Toelichting bij COM(2018)82 - Standpunt EU over een wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER (in de bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad) strekt ertoe een wijziging aan te brengen in bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst, teneinde Verordening (EU) nr. 1305/2014 van de Commissie betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem telematicatoepassingen voor goederenvervoer van het spoorwegsysteem in de Europese Unie 1 erin op te nemen.

De aanpassingen in het bijgaande ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER gaan verder dan wat als louter technische aanpassingen kan worden beschouwd in de zin van Verordening nr. 2894/94 van de Raad.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Met het bijgaande ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER wordt het reeds bestaande EU-beleid uitgebreid tot de EER-/EVA-staten (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De uitbreiding van de EU-wetgeving tot de EER-/EVA-staten door de opname van deze wetgeving in de EER-overeenkomst geschiedt conform de doelstellingen en beginselen van deze overeenkomst, met het oog op een dynamische en homogene Europese economische ruimte, gebaseerd op gemeenschappelijke regels en gelijke concurrentievoorwaarden.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De wetgeving die in de EER-overeenkomst moet worden opgenomen, is gebaseerd op de artikelen 91 en 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-overeenkomst 2 stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.

De EDEO dient in samenwerking met de Commissie het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER bij de Raad in met het oog op vaststelling van het standpunt van de Unie. De EDEO hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

De doelstelling van dit voorstel, namelijk te zorgen voor de homogeniteit van de interne markt, kan niet voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt en kan derhalve, gezien de gevolgen van de maatregelen, beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt.

De opname van de EU-wetgeving in de EER-overeenkomst geschiedt conform Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hetgeen een bevestiging is van de gekozen aanpak.

Evenredigheid

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat dit voorstel niet verder dan nodig is om de doelstelling te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst is voor een besluit van het Gemengd Comité van de EER gekozen. Het Gemengd Comité van de EER ziet toe op de doeltreffende uitvoering en werking van de EER-overeenkomst. Het neemt besluiten in de gevallen waarin deze overeenkomst voorziet.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zijn geen gevolgen voor de begroting als gevolg van de opname van Verordening (EU) nr. 1305/2014 van de Commissie in de EER-overeenkomst.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Beschrijving van de voorgestelde aanpassing

Bij Verordening (EU) nr. 1305/2014 van de Commissie wordt een stuurgroep opgericht, bedoeld in punt 7.1.4 van de bijlage. De stuurgroep vormt de strategische beheerstructuur die als taak heeft de werkzaamheden voor de tenuitvoerlegging van de technische specificatie inzake interoperabiliteit (TSI) van het subsysteem telematicatoepassingen voor goederenvervoer (TAF) efficiënt te beheren en te coördineren.

Aan de EVA-kant worden deze taken toevertrouwd aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, overeenkomstig de tweeledige structuur van de EER-overeenkomst. De EER-/EVA-staten vragen daarom dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de status van waarnemer in deze stuurgroep krijgt.

De leden van de stuurgroep kunnen de stuurgroep voorstellen andere organisaties als waarnemers toe te laten indien daar deugdelijke technische en organisatorische redenen toe zijn.