Toelichting bij COM(2018)61 - Globaliseringsfonds aanvraag van Duitsland - EGF/2017/008 DE/Goodyear

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 6 oktober 2017 heeft Duitsland aanvraag EGF/2017/008 DE/Goodyear ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 bij Goodyear Dunlop Tires Germany GmbH in Duitsland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2017/008 DE/Goodyear
LidstaatDuitsland
Betrokken regio('s) (NUTS 3 -niveau 2)Regierungsbezirk Karlsruhe (DE12)
Datum van de indiening van de aanvraag6 oktober 2017
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag6 oktober 2017
Datum van het verzoek om aanvullende informatie23 oktober 2017
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie4 december 2017
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling26 februari 2018
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming
Goodyear

Aantal betrokken ondernemingen
1
Economische sector(en)

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
NACE Rev. 2-afdeling 22

Vervaardiging van producten van rubber of kunststof

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten
0
Referentieperiode (max. vier maanden)14 juli 2017 – 5 oktober 2017
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a)632
Aantal ontslagen voor of na de referentieperiode (b)14
Totaal aantal ontslagen (a + b)646
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt646
Totaal aantal beoogde begunstigden646
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)0
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)3 464 371
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR)144 348
Totaal budget (EUR)3 608 719
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)2 165 231

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Duitsland heeft aanvraag EGF/2017/008 DE/Goodyear ingediend op 6 oktober 2017, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd, en heeft Duitsland op 23 oktober 2017 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd binnen zes weken na het verzoek verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 26 februari 2018 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 646 werknemers die werden ontslagen bij Goodyear Dunlop Tires Germany GmbH. Deze onderneming is actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 22 ("Vervaardiging van producten van rubber of kunststof"). De ontslagen bij Goodyear zijn gevallen in de regio van NUTSniveau 2 Regierungsbezirk Karlsruhe (DE12) in Duitsland.

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode
Goodyear Dunlop Tires Germany GmbH632

3.

Criteria voor steunverlening


6. Duitsland heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers, respectievelijk downstreamproducenten, en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7. De referentieperiode loopt van 14 juli 2017 tot en met 5 oktober 2017.

8. Tijdens de referentieperiode vielen de volgende ontslagen:

–632 werknemers zijn ontslagen bij Goodyear.

4.

Berekening van de gedwongen ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. De ontslagen tijdens de referentieperiode werden als volgt berekend:

–632 sinds de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief werd beëindigd.

5.

In aanmerking komende begunstigden


10. Naast de werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 14 werknemers in aanmerking die vóór of na de referentieperiode werden ontslagen. Al deze werknemers werden ontslagen na de algemene aankondiging van de geplande ontslagen op 24 oktober 2016. Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de ontslagen tijdens de referentieperiode.

11. In totaal komen bijgevolg 646 begunstigden in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


12. Duitsland legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de globalisering de productie van banden voor auto's uit het B-segment 6 in de EU negatief heeft beïnvloed. Dit is te wijten aan het feit dat het marktaandeel van Aziatische aanbieders de afgelopen jaren aanzienlijk is toegenomen.

13. De productie van personenauto’s in de EU-27, die tijdens de financiële crisis kelderde, is de afgelopen jaren opnieuw licht gestegen, maar zij bereikte niet opnieuw het niveau van 2006 tot 2016. Volgens analysen van de www.google.de://www.acea.be/&usg=AOvVaw0w_VJPzbLQLStqV8Npe-yh">Europese Federatie van Autoproducenten (ACEA), was de verkoop van kleinere auto's in 2016 nog steeds lager dan in 2005. Het marktaandeel op de wereldmarkt van in Europa vervaardigde auto's is gedaald van 35 % in 2001 naar 23 % in 2016. Het marktaandeel van China op de wereldmarkt is tijdens dezelfde periode toegenomen van 5 % tot 30 % 7 . De autoproductie in Azië is de afgelopen tien jaar met 45 % toegenomen 8 .

