Toelichting bij COM(2018)143 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1343/2011 over de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel is erop gericht een aantal maatregelen die de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) op haar jaarvergaderingen van 2015, 2016 en 2017 heeft vastgesteld, in het recht van de Unie om te zetten. De GFCM is een regionale organisatie voor visserijbeheer die is ingesteld krachtens artikel XIV van de oprichtingsakte van de FAO. De belangrijkste doelstellingen ervan zijn de bevordering van de ontwikkeling, de instandhouding, het rationele beheer en het optimale gebruik van levende mariene hulpbronnen en de duurzame ontwikkeling van de aquacultuur in de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de daarmee in verbinding staande wateren. De GFCM heeft de bevoegdheid om bindende besluiten ("aanbevelingen") vast te stellen in haar bevoegdheidsgebied. Die handelingen zijn hoofdzakelijk gericht tot de overeenkomstsluitende partijen, maar kunnen ook verplichtingen bevatten voor exploitanten (bijvoorbeeld de kapitein van een vaartuig). De aanbevelingen worden bindend binnen 120 dagen na de eerste kennisgeving, op voorwaarde dat er geen bezwaren zijn ingediend.


De EU en tien lidstaten (Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Slovenië, Spanje en Roemenië) zijn overeenkomstsluitende partijen bij de GFCM-overeenkomst. Voor zover de inhoud van de GFCM-aanbevelingen niet of slechts ten dele wordt gedekt door bestaand recht van de Unie, is de omzetting van de ter zake toepasselijke GFCM-bepalingen noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze in de Europese Unie overal op uniforme en doeltreffende wijze worden toegepast.


De laatste omzetting van de GFCM-besluiten werd verricht door middel van Verordening (EU) nr. 1343/2011 1 , zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2102 2 . Bij het onderhavige voorstel worden in die rechtshandeling door middel van wijzigingen de om te zetten maatregelen ingevoegd.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is in overeenstemming met het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Het heeft betrekking op instandhoudingsmaatregelen, beheersmaatregelen, monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen en maatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij. Deze maatregelen betreffen heek en roze diepzeegarnaal in het Kanaal van Sicilië, tarbot in de Zwarte Zee, zeebrasem in de Zee van Alborán en rood koraal. Het voorstel stelt ook een voor de visserij beperkt gebied in de Adriatische Zee (Jabuka/Pomo Pit-gebied) vast. Deze maatregelen gaan verder dan de bestaande EU-regelgeving.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

Evenredigheid

De voorgestelde tekst garandeert de omzetting van de betrokken GFCM-maatregelen in het recht van de Unie en gaat niet verder dan nodig is om het gestelde doel te bereiken.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van een bestaande verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: een verordening moet worden gewijzigd bij een verordening.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Het was niet nodig belanghebbende partijen te raadplegen of een effectbeoordeling uit te voeren.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde maatregel brengt geen extra uitgaven voor de Unie mee.