Toelichting bij COM(2018)23 - Bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGRONDVANHETVOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Voorzitter Juncker benadrukte het al in zijn Staat van de Unie van 2017: "Europa is meer dan alleen een interne markt. Meer dan geld, meer dan de euro. Het ging altijd al over waarden."1 Artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt: "De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen".

Deze gemeenschappelijke waarden zijn het fundament van onze nationale democratieën en tonen wie wij zijn. Bovendien vormen zij het weefsel van onze Unie die mensen, gemeenschappen en landen samenbrengt in een politiek project dat geleid heeft tot de langste periode van vrede die er ooit in Europa is geweest. Deze periode omspant het moment waarop, meteen na de Tweede Wereldoorlog, de diepst mogelijke verdeling van Europa moest worden overwonnen en de hereniging van Europa met de Centraal- en Oost-Europese landen na 1989. Een vreedzaam, sociaal en democratisch Europa steunt op deze waarden, die niet alleen gelden in Europa, maar die de Unie ook elders in de wereld vertegenwoordigen.

"Naar internationale maatstaven zijn de Europese maatschappijen welvarende plekken om te wonen,", zo wordt benadrukt in de discussienota over de sociale dimensie van Europa. Zij bieden het hoogste niveau van sociale bescherming ter wereld en scoren hoog op het vlak van welzijn, menselijke ontwikkeling en levenskwaliteit"2. Maar gevraagd naar de toekomst zijn velen, ondanks de sterke groei en de laagste werkloosheid in de Unie sinds 2009, bang en bezorgd, vooral voor de toekomstige generaties. De Unie en haar lidstaten worden geconfronteerd met uiteenlopende uitdagingen zoals populisme, xenofobie, polariserend nationalisme, discriminatie, de verspreiding van nepnieuws en desinformatie, evenals radicalisering. Deze verschijnselen kunnen niet alleen een ernstige bedreiging vormen voor de fundamenten van onze democratieën, maar ook het vertrouwen in de rechtsstaat en de democratische instellingen ondermijnen en het gevoel van samenhorigheid in en tussen onze Europese samenlevingen schaden.

Onze democratie kan alleen functioneren indien zij legitiem is in de ogen van de burgers die zij moet dienen, zowel op nationaal als op EU-niveau. Er zijn zorgwekkende tekenen die erop wijzen dat onze gemeenschappelijke waarden en de rol van de nationale en Europese democratie onvoldoende bekend zijn. Daardoor kunnen deze eroderen en komt de cohesie van onze samenlevingen in de lidstaten en op EU-niveau in gevaar. Het is van vitaal belang om deze gemeenschappelijke waarden, die zijn verankerd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, te bevorderen om onze nationale democratieën te versterken en onze Unie te verstevigen.

Toespraak over de staat van de Unie, 13 september, 2017 – https://ec.europa.eu/commission/state-union-2017_nl

Zie de discussienota over de sociale dimensie van Europa, COM/2017/0206 final,

https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/reflection-paper-social-dimension-europe_nl.pdf

2

Hoogwaardig en inclusief onderwijs en opleiding op alle niveaus is van essentieel belang om te zorgen voor sociale mobiliteit en inclusie, om onze burgers de kennis en competenties aan te bieden om te slagen op de arbeidsmarkt, maar ook om bij te dragen tot de ontwikkeling van de vaardigheden die nodig zijn om kritisch te denken en onze gemeenschappelijke waarden te doorgronden.

1.

In sommige lidstaten is nationale burgerschapseducatie opgenomen in het


onderwijsprogramma. In het kader hiervan kan worden onderwezen waarom de lidstaten ervoor hebben gekozen om vrijwillig samen te werken met en toe te treden tot de Europese Unie. Als burgers daarentegen niet beseffen hoe en waarom de EU tot stand is gekomen en hoe zij in grote lijnen functioneert, staat de deur open voor desinformatie en kunnen zij zich geen geïnformeerd oordeel vormen over de activiteiten van de Unie. Bovendien is enige kennis van de sociale, religieuze en culturele diversiteit en van het erfgoed, de tradities en de politieke realiteit van het eigen land, de andere lidstaten en andere landen in de wereld onontbeerlijk voor wederzijds respect, begrip en samenwerking binnen en tussen de lidstaten en met de rest van de wereld.

Zo wordt bijgedragen tot de bescherming van de democratie op alle niveaus en tot een gevoel van samenhorigheid op Europees niveau.

Deze aanbeveling is opgebouwd rond vier doelstellingen: gemeenschappelijke waarden op alle niveaus van het onderwijs bevorderen; inclusiever onderwijs stimuleren; een Europese dimensie in lesgeven aanmoedigen zonder afbreuk te doen aan de nationale bevoegdheden op dit gebied; en leerkrachten en lesgeven ondersteunen. De aanbeveling moedigt de lidstaten en de Commissie aan om goede praktijken en informatie uit te wisselen; en zowel op nationaal als op EU-niveau beleidsmaatregelen te ontwikkelen. De lidstaten engageren zich op vrijwillige basis en elke lidstaat beslist zelf hoe hij de uitvoering aanpakt.

