Toelichting bij COM(2018)250 - Voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 14.3.2018


COM(2018) 250 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda


1.INLEIDING

De Europese migratieagenda vormt nog steeds een breed kader voor de werkzaamheden van de EU op het gebied van migratie. Alle belangrijke onderdelen van de agenda worden ten uitvoer gelegd, maar de zeer hoge migratiedruk blijft een probleem, gezien de geopolitieke instabiliteit en de demografische en sociaal-economische langetermijntrends in Europa’s nabuurschap en daarbuiten.


Dit verslag biedt een breed overzicht van de vorderingen en ontwikkelingen op alle gebieden, waaronder de bescherming van kinderen 1 , die zijn geconstateerd sinds het vorige verslag van de Commissie, dat in november 2017 is verschenen 2 . Ook wordt de voortgang beschreven die is geboekt met het stappenplan van de Commissie dat tegen juni 2018 moet leiden tot een akkoord over het integrale migratiepakket, dat in december 2017 is gepresenteerd op de bijeenkomst van de EU-leiders 3 . Het verslag geeft een indruk van de brede aard van de werkzaamheden en maakt duidelijk dat de EU op alle terreinen verdere inspanningen moet leveren.


Ten slotte worden ook de belangrijkste concrete maatregelen beschreven die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de EU-respons doeltreffend blijft. Daarbij gaat het met name om aanzienlijke investeringen, van de lidstaten en de EU gezamenlijk, ter ondersteuning van het EU-optreden inzake de externe dimensie van migratie.


2.SITUATIE LANGS DE BELANGRIJKSTE MIGRATIEROUTES

De migratiesituatie is in 2017 stabieler geworden, maar problematisch gebleven. Met bijna 205 000 irreguliere grensoverschrijdingen waren er in 2017 28 % minder nieuwkomers dan in 2014, het jaar vóór de crisis 4 . De situatie is echter kwetsbaar. Om de neerwaartse trend te handhaven wordt het werk in verband met alle migratieroutes in 2018 dan ook voortgezet. De druk op de nationale migratiesystemen neemt af, maar is nog steeds hoog. In 2017 zijn in de EU 685 000 asielaanvragen ingediend (43 % minder dan in 2016), waarvan 160 000 door kinderen 5 , en hebben de lidstaten bijna één miljoen asielbeslissingen afgegeven 6 .


Geconstateerde illegale overschrijdingen van de EU-buitengrens en lopende asielaanvragen aan het einde van het jaar in de EU-28 – 2014-2017


Bron: Europees Grens- en kustwachtagentschap voor geconstateerde illegale grensoverschrijdingen en Eurostat voor de lopende asielaanvragen. Noot: de gegevens over de lopende asielaanvragen in 2017 hebben geen betrekking op Spanje en Cyprus, waarvoor cijfers ontbreken.


2.

Oostelijke Middellandse Zeeroute


Langs de oostelijke Middellandse Zeeroute volgen de migratiebewegingen nog steeds de trend die is ingezet na de verklaring EU-Turkije in maart 2016. In 2017 kwamen 42 319 migranten aan via de oostelijke Middellandse Zeeroute, tegenover 182 227 in 2016 7 . Wat 2018 betreft waren op 6 maart 2018 in totaal 3 126 aankomsten op Griekse eilanden geregistreerd, tegenover 2 689 in diezelfde periode in 2017 8 . Wat betreft de meest frequente landen van herkomst van de betrokken migranten heeft zich een kleine verschuiving voorgedaan. In 2017 waren de eerste drie landen van herkomst Syrië (40 %), Irak (19 %) en Afghanistan (11 %). Tot dusver zijn de verhoudingen in 2018 licht verschoven: de top drie bestaat nu voor 32 % uit Syriërs, voor 27 % uit Irakezen en voor uit 13 % Afghanen.


Terwijl recentelijk zeer weinig mensen vanuit Turkije zijn overgestoken naar Italië, Cyprus, Bulgarije en Roemenië, is het aantal irreguliere oversteken vanuit Turkije naar Griekenland over de landgrens ten opzichte van voorgaande jaren toegenomen. In 2017 bedroeg het aantal irreguliere overschrijdingen van deze landgrens meer dan 5 500 – bijna 80 % meer dan in 2016. In 2018 zijn tot 4-5 maart 838 gevallen ontdekt, tegenover 291 in dezelfde periode in 2017. De grootste groep irreguliere grensoverschrijders bestaat overigens uit Turken; tot dusver zijn zij in 2018 goed voor meer dan 50 % van de overschrijdingen.


3.

Westelijke Balkanroute


De betrekkelijke stabiliteit waarvan sinds 2017 sprake is langs de westelijke Balkanroute, houdt ook in 2018 aan. Dankzij verscherpt grenstoezicht en gecoördineerde samenwerking tussen EU-lidstaten, EU-agentschappen en de landen van de Westelijke Balkan is het nog moeilijker geworden om op irreguliere wijze via de Westelijke Balkanroute te reizen. De versterkte controles op de hoofdroutes kunnen echter aanzetten tot het ontwikkelen van nieuwe routes of het verleggen van bestaande routes. Ook kunnen zij ertoe leiden dat smokkelnetwerken zich aanpassen en overstappen op nieuwe werkwijzen. Daarbij kunnen smokkelaars, om hun winstmarge op peil te houden, technieken gaan benutten waarbij migranten een groter risico lopen. Dit betekent dat de ontwikkelingen ook in de toekomst nauwlettend moeten worden gevolgd en dat samenwerking bij de bestrijding van smokkelaars geboden blijft.


Van de ontdekte illegale grensoverschrijdingen van de EU-buitengrens werden de meeste geregistreerd aan de grens met Servië. Ook zijn er aanwijzingen dat er een subroute ontstaat langs Albanië, Montenegro en Bosnië en Herzegovina, naar Kroatië en Slovenië. Dat er meer Iraanse onderdanen worden ontdekt die de EU proberen binnen te komen via de landen van de Westelijke Balkan, is eveneens een ontwikkeling die goed in het oog moet worden gehouden. Het toenemende aantal pogingen dat de laatste maanden is geregistreerd, hangt samen met het besluit van Servië om Iraanse onderdanen visumvrije toegang te verlenen. Bij de meeste geregistreerde pogingen om de EU op illegale wijze binnen te komen, ging het om vluchten vanuit Belgrado waarbij gebruik werd gemaakt van valse of op frauduleuze wijze verkregen documenten. Ten slotte moeten ook de migratiestromen vanuit de westelijke Balkanlanden terug naar Griekenland nauwlettend in het oog worden gehouden, aangezien in 2017 beduidend meer bewegingen van Albanië naar Griekenland zijn vastgesteld, al gaat het over het algemeen om kleine aantallen 9 .


4.

Centrale Middellandse Zeeroute


De Commissie heeft krachtig ingezet op de aanpak van de situatie langs de route door het centrale Middellandse Zeegebied, voortbouwend op het partnerschapskader inzake migratie 10 en op de Verklaring van Malta 11 . Niettemin maken de meeste mensen die Europa over zee bereiken, nog steeds gebruik van deze route, ondanks de significante afname van het aantal afvaarten vanuit Libië sinds medio juli 2017. In 2017 hebben 119 369 personen Italië langs deze route bereikt – 34 % meer dan in 2016. Tot en met 6 maart 2018 zijn in 2018 5 457 aankomsten geregistreerd, zo’n 65 % minder dan in dezelfde periode in 2017. Er heeft zich een belangrijke verandering voorgedaan wat betreft de belangrijkste landen van herkomst van de migranten die tot dusver in 2018 via deze route zijn aangekomen: het betreft voornamelijk Eritreeërs (24 %), Tunesiërs (20 %) en Nigerianen (6 %), waar het in 2017 nog ging om Nigerianen (15 %), Guineeërs (8 %), en Ivorianen (8 %).


Het aantal mensen dat vanuit Tunesië naar Italië vertrekt, neemt nog steeds sterk toe: tot dusver is circa 20 % van de mensen die 2018 hebben geprobeerd de EU op irreguliere wijze binnen te komen, vertrokken uit Tunesië (alle nationaliteiten).


In 2017 kwamen er minder mensen om op zee en deze tendens houdt ook in 2018 aan. Meer dan 286 300 migranten zijn sinds 1 februari 2016 gered in het kader van EU-operaties ter ondersteuning van de Italiaanse kustwacht. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie heeft de Libische kustwacht in de Libische territoriale wateren in 2017 meer dan 20 300 migranten gered en in januari 2018 meer dan 2 000, mede dankzij de teruggave van vaartuigen door Italië, na opleiding van de bemanningsleden. De route is echter nog steeds bijzonder gevaarlijk, met name nu smokkelaars hun werkwijze zodanig zijn gaan aanpassen dat migranten een nog groter risico lopen. In 2017 zijn naar schatting 2 853 mensen omgekomen of vermist op zee – 38 % minder dan in 2016 12 . Ook zijn in Niger opsporings- en reddingsoperaties in de woestijn uitgevoerd: in 2017 zijn meer dan 2 000 migranten in veiligheid gebracht, van wie 1 100 bij opsporings- en reddingsoperaties die samen met de Internationale Organisatie voor Migratie werden uitgevoerd.


5.

Westelijke Middellandse Zeeroute/Atlantische route


Het aantal personen dat aankomt via de westelijke Middellandse Zeeroute/de Atlantische route, neemt sinds juni 2017 toe. In 2017 zijn 28 349 migranten langs deze route in Spanje aangekomen – meer dan twee maal zoveel als in 2016. Daarbij gaat het onder meer om een toenemend aantal pogingen om de Spaanse autonome steden Ceuta en Melilla over land te bereiken, de zee vanuit Marokko en Algerije over te steken, en de grens door de lucht te overschrijden vanaf de vliegvelden van Dakar en Casablanca. Tot en met 4 maart waren er in 2018 in totaal 3 804 personen aangekomen in Spanje (via de westelijke Middellandse Zeeroute, de Atlantische route dan wel Ceuta en Melilla) – 17 % meer dan tijdens dezelfde periode in 2017 (3 260) 13 . De migranten die in 2018 zijn geregistreerd wegens het illegale overschrijden van de grens via deze route hebben vooral de Guineese (17 %), Marokkaanse (17 %), Malinese (15 %), Ivoriaanse (13 %) en Gambiaanse (7 %) nationaliteit. In 2017 ging het met name om Marokkanen (21 %), Algerijnen (18 %), Ivorianen (14%), Guineeërs (13%) en Gambianen (11%).