14. In 2015 en 2016 is de invoer in de EU met 22 % gestegen en is de uitvoer met 3 % gedaald 9 . Hoewel de meeste ingevoerde voertuigen afkomstig zijn uit Turkije (marktaandeel van 29 %), is de sterkste groei in 2015-2016 wat betreft de invoer van auto's opgetekend in India (een stijging met 31 %), op de voet gevolgd door Zuid-Afrika (29 %) en Japan (20 %) 10 . De marktstrategieën op de lange termijn van zowel auto- als bandenfabrikanten moeten worden afgestemd op potentiële groeipercentages. Van 2005 tot en met 2015 is de motorisering binnen de Europese Unie met slechts 9 % gestegen, terwijl die tijdens dezelfde periode in Azië/Oceanië met 140 % is toegenomen en in Centraal- en Zuid-Amerika met 59 % 11 .

15. Bijgevolg is ook de wereldwijde bandenmarkt sterk veranderd sinds de millenniumwisseling. De drie grote spelers op de wereldmarkt, Bridgestone, Michelin en Goodyear, waren in 2000 goed voor 57 % van de wereldwijde bandenproductie maar hun belang was tegen 2013 wereldwijd gedaald tot 38 %. In dezelfde periode is volgens een interne studie van Ernst & Young Consulting het marktaandeel van Aziatische fabrikanten uit China, Taiwan en Singapore gestegen van 4 % in 2001 naar 20 % in 2013. Volgens de Europese koepelorganisatie van banden- en rubberproducenten (European Tyre and Rubber Manufacturers' Association - ETRMA) waren zes van de tien bandenfabrikanten met de hoogste omzet in 2016 afkomstig uit Azië 12 .

16. In 2015 bedroeg de invoer van banden in de EU beduidend meer dan de uitvoer ervan (respectievelijk 130 miljoen banden en 74 miljoen banden). In 2015 bedroeg de bandenproductie in de EU 4,9 miljoen ton, nog steeds iets minder dan in 2007 (5,1 miljoen ton) 13 .

17. Uit een studie die is gepubliceerd door het instituut voor marktonderzoek Gesellschaft für Konsumforschung blijkt dat 77 % van de banden die in 2005 in Duitsland werden verkocht tot de bandenmaten voor het B-segment behoorde, terwijl dergelijke bandenmaten in 2014 in Duitsland nog slechts 43 % van de verkoop uitmaakten, wat de verschuiving weergeeft van de productie van kleinere voertuigen naar de groeimarkten in Azië en Zuid-Amerika 14 .

18. Tot op heden zijn voor de sector NACE Rev. 2-afdeling 22 ("Vervaardiging van producten van rubber of kunststof") nog geen EFG-aanvragen ingediend 15 .

7.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


19. De aanleiding voor die ontslagen is de volledige sluiting van de fabriek van Goodyear in Philippsburg. De Goodyear Tire & Rubber Company is in 1898 opgericht in Akron, Ohio, Verenigde Staten, en is een van ’s werelds belangrijkste fabrikanten van banden. In 1954 is Deutsche Goodyear GmbH opgericht en in 1966 is gestart met de bouw van de bandenfabriek van de onderneming in Philippsburg. Goodyear Dunlop heeft momenteel ongeveer 7 600 werknemers in Duitsland. Het hoofdkwartier voor Duitsland bevindt zich in Hanau. Andere fabrieken in Duitsland bevinden zich in Fürstenwalde, Wittlich, Riesa en Fulda.

20. Aangezien de Europese productie in de automobielindustrie en het marktaandeel ervan in de nasleep van de globalisering zijn gekelderd, is bij Goodyear in het B-segment een aanzienlijke overcapaciteit opgebouwd ten belope van ongeveer vijf miljoen banden in de hele Europese productie van het bedrijf. Dit komt overeen met de gemiddelde jaarlijkse capaciteit van een fabriek. Goodyear was dus verplicht om een van haar Europese fabrieken te sluiten. Goodyear heeft besloten over te gaan tot de sluiting van de fabriek in Philippsburg, die de grootste productiecapaciteit voor banden in het B-segment heeft van alle Europese vestigingen van Goodyear. Bijgevolg heeft het bestuur van Goodyear op 24 oktober 2016 aangekondigd dat de bandenfabriek in Philippsburg, met zijn 888 werknemers, in 2017 zou worden gesloten.

21. Op 26 april 2017 heeft Goodyear met de vakbond IG BCE een collectieve overeenkomst bereikt over de afvloeiingsvoorwaarden. Na overleg met de ondernemingsraad zijn deze samengevoegd tot een afvloeiingsregeling. De productie was reeds op 15 juli 2017 stopgezet en de sluiting van de fabriek werd aangekondigd voor 31 december 2017.