Om deze doelen te bereiken en de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen, zal de Commissie stappen ondernemen om virtuele uitwisselingen tussen scholen, met name via e-twinning, en mobiliteit voor schoo londerwijs in het kader van Erasmus+ te bevorderen. De Europese structuur- en investeringsfondsen kunnen helpen bij de financiering van lerarenopleidingen of infrastructuur voor inclusief onderwijs.

Achtergrond

Deze aanbeveling bouwt voort op de Verklaring van Parijs over de bevordering van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, tolerantie en non -discr im inatie door middel van onderwijs, die tijdens een informele ministeriële bijeenkomst op 17 maart 2015 in Parijs werd aangenomen. In de verklaring van Parijs roepen de ministers van Onderwijs op tot maatregelen op alle niveaus om het onderwijs een belangrijkere rol toe te kennen bij de bevordering van burgerschap en gemeenschappelijke waarden, bij de versterking van de sociale cohesie en bij de ondersteuning van jongeren om tot verantwoordelijke, onbevooroordeelde en actieve leden van onze diverse en inclusieve samenleving uit te groeien . Zij identificeerden ook vier overkoepelende doelstellingen voor samenwerking op EU-niveau:

ervoor zorgen dat kinderen en jongeren sociale, interculturele en

2.

burgerschapscompetenties verwerven, door de bevordering van democratische


De verklaring van Parijs, 17 maart, 2015 – ec.europa.eu/education/news

3

waarden en grondrechten, sociale inclusie, non - discrim inati e en actief burgerschap;

het kritisch denkvermogen en de m edi ageletter d hei d verbeteren, met name bij het gebruik van internet en sociale media, om weerstand te ontwikkelen tegen tweedracht zaaiend discours, polarisatie en indoctrinatie;

onderwijs aan kansarme kinderen en jongeren stimuleren door ervoor te zorgen dat onze onderwijs- en opleidingsstelsels aan hun behoeften tegem oet kom en;

de interculturele dialoog in alle leervormen bevorderen in samenwerking met andere betrokken beleidsdomeinen en belanghebbenden.

Deze aanbeveling sluit ook aan bij de mededeling van de Commissie over ondersteuning bij de bestrijding van radicalisering die tot gewelddadig extremisme leidt , die in de nasleep van de terreuraanslagen in Europa werd aangenomen. Daarin werd gewezen op de belangrijke rol van het onderwijs bij het helpen identificeren en beschermen van jongeren die het risico lopen te radicaliseren en bij het aanpakken van de diepere oorzaken daarvan.

Bovendien wordt in de verklaring van Rome van 25 maart 2017 beloofd toe te werken naar een Unie waar "jongeren het best mogelijke onderwijs en de best mogelijke opleiding krijgen en op het hele continent kunnen studeren en een baan kunnen vinden en die het Europese cultureel erfgoed in stand houdt en culturele diversiteit bevordert .

In het witboek over de toekomst van Europa wijst de Commissie op de rol van waarden bij het creëren van een gedeelde geschiedenis, want de offers die de vorige generaties hebben gebracht, mogen nooit worden vergeten. Menselijke waardigheid, vrijheid en democratie zijn één voor één een hard bevochten goed dat we nooit en te nimmer mogen opgeven. Zelfs als het belang van vrede tegenwoordig niet door alle Europeanen even hoog wordt ingeschat als door hun ouders of grootouders, blijven deze kernwaarden ons verbinden. Deze observatie wordt kracht bijgezet door het besef dat zeventig jaar aanhoudende vrede aantoont dat onze gedeelde waarden en ons wederzijds begrip een verschil maken.

In haar discussienota over het in goede banen leiden van de mondialisering herinnerde de Commissie eraan dat gelijke toegang tot hoogwaardig onderwijs en opleiding (...) een doeltreffend instrument [is] voor herverdeling van de welvaart in een sa menleving. Dit begint met hoogwaardig basisonderwijs en toegang tot opleiding en ontwikkeling van vaardigheden op elke leeftijd."

Als bijdrage aan de bespreking over onderwijs en cultuur in het kader van de Leidersagenda in november 2017 in Göteborg heeft de Commissie de mededeling getiteld "De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur gepubliceerd. In dit docu m ent wordt benadr ukt dat alle lidstaten (...) er (...) belang bij [hebben] het volledige potentieel van onderwijs en cultuur te benutten. Het zijn immers de drijvende krachten voor werkgelegenheid, sociale rechtvaardigheid en actief burgerschap, en manieren om de Europese identiteit in al haar verscheidenheid te ervaren.