3.EU-STEUN VOOR MIGRATIEBEHEER

Oostelijke Middellandse Zeeroute — Steun aan Griekenland en Bulgarije

De hotspot-aanpak blijft een wezenlijk element van de EU-steun aan de lidstaten. Hoewel de voorzieningen in de bestaande opvangvoorzieningen zijn verbeterd, zijn er nog steeds onvoldoende opvangplaatsen beschikbaar in de hotspots in Griekenland. Op 8 maart bevonden zich 12 926 migranten op de eilanden (van wie 10 020 in de hotspots) – beduidend meer dan het officiële aantal beschikbare plaatsen (minder dan 8 000). Er zijn inspanningen geleverd om de capaciteit uit te breiden en ervoor te zorgen dat de faciliteiten adequaat worden ingericht voor de winter. In Moria zijn 60 nieuwe wooneenheden geïnstalleerd, met een extra capaciteit van 700 plaatsen. De voorzieningen op Kos en Leros zijn verbeterd. De beschikbaarstelling door lokale overheden van locaties voor aanvullende opvangcapaciteit en capaciteit voor detentie in afwachting van verwijdering blijft echter een belangrijk knelpunt. Ook zouden de Griekse autoriteiten in het kader van het nationale programma onmiddellijk met een oplossing moeten komen om te voorzien in vertolking op de eilanden.


Meer algemeen is er op zowel de eilanden als het vasteland een aanhoudend gebrek aan adequate huisvesting voor niet-begeleide minderjarigen. De Griekse autoriteiten moeten vaart zetten achter het opzetten, met financiële steun van de EU, van 2 000 aanvullende opvangplaatsen voor niet-begeleide minderjarigen in heel Griekenland. In alle hotspots in Griekenland zijn kinderbeschermingsteams aangesteld en deze teams krijgen opleiding. Deze stap maakt deel uit van een bredere inspanning om voorrang te geven aan de behoeften van migrerende kinderen, overeenkomstig de mededeling van de Commissie van april 2017.


Willen deze maatregelen concrete en blijvende resultaten opleveren, dan is constant toezicht door de Griekse autoriteiten geboden.


Op 7 maart 2018 waren in totaal 21 847 mensen herplaatst vanuit Griekenland, onder wie 513 niet-begeleide minderjarigen. In Griekenland bevinden zich nog 149 personen wier herplaatsingsaanvraag is aanvaard, maar die nog niet zijn overgebracht. Onder hen zijn 32 niet-begeleide minderjarigen 14 .


De EU blijft aanzienlijke financiële steun aan Griekenland verlenen voor de aanpak van migratiegerelateerde problemen. Sinds het begin van 2015 heeft de Commissie 393 miljoen EUR toegekend voor noodhulp, bovenop de 561 miljoen EUR die beschikbaar is uit hoofde van de nationale programma’s voor 2014-2020. Daarnaast is via het instrument voor noodhulp 15 in 2016-2017 al meer dan 440 miljoen EUR verstrekt en is voor 2018 nog eens 198 miljoen EUR beschikbaar. In een financieel plan voor 2018, dat in december 2017 is ontwikkeld, zijn wezenlijke behoeften geïnventariseerd. Dit plan moet het mogelijk maken om het gebruik van noodfinanciering geleidelijk te verruilen voor middelen die zijn toegewezen in het kader van de nationale programma’s voor Griekenland.


In 2017 heeft een EU-bijdrage van 24 miljoen EUR aan het door de Internationale Organisatie voor Migratie uitgevoerde programma voor begeleide vrijwillige terugkeer en re-integratie 5 656 migranten geholpen naar hun land van herkomst terug te keren; 1 683 van hen vertrokken vanaf de eilanden. Op 1 maart 2018 waren op deze manier 760 migranten geholpen bij hun terugkeer, onder wie 242 vanaf de eilanden. In samenwerking met het Vluchtelingenagentschap van de VN financiert de EU ook een omvangrijk programma ter ondersteuning van de opvangcapaciteit op het vasteland, door middel van een huurregeling waarmee tegen medio 2018 tot 25 000 mensen zouden moeten kunnen worden gehuisvest op het vasteland, bovenop de 2 000 plaatsen die al beschikbaar zijn dankzij de huurregeling op de eilanden. Deze aanpak is doeltreffend opgeschaald naargelang de behoefte steeg.


Een ander wezenlijk onderdeel van de steun van de EU aan Griekenland wordt geleverd door de betrokken EU-agentschappen. Teams van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken ondersteunen de Griekse autoriteiten bij de identificatie en registratie van potentiële aanvragers van internationale bescherming en voorzien migranten van essentiële informatie. Verder geven deskundigen adviezen inzake het vaststellen van de nationaliteit en helpen zij mogelijke fraude met documenten op te sporen. Daarnaast verleent een team van 14 deskundigen de Griekse beroepsinstantie voor asielzaken specifieke steun om knelpunten te verhelpen en de besluitvorming doeltreffender te maken. In 2018 zal bijzondere aandacht worden besteed aan het ondersteunen van de Griekse autoriteiten bij het ontwikkelen en uitvoeren van een systeem voor toezicht op de opvang. Op 7 maart 2018 waren in totaal 72 nationale deskundigen door het Bureau ingezet in Griekenland en zij werden ondersteund door 76 tijdelijke medewerkers en 84 tolken.


Op 5 maart 2018 had het Europees Grens- en kustwachtagentschap 801 deskundigen ingezet aan de zee- en landgrenzen van Griekenland. Zij ondersteunen de autoriteiten bij de uitvoering van de hotspotaanpak, inclusief het identificeren en registreren van migranten en het nemen van hun vingerafdrukken, het doeltreffend controleren van de buitengrenzen, het tegengaan van secundaire bewegingen en het vergemakkelijken van terugkeer. Het Agentschap financiert ook de inzet van 280 Griekse politieagenten. Sinds september 2016 zijn verschillende groepen deskundigen van Europol ingezet in Griekenland om secundaire veiligheidscontroles te verrichten. Op 5 maart 2018 waren in totaal 19 uitgezonden functionarissen van Europol en 2 personeelsleden van Europol ingezet, op vijf locaties in Griekenland. Bij een evaluatie van de inzet van de door Europol uitgezonden functionarissen 16 werd hun aanwezigheid eind 2017 aangemerkt als onmisbaar voor het verrichten van doeltreffende secundaire veiligheidscontroles. De evaluatie omvatte ook een reeks aanbevelingen om de regeling nog doeltreffender te maken en optimaal te benutten.


Ook verleent de EU aanzienlijke financiële bijstand aan Bulgarije op het gebied van migratie- en grensbeheer. De toewijzing aan Bulgarije in het kader van de nationale programma’s bedraagt 97,1 miljoen EUR en na de tussentijdse evaluatie zal nog eens 10,5 miljoen EUR worden toegewezen uit het Fonds voor interne veiligheid-Grenzen. Sinds het begin van 2015 is dit aangevuld met 172 miljoen EUR aan noodhulp. De tenuitvoerlegging van de nationale programma’s vertoont voldoende vooruitgang, hoewel de noodhulp sneller zou kunnen worden verleend. Doordat de lidstaten te weinig deskundigen ter beschikking stellen, kan het Europees Grens- en kustwachtagentschap niet genoeg personeel inzetten; voor de periode tot en met 28 maart 2018 betreft dit tekort 42 deskundigen.


6.

De verklaring EU-Turkije


De tenuitvoerlegging van de verklaring EU-Turkije blijft concrete resultaten opleveren wat betreft het beperken van het aantal irreguliere en gevaarlijke oversteken en het redden van levens op de Egeïsche Zee, onder meer door de hervestiging van Syriërs die behoefte hebben aan internationale bescherming. De Turkse grenswacht is zijn patrouilleactiviteiten blijven verrichten. Er zijn aanzienlijk minder mensen omgekomen op zee: in 2017 ging het om 62 personen, tegenover 434 in 2016 17 .


Met de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is bij de tenuitvoerlegging van de verklaring EU-Turkije ook praktische steun verleend aan Syrische vluchtelingen en de gastgemeenschappen in Turkije. De Faciliteit is een van de snelste en meest doeltreffende EU-steunmechanismen gebleken. De projecten zijn in nauwe samenwerking met de Turkse autoriteiten bedacht en ontwikkeld 18 . De Faciliteit van 3 miljard EUR is in een recordtijd geactiveerd en was eind 2017 volledig aanbesteed; alle 72 projecten worden thans ten uitvoer gelegd 19 . Meer dan 1,85 miljard EUR is al uitbetaald. Het grote succes van de Faciliteit, zowel als onderdeel van de algemene aanpak van de strategie EU-Turkije als wat betreft het verlenen van cruciale steun aan de vluchtelingen, kan op conto worden geschreven van het partnerschap tussen de EU, de lidstaten en Turkije.


De Faciliteit voorziet bijna 1,2 miljoen van de meest kwetsbare vluchtelingen van een maandelijkse contante overdracht via het sociale vangnet voor noodgevallen (ESSN). Ook is dankzij de Faciliteit ondersteuning geboden in verband met Turkse taallessen voor 312 000 kinderen en educatief materiaal voor 500 000 studenten. De financiering heeft ook primaire zorgconsulten voor bijna 764 000 vluchtelingen en de vaccinatie van meer dan 217 000 minderjarige Syrische vluchtelingen mogelijk gemaakt (zie bijlage 2) 20 .


Dankzij gedeelde financiering tussen de EU en de lidstaten kon de Faciliteit worden beheerd volgens een op partnerschap gebaseerde aanpak. De kern hiervan is een comité waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd en waaraan Turkije in een adviserende hoedanigheid deelneemt. Dit is bijzonder doeltreffend gebleken en zou onmogelijk zijn geweest als de financiering exclusief van de EU zou komen. De verklaring EU-Turkije bepaalt: „Zodra deze middelen bijna zijn opgebruikt (...) zal de EU tot eind 2018 extra financiering van nog eens 3 miljard euro voor de Faciliteit vrijmaken 21 ”. Voor de voortzetting van dit belangrijke werk dient de EU nu de volgende tranche van 3 miljard EUR beschikbaar te stellen. Daartoe neemt de Commissie vandaag een besluit 22 . Omdat er ook voor de financiering van andere zaken een beroep op de EU-begroting moet worden gedaan (in de eerste plaats vanwege de andere migratiegerelateerde behoeften die in dit verslag worden beschreven), bedraagt de maximale bijdrage uit de EU-begroting 1 miljard EUR. De andere 2 miljard EUR moeten opnieuw door de lidstaten worden gefinancierd, op dezelfde basis als de eerste tranche. Om tekorten in de financiering via de Faciliteit te voorkomen, moeten de eerste contracten in het kader van de volgende tranche in de zomer van 2018 worden ondertekend.


Een ander belangrijk onderdeel van de werkzaamheden betrof de inspanningen van de Commissie en de betrokken EU-agentschappen om de Griekse asieldienst en de beroepscommissies te helpen de asielaanvragen sneller te behandelen, zodat de terugkeer naar Turkije in het kader van de verklaring 23 vlotter zou verlopen. Dit heeft geleid tot verbeteringen, waaronder een aanzienlijke vermindering van de achterstand in eerste aanleg op de meeste eilanden, waardoor de gemiddelde behandelingstermijn van asielaanvragen in eerste aanleg is teruggebracht tot circa twee maanden. Veel van de in de vorige verslagen vermelde tekortkomingen zijn echter nog steeds aanwezig 24 .


