 (EUR)142 023
Totaal budget (EUR)3 550 667
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)2 130 400

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Zweden heeft aanvraag EGF/2017/007 SE/Ericsson ingediend op 9 augustus 2017, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd, en heeft Zweden op 23 augustus 2017 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na het verzoek. De termijn van 12 weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 27 december 2017 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 2 388 werknemers die bij Ericsson (de moedermaatschappij, Telefonaktiebolaget LM Ericsson, en de dochteronderneming, Ericsson AB) werden ontslagen, van wie 900 werknemers worden beoogd. Deze onderneming is hoofdzakelijk actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2afdeling 26 (Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten). De ontslagen bij Ericsson vielen vooral in de regio's van NUTSniveau 2 Stockholm (SE11), Västsverige (SE23) en Östra Mellansverige (SE12), maar eveneens in de regio Sydsverige (SE22).

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode
Telefonaktiebolaget LM Ericsson (met inbegrip van Ericsson AB)1 990

3.

Criteria voor steunverlening


6. Zweden heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 17 januari 2017 tot en met 17 mei 2017.

8. Tijdens de referentieperiode vielen de volgende ontslagen:

–1 990 werknemers zijn ontslagen bij Ericsson.

4.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. De ontslagen tijdens de referentieperiode werden als volgt berekend:

–1 990 sinds de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief wordt beëindigd.

5.

In aanmerking komende werknemers


10. Naast de werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 398 werknemers in aanmerking die vóór of na de referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. Deze werknemers zijn op 31 oktober 2016 van het collectieve ontslag in kennis gesteld maar de individuele kennisgevingen zijn buiten de referentieperiode van vier maanden voor deze aanvraag gegeven.

11. In totaal komen bijgevolg 2 388 werknemers in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


12. Zweden legt het verband tussen de ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de ontslagen bij Ericsson zijn gevallen in het bedrijfsonderdeel van de telecomindustrie dat zich richt op hardware, door de negatieve groei in deze sector voor de onderneming in Zweden ingevolge de wereldwijde concurrentie.

13. Dit is reeds de tweede EFG-aanvraag van Zweden met betrekking tot Ericsson. De onderneming heeft haar op hardware gerichte productie-afdeling recentelijk grotendeels naar Azië verhuisd gezien de gunstige prijs-kwaliteitsverhouding van de productie in India en China en gezien de omvang van de groeiende markten in de nabijheid van de productiefaciliteiten voor hardwareproducten.

14. Als onderdeel van de lopende ontslagen bij Ericsson heeft Zweden op 31 maart 2016 een eerste aanvraag ingediend namens een eerder ontslagen groep werknemers (aan het begin van de lopende delokalisering ingevolge de globalisering); die aanvraag is op 11 oktober 2016 door het Parlement en de Raad goedgekeurd.

15. Uit een door EY in 2013 in Europa uitgevoerde studie 7 is gebleken dat de productiesectoren voor IT en telecom bijzonder vatbaar zijn voor outsourcing en delokalisering naar Azië. Deze trend zal zich naar verwachting doorzetten aangezien de wereldwijde concurrentie om kosten te drukken groter wordt, en talrijke ondernemingen in de sector extra outsourcing ondergaan.

16. Volgens gegevens van Ericsson heeft de onderneming haar personeelsbestand in Zweden geleidelijk aan gereduceerd (van 21 178 personen in 2005 8 tot 14 483 in juni 2017 9 ). Ondanks de ontslagen in Zweden is het aantal werknemers van Ericsson tussen 2005 en 2014 wereldwijd gestegen van 56 055 naar 118 055 werknemers 10 ; dit aantal is sindsdien wel gedaald tot 109 127 in juni 2017 11 . Dit illustreert de moeilijkheden en concurrentie waarmee de onderneming niet alleen in Zweden maar ook wereldwijd te maken heeft.

17. Tot op heden werden voor de sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 26 (Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten) 17 EFG-aanvragen ingediend; 14 daarvan (met inbegrip van onderhavige aanvraag) waren gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering en 3 op de wereldwijde financiële en economische crisis 12 .

