Toelichting bij COM(2018)156 - Globaliseringsfonds aanvraag van België - EGF/2017/010 BE/Caterpillar

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 18 december 2017 heeft België aanvraag EGF/2017/010 BE/Caterpillar ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 bij Caterpillar en vijf leveranciers (hierna 'ontslagen' genoemd).

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2017/010 BE/Caterpillar
LidstaatBelgië
Betrokken regio('s) (NUTS-niveau 2 3 )Provincie Henegouwen (BE32)
Datum waarop de aanvraag is ingediend18 december 2017
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag18 december 2017
Datum van het verzoek om aanvullende informatie24 december 2017
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie 4 februari 2018
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling29 april 2018
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming
Caterpillar – Solar Gosselies

Aantal betrokken ondernemingen
1
Economische sector(en)

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
28 (Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.)

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten
5 5
Referentieperiode (vier maanden):31 mei 2017 – 30 september 2017
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a)1 364
Aantal ontslagen voor of na de referentieperiode (b) 921
Totaal aantal ontslagen2 287
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt2 287
Totaal aantal beoogde begunstigden2 287
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen) 300
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)7 575 294
Budget voor de implementatie van het EFG 6 (EUR) 127 400
Totaal budget (EUR)7 702 694
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)4 621 616

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. België heeft aanvraag EGF/2017/010 DE/Caterpillar ingediend op 18 december 2017, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd, en heeft België op 24 december 2017 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd binnen zes weken na het verzoek verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 29 april 2018 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 2 287 werknemers die door Caterpillar Solar Gosselies (Caterpillar) en vijf leveranciers werden ontslagen. De primaire onderneming was werkzaam in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 28 ("Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen"). De ontslagen bij de betrokken ondernemingen vielen in de regio van NUTS-niveau 2 Henegouwen (BE32).

Ondernemingen en aantal ontslagen
Caterpillar1 997
Cediwal68
Eutraco63
Yusen125
Attecam9
MHP25
Totaal aantal ondernemingen: 6Totaal aantal ontslagen: 2 287
Totaal aantal zelfstandigen dat zijn werkzaamheden heeft beëindigd: 0
Totaal aantal in aanmerking komende werknemers en zelfstandigen:2 287

3.

Criteria voor steunverlening


6. België heeft de aanvraag ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 31 mei 2017 tot en met 30 september 2017.

8. Tijdens de referentieperiode vielen de volgende ontslagen:

–1 161 werknemers zijn ontslagen bij Caterpillar.

– 203 werknemers zijn ontslagen bij vier leveranciers van Caterpillar.

4.

Berekening van de gedwongen ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. Alle 1 364 ontslagen die tijdens de referentieperiode zijn gevallen, werden berekend vanaf de datum waarop de overeenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

5.

In aanmerking komende begunstigden


10. Naast de werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 923 werknemers in aanmerking die vóór of na de referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. In totaal komen bijgevolg 2 287 werknemers in aanmerking. Er is geen overlapping tussen de werknemers die worden ondersteund in het kader van de aanvraag EGF/2014/011 BE/Caterpillar en de werknemers die zijn opgenomen in de huidige aanvraag.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering

11. België legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de voornaamste reden voor de vermindering van het aantal werknemers de wereldwijde concurrentie is in de sector van machines voor de bouw en de mijnbouw en het daaruit voortvloeiende verlies van marktaandeel van Caterpillar in die sector 7 .

12. De productie van de mijnbouwsector in Europa is gedaald van 234 miljoen EUR in 2012 tot 180 miljoen EUR in 2015 8 en de uitvoer van de EU-28 is sinds 2014 aanzienlijk gekrompen 9 .

13. Volgens informatie die door de Belgische autoriteiten is verstrekt, bevinden de productielocaties van Caterpillar zich dicht bij hun markt, vanwaar het verband tussen de ontwikkelingen op de Europese en op de wereldmarkt en de personeelsinkrimping in de vestiging te Gosselies. Met name het aandeel van Azië in de verkoop van Caterpillar is tussen 2003 en 2013 bijna verdubbeld 10 .