Versnelde asielprocedures zijn onontbeerlijk voor het opvoeren van het tempo van de terugkeer naar Turkije. Sinds maart 2016 zijn 2 164 gevallen van terugkeer geregistreerd 25 en daarvan waren op 9 maart 2018 slechts 563 het resultaat van een in tweede aanleg negatieve gerechtelijke beslissing over een asielverzoek. De verwachting was dat het werk van de beroepscommissies door een langverwacht arrest van de raad van state aan rechtszekerheid zou winnen, maar de output van de procedures is slechts marginaal toegenomen. De Griekse regering werkt aan een herziening van de desbetreffende Griekse asielwetgeving. Daarbij worden veranderingen overwogen die zouden bijdragen tot kortere termijnen, de ruimte om de opschortende werking van een beroep toe te passen in overeenstemming zouden brengen met de vereisten van het EU-recht en zouden voorzien in kortere uiterste termijnen om een zaak voor het administratief hooggerechtshof te brengen en daaropvolgende verzoeken te behandelen. Als volgende stap worden wijzigingsvoorstellen voorgelegd aan het Griekse parlement.


Doordat er mensen blijven aankomen op de Egeïsche eilanden en de terugkeer traag verloopt, staat de opvangcapaciteit op de hotspots nog steeds onder druk. De Griekse autoriteiten hebben hierop gereageerd door kwetsbare asielzoekers naar het vasteland over te brengen. Om te waarborgen dat de Verklaring EU-Turkije doeltreffend blijft, is thans overeengekomen een strengere aanpak te volgen bij de identificatie van kwetsbare asielzoekers; er wordt gebruikgemaakt van een template om voor meer consistentie bij de definitie van kwetsbaarheid te zorgen en er wordt gewerkt aan een operationele handleiding.


De hervestiging vanuit Turkije in het kader van de Verklaring EU-Turkije gaat door, zij het in een trager tempo dan in de periode mei-oktober 2017, toen een recordaantal Syriërs werd hervestigd. Terwijl in 2017 nog 16 lidstaten hebben bijgedragen aan hervestiging vanuit Turkije in het kader van de verklaring, gaat het in 2018 tot dusver om slechts enkele lidstaten. Het is van wezenlijk belang dat een gestaag tempo wordt aangehouden en dat de lidstaten blijven meewerken aan de hervestigingsregeling. Sinds het voortgangsverslag van november zijn 1 122 mensen hervestigd, waardoor het totale aantal hervestigingen sinds de inwerkingtreding van de verklaring meer dan 12 476 26 bedraagt. De vrijwillige regeling voor humanitaire toelating, inclusief de operationele standaardprocedures die de lidstaten in december 2017 hebben goedgekeurd, dient te worden geactiveerd. In alle elementen en voorwaarden voor activering die in de Verklaring EU-Turkije worden genoemd, is thans voorzien. Zo kunnen de hervestigingen doorgaan en wordt een veilig en legaal alternatief geboden voor irreguliere migratie naar de EU.


Wat betreft de uitvoering van het stappenplan voor visumliberalisering heeft Turkije begin februari bij de Europese Commissie een werkprogramma ingediend waarin wordt beschreven hoe Turkije van plan is te voldoen aan de zeven resterende benchmarks voor visumliberalisering 27 . Momenteel beoordeelt de Commissie de voorstellen van Turkije; nader overleg met de Turkse collega’s volgt.


Een wezenlijke aanvulling op de inspanningen van de EU en Turkije bestaat in het verder aanpakken van de situatie in Syrië en andere buurlanden die voor de enorme opgave staan grote aantallen vluchtelingen te helpen. Op de conferentie over Syrië die op 24 en 25 april 2018 zal worden gehouden door de EU en de Verenigde Naties, wil de EU eenzelfde inspanning leveren als in april 2017, toen de Unie besloot 560 miljoen EUR uit de begroting voor 2018 beschikbaar te stellen voor bijstand en bescherming. Jordanië en Libanon blijven vluchtelingen en hun gastgemeenschappen helpen om in hun levensonderhoud te voorzien en beide landen hebben belangrijke stappen genomen om alle vluchtelingenkinderen toegang tot onderwijs te bieden. De EU blijft steun geven aan Libanon (334 miljoen EUR, waarvan 247 miljoen EUR bij contract vastgelegd) en Jordanië (228 miljoen EUR, 126 miljoen EUR bij contract vastgelegd). Daarbij wordt voorrang gegeven aan maatregelen om bescherming en bijstand te verlenen aan de meest kwetsbaren.


7.

Westelijke Balkanroute


Hoewel het aantal irreguliere grensoverschrijdingen langs deze route al enige tijd betrekkelijk gering is, blijft er sprake van significante smokkelactiviteiten. Op 12 februari 2018 is een overeenkomst tussen het Europees Grens- en kustwachtagentschap en Albanië geparafeerd, op grond waarvan het Agentschap bijstand op het gebied van het beheer van de buitengrenzen kan verlenen en snel teams kan inzetten op Albanees grondgebied ingeval de migratiestromen plotseling verschuiven. De Commissie onderhandelt thans over soortgelijke overeenkomsten met Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.


De Commissie reageert niet alleen op de migranten- en vluchtelingencrisis in de Westelijke Balkan door EU-financiering beschikbaar te stellen, maar blijft ook samenwerking en informatie-uitwisseling faciliteren. Daartoe organiseert zij onder meer tweewekelijkse videoconferenties met de landen op de route en verleent zij aanzienlijke ondersteuning om het migratiebeheer in de regio te verbeteren. Deze belofte werd versterkt door de onlangs aangenomen strategie voor 'Een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de westelijke Balkan' 28 . Via de Internationale Organisatie voor Migratie zijn in 2018 tot en met 7 maart 53 personen vanuit Servië, 16 vanuit Bosnië en Herzegovina en 8 vanuit Montenegro begeleid bij vrijwillige terugkeer. Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel van Europol blijft de onderzoeken van de lidstaten ondersteunen. In 2017 heeft Europol ondersteuning verleend aan vier actiedagen, waarbij op de Westelijke Balkan 64 personen zijn aangehouden. Eurojust ondersteunt onderzoek en vervolging en verschaft praktische adviezen aan praktijkkrachten via de thematische groep irreguliere-migrantensmokkel.


Volgende stappen:

·De Griekse autoriteiten moeten meer vaart zetten achter de uitvoering van terugkeer naar Turkije in het kader van de Verklaring, met name door wijzigingen aan te brengen in de Griekse wetgeving en de laatste hand te leggen aan regelingen met het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken om ervoor te zorgen dat de operaties in Griekenland doeltreffend verlopen en de beroepscommissies aanvullende ondersteuning krijgen;

·De Griekse autoriteiten moeten op alle niveaus samenwerken om de opvangcapaciteit en -voorwaarden in de hotspots te verbeteren;

·De lidstaten moeten zorgen voor voldoende deskundige ondersteuning van het werk van de EU-agentschappen in Griekenland en Bulgarije;

·De desbetreffende lidstaten moeten alle nog openstaande verzoeken van Griekenland beantwoorden en alle resterende in aanmerking komende aanvragers daadwerkelijk herplaatsen;

·Er moeten op korte termijn overeenkomsten worden gesloten tussen het Europees Grens- en kustwachtagentschap en niet-EU-landen in de Westelijke Balkan;

·Nu aan alle randvoorwaarden is voldaan, moet de vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden worden geactiveerd voor de hervestiging van vluchtelingen vanuit Turkije;

·De tweede tranche van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije moet worden gemobiliseerd met het extra budget van 3 miljard EUR en de EU en de lidstaten moeten op dezelfde basis bijdragen als bij de eerste tranche.


8.

Centrale Middellandse Zeeroute


- Ondersteuning van Italië

De uitvoering van de hotspotaanpak (screenen, identificeren, vingerafdrukken afnemen, registreren, informeren, debriefen en doorverwijzen) wordt nog steeds ondersteund. Het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken overweegt in 2018 nog drie hotspots open te stellen. Gezien de bewegelijkheid van de stromen is het cruciaal dat Italië deze extra hotspots opent in het kader van de noodplannen voor de zomer.


De EU-agentschappen blijven aanzienlijke ondersteuning bieden. Het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken zet in Italië momenteel 40 nationale deskundigen in (bijgestaan door 51 tijdelijke personeelsleden en 100 culturele bemiddelaars), die helpen om de formele registratie van verzoeken om internationale bescherming overal in het land sneller te laten verlopen en de asielcommissies ondersteunen. Ook ondersteunt het Bureau Italië bij de tenuitvoerlegging van recente wetgeving 29 ter versterking van de bescherming van migrerende kinderen. De deskundigen van het Europese grens- en kustwacht helpen bij de pre-identificatie, de nationaliteitsbeoordeling, de screening, het afnemen van vingerafdrukken en het debriefen van aangekomen migranten. Bovendien vindt praktisch overleg plaats tussen de deskundigen van de agentschappen om de samenhang tussen beslissingen inzake asiel en terugkeer te versterken. Sinds februari 2017 zijn verschillende groepen deskundigen van Europol ingezet in Italië om secundaire veiligheidscontroles te verrichten. Op 5 maart 2018 waren in totaal 16 uitgezonden functionarissen van Europol en 3 personeelsleden van Europol ingezet, op vijf locaties in Italië.


Sinds 7 maart 2018 zijn 11 999 mensen herplaatst vanuit Italië, onder wie 174 niet-begeleide minderjarigen. 224 aanvragers (onder wie 48 niet-begeleide minderjarigen) die reeds zijn aanvaard voor herplaatsing, zijn nog in Italië, in afwachting van hun overbrenging naar Duitsland (137), Nederland (22), Portugal (19), Oostenrijk (15) en Kroatië (14). Verder zijn er 709 nog niet beantwoorde verzoeken tot herplaatsing (onder meer voor 106 niet-begeleide minderjarigen), die door Italië hoofdzakelijk zijn toegezonden aan Duitsland (529), Frankrijk (95), Nederland (46) en Portugal (29).


De EU verleent aanzienlijke financiële bijstand aan Italië op het gebied van migratie- en grensbeheer. Naar aanleiding van het actieplan van 4 juli 2017 30 is de onmiddellijke extra financiële steun ten bedrage van 35 miljoen EUR aan Italië voor de implementatie van hervormingen nog verhoogd, met de toewijzing van 39,92 miljoen EUR aan noodhulp tegen het eind van 2017 voor de versterking van de capaciteiten in de hotspots en op andere plaatsen waar migranten aan land gaan. Dit brengt de totale EU-steun die tot dusver aan Italië is toegekend op 189 miljoen EUR. Deze noodhulp is een aanvulling op de nationale programma’s van Italië op het gebied van migratie en binnenlandse zaken, waarmee 650 miljoen EUR is gemoeid 31 .