7.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


18. De gebeurtenissen die aanleiding hebben gegeven tot deze ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden maken deel uit van de herstructurerings- en delokaliseringsactiviteiten van het telecombedrijf waarmee is begonnen in 2014. Gedurende deze periode zijn productielijnen voor telecomhardware in diverse vestigingen en drie volledige fabrieken van Ericsson gesloten (Kumla, Borås en Katrinenholm).

19. De toekomst van Ericsson is onzeker door de structurele veranderingen die de bedrijfstak heeft ondergaan ingevolge de globalisering en de toegenomen concurrentie die veroorzaakt wordt door de globalisering, in het bijzonder van concurrenten in Azië, die de Europese prijzen kunnen onderbieden.

20. Ericsson ziet meer concurrentievoordeel in de ontwikkeling van software en tracht zich meer te richten op zaken waarnaar meer vraag is ingevolge de globalisering. De onderneming verhuist dus niet alleen haar productie naar het buitenland maar verlegt de nadruk van haar activiteiten van op hardware gerichte productie naar dienstverlening en aan software gerelateerde verkoop. Het aandeel van die sector is gegroeid van 50 % van de productie tien jaar geleden tot 67 % in 2016 13 .

21. Ericsson rolde vroeger een belangrijk deel van zijn activiteiten uit op de markt voor infrastructuur voor radiotoegangsnetwerken (RAN) maar hun marktaandeel in deze sector neemt af ingevolge de globalisering en de crisis. Huawei (een Chinees telecombedrijf) heeft Ericsson op dit gebied al ingehaald 14 .

22. Een belangrijk nieuw gebied waarop Ericsson zijn activiteiten in de toekomst wil uitbreiden om bij te blijven met de wereldwijde trends is cloudtechnologie. Om de problemen van de onderneming die voortkomen uit de wereldwijde concurrentie op te lossen, zal een groot deel van de geplande O&O van Ericsson op dit gebied niet worden geïnvesteerd in Zweedse werknemers of Zweedse vestigingen maar bijvoorbeeld in China, waar zowel het aanwezige talent bij de werknemers en de algehele vraag veel groter zijn (zo bevindt 40,8 % van de personen die werkzaam zijn in cloudtechnologie zich in China 15 ).

8.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en voor de werkgelegenheid


23. De plaatselijke en de regionale economie en werkgelegenheid zullen naar verwachting in verschillende mate gevolgen ondervinden van de ontslagen maar de regio's hebben te maken met gelijkaardige problemen. Over het algemeen is een belangrijk probleem dat er een groot aantal oudere ontslagen werknemers is met gespecialiseerde vaardigheden in een sector die niet langer bestaat.

24. Er is wel degelijk een enorme vraag naar personen met IT-vaardigheden in de verschillende regio's maar er zijn discrepanties tussen gevraagde vaardigheden op de arbeidsmarkt en de vaardigheden waarover de door Ericsson ontslagen werknemers beschikken. De nationale arbeidsmarkt in Zweden verkeert in relatief goede vorm. De uitdaging ligt in het feit dat een groot aantal mensen met dezelfde vaardigheden tegelijkertijd en in dezelfde geografische regio's wordt ontslagen.

25. Handarbeiders bevinden zich in een moeilijkere situatie aangezien in Zweden slechts weinig banen in de traditionele industrie overblijven. Zij zullen zich grondig moeten herscholen om aan de slag te kunnen in de particuliere en openbare dienstensectoren, waar de vraag naar werknemers het grootst is. De EFG-financiering voor de 900 werknemers zal daarom voornamelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van handarbeiders voor wie het vinden van nieuwe kansen op werk veel moeilijker zal zijn. Het verlies van banen voor handarbeiders is het grootst in de productievestigingen van Ericsson in Kumla en Borås 16 .

26. Personen met een hoger opleidingsniveau die door Ericsson zijn ontslagen, hebben naar verwachting een betere kans om werk te vinden, in het bijzonder op gebieden zoals overheidsopdrachten en onderwijs, en ook op volledig nieuwe vaardigheidsgebieden zoals IT, waarvoor grondige herscholing nodig is. Op deze gebieden is er vraag naar werknemers en herscholingscursussen moeten bedienden helpen werk te vinden in deze sectoren. Met name Karlskrona, maar ook Stockholm, Göteborg en Linköping 17 werden genoemd als vestigingen van Ericsson waar de ontslagen van bedienden de regionale economie en werkgelegenheid het hardst zouden treffen.