3.

Mededeling van de Commissie over ondersteuning bij de bestrijding van radicalisering die tot


gewelddadig extremisme leidt, COM(2016) 379 final.

www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases%2523">www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases

Witboek over de toekomst van Europa – Beschouwingen en scenario's voor de EU-27 tegen 2025,

COM(2017) 2025 final.

4.

Discussienota over het in goede banen leiden van de mondialisering, 10 mei 2017 –


https://ec.europa.eu/commission/publications/reflection-paper-harnessing-globalisation_nl.

De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur, COM(2017) 673 final.

4

8

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Naast de bovenstaande initiatieven bepaalt het gezamenlijk verslag 201 5 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) dat onderwijs en opleiding (...) belangrijk [zijn] om ervoor te zorgen dat de humane en maatschappelijke waarden die wij delen worden gevrijwaard en doorgegeven aan de volgende generaties, om de vrijheid van gedachte en van meningsuiting, sociale inclusie en respect voor anderen in de hand te werken, om alle vormen van discriminatie te voorkomen en te bestrijden en worden inclusief o nderwij s, gelijkheid, kansengelijkheid, non-discrimi natie en het bevorderen van burgerschapscompetenties voorgesteld als een nieuwe prioriteit voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding.

De Commissie heeft een breed scala van specifieke maatregelen en initiatieven ondernomen zoals het opzetten van de ET 2020-werkgroep ter bevordering van burgerschap en gemeenschappelijke waarden; de organisatie van een initiatief met rolmodellen die worden ingezet bij activiteiten ter bevordering van sociale inclusie en ter voorkoming van uitsluiting en radicalisering; een toolkit voor jeugdwerkers en jeugdorganisaties die werken met jongeren die het risico lopen gemarginaliseerd te worden; een Europese prijs voor sociale integratie door middel van sport; en het beschikbaar stellen van meer dan 400 miljoen EUR aan financiering per jaar via het programma Erasmus+ voor transnationale partnerschappen ter ontwikkeling van innovatieve beleidsbenaderingen en -praktijken aan de basis die prioritaire aandacht besteden aan sociale inclusie en de bevordering van gemeenschappelijke waarden en intercultureel begrip.

Bovendien heeft de Commissie in het pakket 'Investeren in de jongeren van Europa'10 haar strategie voor hoogwaardig, inclusief en toekomstgericht onderwijs met specifieke initiatieven uiteengezet. In dit verband heeft de Commissie maatregelen voorgesteld met betrekking tot inclusief onderwijs en de bevordering van gemeenschappelijke waarden, met inbegrip van de voortgezette professionele ontwikkeling van leerkrachten, de verdere ontwikkeling van de Europese toolkit voor scholen en het inzetten van fondsen van Erasmus+ en Horizon 2020 ter bevordering van goede praktijken op het gebied van inclusief leren.

Andere initiatieven die aansluiten bij deze aanbeveling zijn:

de aanbeveling van de Commissie uit 2013 over investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken , waarin wordt onderstreept dat het belangrijk is om hoogwaardig onderwijs en opvang voor jonge kinderen te verstrekken en de invloed van onderwijsstelsels op de totstandbrenging van gelijke kansen te vergroten;

de conclusies van de Raad van 2014 over een werkplan voor cultuur (2015-2018), waarin pri orite it wordt gegev en aan bel e id ssa m enwer king op EU-niveau

10

5.

Gezamenlijk verslag 2015 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader


voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) – Nieuwe

6.

prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (PB C 417 van


15.12.2015).

Mededeling van de Commissie over 'Onderwijs verbeteren en moderniseren', COM(2016) 941;

Mededeling van de Commissie over "Een goede start in het leven dankzij ontwikkeling van scholen en

uitstekend onderwijs", COM(2017) 248; Mededeling van de Commissie over een vernieuwde agenda

voor het hoger onderwijs, COM(2017) 247.

7.

Aanbeveling van de Europese Commissie van 20 februari 2013 over investeren in kinderen: de vicieuze


cirkel van achterstand doorbreken, 2013/112/EU.

9

11

met betrekking tot de bijdrage van cultuur aan sociale inclusie, voortbouwend op de verbintenissen van culturele diversiteit en van interculturele dialoog in de Europese agenda voor cultuur;

de conclusies van de Raad van 2016 over het ontwikkelen van mediageletterdheid en kritisch denken door onderwijs en opleiding, waarin de lidstaten zijn overeengekomen dat mediageletterdheid, kritisch denken en digitale competenties vaardigheden zijn die een voorwaarde vormen voor actieve deelname aan het democratisch leven en voor het verbeteren van de inzetbaarheid, en als zodanig door lerenden van alle leeftijden zouden moeten worden verworven;