Het Europees Grens- en kustwachtagentschap is op 1 februari 2018 begonnen aan de nieuwe gezamenlijke operatie Themis, die in de plaats komt van de gezamenlijke operatie Triton in het centrale Middellandse Zeegebied, om beter aan te sluiten bij de veranderende migratiepatronen en grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen. Vaartuigen die deelnemen aan de gezamenlijke operatie Themis blijven levens redden in het centrale Middellandse Zeegebied. Ook moeten zij steun verlenen bij opsporings- en reddingsacties, ongeacht het operationele gebied, als het bevoegde coördinatiecentrum voor redding op zee daartoe oproept.


Volgende stappen:

·Italië zal volgens plan drie extra hotspotlocaties openen;

·De volgende fase van de noodfinanciering wordt afgerond met de Italiaanse autoriteiten;

·De lidstaten moeten alle nog openstaande verzoeken van Italië beantwoorden en alle resterende in aanmerking komende aanvragers snel herplaatsen en daarbij absolute voorrang aan minderjarigen geven;

·Italië blijft uitvoering geven aan alle maatregelen die worden genoemd in het actieplan van 4 juli 2017.


- Libië, de regio en de landen langs de route

De gruwelijke omstandigheden waarmee veel migranten in Libië te maken krijgen en de uitgebreide smokkelactiviteit is door de EU beantwoord met intensieve werkzaamheden om in de onmiddellijke behoeften van migranten te voorzien, gemeenschappen te stabiliseren en gestrande migranten te helpen naar huis terug te keren of, als zij bescherming nodig hebben, een veilige route naar Europa te vinden.


Het aantal mensen dat is geholpen om Libië te verlaten, is aanzienlijk toegenomen sinds de gezamenlijke taskforce van de Afrikaanse Unie, de Europese Unie en de Verenigde Naties 32 is opgezet en heeft besloten om meer mensen te begeleiden bij vrijwillige terugkeer vanuit Libië (via de Internationale Organisatie voor Migratie) 33 en het aantal evacuaties op te voeren door middel van een noodtransitmechanisme (met het VN-vluchtelingenbureau, UNHCR). De streefcijfers van 15 000 aanvullende gevallen van begeleide vrijwillige terugkeer tegen februari 2018 34 en de evacuatie van 1 300 personen begin 2018 zijn gehaald. Deze inspanningen zullen worden voortgezet teneinde de evacuatie van de migranten en internationale bescherming behoevende mensen die gevangen worden gehouden, te voltooien en een einde te maken aan de verschrikkelijke omstandigheden waaronder zij worden vastgehouden.


Het succes van het noodtransitmechanisme hangt af van een tweeledig proces. In de tweede fase daarvan worden de uit Libië geëvacueerde personen die internationale bescherming nodig hebben, hervestigd vanuit Niger. Tot dusver zijn slechts 25 evacués hervestigd. Niger moet dringend hervestigingsinspanningen leveren. De lidstaten moeten nauw met VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) blijven samenwerken en de gedane toezeggingen sneller ten uitvoer leggen, met het oog op evacuatie uit Libië en vlotte hervestiging vanuit Niger. Verder is het van belang dat de UNHCR alles in het werk stelt om hervestigingsdossiers sneller aan lidstaten toe te wijzen.


Het werk van de tasforce werd ondersteund door een gezamenlijke follow-upmissie naar Tripoli in februari, die gericht was op het aanpakken van knelpunten zoals nationaliteitsbeperkingen. Met de Libische autoriteiten is gesproken over de noodzaak een halt toe te roepen aan marteling en onmenselijke behandeling in detentiecentra, over maatregelen om geleidelijk een einde te maken aan het systeem van arbitraire en stelselmatige detentie van migranten, en over maatregelen tegen smokkel.


Het EU-noodtrustfonds voor Afrika blijft een cruciale rol spelen bij het werk van de EU. Op 26 februari is besloten om wat betreft vrijwillige terugkeer en evacuatie nog een stap verder te gaan, met een nieuw programma van 115 miljoen EUR voor verdere ondersteuning van de UNHCR en de Internationale Organisatie voor Migratie. Bij het huidige terugkeertempo vanuit Libië kan met de beschikbare middelen echter maar enkele maanden re-integratiesteun worden gefinancierd. Bovendien betekent het programma inzake gemengde migratie, ten belope van 90 miljoen EUR, dat deze organisaties hun aanwezigheid op ontschepingspunten en in detentiecentra kunnen uitbreiden om medische en directe bijstand te verlenen aan migranten en vluchtelingen. Hierdoor hebben 33 000 migranten binnen en buiten detentiecentra kunnen profiteren van rechtstreekse steun in de vorm van dekens, kleding en hygiënepakketten. Bovendien hebben 10 000 migranten medische zorg ontvangen. Ook is bijstand verleend aan meer dan 3 500 ontheemde Libische gezinnen. Medische faciliteiten hebben medische uitrusting 35 ontvangen, waaronder stroomgeneratoren en ambulances 36 . Verder wordt er gewerkt aan maatregelen om lokale boeren te helpen de productie in getroffen gebieden op peil te houden. Deze maatregelen worden aangevuld met capaciteitsopbouw om boeren in staat te stellen hun technische capaciteit te vergroten en hun gemeenschap weerbaarder te maken. Er zijn aanvullende middelen gemobiliseerd voor het EU-Trustfonds, om samen met het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten te kunnen werken aan een programma ter bevordering van de mensenrechtensituatie van migranten in Libië. Andere programma’s beginnen ook van de grond te komen. Een programma van 46,3 miljoen EUR ter ondersteuning van het grensbeheer in Libië, dat in partnerschap tussen de Commissie en Italië is ontwikkeld, is in december 2017 contractueel vastgelegd in het kader van het EU-Trustfonds; thans wordt begonnen aan de tenuitvoerlegging. Op 7 maart is nog een programma uit hoofde van het EU-Trustfonds vastgesteld, ter ondersteuning van Libische gemeenten 37 . Dit programma van 50 miljoen EUR zal de levensomstandigheden van zowel kwetsbare bevolkingsgroepen als gastgemeenschappen verbeteren door de capaciteit van Libische gemeenten te ontwikkelen wat betreft de verlening van basisdiensten (zorg, onderwijs, sanitaire voorzieningen, water). De activiteiten zullen worden afgestemd op de behoeften van de lokale overheden, in nauw overleg met de presidentiële raad en de regering van nationale eenheid. Dit programma is in samenwerking met Italië geformuleerd.


De bijdrage van de lidstaten aan het onderdeel Noord-Afrika van het EU-Trustfonds is van vitaal belang gebleken. Na de bespreking in de Europese Raad hebben de EU-lidstaten toegezegd 158,6 miljoen EUR extra aan het Trustfonds te zullen bijdragen, hoofdzakelijk om te voorzien in middelen voor dit onderdeel. Dankzij deze bijdragen en de aanvullende middelen die beschikbaar zijn gesteld uit de EU-begroting konden belangrijke programma’s in het eerste kwartaal van 2018 worden voortgezet. Naarmate projecten ten uitvoer worden gelegd en hun begincapaciteit bereiken, moeten zij echter worden verlengd. Dit geldt voor gebieden als begeleide vrijwillige terugkeer, bescherming, grensbeheer en ondersteuning van gemeenten. Derhalve zullen er aanvullende middelen nodig zijn – hoofdzakelijk uit de begrotingen van de lidstaten, maar ook uit de EU-begroting: met de huidige stroom van projecten voor 2018, en ervan uitgaande dat succesvolle bestaande projecten waarschijnlijk tot in 2019 worden verlengd, gaat het om 390 miljoen EUR. En hoewel er nog circa 165 miljoen EUR beschikbaar is, dan wel is geïdentificeerd binnen de EU-begroting of is toegezegd door de lidstaten, is er nog altijd een financieringstekort van 225 miljoen EUR. Er zij op gewezen dat het gaat om middelen voor werk dat rechtstreeks van belang is voor Libië, maar dat het werk uit hoofde van de twee andere onderdelen, zoals dat ter bevordering van re-integratie, ook grote impact heeft op de doeltreffendheid van het EU-optreden in Libië.


De inspanningen van de EU ter ondersteuning van de twee Libische kustwachten zijn voortgezet. In het kader van operatie Sophia hebben tot dusver ongeveer 201 personeelsleden van de Libische kustwacht, waaronder de bemanning van vijf patrouilleerboten, een combinatie van opleiding aan de wal en op zee gevolgd. Er wordt gepland om het deel van de opleiding dat aan de wal wordt gegeven, tot eind 2018 voort te zetten en het toezicht te versterken (de eerste verslaglegging moet begin mei 2018 gereed zijn). Via het Seahorse-netwerk Middellandse Zee is in opleiding op het gebied van opsporing en redding voorzien door Malta en verdere opleiding zal worden verzorgd door Italië. De aanleg van een beveiligd communicatienetwerk in het Middellandse Zeegebied voor de uitwisseling van informatie inzake illegale migratie over zee verkeert thans in het eindstadium; het netwerk moet in de tweede helft van 2018 operationeel zijn. Ook ondersteunt de EU de samenwerking tussen de Italiaanse kustwacht en de Libische kustwacht bij het beoordelen van de capaciteit op het gebied van opsporing en redding en bij een uitvoerbaarheidsstudie inzake het opzetten van een Libisch coördinatiecentrum voor redding op zee.


Er wordt verder gewerkt aan verbetering van het verzamelen van informatie en het uitwisselen daarvan tussen alle EU-organen. Er wordt een proefproject opgezet om EU-agentschappen en personeel dat betrokken is bij EUNAVFOR MED-operatie Sophia, te helpen rechtstreeks samen te werken binnen een criminaliteitsinformatiecel die deel uitmaakt van de operatie, teneinde de bij de operatie Sophia verzamelde informatie optimaal te benutten ter voorkoming, opsporing en vervolging van criminaliteit, overeenkomstig de desbetreffende wettelijke mandaten. De EU-missie voor bijstandverlening inzake grensbeheer in Libië heeft in Tripoli een lichte vertegenwoordiging opgezet, met vijf roulerende operationele personeelsleden. Zij is in de loop van 2017 steeds nauwer gaan samenwerken met de Libische autoriteiten en heeft onder meer bijstand aan de Libische autoriteiten verleend bij het ontwikkelen van hervormingen op het gebied van het Libische grensbeheer. Deze aanwezigheid zal geleidelijk worden uitgebreid, zodra de veiligheidssituatie dat toelaat.


De EU blijft zich inzetten voor een inclusieve politieke transitie in Libië, overeenkomstig de conclusies van de Raad van juli 2017 38 .