22. De sociale partners zijn de oprichting van twee re-integratiebedrijven overeengekomen. De oprichting van een re-integratiebedrijf is niet verplicht krachtens de Duitse wetgeving. De onderneming waar de ontslagen vallen, is niet verplicht om bij te dragen tot de oprichting van een re-integratiebedrijf. Zonder de medewerking van de onderneming waar de ontslagen vallen, zou er geen reintegratiebedrijf worden opgericht. Indien de onderneming waar de ontslagen vallen wel aanbiedt om mee te werken en indien de sociale partners akkoord gaan met de oprichting van een re-integratiebedrijf, stelt de Duitse sociale wetgeving het juridische kader vast (§§ 110 en 111, SGB III).

23. De re-integratiebedrijven zullen worden beheerd door weitblick - personalpartner GmbH, een bedrijf dat eigendom is van het Verbond van Duitse vakverenigingen (Deutsche Gewerkschaftsbund - DGB). 646 werknemers ondertekenden een tripartiete overeenkomst volgens welke zij zich na de officiële beëindiging van hun dienstverband met Goodyear aanmelden bij het re-integratiebedrijf. 632 werknemers tekenden de overeenkomst binnen de referentieperiode; 14 werknemers konden de overeenkomst nog niet tekenen door moederschapsverlof enz. maar zullen deze naar verwachting voor de beëindiging van de overeenkomst met Goodyear ondertekenen. De personen die ervoor hebben gekozen zich niet aan te melden bij het reintegratiebedrijf hadden reeds een nieuwe baan gevonden of hadden besloten met pensioen te gaan.

24. Goodyear heeft ontslagvergoedingen betaald die zijn overeengekomen om de opleidingstoelage (Transfer-Kurzarbeitergeld) aan te vullen, en heeft voorzien in een budget van ongeveer 3 000 EUR per werknemer voor omscholing. De reintegratieperiode van elke werknemer wordt berekend op basis van de anciënniteit binnen de onderneming en bedraagt maximaal een jaar.

25. De aanvullende EFG-steun zal worden gebruikt om de maatregelen aan te vullen en kan eveneens worden gebruikt om de looptijd van de afzonderlijke maatregelen te verlengen. 595 werknemers hebben zich per 1 januari 2018 aangemeld bij het eerste re-integratiebedrijf. Aangezien 51 andere werknemers aan de slag blijven voor de ontmanteling van de Goodyear-fabriek, wordt een tweede re-integratiebedrijf opgericht zodat de resterende werknemers zich vanaf 1 april 2018 kunnen aanmelden bij het tweede re-integratiebedrijf.

8.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


26. De ontslagen zullen naar verwachting een aanzienlijk negatief effect hebben op de plaatselijke economie. De stad Philippsburg, die ongeveer 13 000 inwoners telt, ligt in de bevoegdheidsregio van de openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA) Waghäusl, die een totale bevolking heeft van ongeveer 60 000 mensen. De tertiaire sector vertegenwoordigt slechts 48 % van de banen en is dus ondervertegenwoordigd in vergelijking met de deelstaat Baden-Württemberg in zijn geheel (63 %). De regio wordt voornamelijk gekenmerkt door een bovengemiddeld percentage personen dat werkzaam is in de be- en verwerkende industrie. In vergelijking met de aangrenzende regio’s is de werkloosheid in de regio Waghäusl vrij hoog: zij bedraagt 5,7 % (juni 2017), vergeleken met 3,3 % in het naburige district Karlsruhe. De werkloosheid in de regio Waghäusl neemt toe, en is 17 % hoger dan in het voorgaande jaar. Burgers met een migrantenachtergrond en oudere mensen lijken de meest kansarme groepen op de regionale arbeidsmarkt. 25 % van de werklozen zijn vreemdelingen en ongeveer een derde van de langdurig werklozen die bijstand genieten zijn ouder dan 55. Een hoog percentage van de werknemers die bij Goodyear zijn ontslagen, valt ook onder deze categorieën.