de conclusies van de Raad van 2017 over de rol van jeugdwerk bij het bevorderen van de ontwikkeling bij jongeren, waarin de lidstaten zijn overeengekomen om samenwerking, intercollegiaal leren en uitwisselingen met betrekking tot het bevorderen en ontwikkelen van levensvaardigheden bij jongeren te versterken;

het in 2018 hernieuwde kader van sleutelcompetenties voor een leven lang leren12, waarin burgerschapscompetenties worden omschreven als het vermogen om op te treden als verantwoordelijke personen en ten volle deel te nemen aan het maatschappelijke en sociale leven op basis van inzicht in de sociale, economische en politieke begrippen en structuren, evenals wereldwijde ontwikkelingen en duurzaamheid. Door de toegenomen aandacht voor burgerschapscompetentie in dit herziene kader voor sleutelcompetenties is er ook meer aandacht voor de rol van burgerschap, democratische waarden en mensenrechten in onze steeds meer verbonden mondiale samenleving. Er wordt erkend dat het belangrijk is om individuen in staat te stellen op te treden als verantwoordelijke, actieve burgers die meebouwen aan vreedzame, tolerante, inclusieve en veilige samenlevingen. In deze context worden

mediageletterdheid en interculturele vaardigheden verder versterkt;

8.

het


Europees Jaar

van het cultureel erfgoed

2018,

9.

dat tot doel heeft de mensen


bewuster om te gaan met onze gemeenschappelijke geschiedenis en waarden en hen aan te moedigen om het rijke en gevarieerde Europese cultureel erfgoed te ontdekken;

10.

het actieplan van de


Commissie

11.

2016


inzake de integratie van onderdanen

van derde landen13, waarin wordt benadrukt dat integratie niet alleen een voorwaarde is voor het toekomstige welzijn en de verdere welvaart en cohesie van de Europese samenlevingen, maar ook het gemeenschappelijke belang van alle lidstaten dient;

de conclusies van de Raad van 2017 over voortbouwen op de Mededeling van de Commissie van 12 april 2017 over de bescherming van migrerende kinderen, waarin wordt gewezen op het belang van gelijke toegang op jonge leeftijd tot formeel, inclusief onderwijs, met inbegrip van onderwijs en opvang voor jonge kinderen;

12.

12 13


[VERWIJZING NOG TOEVOEGEN NA GOEDKEURING]

Mededeling van de Commissie: Actieplan inzake de integratie van onderdanen van derde landen,

COM(2016) 377 final.


13.

van



conclusies van de

Raad van 2016

over de versnelling van het proces van de

De

integratie van de Roma, waarin de lidstaten worden opgeroepen tot meer inspanningen om gelijke toegang tot inclusief regulier onderwijs van goede kwaliteit te bevorderen;

de conclusies van de Raad van 2017 over inclusie in verscheidenheid met het oog op hoogwaardig onderwijs voor iedereen, waarin de lidstaten zijn overeengekomen om maatregelen te treffen ter bevordering van een democratische en inclusieve schoolcultuur, maatregelen te ontwikkelen met het oog op de vroegtijdige opsporing en preventie van sociale uitsluiting en nauwere samenwerking te bevorderen tussen onderwijs en andere relevante gebieden zoals cultuur, jeugdzaken, sport, werkgelegenheid, welzijn, veiligheid en andere werkkanalen voor sociale inclusie;

Het Europees Soli da riteitskor ps , dat jongeren de kans biedt vrijwilligerswerk te doen of mee te werken aan projecten in eigen land of in het buitenland ten dienste van gemeenschappen en mensen in heel Europa. Het bre ngt jon geren samen om een meer inclusieve samenleving op te bouwen, kwetsbare mensen te helpen en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken;

het referentiekader voor vaardigheden voor een democratische cultuur dat de Raad van Europa in 2016 heeft gelanceerd.

Verenigbaarheid met andere beleid sterreinen van de Unie

Het doel van deze aanbeveling is het bevorderen van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en een Europese dimensie in lesgeven. Dit sluit aan bij de lopende werkzaamheden van de Commissie inzake de tenuitvoerlegging van de Europese pijler van sociale rechten , aangezien de aanbeveling zorgt voor extra ondersteuning van het recht op hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs, opleiding en een leven lang leren om de vaardigheden te verwerven en te onderhouden die nodig zijn om ten volle aan het maatschappelijk leven te kunnen deelnemen en overgangen op de arbeidsmarkt met succes te kunnen opvangen."

Deze aanbeveling is tevens in overeenstemming met het doel van het verslag over het EU -burgerschap 2017 , waarin de Commissie heeft erkend dat aanhoudende inspanningen nodig zijn om ervoor te zorgen dat alle EU-burgers weten wat hun rechten zijn en volledig kunnen deelnemen aan het Europese democratisch proces. Er wordt benadrukt dat jonge Europeanen die de kiesgerechtigde leeftijd bereiken of die de nationaliteit van een lidstaat verwerven, evenals de samenleving in het algemeen, zich pas bewuster gaan worden van hun EU-burgerschap en de waarden die daarmee verbonden zijn als alle betrokkenen op alle niveaus de lidstaten, met inbegrip van de lokale en regionale autoriteiten, EU - inste lling en en het m aatschappel ijk middenveld zich daar mee voor inspannen.