- Landen langs de route

De samenwerking met landen van herkomst en doorreis van migratieroutes in Afrika wordt voortgezet. In december 2017 zijn nog eens 28 programma’s goedgekeurd in het kader van het EU-Trustfonds voor Afrika, ten belope van in totaal 468,27 miljoen EUR. Er zijn onder meer projecten georganiseerd om de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen te versterken en banen te creëren (ook voor jongeren en de gastgemeenschappen). Verder wordt er opgetreden tegen migrantensmokkel en mensenhandel. De laatste programma’s, die in februari 2018 zijn vastgesteld, hebben ten doel migranten in de Sahel te beschermen, begeleide vrijwillige terugkeer vanuit Libië te ondersteunen, migranten duurzaam te re-integreren, te zorgen voor evacuatie en ondersteuning bij hervestiging, en terugkerende migranten duurzaam te laten re-integreren in Ethiopië.


Het is van belang dat het werk in het kader van het EU-Trustfonds wordt voortgezet. Voor de drie onderdelen van het Trustfonds (de Sahel en de regio rond het Tsjaadmeer, de Hoorn van Afrika en Noord-Afrika) zijn in totaal 147 programma’s goedgekeurd voor een totaalbedrag van 2,5 miljard EUR en er zijn contracten gesloten voor iets meer dan 1,5 miljard EUR. Hoewel Noord-Afrika in 2017 de meest urgente prioriteit was, is het voor een brede strategie van essentieel belang dat ook de werkzaamheden in het kader van de andere onderdelen worden voortgezet. Met de geplande acties voor de Sahel en de regio rond het Tsjaadmeer is naar schatting 775 miljoen EUR gemoeid, waarvan tot dusver 201 miljoen EUR is gegarandeerd. Met de geplande acties voor de Hoorn van Afrika is naar schatting 904 miljoen EUR aan projecten gemoeid, terwijl 469 miljoen EUR 39 aan middelen beschikbaar is. Dit betekent dat er wat betreft deze twee onderdelen voor 2018-2019 sprake is van een totaal financieringstekort van circa 1 miljard EUR. De geplande projecten zijn gericht op ondersteuning van migratiedialogen, toegang tot basisdiensten, bescherming en ontwikkelingsbehoeften van vluchtelingen op lange termijn, preventie van mensenhandel en migrantensmokkel, alsmede re-integratie van migranten na terugkeer. Uit het feit dat voor deze twee onderdelen uit zowel het Europees Ontwikkelingsfonds als de EU-begroting wordt geput, blijkt ook dat de druk op de migratiegerelateerde financiering verschillende onderdelen van het Trustfonds betreft, en dat de momenteel beschikbare middelen en reserves van de EU niet zullen volstaan om in de vastgestelde behoeften te voorzien.


Inmiddels kunnen het plan voor externe investeringen en het bijbehorende Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling op zeer veel belangstelling van de financiële partnerinstellingen rekenen. De respons op de eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor investeringsprogramma’s in het kader van de eerste twee investeringsonderdelen van het Garantiefonds („Duurzame energie en connectiviteit” en „Financiering van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen”) heeft de verwachtingen verre overtroffen. De waarde van de ontvangen voorstellen is reeds groter dan de totale capaciteit van het Garantiefonds voor alle vijf investeringsonderdelen. Het Garantiefonds heeft ook de belangstelling gewekt van derden, zoals de Bill & Melinda Gates Foundation, die onlangs bekendmaakte 50 miljoen USD te willen bijdragen. Om in de vraag te kunnen voorzien, dienen nog meer bijdragen aan de garantie te worden geleverd. De steun van de EU voor gecombineerde financieringsoperaties in 2017, op gebieden als vervoer, energie, milieu, landbouw, stadsontwikkeling en lokale ondernemingen, moet in totaal voor ongeveer 9,6 miljard EUR aan publieke en private investeringen vrijmaken, waaronder 5,6 miljard EUR voor 30 grote projecten in Afrika bezuiden de Sahara. Het gevolg is dat zal moeten worden overwogen de financiering in het kader van het extern investeringsplan te verruimen: de financieringsbijdragen van de lidstaten zullen van wezenlijk belang zijn om gelijke tred te houden met de snel groeiende vraag.


Financiering is van cruciaal belang om reëel effect te sorteren. Zo speelt de steun die de EU aan Niger verleent een sleutelrol bij haar inspanningen om het aantal irreguliere migranten dat via Agadez reist, te beperken. Ging het in 2016 om gemiddeld 340 personen per dag, in 2017 is dit aantal teruggelopen tot 40 à 50 per dag. Het gemeenschappelijk onderzoeksteam dat de operationele en justitiële capaciteit van de Nigerese politie moet versterken, is operationeel. In 2017 zijn hierdoor aan het openbaar ministerie 76 zaken voorgelegd die betrekking hadden op strafbare feiten in verband met mensenhandel of migrantensmokkel. Verder zijn zeven van de twaalf internationale criminele netwerken ontmanteld en zijn 29 voertuigen en zes motoren in beslag genomen. Ondersteuning om EU-lidstaten en derde landen vaker op deze manier op het gebied van rechtshandhaving te laten samenwerken ter bestrijding van migrantensmokkel wordt gerealiseerd via een specifieke oproep tot het indienen van voorstellen voor de Noord-Afrikaanse regio. Om te zorgen voor andere inkomstenbronnen dan migrantensmokkel, voorziet de EU lokale gemeenschappen in het noorden van Niger van inkomenssteun. Sinds november 2017 verricht de civiele missie van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (EUCAP Sahel Niger) regelmatig bezoeken ter plaatse in de regio om irreguliere migratiestromen in kaart te brengen, tendensen en routes te analyseren, behoeften te beoordelen, projecten uit te voeren en in opleiding en uitrusting te voorzien. Deze missie is nu versterkt met het oog op een krachtiger aanpak van migrantensmokkel en mensen-, drugs- en wapenhandel. Deze werkzaamheden krijgen hun beslag op een ministeriële conferentie voor de Sahellanden, de EU en verschillende lidstaten, die op 16 maart zal worden gehouden door de regering van Niger.


De EU, de Afrikaanse Unie en de G5-Sahel 40 organiseerden op 23 februari 2018 in Brussel een internationale topconferentie over veiligheid en ontwikkeling in de Sahel, waaraan werd deelgenomen door de 32 staatshoofden en regeringsleiders van de EU-lidstaten en de G5-Sahel, samen met de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie en tal van andere partners. Hierbij werd vooral aandacht besteed aan de stabiliteit en stabilisering van de perifere, grensoverschrijdende en kwetsbare gebieden van de Sahel. Nadat de EU in 2017 de gemeenschappelijke strijdkrachten van de G5-Sahel via de Vredesfaciliteit voor Afrika had ondersteund met 50 miljoen EUR, legde zij op de conferentie nog eens 50 miljoen EUR vast voor de ondersteuning van de strijd tegen terrorisme, drugs, migrantensmokkel en mensenhandel. Als gevolg van de conferentie werd in totaal 414 miljoen EUR toegezegd ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strijdkrachten van de G5-Sahel, die ook aanvullende steun zullen blijven ontvangen van de missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid in de Sahel.


Ook de werkzaamheden ter bestrijding van smokkelnetwerken in de Hoorn van Afrika zijn opgevoerd. Zo is de ontwikkeling voortgezet van het door het EU-Trustfonds voor Afrika gefinancierde regionaal operationeel centrum voor het proces van Khartoem, dat gezamenlijke onderzoeken tussen de landen van de Hoorn en Afrika en elders moet stimuleren. Er wordt gewerkt aan de voorbereiding van infrastructuur, de vaststelling van de rechtsgrondslag en de aanwijzing van medewerkers als contactpunten en verbindingsofficieren.


De in 2017 in Caïro gestarte migratiedialoog tussen de EU en Egypte biedt de mogelijkheid om in het kader van de prioriteiten voor 2017-2020 van het partnerschap EU-Egypte tot krachtigere en meer strategische samenwerking op het gebied van migratie te komen. Eén project uit hoofde van het in oktober 2017 overeengekomen programma ter waarde van 60 miljoen EUR is ondertekend en de Europese Commissie streeft er actief naar om hieraan uitvoering te kunnen geven. De Egyptische autoriteiten hebben zich ook op technisch niveau actief opgesteld en momenteel wordt samenwerking met het Europees Grens- en kustwachtagentschap onderzocht.


Tunesië is momenteel een van de belangrijkste landen van herkomst van migranten die via de route door het centrale Middellandse Zeegebied aankomen. De dialoog is geïntensiveerd en de onderhandelingen over visumversoepeling en overname zijn hervat. Tunesië profiteert van een breed scala aan bilaterale en regionale samenwerkingsprogramma’s van de EU, waaronder acties die worden gefinancierd uit het EU-trustfonds. Op 22 februari is een samenwerkingsplatform over migrantensmokkel gestart, met het oog op betere samenwerking met de lokale overheden in de regio.


Op regionaal niveau is eind 2017 in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie een subsidieovereenkomst ondertekend voor de regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's voor Noord-Afrika. Dit programma bestrijkt Libië, Egypte, Algerije, Marokko en Tunesië en omvat een project dat het Vluchtelingenagentschap van de VN in Libië ten uitvoer legt en dat speciaal ten doel heeft de hervestigingsmogelijkheden van kwetsbare vluchtelingen te verbeteren 41 .


9.

Westelijke Middellandse Zeeroute


Marokko spant zich in om irreguliere migratie te voorkomen door met name met Spanje samen te werken op het gebied van grensbewaking. Het bezoek van commissaris Avramopoulos aan Rabat in november 2017 bood de gelegenheid om een nieuwe impuls te geven aan de samenwerking met het oog op de voorbereiding van een bijstandspakket ter versterking van de capaciteit inzake grensbeheer. Hiermee zou worden voortgebouwd op de financiering die de EU reeds heeft verleend ter ondersteuning van het Marokkaanse migratiebeleid (in december 2017 is 35 miljoen EUR toegewezen, waarvan de eerste tranche onmiddellijk is uitbetaald). Voorts heeft het EU-Trustfonds in december 2017 een nieuw programma goedgekeurd (4,58 miljoen EUR) ter versterking van de bescherming en weerbaarheid van migranten en vluchtelingen, ontheemden en gastgemeenschappen in Marokko. Dit programma – dat deel uitmaakt van Marokko’s eigen nationale strategie inzake migratie — zal het maatschappelijk middenveld helpen de aandacht te vestigen op de rechten van migranten en de beschikbaarheid van juridisch advies. Ook zal het de integratie van migranten in de Marokkaanse maatschappij bevorderen. Tijdens de migratiebesprekingen in november heeft Marokko er tevens mee ingestemd de onderhandelingen over de overnameovereenkomst te hervatten.