27. De Goodyear-fabriek was de grootste werkgever in de regio; de tweede grootste was een kerncentrale. Gezien het besluit van Duitsland om een atoomvrij land te worden, zal de kerncentrale binnen de komende paar jaar worden gesloten. Verschillende relatief kleine of middelgrote ondernemingen in de regio hebben honderden werknemers ontslagen; zo zijn in de zomer van 2017 146 mensen ontslagen in een onderneming die actief is in de automobielsector, en 144 personen zijn ontslagen als gevolg van de sluiting van een drukpersfabrikant. De regio staat voor structurele veranderingen. De ODA heeft daarom een strategie inzake kwalificaties en vaardigheden ontworpen, waarbij rekening wordt gehouden met zowel de (toekomstige) behoeften van de arbeidsmarkt als het kwalificatieniveau van de betrokken werknemers.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

9.

Beoogde begunstigden


28. Naar verwachting zullen 646 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

CategorieAantal
beoogde begunstigden (percentages afgerond)
Geslacht:Mannen:641(99,23 %)
Vrouwen:5(0,77 %)
Nationaliteit:EU-burgers:493(76,32 %)
niet-EU-burgers:153(23,68 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:15(2,32 %)
25-29 jaar:33(5,11 %)
30-54 jaar:428(66,25 %)
55-64 jaar:168(26,01 %)
ouder dan 64 jaar:2(0,31 %)

10.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


29. Zoals hierboven vermeld, zijn de sociale partners overeengekomen dat er twee reintegratiebedrijven worden opgericht, gericht op twee verschillende groepen ontslagen werknemers van de Goodyear-vestiging, die respectievelijk terechtkunnen in het eerste re-integratiebedrijf sinds 1 januari 2018 of in het tweede re-integratiebedrijf vanaf 1 april 2018. De aanvullende maatregelen die Goodyear aanbiedt, worden ook door het re-integratiebedrijf verstrekt, maar maken geen deel uit van de EFG-aanvraag. Alle bovenstaande maatregelen vormen samen een pakket van individuele dienstverlening dat door de re-integratiebedrijven wordt gecoördineerd en tot doel heeft de ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt te reintegreren.

30. De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers zal worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties:

–Bijscholingsmaatregelen: deze worden aangeboden aan werknemers die daarvoor na profilering en loopbaanbegeleidingsinterviews in aanmerking blijken te komen. Het is de bedoeling hen te helpen profiteren van kansen op de arbeidsmarkt. De aangeboden opleidingen zullen zich toespitsen op sectoren die toekomstperspectieven bieden, zoals metaalbewerking en opslag. De opleidingen kunnen individueel of in groep worden verstrekt en variëren van basiscompetenties tot bijscholing en opleidingen die de deelnemers voorbereiden op een verandering van loopbaan. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan cursussen Duits voor deelnemers met een zeer laag taalvaardigheidsniveau in Duits.

–Peergroups / workshops: groepsfora onder de leiding van een facilitator, die de deelnemers helpt ideeën en overwegingen uit te wisselen. Peergroups kunnen zich richten op verschillende onderwerpen, bijvoorbeeld tijdbeheer, zelfbeheer, bevordering van gezondheidsmaatregelen, of het kan gaan om speciale peergroups voor deelnemers met een migrantenachtergrond. Een reeks workshops wordt aangeboden, zoals op het gebied van evenwicht tussen werk en privéleven of op het gebied van gendervraagstukken.

–Adviesdienst voor het opstarten van een onderneming: een pakket adviesdiensten voor wie geïnteresseerd is in het opstarten van een eigen onderneming. Deze diensten zullen geïndividualiseerde coachingmaatregelen op maat omvatten.

–Zoeken naar werk: professionele jobscouts zullen helpen om eventuele nog niet gepubliceerde vacatures te vinden die geschikt kunnen zijn voor in aanmerking komende werknemers. Daarnaast wordt ook een banenbeurs gepland.

–Follow-upmentoring / veiligstellen van banen: de werknemers kunnen aanspraak maken op verdere begeleidende adviesdiensten nadat zij in hun nieuwe baan aan het werk zijn gegaan om de overgang naar een nieuwe baan te vergemakkelijken en om het risico dat zij hun baan weer verliezen tot een minimum te beperken.