14.

14 15


Mededeling van de Commissie over de Europese pijler van sociale rechten, COM/2017/0250 final. Verslag van de Commissie over de versterking van de rechten van de burgers in een Unie van democratische verandering – Verslag over het EU-burgerschap 2017, COM/2017/030 final.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het initiatief is in overeenste mming met de artikelen 165 en 166 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). In artikel 165 staat dat de Unie bijdraagt tot de ontwikkeling van hoogwaardig onderwijs door de lidstaten aan te moedigen om samen te werken en zo nodig door hun activiteiten te ondersteunen en aan te vullen, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud en de opzet van hun onderwijsstelsel. In artikel 166 staat dat de Unie een beroepsopleidingsbeleid ten uitv oer moet leggen waardoor de activiteiten van de lidstaten worden versterkt en aangevuld, met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inhoud en de opzet van de beroepsoplei ding.

Het initiatief voorziet niet in een uitbreiding van de re gel gev ingsb evoegdheid van de EU en legt de lidstaten geen dwingende verbintenissen op. De lidstaten bepalen zelf overeenkomstig de nationale omstandigheden hoe ze de aanbeveling van de Raad ten uitvoer leggen.

Subsidiariteit (bij niet- exclusieve bevoegdheid)

Hoewel verschillende lidstaten allerlei maatregelen ter ondersteuning van systemen voor inclusief onderwijs en bevordering van gemeenschappelijke waarden op nationaal niveau hebben genomen, is er behoefte aan meer samenwerking op Europees niveau.

Actie op EU-niveau kan een toegevoegde waarde bieden doordat de EU:

een gemeenschappelijke visie op het belang van gemeenschappelijke waarden bevordert;

de lidstaten steunt bij hun inspanningen om nationale en regionale maatregelen ter bevordering van gemeenschappelijke waarden uit te voeren;

mobiliteit en twinning en andere transnationale projecten financiert;

het uitwisselen van kennis, expertise en goede praktijken bevordert.

Evenredigheid

Het voorstel versterkt een gemeenschappelijk begrip van waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven door te laten zien hoe deze kunnen worden bevorderd via onderwijs. Het moedigt de lidstaten en de Commissie aan om zowel op nationaal als op EU-niveau informatie en goede praktijken uit te wisselen en beleidsmaatregelen te ontwikkelen. Aangezien de lidstaten vrijwillig verbintenissen aangaan en iedere lidstaat zelf bepaalt hoe de gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en een Europese dimensie in lesgeven, zullen worden bevorderd, wordt de maatregel evenredig geacht.

Keuze van het instrument

Een aanbeveling van de Raad is een passend instrument op het gebied van onderwijs en opleiding, omdat de EU op dit gebied een ondersteunende bevoegdheid heeft. Het is een instrument dat al vaak voor Europese maatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding is gebruikt. Als juridisch instrument duidt een aanbeveling op het belang dat de lidstaten aan de maatregelen in de tekst hechten en biedt een aanbeveling een sterkere politieke grondslag voor samenwerking op dit gebied, met volledige eerbiediging van de bevoegdheid van de lidstaten op de gebieden van onderwijs en opleiding.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN

EFFECTBEOORDELING

Evaluatie

ervan

bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid

Niet van toepassing.

Raadp leging van belanghebbenden

Van 19 mei tot en met 11 augustus werd een online openbare raadpleging gehouden. Er waren 1 124 reacties, waaronder meer dan 200 standpuntnota s, wat bewijst dat er veel belangstelling is voor dit initiatief. Uit de reacties blijkt dat bijna iedereen het eens is over de rol van onderwijs bij het helpen van jongeren om het belang van gedeelde waarden te begrijpen en deze waarden ook daadwerkelijk te delen (95 %) en over het feit dat de EU de lidstaten bij deze taak moet helpen (98 %) . De resultaten van de raadpleging zijn online beschikbaar.