Wat Algerije betreft, is het aantal migranten met de Algerijnse nationaliteit dat irregulier in Europa aankomt, toegenomen, al blijft het in absolute termen om kleine aantallen gaan. Algerije blijft ook een belangrijk land van doorreis voor irreguliere migranten die Marokko en Libië proberen te bereiken en recente informatie wijst erop dat migratieroutes van Mali en Niger verschuiven naar Algerije. De noodzaak om de dialoog en de samenwerking inzake migratie en mobiliteit te intensiveren werd aan de orde gesteld tijdens de vergadering van het Associatiecomité van december 2017 en op 28 februari vond een vierde informele dialoog over migratie tussen de EU en Algerije plaats. Momenteel neemt Algerije deel aan regionale programma’s op het gebied van migratie (zoals het regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma (RDPP) voor Noord-Afrika en Euromed Migratie), maar de samenwerking met de EU heeft nog niet geleid tot specifieke acties of projecten die worden gefinancierd door het EU-Trustfonds voor Afrika.


Volgende stappen:

·Alle lopende projecten uitvoeren met Libië en de continuïteit ervan waarborgen door in te stemmen met de tweede fase daarvan, voor zover van toepassing;

·Blijven samenwerken met de taskforce van de EU, de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties om mensen te helpen Libië te verlaten en met de Libische autoriteiten om een einde te maken aan de stelselmatige detentie van migranten;

·De UNHCR en de lidstaten moeten zich blijven inspannen voor evacuatie en hervestiging via het noodtransitmechanisme, waarbij de lidstaten met spoed uitvoering geven aan hervestiging;

·Gemeenschappelijk onderzoeksteams in andere belangrijke landen opzetten;

·De doeltreffende samenwerking met Marokko, Tunesië en Algerije versterken, parallel aan de voortdurende inspanningen om regelingen te treffen op het gebied van terugkeer en overname;

·Voor de drie onderdelen van het EU-Trustfonds voor Afrika is adequate financiering door de EU en de lidstaten nodig om eventuele financieringstekorten aan te vullen.


4.TERUGKEER EN OVERNAME

Het in het stappenplan van december 2017 vastgestelde doel om met drie partnerlanden overeenstemming te bereiken over regelingen inzake terugkeer en overname is gehaald. Nadat een overeenkomst inzake operationele standaardprocedures op het gebied van terugkeer was gesloten met Bangladesh, zijn soortgelijke regelingen tot stand gekomen met twee belangrijke landen in Afrika ten zuiden van de Sahara en één in Oostelijk Afrika. Al deze regelingen worden momenteel ten uitvoer gelegd. Er worden technische belemmeringen en relevante oplossingen geïdentificeerd om vaart te kunnen zetten achter praktische maatregelen zoals identificatiemissies en gezamenlijke terugkeeroperaties. Er wordt gewerkt aan de sluiting van een aantal verdere praktische regelingen of volwaardige overnameovereenkomsten met landen in Afrika bezuiden de Sahara, in nauwe samenwerking met de lidstaten en met gebruikmaking van alle nodige hefbomen en instrumenten.


De bilaterale samenwerking met landen in Azië is op dit gebied geïntensiveerd. Op 8 februari 2018 is op de eerste vergadering van het gemengd comité EU-Afghanistan gesproken over migratie. Daarbij is er ook op gewezen dat het van belang is dat terugkeer daadwerkelijk wordt gepaard aan re-integratie. De operationele standaardprocedures ten aanzien van Bangladesh worden toegepast en een reeks vergaderingen na de eerste bijeenkomst van de gezamenlijke werkgroep in december 2017 heeft geholpen om problemen rond de uitvoering op te lossen: het proces loopt goed en er keren mensen terug. Met Pakistan is goede vooruitgang geboekt wat betreft het creëren van een elektronisch platform voor de behandeling van overnameverzoeken. Er wordt contact gelegd met het oog op de eventuele ontwikkeling van een migratiedialoog met Iran en andere belangrijke landen.


Aan deze besprekingen wordt praktische ondersteuning verleend. In december 2017 liepen alle onder de speciale maatregel van de Commissie vallende programma’s ter ondersteuning van de re-integratie van repatrianten in Afghanistan en Bangladesh. Het grootste programma voor steun aan Afghanistan (39 miljoen EUR) is eind 2017 van start gegaan. Het voorziet onder meer in hulp bij de ontwikkeling en implementatie van een beleidskader voor repatrianten en ontheemden en in provinciale actieplannen voor re-integratie. Eind februari 2018 was er bijstand voor opvang na aankomst verleend aan 406 personen die waren teruggekeerd naar Afghanistan. Daarbij ging het onder meer om medische en psychosociale steun, verder vervoer naar de eindbestemming en tijdelijke huisvesting. Binnenkort volgen activiteiten ter bevordering van de gemeenschapsontwikkeling. Deze maatregelen zullen ook worden versterkt door de speciale maatregelen ter waarde van 196 miljoen EUR die in september 2017 ter ondersteuning van de migratiedialoog met Afghanistan, Pakistan, Irak en Bangladesh zijn vastgesteld om het hoofd te bieden aan de uitdagingen op korte, middellange en lange termijn die het gevolg zijn van langdurige gedwongen ontheemding en migratie in Azië en het Midden-Oosten.


Over visumversoepelings- en overnameovereenkomsten is ook verder onderhandeld met Tunesië (de tweede ronde vond plaats op 28 november 2017, de derde ronde is gepland voor april) en China (eerste ronde). Tijdens de migratiebesprekingen in november 2017 heeft Marokko er tevens mee ingestemd de onderhandelingen over de overnameovereenkomst, die al drie jaar waren opgeschort, te hervatten. De Commissie heeft al sinds 2002 een mandaat om te onderhandelen over een overnameovereenkomst met Algerije, maar de onderhandelingen zitten muurvast.


Een groeiend aantal terugkeeroperaties wordt gesteund door het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Sinds medio oktober 2017 heeft het Agentschap bijna 135 terugkeeroperaties ondersteund, voor bijna 5 000 mensen. De voornaamste betrokken landen zijn landen in de Westelijke Balkan, alsook Tunesië, Georgië en Pakistan, terwijl bij het grootste aantal operaties Duitsland, Italië, Frankrijk, België en Oostenrijk betrokken waren 42 . Het Agentschap zal de terugkeeroperaties van de lidstaten nog krachtiger gaan ondersteunen. De werkzaamheden van het Agentschap omvatten het in kaart brengen van behoeften en capaciteiten van de lidstaten op het gebied van terugkeer, het inzetten van verbindingsfunctionarissen in de lidstaten, en het opzetten van terugkeeroperaties door het Agentschap zelf. In januari 2018 heeft een bijeenkomst op hoog niveau met de lidstaten plaatsgevonden om een optimale benutting van deze mogelijkheden te bevorderen. Tegelijkertijd heeft de Commissie steun verleend aan een specifiek initiatief van een lidstaat voor de ontwikkeling van een Europese aanpak van terugkeer en re-integratie in het kader van het Europees netwerk voor terugkeer en re-integratie, waaronder financiële steun ten bedrage van 15 miljoen EUR. Het netwerk, dat volledig operationeel zal zijn in de zomer van 2018, staat onder leiding van Nederland en er wordt aan deelgenomen door 13 andere lidstaten en twee geassocieerde landen. Dit werk moet blijven voldoen aan de doelstellingen van het stappenplan van de Commissie van december 2017.


Daarnaast zijn de bestaande projecten op het gebied van terugkeer en re-integratie, zoals het initiatief inzake een Europees geïntegreerd beheersysteem voor terugkeer en het netwerk van Europese verbindingsfunctionarissen, onlangs versterkt met aanvullende financiering om te kunnen beantwoorden aan de grotere vraag. Nauwkeurigere en snelle statistische informatie kan een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van het beheer van terugkeer en overname. Er zijn nog steeds belangrijke lacunes en vertragingen bij de verstrekking van dergelijke statistieken van de lidstaten. De Commissie overweegt de EU-regels inzake de verzameling en de regelmatigheid van statistieken over migratie en internationale bescherming te wijzigen om voor een alomvattend overzicht te zorgen en enkele van de vastgestelde lacunes aan te pakken.


In het kader van haar voorstel tot wijziging van de Visumcode stelt de Commissie vandaag voor om beter gebruik te maken van het visumbeleid om vooruitgang te boeken bij de samenwerking op het gebied van terugkeer en overname met landen buiten de EU. Er zullen strengere voorwaarden worden vastgesteld voor de behandeling van visumaanvragen van onderdanen van derde landen als de betrokken landen onvoldoende meewerken op het gebied van terugkeer en overname.


Volgende stappen:

·Voortgang boeken bij de lopende onderhandelingen over overnameovereenkomsten en terugkeerregelingen met partnerlanden;

·De lidstaten moeten ten volle gebruik maken van de onlangs overeengekomen terugkeer- en overnameregelingen en meer overnameverzoeken tot de betrokken landen richten;

·De verstrekking van statistische informatie over migratie en internationale bescherming verbeteren;

·Het Europees Parlement en de Raad moeten vaart zetten achter de onderhandelingen over het voorstel van de Commissie van 14 maart tot wijziging van de Visumcode.


5.VERSTERKT BEHEER VAN DE BUITENGRENZEN

De modernisering van het beheer van de buitengrenzen maakt deel uit van de in december 2017 goedgekeurde routekaart. Het Europees Grens- en kustwachtagentschap blijft de lidstaten ondersteunen met gezamenlijke operaties langs de belangrijkste migratieroutes in het oostelijke, centrale en westelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan. In totaal worden daarbij meer dan 1 350 grenswachters en andere personeelsleden ingezet.


Gebleken is dat er veel te weinig middelen zijn toegezegd voor de operationele activiteiten in 2018. De toezeggingen zouden slechts 49 % dekken van de deskundigen en 44 % van de technische middelen voor activiteiten met betrekking tot de landgrenzen. Voor operaties aan de zeegrenzen zou kunnen worden voorzien in 85 % van de deskundigen, maar in slechts 51 % van de technische middelen. Door deze aanzienlijke tekorten dreigt de tenuitvoerlegging de voor 2018 geplande activiteiten sterk te worden beperkt. Het Agentschap zal spoedig een bijeenkomst op hoog niveau met de lidstaten en de Commissie organiseren om het toezeggingsproces te verbeteren.


De vaste capaciteit van de verplichte snel inzetbare pool is bijna bereikt; 27 lidstaten hebben hun grenswachters aangewezen, zodat de vereiste pool nu voor 99 % tot stand is gebracht (1 482 van de 1 500 functionarissen).


Hoewel er enkele aanvullende toezeggingen zijn bevestigd, is er geen noemenswaardige vooruitgang geboekt wat betreft de pool van snel inzetbare uitrusting. Er blijft EU-financiering beschikbaar voor uitrusting die in de behoeften van het Agentschap voorziet. De Commissie is van oordeel dat hiervoor in 2018 aanvullende middelen aan de lidstaten zouden kunnen worden toegewezen, bovenop de 208 miljoen EUR die in 2015 en 2017 beschikking is gesteld. De lidstaten moeten nu echter hun inspanningen opvoeren om de reeds toegewezen middelen te gebruiken; dit zou in hoge mate kunnen bijdragen aan het opvullen van de bestaande lacunes.


Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van het Agentschap bestaat erin kwetsbaarheidsbeoordelingen te ontwikkelen om mogelijke tekortkomingen bij het grenstoezicht door de lidstaten op te sporen. Van de 37 aanbevelingen uit 2017 zijn er vooralsnog slechts zes aangemerkt als uitgevoerd. De lidstaten moeten alle aanbevelingen uit 2017 uitvoeren en het Agentschap moet een doeltreffend mechanisme invoeren om toe te zien op de volledige tenuitvoerlegging ervan. Het Agentschap voert momenteel de kwetsbaarheidsbeoordeling 2018 uit.


De verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht 43 definieert het begrip “Europees geïntegreerd grensbeheer” en bepaalt dat het Agentschap een technische en operationele strategie voor Europees geïntegreerd grensbeheer moet vaststellen. Te dien einde heeft de Commissie in de loop van 2017 44 speciale bijeenkomsten met het Europees Parlement en de lidstaten georganiseerd; met de resultaten daarvan is rekening gehouden bij de vaststelling van de belangrijkste elementen voor de ontwikkeling van de strategie voor Europees geïntegreerd grensbeheer. De volgende stap in dit proces bestaat erin dat de voornaamste elementen voor de ontwikkeling van het Europees geïntegreerd grensbeheer, die worden beschreven in bijlage 6, niet alleen als richtsnoer voor het opstellen van de technische en operationele strategie voor het Europees geïntegreerd grensbeheer door het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de nationale strategieën van de lidstaten worden gebruikt, maar ook in aanmerking worden genomen bij de gedachtevorming over mogelijke scenario’s voor de toekomstige ontwikkeling van de Europese grens- en kustwacht, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie over het toekomstige meerjarig financieel kader 45 . Het Europees Grens- en kustwachtagentschap dient een technische en operationele strategie te ontwikkelen en de nationale autoriteiten moeten nu beginnen hun nationale strategieën voor geïntegreerd grensbeheer op te stellen.


In de afgelopen maanden heeft de EU vorderingen geboekt met betrekking tot twee belangrijke nieuwe IT-systemen op het gebied van het beheer van de buitengrenzen. Ten eerste is in december 2017 het inreis-/uitreissysteem in werking getreden en de Commissie verwacht dat dit eind 2020 volledig operationeel zal zijn. Ten tweede zijn er ver gevorderde interinstitutionele onderhandelingen over de opzet van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie. Met dit systeem kunnen de risico’s uit het oogpunt van irreguliere migratie, veiligheid of volksgezondheid vooraf – voordat niet-visumplichtige reizigers het Schengengebied binnenkomen – worden beoordeeld. Het systeem zou kort na de ingebruikneming van het inreis-uitreissysteem (EES) operationeel kunnen zijn. Verder boeken het Europees Parlement en de Raad vooruitgang bij de besprekingen over de interoperabiliteit van systemen voor grensbeheer, migratie en veiligheid.

Volgende stappen:

·De betrokken lidstaten moeten snel en volledig uitvoering geven aan de aanbevelingen die zijn gedaan in het kader van de kwetsbaarheidsbeoordelingen 2017;

·De lidstaten moeten onverwijld voorzien in de extra financieringsbijdragen die nodig zijn voor de voor 2018 geplande en door het Europees Grens- en kustwachtagentschap gecoördineerde operationele activiteiten aan de buitengrenzen van de EU;

·Op basis van de voornaamste elementen, die worden beschreven in bijlage 6, moet het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de komende maanden een technische en operationele strategie voor het Europees geïntegreerd grensbeheer en de lidstaten vaststellen om ervoor te zorgen dat de overeenkomstige nationale strategieën voorhanden zijn.


6.HERPLAATSING, HERVESTIGING EN ANDERE LEGALE MOGELIJKHEDEN

De herplaatsing van in aanmerking komende aanvragers door lidstaten is van onschatbaar belang voor de hulp aan mensen die duidelijk internationale bescherming nodig hebben en ter verlichting van de druk op de asielstelsels van lidstaten die veel vluchtelingen opvangen. Na ruim twee jaar kan worden vastgesteld dat de herplaatsingsregeling van de EU een succes is gebleken; de regeling helpt vluchtelingen een nieuw leven te beginnen en zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheid beter wordt verdeeld tussen de lidstaten — meer dan 96 % van alle in aanmerking komende aanvragers die door Italië en Griekenland voor herplaatsing zijn geregistreerd, zijn inmiddels herplaatst. De Commissie heeft alle lidstaten aan hun wettelijke verplichtingen herinnerd en de lidstaten die nog niet deelnemen aan herplaatsing, verzocht hier onmiddellijk toe over te gaan. De Commissie heeft in juli 2016 inbreukprocedures ingeleid en op 7 december 2017 besloten om Tsjechië, Hongarije en Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat deze lidstaten in gebreke bleven wat hun wettelijke verplichtingen betreft.


Met hervestiging kunnen de EU en de lidstaten zowel voldoen aan hun hulpplicht jegens personen die internationale bescherming nodig hebben, als de oorzaken van irreguliere migratie beperken. Van de 22 504 hervestigingen die in 2015 zijn overeengekomen 46 , was op 8 december 2017 – de dag waarop de financiële ondersteuning van deze regeling zou aflopen – 86 % uitgevoerd. 19 432 internationale bescherming behoevende personen werden voornamelijk vanuit Turkije, Jordanië en Libanon, maar ook vanuit andere derde landen hervestigd in 21 lidstaten en vier geassocieerde lidstaten 47 .


Naar aanleiding van de aanbeveling van de Commissie van september 2017 48 zal de nieuwe regeling een verdere stimulans geven aan de inspanningen op het gebied van hervestiging. Op grond van deze regeling, die wordt ondersteund met 500 miljoen EUR uit de EU-begroting,zullen uiterlijk op 31 oktober 2019 ten minste 50 000 personen die internationale bescherming nodig hebben, worden hervestigd. De lidstaten hebben positief op de aanbeveling gereageerd: tot dusver zijn door 19 lidstaten bijna 40 000 plaatsen toegezegd 49 . Daarmee is deze collectieve verbintenis op het gebied van hervestiging de grootste die de EU en haar lidstaten tot nu toe hebben gedaan. Momenteel moet bijzondere aandacht worden besteed aan hervestiging vanuit prioritaire regio’s als Turkije, Jordanië, Libanon en de Afrikaanse landen langs de route door het centrale Middellandse Zeegebied. De lidstaten hebben meer dan 27 000 plaatsen toegezegd voor de hervestiging van Syriërs vanuit Turkije, Jordanië en Libanon en ongeveer 7 000 voor de hervestiging vanuit de landen langs de route door het centrale Middellandse Zeegebied. In totaal zijn in het kader van deze nieuwe EU-regeling voor hervestiging al 1 855 personen hervestigd door een tiental lidstaten 50 . De Commissie verzoekt de overige lidstaten om hun toezeggingen te doen, zodat het streefcijfer van 50 000 wordt gehaald.


De Commissie dringt er bij de lidstaten op aan om uiterlijk in oktober 50 % van de toezeggingen uit te voeren, overeenkomstig het streefcijfer dat is vastgesteld in het stappenplan van december. Voor alle prioritaire regio’s moet gestaag gebruik worden gemaakt van de toegezegde hervestigingsplaatsen en daarbij moet dringend aandacht worden besteed aan de hervestiging van evacués die via het noodtransitmechanisme van Libië naar Niger zijn overgebracht.


Het totale aantal mensen dat is hervestigd sinds de start van de EU-hervestigingsregelingen, met inbegrip van de Syriërs die in het kader van de verklaring EU-Turkije zijn hervestigd vanuit Turkije, is 29 314.


Er worden gerichte legale migratie proefprojecten ontwikkeld door de Commissie en verscheidene lidstaten die belangstelling hebben getoond voor de toepassing van zowel tijdelijke migratieregelingen als migratieregelingen voor de langere termijn, uitgaande van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de lidstaten en geselecteerde derde landen. De Commissie roept de lidstaten op om met een concreet aanbod te komen met het oog op het aanknopen van gesprekken met geselecteerde derde landen, waarbij geografisch gezien Afrikaanse landen voorrang krijgen.


Wat het voorstel voor een Europese blauwe kaartbetreft, moeten het Europees Parlement en de Raad blijven streven naar een compromis dat reële waarde toevoegt en voldoet aan de gedeelde doelstelling hooggekwalificeerde werknemers aan te trekken.


Om de integratie van de arbeidsmarkt verder te stimuleren hebben de Commissie en de Europese sociale en economische partners in december 2017 een partnerschap voor integratie 51 ondertekend. Het bevat de kernbeginselen en de belangrijkste verbintenissen van de Commissie en de economische en sociale partners met betrekking tot het ondersteunen en verbeteren van de kansen voor vluchtelingen die legaal in de EU verblijven om op de arbeidsmarkt te integreren. Bovendien zal de Commissie de sociale en economische partners betrekken bij de activiteiten inzake wederzijds leren op dit gebied. Als een van de maatregelen van de Commissie omvat het partnerschap het EU-instrument voor het opstellen van een vaardigheidsprofiel van onderdanen van derde landen 52 . Deze online tool voor het opgeven van vaardigheden is nu beschikbaar in alle EU-talen en de belangrijkste talen van de uitzendende landen 53 . De tool helpt bij het analyseren van de vaardigheden die mensen wel of niet hebben en ondersteunt hun begeleiding op de arbeidsmarkt met het oog op succesvolle integratie. Eind 2018 zal de geboekte vooruitgang worden geëvalueerd.


Op 24 januari 2018 kwam de Commissie met een toolkit voor het gebruik van EU-middelen voor de integratie van mensen met een migratieachtergrond 54 om nationale en regionale autoriteiten te helpen beter gebruik te maken van EU-middelen bij de uitvoering van hun integratiebeleid, met name op het gebied van opvang, onderwijs, werk, huisvesting en toegang tot openbare diensten.


Volgende stappen:

·Terwijl de lidstaten voorzien in de nog ontbrekende toezeggingen voor hervestiging, zodat de doelstelling wordt gehaald om in het kader van de nieuwe regeling tot ten minste 50 000 toezeggingen te komen, moeten zij snel hervestigen vanuit prioritaire regio’s; De hervestiging van mensen die van Libië naar Niger zijn geëvacueerd, is bijzonder urgent;

·De lidstaten moeten met concrete aanbiedingen komen met het oog op het starten van besprekingen met geselecteerde derde landen voor de proefprojecten inzake legale migratie.


7.CONCLUSIE EN VOLGENDE STAPPEN

In december 2017 heeft de Commissie een stappenplan vastgesteld om uiterlijk in juni 2018 overeenstemming te bereiken over een integraal migratiepakket. De totstandbrenging van een krachtig en integraal EU-asielstelsel – dat bestand is tegen toekomstige crises en in het teken staat van solidariteit en verantwoordelijkheid – blijft onverminderd van belang. Het is dus zaak dat de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel wordt goedgekeurd en doorgevoerd, en dat bij de uitvoering van de in december geschetste maatregelen het momentum wordt vastgehouden.