14. In 2008 zijn de Europese staalprijzen sterk gestegen terwijl de Chinese prijzen zijn gedaald en momenteel nog steeds onder de Europese liggen 11 . Bijgevolg is een machine produceren in Gosselies 21 % duurder dan machines produceren in China 12 .

6.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


15. De belangrijkste factor die deze ontslagen heeft veroorzaakt, is de aankondiging door Caterpillar Belgium S.A. op 2 september 2016 dat er collectieve ontslagen zouden vallen in de fabriek in Gosselies.

16. Dit is reeds de tweede EFG-aanvraag van België met betrekking tot Caterpillar. In 2014 is voor 1 399 werknemers die in deze fabriek werden ontslagen een eerste EFG-aanvraag ingediend. Dit voorstel omvat de resterende 1 997 werknemers van die fabriek.

17. In 2015 heeft Caterpillar geïnvesteerd in een nieuwe productielijn om haar positie op de markt te versterken. De Europese economie kende tegen de verwachtingen in echter een zeer trage groei waardoor de economische situatie van de onderneming niet verbeterde als verwacht.

18. De fabriek in Gosselies (België) is niet langer concurrerend in vergelijking met andere fabrieken. Caterpillar heeft daarom zijn productie verplaatst naar opkomende landen in Latijns-Amerika en Azië, zoals China en Zuid-Korea, gezien de snelgroeiende nieuwe markten en de lage productiekosten als gevolg van minder strenge milieuwetgeving en lagere loonkosten per uur. De onderneming zet al haar activiteiten in België stop.

7.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


19. Volgens de Forem (de Waalse dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding) zal het werkloosheidscijfer in de provincie Henegouwen naar verwachting met 6,1 % toenemen 13 .

20. De sluiting van de vestiging van Caterpillar heeft geleid tot 288 ontslagen bij de leveranciers.

21. Van de werklozen in de regio is meer dan 11 % ouder dan 55 jaar.

22. De werkzoekenden in Charleroi zijn meestal laaggeschoold (50,6 % heeft het hoger secundair onderwijs niet voltooid) en 40 % is langdurig werkloos (meer dan 24 maanden). De arbeidsparticipatie in Charleroi bedraagt slechts 52,2 %, bijna vijf procentpunten onder het gemiddelde percentage in het Waals Gewest (57,1 %) (Bron: Forem) 14 .

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

8.

Beoogde begunstigden


23. Naar verwachting zullen alle 2 287 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

CategorieAantal
beoogde begunstigden
Geslacht:Mannen:2 115(92,47 %)
Vrouwen: 172(7,53 %)
Nationaliteit:EU-burgers:2 233(97,64 %)
niet-EU-burgers: 54(2,36 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar: 2(0,09 %)
25-29 jaar: 70(3,06 %)
30-54 jaar:1 952(85,34 %)
55-64 jaar: 263(11,51 %)
ouder dan 64 jaar: 0(0,00 %)

24. Daarnaast zal België door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening verstrekken aan maximaal 300 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 30 jaar, aangezien alle 1 364 ontslagen die in punt 8 worden vermeld, zich voordoen in de regio van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen), die voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komt.

25. In artikel 6, lid 2, van de EFG-verordening is bepaald dat de lidstaten tot en met 31 december 2017 ook aan NEET's door het EFG medegefinancierde individuele diensten mogen aanbieden. Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie 15 (de 'omnibusverordening') bevat een wijziging van artikel 6, lid 2, van de EFG-verordening tot verlenging van de afwijking voor NEET's. Volgens gegevens van Eurostat van 17 januari 2018 bedraagt het werkloosheidspercentage bij jongeren tussen 15 en 24 jaar in de provincie Henegouwen 33,3 %. Daarom blijft de provincie in aanmerking komen uit hoofde van artikel 6, lid 2, van de EFG-verordening. Deze wijziging zou met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2018 worden toegepast. Bijgevolg kan dit besluit, dat steun aan NEET's bevat, worden vastgesteld zodra de omnibusverordening is goedgekeurd en in werking treedt.