De belangrijkste bevindingen van de raadpleging zijn deze:

de meerderheid van de respondenten (62,6 %) is van mening dat het onderwijs ook nu al een belangrijke rol vervult bij het helpen van jongeren om het belang van gedeelde waarden te begrijpen en deze waarden ook daadwerkelijk te delen, maar een aanzienlijk percentage, bijna 40 % van de respondenten, denkt dat onderwijs meer kan doen;

bijna alle respondenten (98 %) waren het erover eens dat het nodig is om inclusief onderwijs dat inspeelt op de behoeften van alle leerlingen te bevorderen, maar slechts 16 % is van mening dat het onderwijs momenteel aan die noodzaak beantwoordt. De instrumenten van de Unie kregen veel bijval. EU-fi nancieri ng (93,3 %), de ondersteuning van samenwerking tussen scholen en universiteiten ter bevordering van innovatie en modernisering (91,6 %), leermobiliteit voor studenten (91,5 %) en uitwisselingen van korte duur voor leerlingen in scholen (88,2 %) worden beschouwd als het meest doeltreffend;

bijna alle respondenten (93,2 %) vonden het belangrijk of heel belangrijk dat mensen meer inzicht krijgen in de geschiedenis, de cultuur en de waarden van de EU en van andere lidstaten om zich ten volle bewust te worden van hun rol als verantwoordelijk en actief lid van de Europese samenlevingen.

Bovendien vonden er tal van overlegbijeenkomsten en evenementen plaats:

een vergadering voor input van de lidstaten: een vergadering van de groep op hoog niveau (hoge ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs) op 15-16 juni 2017 (Estland); en drie bijeenkomsten van de directeuren-generaal een bijeenkomst hoger onderwijs, 13-14 maart 2016; en een bijeenkomst scholen, 10-11 april 2016 (Malta) en 18-19 septem ber 2017 (Estland);

evenementen waar belanghebbenden inbreng konden leveren: de Jean Monnet-conferentie, 15 november 2015 ; een colloquium georganiseerd door eerste vicevo or zi tter Timmermans in samenwerking met de commissarissen Jourová en Oettinger, over media en democratie, met inbegrip van de rol van ethisc h e jour nalisti ek en m edi agel etter dh eid voor democratie en

16 Zie ec.europa.eu/education/events


van

pluralistische samenlevingen ; dialogen op hoog niveau van de Commissie met religieuze en niet-confessionele organisaties, waarbij in 2016 werd ingezoomd op de onderwerpen integratie en Europese waarden; een colloquium georganiseerd door commissaris Navracsics over de bevordering van inclusie en fundamentele waarden via onderwijs, 26 mei 2016 ; een Europees Forum voor onderwijs, opleiding en jeugd en een specifieke vergadering met het maatschappelijk middenveld , 19-21 oktober 2016; maatschappelijke organisaties werden ook geraadpleegd tijdens een specifiek participatief seminar in december 2015, en sociale partners en je ugdorga n isaties kwamen aan de beurt in januari 2016. Tot slot sluit de aanbeveling ook aan bij de conclusies van het EU - col loqu iu m over de grondrechten van 2015 over preventie en bestrijding van antisemitisme en islamofobie, onder meer via onderwijs .

De deelnemers aan deze vergaderingen hebben duidelijk hun steun en belangstelling geuit om te onderzoeken hoe inclusief onderwijs kan bijdragen tot het bevorderen van de gemeenschappelijke waarden en de rol die de Europese Unie hierbij kan vervullen.

De ET 2020-werkgroep inzake de bevordering, via het onderwijs, van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, verdraagzaamheid en non - discri m inati e heeft een aantal activiteiten voor intercollegiaal leren op dit gebied georganiseerd. De belangrijkste boodschappen die uit deze activiteiten voor intercollegiaal leren naar voren zijn gekomen, zijn

deze22:

onderwijs moet verder gaan dan alleen maar gelijke kansen om een divers scala aan lerenden te bereiken en vooruitgang te boeken in de richting van echte kansengelijkheid in het o nderwijs;

waarden moeten worden ervaren door studenten en leerkrachten. Waarden moeten niet alleen worden gepreekt, maar ook in het dagelijks leven worden

toegepast; democratische waarden moeten een realiteit zijn in de klas, bijvoorbeeld door p roj ectgebaseerd leren, en scholen moeten openstaan voor de actieve deelname van leerlingen, ouders, leerkrachten en de bredere gemeenschap via een zogeheten schoolbrede aanpak;

op waarden gebaseerde maatregelen voor kinderen die het risico lopen uitgesloten te worden zouden in de gemeenschap meer aandacht moeten krijgen; dus niet alleen voor voortijdige schoolverlaters, maar ook voor degenen die van een of meerdere scholen zijn geschorst of weggestuurd en gemarginaliseerd zijn. Er werd ook opgeroepen tot meer steun, ook financieel, voor tweede- en derdeka nsinitiati even, een-op-een leren dat is aangepast aan de individuele behoeften, en m entorbe geleidi n g van gemarginaliseerde en uitgesloten kinderen.