Dit verslag geeft een beeld van de grote verscheidenheid aan maatregelen die door de EU en de lidstaten financieel worden ondersteund om te zorgen voor een doeltreffende uitvoering van alle onderdelen van de Europese migratieagenda. Deze financiering is van wezenlijk belang om miljoenen vluchtelingen in Turkije echt te helpen, migratie vanuit en binnen Libië te beheren en wereldwijd met partners samen te werken bij het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, de bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel en versterking van nationale systemen voor migratiebeheer.


In de toekomst moet het grote scala aan acties dat de EU in het kader van haar externe migratiebeleid uitvoert en waarvoor zij de flexibiliteit van haar begroting al maximaal benut, worden voortgezet en daarvoor is adequate financiering nodig. Deze moet bestaan uit een combinatie van de financiering van de EU-begroting en bijdragen uit de begrotingen van de lidstaten; partnerschap op het gebied van financiering is een randvoorwaarde voor partnerschap op het gebied van governance.


De Unie en haar lidstaten moeten nu uiterst dringend de tweede tranche in het kader van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije financieren, voor een totaalbedrag van 3 miljard EUR. De bijdrage van de Unie die de Commissie vandaag voorstelt, nl. 1 miljard EUR uit de EU-begroting, overschrijdt al ruimschoots de beschikbare marges in de rubriek “Externe maatregelen” van de begroting. Een hogere bijdrage uit de begroting van de Unie betekent dat Unie andere met migratie verband houdende programma’s niet langer doeltreffend kan financieren en — meer in het algemeen — in de toekomst geen werk meer kan maken van andere prioriteiten op het gebied van buitenlands beleid. In dit verband wordt in het verslag gewezen op de financieringstekorten voor het onderdeel van het EU-trustfonds dat betrekking heeft op Noord-Afrika, maar ook op de onderdelen die de Sahel en de regio rond het Tsjaadmeer en de Hoorn van Afrika betreffen. Ook daarvoor moet in de komende maanden meer gezamenlijke financiering van de EU en de lidstaten worden vrijgemaakt. Verder wordt ingegaan op de werkzaamheden naar aanleiding van de conferentie over Syrië in april 2017 en op de grote vraag naar garanties in het kader van het plan voor externe investeringen.


Ten slotte is het van cruciaal belang dat overeenstemming wordt bereikt over een tweede tranche van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije, op dezelfde basis als de eerste tranche. Zo kunnen de lidstaten duidelijk maken dat zij samenwerken in partnerschap met de EU en onverminderd streven naar de invoering van een solide en doeltreffend EU-migratiebeleid.

(1)

COM(2017) 211 definitief van 12.4.2017. De Commissie zal geregeld zorgen voor een online update van de voortgang die is geboekt bij de uitvoering van de maatregelen die zijn opgenomen in de mededeling over de bescherming van migrerende kinderen: https://ec.europa.eu/info/strategy/justice-and-fundamental-rights/rights-child/children-migration_en.

(2)

COM(2017) 669 final van 15.11.2017.

(3)

COM(2017) 820 final van 7.12.2017.

(4)

Gegevens van het Europese Grens- en kustwachtagentschap.

(5)

Gegevens van het Kinderfonds van de Verenigde Naties (Unicef).

(6)

Gegevens van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken.

(7)

Gegevens van het Europese Grens- en kustwachtagentschap.

(8)

Gegevens van de Griekse politie.

(9)

In de periode januari-november 2017 was er een toename van 25 % ten opzichte van dezelfde periode in 2016 (bron: Europees Grens- en kustwachtagentschap).

(10)

COM(2016) 385 final van 7.6.2016.

(11)

www.covertrekt nsilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2017/01/03-malta-declaration/

(12)

Bron: project inzake vermiste migranten van de IOM (https://missingmigrants.iom.int/region/mediterranean).

(13)

Gegevens van het Europese Grens- en kustwachtagentschap. De cijfers voor januari en februari 2018 betreffende de aankomsten via de Westelijke Middellandse Zeeroute en de Atlantische route.

(14)

Het gaat met name om Ierland (131) en Duitsland (18). Ook zijn er nog 20 aanvragers met betrekking tot wie de Griekse autoriteiten nog op antwoord van Duitsland wachten.

(15)

Vastgesteld bij Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie.

(16)

De inzet door Europol van uitgezonden functionarissen in Griekenland en Italië werd geëvalueerd door een team met vertegenwoordigers van Europol, de Commissie en verscheidene lidstaten (naast Griekenland en Italië ook Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Polen en Nederland). Op 13 december 2017 heeft de raad van bestuur van Europol zijn goedkeuring gehecht aan het definitieve evaluatieverslag en bepaald dat Europol een actieplan zou opstellen om gevolg te geven aan de in het verslag voorgestelde aanbevelingen.

(17)

Bron: project inzake vermiste migranten van de IOM (https://missingmigrants.iom.int/region/mediterranean).

(18)

Nadere informatie is opgenomen in de online tabel met projectgegevens: https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/facility_table.pdf .

(19)

Voor één project is de medeondertekening nog hangende.

(20)

COM(2018) 91/3 final van 14.3.2018.

(21)

www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases">www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases

(22)

C(2018) 1500 van 14.3.2018.

(23)

De lidstaten detacheren 57 nationale deskundigen naar het EASO om steun te bieden bij de uitvoering van de verklaring EU-Turkije in Griekenland.

(24)

Zie COM(2017) 470 def. van 6.9.2017 en COM(2017) 669 def. van 16.11.2017.

(25)

Sinds 20 maart 2016 zijn er 1 563 personen naar Turkije teruggestuurd op grond van de verklaring EU-Turkije en 601 personen op grond van het bilaterale overnameprotocol tussen Griekenland en Turkije.

(26)

Tot dusver hebben 16 EU-lidstaten Syriërs uit Turkije hervestigd, namelijk Oostenrijk, België, Kroatië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Spanje en Zweden.

(27)

Zie COM(2017) 470 final van 6.9.2017.

(28)

COM(2018) 65 final van 6.2.2018.

(29)

Dankzij met name wet nr. 47/2017 (de zogeheten „Legge Zampa”), die in mei 2017 in werking is getreden, zijn er nu holistische, multidisciplinaire en niet-invasieve procedures voor leeftijdsbepaling, wordt er relatief snel een systeem van vrijwillige vertegenwoordigers uitgerold (duizenden burgers hebben zich ingeschreven in de afgelopen maanden en de Italiaanse autoriteiten hebben momenteel al hun opleiding georganiseerd met steun van het EASO), en is de wettelijke termijn voor het verschaffen van onderdak voor lange duur verkort.

(30)

SEC(2017) 339 van 4.7.2017.

(31)

Voor de periode 2014-2020 gaat het in totaal om 387,7 miljoen EUR in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, waarvan 43,6 miljoen EUR voor hervestiging/herplaatsing, en 266 miljoen EUR uit het Fonds voor interne veiligheid, waarvan 201,5 miljoen EUR voor Grenzen en Visa en 64,5 miljoen EUR voor Politie.

(32)

De taskforce is opgezet in de marge van de vijfde top tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie (AU-EU), die op 29 en 30 november 2017 heeft plaatsgevonden in Abidjan, Ivoorkust.

(33)

In het geval van Libië spreekt de IOM van “begeleiding bij vrijwillige humanitaire terugkeer” in plaats van “begeleide vrijwillige terugkeer, gezien de schrijnende situatie van de in Libië gestrande migranten.

(34)

In 2017 vonden in totaal 19 370 gevallen van begeleide vrijwillige terugkeer plaats, waarvan 6 238 sinds het begin van de evacuatiefase (van 28 november tot en met 31 december 2017).

(35)

De IOM heeft inmiddels steun gegeven aan drie centra voor eerstelijnsgezondheidszorg in Sabha (voor 32 000 personen) en één in Qatroun (voor 3 500 personen).

(36)

In het kader van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) is een aantal ambulances geleverd aan de gemeenten Murzuq en Kufra en is een begin gemaakt met het herstel van een kliniek in Benghazi.

(37)

europa.eu/rapid/press-release_IP-17-5144_en

(38)

Conclusies van de Raad over Libië, 17.7.2017 (doc. 11155/17).

(39)

Met inbegrip van de middelen die momenteel in het EU-Trustfonds beschikbaar zijn voor de Hoorn van Afrika alsook de potentiële toewijzing van 146 miljoen EUR in het kader van de tussentijdse evaluatie inzake de regio.

(40)

De vijf Sahel-landen Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Niger en Tsjaad.

(41)

De bijdrage van het Fonds voor asiel, migratie en integratie aan het regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma (RDPP) in Noord-Afrika in het kader van het jaarlijks werkprogramma voor 2016 bedraagt 7,5 miljoen EUR, waarvan ongeveer 1,2 miljoen EUR betrekking heeft op activiteiten die moeten worden uitgevoerd in Libië. Dit volgt op een subsidie ten bedrage van 10 miljoen EUR voor projecten van het regionaal ontwikkelings- en beschermingsprogramma in Noord-Afrika, in het kader van het jaarlijks werkprogramma 2015 van het Fonds voor asiel, migratie en integratie.

(42)

Verslagperiode 16.10.2017–7.2.2018; gegevens van Frontex Application for Return.

(43)

Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016.

(44)

Derde verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad over het operationeel maken van de Europese grens- en kustwacht, COM(2017) 219 final van 2.5.2017.

(45)

Een nieuw, modern meerjarig financieel kader voor een Europese Unie die efficiënt haar prioriteiten verwezenlijkt na 2020, COM(2018) 98 final van 14.2.2018.

(46)

Conclusies van de Raad betreffende het hervestigen middels multilaterale en nationale regelingen van 20 000 personen die duidelijk internationale bescherming behoeven, van 20.7.2015, document 11130/15.

(47)

België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Spanje, Finland, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

(48)

Aanbeveling (EU) 2017/1803 van de Commissie van 3 oktober 2017 inzake de versterking van legale migratiemogelijkheden voor personen die internationale bescherming nodig hebben, C(2017) 6504.

(49)

België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Estland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

(50)

Hoewel Noorwegen geen partij is bij de nieuwe EU-hervestigingsregeling, heeft het land in diezelfde periode ook 714 vluchtelingen hervestigd. Het Noorse nationale quotum voor 2018 bedraagt 2 120 plaatsen.

(51)

europa.eu/rapid/press-release_IP-17-5352_en

(52)

Het EU-instrument voor het opstellen van een vaardigheidsprofiel van onderdanen van derde landen is beschikbaar op: https://ec.europa.eu/migrantskills/#/

(53)

Waaronder Arabisch, Farsi, Pasjtoe, Sorani, Somalisch, Tigrinya en Turks.

(54)

ec.europa.eu/regional_policy/en/information