–Opleidingstoelage: Met de betaling wordt gestart vanaf de datum waarop de werknemer zich aanmeldt bij het re-integratiebedrijf. Zodra de persoon het reintegratiebedrijf verlaat, wordt geen opleidingstoelage meer betaald.

31. Het project zal bijdragen tot duurzame economische ontwikkeling in Duitsland. De georganiseerde maatregelen zijn in overeenstemming met de duurzaamheidsstrategie van Duitsland, en weitblick – personalpartner GmbH, dat is belast met het opzetten van de twee re-integratiebedrijven, beschikt over duurzaamheidscertificering.

32. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

33. Duitsland heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

11.

Geraamd budget


34. De totale kosten worden op 3 608 719 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 3 464 371 EUR voor individuele dienstverlening en van 144 348 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

35. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 165 231 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer (afgerond) 16
(EUR)
Geraamde totale kosten

(EUR)
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Bijscholingsmaatregelen (Qualifizierungsmaßnahmen)2884 5121 299 516
Peergroups / workshops2761 294357 086
Adviesdienst voor het opstarten van een onderneming (Existenzgründerberatung)301 69050 710
Het zoeken naar een baan (Stellenakquise)350369129 319
Follow-upmentoring / veiligstellen van banen (Nachbetreuung/Beschäftigungssicherung)646643415 211
Subtotaal a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening:
2 251 842
(65 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Opleidingstoelage (Transfer-Kurzarbeitergeld)6461 8771 212 529
Subtotaal b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
1 212 529
(35 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
21 652
2. Beheer
79 391
3. Voorlichting en publiciteit
7 218
4. Controle en rapportage
36 087
Subtotaal c):

Percentage van de totale kosten
144 348
(4 %)
Totale kosten (a + b + c)3 608 719
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)2 165 231

36. De kosten van de in bovenstaande tabel opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Duitsland heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

12.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


37. Duitsland heeft de beoogde begunstigden met ingang van 1 januari 2018 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 1 januari 2018 tot en met 1 januari 2020 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

38. Op 7 juli 2017 heeft Duitsland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 7 juli 2017 tot en met 1 juli 2020 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

13.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


39. De federale begroting en de Bundesagentur für Arbeit (de federale openbare dienst voor arbeidsvoorziening) zijn de bronnen van nationale voor- of medefinanciering. Zij financieren de nationale bijdrage van 40 % van de totale kosten van de door het EFG gefinancierde maatregelen die door het re-integratiebedrijf worden aangeboden 17 .

40. Duitsland heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

14.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


41. Duitsland heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met alle betrokken partijen, met name vertegenwoordigers van de ontslagen werknemers, de sociale partners en regionale overheden. Voor de planning van de door het EFG gesteunde maatregelen, heeft het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken gesprekken gevoerd met het management van Goodyear, de ondernemingsraad, de vakbond IG BCE en de ODA om het toepassingsgebied van mogelijke steun uit het EFG te bespreken. Tijdens een rondetafeldiscussie op 7 juli 2017 hebben alle betrokken partijen een mogelijke EFG-aanvraag duidelijk bekrachtigd. Alle partijen werkten nauw samen, en op 18 september 2017 heeft de ODA het ontwerp van het geplande pakket van individuele dienstverlening gepresenteerd.

Beheers- en controlesystemen

42. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Duitsland heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door dezelfde organen van het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken (Bundesministerium für Arbeit und Soziales), die ook het Europees Sociaal Fonds (ESF) beheren. Binnen de 'Gruppe Europäische Fonds für Beschäftigung' is het echter het 'Referat EF 4' dat als de beheersautoriteit voor het EFG fungeert, terwijl dat voor het ESF 'Referat EF 1' is. De 'Organisationseinheit Prüfbehörde' is de controleautoriteit voor zowel het EFG als het ESF. Deze organen hebben ook de vorige EFG-bijdragen voor Duitsland beheerd. Sommige van de taken van de EFGbeheersautoriteit worden permanent aan de ODA gedelegeerd door middel van een administratieve overeenkomst.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

43. Duitsland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–Goodyear heeft zijn activiteiten na de ontslagen voortgezet, is zijn wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor zijn werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–de voorgestelde acties zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

44. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 18 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

45. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 165 231 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

46. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen 19 .

Met dit besluit samenhangende handelingen

47. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 2 165 231 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

48. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.