27. In het kader van de driemaandelijkse landevaluatie blijkt uit de recentste statistieken van het tweede kwartaal van 2017 dat het percentage langdurige werkloosheid in de leeftijdsgroep 2574 jaar in Zweden over het algemeen 25,5 % bedraagt. Voor de leeftijdsgroep 2549 jaar daalt dit cijfer tot 20,5 % maar voor de leeftijdsgroep 5564 jaar bedraagt het percentage langdurige werkloosheid (meer dan 12 maanden) een onthutsende 39 % van de totale werkloosheid 18 . Het is duidelijk moeilijk voor werknemers tussen 55 en 64 jaar om werk te vinden hoewel de werkgelegenheidssituatie in Zweden momenteel relatief stabiel is.

28. Deze groep maakt meer dan 30 % uit van de 900 ontslagen werknemers. Het project zal zich specifiek op deze groep richten via de rubriek 'maatregelen voor kansarme groepen'. Talrijke werknemers in deze groep hebben lange tijd voor Ericsson gewerkt en bezitten vaardigheden die niet nodig zijn buiten de onderneming en de gedelokaliseerde telecomhardwaresector. Deze werknemers beschikken over verouderde vaardigheden en hebben vaak weinig ervaring op de arbeidsmarkt; voor hen is opnieuw actief worden op de arbeidsmarkt zeer moeilijk en zij lopen een reëel risico in langdurige werkloosheid terecht te komen. Boven de leeftijd van 47 is het in Zweden niet mogelijk van de staat een studietoelage te krijgen. Dat betekent dat deze doelgroep specifiek behoefte heeft aan solidariteit van het EFG in de vorm van herscholingsmogelijkheden zodat zij kunnen omscholen en werk kunnen vinden in een nieuwe sector en een nieuw beroep.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

9.

Beoogde begunstigden


29. Naar verwachting zullen 900 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

CategorieAantal
beoogde begunstigden (percentages afgerond)
Geslacht:Mannen:600(66,67 %)
Vrouwen:300(33,33 %)
Nationaliteit:EU-burgers:900(100,00 %)
Niet-EU-burgers:0(0 %)
Leeftijdsgroep 19 :15-24 jaar:1(0,11 %)
25-29 jaar:5(0,56 %)
30-54 jaar:617(68,56 %)
55-64 jaar:272(30,22 %)
Ouder dan 64 jaar:5(0,56 %)

10.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde acties


30. De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers zal worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties:

Counseling en beroepsoriëntatie:

–Diepgaande beoordeling en individuele planning: Deze maatregel omvat een algemeen registratieproces, een gestandaardiseerde vragenlijst over de voorafgaande ervaring en opleiding, een beoordeling van de inzetbaarheid van de deelnemer, het opstellen van een individueel actieplan en de organisatie van verschillende diepgaande afzonderlijke gesprekken en beoordelingen. Verschillende loopbaanbegeleiders zullen hierbij worden betrokken om een dienstverlening aan te bieden op maat van de individuele behoeften van de deelnemers.

–Hulp in verband met het zoeken naar werk: Deze maatregel combineert de standaarddiensten van Arbetsförmedlingen, de Zweedse openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA), diensten op het gebied van het zoeken naar werk, waaronder seminars over het opstellen van een cv en sollicitatietraining met nieuwe, op de individuele behoeften toegesneden maatregelen. Deze nieuwe maatregelen en de extra ondersteuning die met de EFG-financiering zullen worden verstrekt, omvatten samenwerking en vergaderingen met vertegenwoordigers van outplacementbureaus, rechtstreeks contact met ondernemingen die aanwerven, individuele en groepsondersteuning om deelnemers te helpen hun individuele vaardigheden af te stemmen op beschikbare banen op de arbeidsmarkt, en presentaties over de manier waarop de verschillende arbeidsmarkten in de regio's zijn getroffen. De deelnemers zullen ook hulp krijgen om te weten te komen hoe zij hun bestaande vaardigheden op nieuwe werkterreinen kunnen aanwenden.