22

Voor de conclusies zie ec.europa.eu/information_society/newsroom/image

Voor het verslag zie ec.europa.eu/education/sites/education/files

Voor het verslag zie https://ec.europa.eu/education/sites/education/files/flash-report-ety-forum-

2016_en.pdf

Voor het verslag zie https://ec.europa.eu/education/sites/education/files/flash-report-cso-day-

2016_en.pdf

Voor de conclusies zie ec.europa.eu/justice/events-

2015/files/fundamental_rights_colloquium_conclusions_en.pdf

Voor de kernboodschappen die uit de activiteiten voor intercollegiaal leren met betrekking tot kritisch denken en mediageletterdheid, sociale en burgerschapscompetenties, inclusief onderwijs en lerarenopleiding naar voren zijn gekomen, zie ec.europa.eu/education/policy/strategic-framework

7

8

19

20

21

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Dit voorstel is gebaseerd op een hele reeks rapporten en studies, evenals expertise die is vergaard via intercollegiaal leren en vergaderingen van de ET 2020-werkgroep inzake de bevordering, via het onderwijs, van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en non-discriminatie.

De werkzaamheden van het Europees Agentschap voor bijzondere onderwijsbehoeften en inclusief onderwijs23 hebben als doel te zorgen voor gelijkheid, gelijke kansen en rechten voor alle lerenden, en in het bijzonder voor diegenen die kwetsbaar zijn voor marginalisering en uitsluiting, bijvoorbeeld studenten met een handicap en/of speciale onderwijsbehoeften. Dit agentschap draagt bij tot de beleidsvorming in de EU via verschillende verslagen en publicaties over thema's zoals onderwijs voor jonge kinderen, voortijdig schoolverlaten onder leerlingen met speciale onderwijsbehoeften en ondersteuning van leerkrachten met het oog op de bevordering van inclusief onderwijs.

De werkzaamheden van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, hebben tot doel onafhankelijk, met feiten onderbouwd advies te verlenen op het gebied van de grondrechten en mensen over deze grondrechten te informeren over en hen er bewust van te maken zodat de rechten van de mensen die in de EU wonen worden beschermd.

Uit analytische verslagen van het academisch netwerk NESET II (deskundigennetwerk op het gebied van de sociale aspecten van onderwijs en opleiding)24 blijkt dat onderwijs- en opleidingsstelsels die hoge kwaliteitsnormen voor iedereen hanteren, gepersonaliseerde en inclusieve benaderingen met ouderbetrokkenheid stimuleren, vroeg ingrijpen en speciale aandacht geven aan kansarme leerlingen, met name in het reguliere onderwijs, een sterke motor voor maatschappelijke inclusie kunnen vormen. Het NESET II-netwerk benadrukt ook dat pesten een aantasting is van de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, tolerantie en niet-discriminatie en geeft een overzicht van de meest doeltreffende strategieën en praktijken ter voorkoming van pesten en geweld op scholen in de hele EU25.

In het Eurydice-verslag 2017 over onderwijs en burgerschap in Europa, dat in opdracht van de Commissie is opgesteld, wordt bekeken hoe burgerschapseducatie kan worden gebruikt om motiverende en interactieve leeromgevingen te creëren door het gebruik van innovatieve didactische methoden voor het ontwikkelen van de kennis, vaardigheden en attitudes die jongeren nodig hebben om zich te ontwikkelen tot actieve burgers.

25

Dit agentschap is een onafhankelijke organisatie die functioneert als samenwerkingsplatform voor de ministeries van onderwijs van de EU-lidstaten. Het voornaamste doel is om hen te helpen hun onderwijsbeleid en -praktijken te verbeteren met behulp van op feiten gebaseerde informatie en voorstellen om een inclusief onderwijsbeleid uit te voeren. Het agentschap wordt gefinancierd met middelen van Erasmus+ en bijdragen van de nationale ministeries; 27 lidstaten, IJsland, Noorwegen en Zwitserland zijn leden van het agentschap.

Policy and Practices for Equality and Inclusion In and Through Education: Evidence and policy guidance from European research projects funded under FP6 and FP7 (2015) nesetweb.eu/wp-content/uploads/2015/08; Education Policies and Practices to Foster Tolerance, Respect for Diversity and Civic Responsibility in Children and Young People in the EU’ (2016) c nesetweb.eu/en/library

How to Prevent and Tackle Bullying and School Violence: Evidence and Practices for Strategies for Inclusive and Safe Schools’ (2015), nesetweb.eu/wp-content/uploads/2015/08

23

24

In de Onderwijs- en op leidinge nm onitor 2017 wordt ook gewezen op de noodzaak om de onderwijsstelsels inclusiever te maken, gelet op het feit dat de onderwijsprestaties van leerlingen in grote mate afhankelijk zijn van hun soci aal - eco no m isc he achtergrond.