–Motivatiecoaching en beroepsoriëntatie: Met deze maatregel zal aan de deelnemers hulp, inspiratie en ondersteuning worden geboden met betrekking tot hun motivatie, aan de hand van loopbaangesprekken en conferenties met externe sprekers die speciaal voor de EFG-begunstigden worden geselecteerd. Deze evenementen zullen werknemers aanmoedigen nieuwe vaardigheden te verwerven en deel te nemen aan onderwijs en opleiding. Op de conferenties zal informatie worden gegeven over de arbeidsmarkt, over welke vaardigheden belangrijk zijn op welke gebieden en over opleidingsmogelijkheden, en zal de mogelijkheid worden gecreëerd om zowel individueel als in groep te netwerken met andere belanghebbenden. Vooral oudere ontslagen werknemers ouder dan 50 jaar zullen naar verwachting baat hebben bij deze maatregel.

11.

Maatregelen voor kansarme groepen


–Deze maatregel zal er specifiek op gericht zijn kansarme ontslagen werknemers te helpen, namelijk personen ouder dan 50 jaar die het risico lopen langdurig werkloos te worden en personen met leermoeilijkheden of een fysieke handicap die extra ondersteuning nodig kunnen hebben. De maatregel omvat gespecialiseerde hulp (onder meer hulp van een psycholoog en een fysiotherapeut) om mensen aan een nieuw beroep te helpen. Aangezien het in Zweden boven de leeftijd van 47 jaar niet mogelijk is een studietoelage te krijgen, zal de arbeidsrevalidatie van deze groep, die bijzonder kwetsbaar is en behoefte heeft aan solidariteit, uit het EFG worden gefinancierd.

12.

Ondersteuning van ondernemerschap


–Deze maatregel zal ondernemerschap bevorderen onder de deelnemers door hen de mogelijkheid te bieden subsidies voor start-ups aan te vragen via het programma van de ODA (daarbij inbegrepen zijn gedetailleerde advies- en haalbaarheidsdiensten voor ondernemingen voorafgaand aan de goedkeuring van de subsidie van zes maanden).

13.

Onderwijs en opleiding


–Deze maatregel omvat mogelijkheden voor opleiding op de werkplek waarbij formeel onderwijs en ervaring op de werkvloer worden gecombineerd (wat de ODA normaal gesproken niet aanbiedt), alsook het gebruik van de diensten van outplacementorganisaties. Daarbovenop zal deze maatregel deelnemers helpen toegang te krijgen tot academische en op maat gesneden cursussen en gespecialiseerd onderwijs gedurende maximaal 12 maanden, of maximaal twee semesters bij instellingen voor tertiair onderwijs. In het geval van onderwijs of opleidingen met een duur van twee jaar of meer kunnen zes extra maanden worden toegekend, tot en met 9 februari 2020, indien uit de diepgaande beoordeling blijkt dat dat nodig is. De nadruk zal liggen op gendermainstreaming en het motiveren van deelnemers om een nieuwe loopbaan te beginnen in banen buiten de traditionele genderrollen.

–Het accent zal vooral worden gelegd op kortere (her)scholingscursussen, aanvullend onderwijs en certificering. Gezien de achtergrond van de werknemers en de vraag op de arbeidsmarkt zullen deze herscholingscursussen voornamelijk op de IT-sector afgestemd zijn. De met deze maatregelen beoogde competentiegebieden kunnen worden uitgebreid naarmate het project vordert, maar het individu en de individuele behoeften van de kandidaten zullen steeds centraal staan.

14.

Toelagen voor het zoeken naar werk en mobiliteitstoelagen


–Deze maatregelen zullen de deelnemers helpen in hun dagelijks leven en er zal worden betaald voor reiskosten om naar een opleiding of naar sollicitatiegesprekken enz. te gaan (indien meer dan 600 SEK 20 ) tijdens de zoektocht naar werk. De toelage zal worden toegekend op voorwaarde dat de deelnemers aantonen dat zij effectief werk zoeken en de hoogte van het bedrag zal afhankelijk zijn van de specifieke programma's waaraan zij zullen deelnemen.

31. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze acties komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

32. Het project zal bijdragen tot duurzame economische ontwikkeling in Zweden. Arbetsförmedlingen (ODA) moet in zijn aanbestedingen en zijn eigen praktijk rekening houden met milieuoverwegingen; de opleidingsprogramma's zijn bijgevolg in overeenstemming met het Zweedse Milieuwetboek of de 16 Zweedse milieukwaliteitsdoelstellingen.

33. Zweden heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

15.

Geraamde begroting


34. De totale kosten worden op 3 550 667 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 3 408 644 EUR voor individuele dienstverlening en van 142 023 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

35. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 130 400 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer (afgerond)
(in EUR) 21
Geraamde totale kosten

(in EUR) 22
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Counseling en beroepsoriëntatie900438393 841
Maatregelen voor kansarme groepen
(sociale werkvoorziening en ondersteunde werkgelegenheid)
1301 005130 700
Ondersteuning van ondernemerschap851 538130 700
Onderwijs en opleiding;
(verstrekken van onderwijs en opleiding om een nieuwe baan te vinden)
15510 1191 568 394
Subtotaal a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
2 223 635
(65,24 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Toelagen voor het zoeken naar werk:

- opleidingsprogramma voor de arbeidsmarkt

- steun voor activiteiten (voor stages, start-ups enz.)

- toelage bij deelname en steun voor activiteiten voor het reintegratieprogramma
9510 8231 028 170
Mobiliteitstoelage702 241156 839
Subtotaal b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening:
1 185 009
(34,76 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
-
2. Beheer
95 846
3. Voorlichting en publiciteit
17 427
4. Controle en rapportage
28 750
Subtotaal c):

Percentage van de totale kosten:
142 023
(4 %)
Totale kosten (a + b + c):3 550 667
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)2 130 400

36. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Zweden heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

37. Zweden heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht, alsook voor overnames door werknemers, per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

16.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


38. Zweden heeft de beoogde begunstigden met ingang van 7 februari 2017 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 7 februari 2017 tot en met 9 augustus 2019 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen, met uitzondering van tertiaire onderwijsprogramma's of opleidingen die twee jaar of langer duren, die voor een financiële bijdrage in aanmerking komen tot en met 9 februari 2020.

39. Op 7 februari 2017 heeft Zweden de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 7 februari 2017 tot en met 9 februari 2020 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

17.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


40. De bron van de nationale voorfinanciering of medefinanciering is het budget van Arbetsförmedlingen.

41. Zweden heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

18.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


42. Zweden heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de beoogde begunstigden en hun vertegenwoordigers, alsook met de plaatselijke overheidsinstanties. De ODA werkt sinds het begin van het proces van structurele aanpassingen nauw samen met Ericsson, en het gaat nu reeds om een nieuwe golf ontslagen waarvoor Zweden om steun uit het EFG verzoekt. Net zoals in het eerste geval heeft de ODA vergaderd en overleg gepleegd met vertegenwoordigers van de onderneming, de plaatselijke autoriteiten, de diverse vakbonden en de outplacementbureaus.

Beheers- en controlesystemen

43. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen, die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Zweden heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage net zoals bij de vorige aanvraag door Ericsson zal worden beheerd door Arbetsförmedlingen. Deze organisatie wordt formeel als beheers- en betalingsautoriteit aangesteld. De rekeningen in verband met het project zullen worden gecontroleerd door de interne auditeenheid, een afzonderlijk orgaan dat afhangt van de raad van bestuur van Arbetsförmedlingen. Dit orgaan heeft de taak het interne controle- en verificatieproces bij Arbetsförmedlingen te onderzoeken, verbeteringen voor te stellen, en de raad van bestuur en de directeur-generaal te adviseren en te ondersteunen. Het project zal geregeld aan een audit worden onderworpen.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

44. Zweden heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–Ericsson heeft zijn activiteiten na de ontslagen voortgezet, is zijn wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor zijn werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–de voorgestelde acties zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

45. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 23 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

46. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 130 400 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

47. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen 24 .

Met dit besluit samenhangende handelingen

48. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 2 130 400 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

49. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.