Wat betreft de ET 2020-werkgroep en de activiteiten voor intercollegiaal leren daarvan zijn de volgende kernboodschappen vermeldenswaard in het kader van deze aanbeveling:

onderwijsinstellingen moeten integraal deel uitmaken van de lokale gemeenschap en bijdragen tot de ontwikkeling van een nauwere samenwerking met het maatschappelijk middenveld,

jongerenorganisaties, lokale overheden en het bedrijfsleven bij het verstrekken van onderwijs aan jongeren;

een democratische en inclusieve leercultuur met waardering voor diversiteit en ruimte voor dialoog en debat over controversiële kwesties is van essentieel belang voor sociaal -em oti oneel leren en voor het verwerven van sociale en burgerschapscompetenties;

leerkrachten moeten worden ondersteund en in staat worden gesteld om diversiteit in goede banen te leiden en de sociale en burgerschapscompetenties van leerlingen tot ontwikkeling te brengen via de initiële lerarenopleiding, permanente beroepsontwikkeling, praktische instrumenten en voortdurende steun en begeleiding.

Effectbeoordeling

Gezien de complementaire aanpak van de voorgestelde activiteiten ten opzichte van de initiatieven van de lidstaten, het vrijwillige karakter ervan en de verwachte omvang van de effecten was een effectbeoordeling niet nodig en werd deze ook niet uitgevoerd. Het voorstel werd wel ontwikkeld op basis van eerdere studies, raadpleging van de lidstaten en openbare raad plegi ng.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Deze aanbeveling is bedoeld om de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om de grondrechten te bevorderen.

4. GEVOLGEN VOORDE BEGROTING

Dit initiatief vergt geen extra middelen uit de EU - begr oting.

Het gebruik van EU-financieringsprogramma’s zoals Erasmus+ Creatief Europa en Europa

15.

voor de burger om bij te dragen aan de financiering van individuele leerm obil iteit, virtuele uitwisselingen, samenwerkingsprojecten en vrijwilligerswerk ter bevordering van


gemeenschappelijke waarden, sociale inclusie en inzicht in Europa, zal, waar passend, worden aangemoedigd. Dit zal geschieden in overeenstemming met hun rechtsgrondslag en rekening houdend met hun respectieve financiële capaciteit.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Deze aanbeveling zal worden uitgevoerd via permanente samenwerking binnen het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) en een eventueel ver volgka der. De maatregelen die ingevolge deze aanbeveling zijn genomen,

zullen op gezette tijden worden geëvalueerd binnen deze kaders, onder meer in de Onderwijs-en opleidingsmonitor.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Rekening houdend met de grote onderlinge verschillen van de onderwijsstelsels en met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, wordt in het voorstel een aantal aanbevelingen geformuleerd die de lidstaten kunnen helpen om de meest doeltreffende maatregelen te nemen ter bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de toevoeging van een Europese dimensie in lesgeven in hun specifieke context.

Met betrekking tot het bevorderen van gemeenschappelijke waarden wordt de lidstaten aanbevolen o m :

specifieke vorming inzake burgerschap en ethiek te bevorderen;

kritisch denken en m edi agel etterdheid te stimuleren;

de actieve deelname van leerlingen, ouders en leerkrachten in het schoolbestuur en van jongeren in hun plaatselijke gemeenschappen aan te moedigen;

goede praktijken, zoals de door de Raad van Europa beschreven vaardigheden voor een democratische cultuur, te bevorderen.

Met betrekking tot inclusief onderwijs voor alle lerenden wordt in het voorstel aanbevolen om:

alle kinderen van jongs af aan onderwijs te laten volgen, waarbij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de nodige ondersteuning krijgen en kunnen beschikken over enige flexibiliteit bij de overgang tussen de verschillende onderwijsniveaus; te zorgen voor voldoende onderwijs- en loopbaanbegeleiding;

voort te bouwen op de deskundigheid en de ondersteuning van het Europees Agentschap voor bijzondere onderwijsbehoeften en inclusief onderwijs

Met betrekking tot de Europese dimensie in lesgeven wordt in het voorstel aanbevolen om:

leren over de EU en haar lidstaten te bevorderen en deelname aan mobiliteitsinitiatieven, e-twinning en plaatselijke projecten aan te moedigen.

Om dit te bereiken wordt in het voorstel aanbevolen leerkrachten te ondersteunen met voldoende basisopleiding en bijscholing op het gebied van burgerschaps vo rm ing en inclusieve leermethoden en hen te helpen deel te nemen aan uitwisselingen en educatieve

programma’s.

Er worden specifieke maatregelen voorgesteld die de autoriteiten van de lidstaten kunnen helpen bij de verwezenlijking van deze doelstellingen.

Het voorstel staat ook positief tegenover het voornemen van de Commissie om de li dstaten te helpen voldoen aan bovengenoemde aanbevelingen, onder meer via financiering van leermobiliteit, wederzijdse uitwisselingen, samenwerkingsprojecten, vrijwilligerswerk en

jeugdwerk; collegiaal leren en uitwisselingen van goede praktijken via het ET 2020-kader, alsook de empirische onderbouwing van beleidshervormingen.