26. Het geschatte totale aantal beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met inbegrip van NEET's, bedraagt bijgevolg 2 587.

9.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


27. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers en de NEET's omvat de volgende acties:

–Individuele begeleiding bij het zoeken naar een baan, dossierbeheer en algemene informatieverstrekking. Deze maatregelen omvatten geïndividualiseerde hulp bij het zoeken naar werk, zoals counseling en loopbaanbegeleiding, en open informatieverstrekking voor werknemers en NEET's.

–Opleiding en herscholing. Dit omvat beroepsopleiding en bijscholing voor werknemers en NEET's. De cursussen waren opgesteld om het opleidingsaanbod af te stemmen op de ontwikkelingsprioriteiten in Charleroi zoals vastgesteld in het 'plan CATCH' 16 .

–Bevordering van ondernemerschap. Deze maatregel zal voor de deelnemers een steunregeling voor ondernemers inhouden, waarin nauw zal worden samengewerkt met de regionale autoriteiten om zelfstandige activiteiten te stimuleren.

–Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf. Deze maatregel zal starterspremies verstrekken om het opzetten van bedrijfsactiviteiten en zelfstandige activiteiten te stimuleren, en voor het oprichten en opstarten van een bedrijf dat een voltijdse of deeltijdse betrekking inhoudt.

–Vergoedingen en toelagen. Het gaat onder meer om: 1) opleidingstoelagen die zijn bestemd voor het dekken van kosten die de werkzoekende of de NEET maakt tijdens opleidingen; 2) mobiliteitstoelagen om mensen te stimuleren een baan aan te nemen die zich verder bevindt; 3) terug-naar-school-toelagen om mensen aan te zetten opnieuw onderwijs te volgen; deze zal voor een duur van maximaal twaalf maanden worden betaald op voorwaarde dat de aanvragers aantonen dat zij zijn ingeschreven voor een cursus in het tertiair onderwijs; 4) toelagen voor het zoeken naar werk om zowel werkzoekenden als NEET's te helpen bij de betaling van de kosten die zijn gemaakt om deel te nemen aan activiteiten in verband met het zoeken naar werk; 5) ondernemerschapstoelage voor het dekken van kosten die zijn gemaakt voor de werkzoekende tijdens de deelname aan activiteiten in verband met het zoeken naar werk; daarvoor moeten de aanvragers een individueel of collectief project voor een zelfstandige activiteit voorleggen.

28. De individuele dienstverlening aan NEET's zal dezelfde maatregelen omvatten als die aan de ontslagen werknemers.

29. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

30. België heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

10.

Geraamd budget


31. De totale kosten worden op 7 702 694 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 7 575 294 EUR voor individuele dienstverlening en van 127 400 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

32. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 4 621 616 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR)
Geraamde totale kosten

(EUR) 17
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Coaching en andere voorbereidende maatregelen (Reconversion: accompagnement/orientation/insertion)2 5871 8524 790 323
Opleiding en herscholing

(Formations intégrées)
1 050841883 265
Bevordering van ondernemerschap

(Dispositif d'accompagnement à l'entreprenariat)
250463115 743
Subsidie voor start-ups

(Bourse de lancement)
7510 000750 000
Subtotaal a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
6 539 331
(86,32 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Toelagen voor opleiding, mobiliteit, terugkeer naar het onderwijs, het zoeken naar werk en ondernemerschap

(formation, prime à l'emploi distant, reprise d'étude, recherche d'emploi et création d'activité)
2 5874001 035 963
Subtotaal b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening:
1 035 963
(13,68 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
82 000
2. Beheer
10 400
3. Voorlichting en publiciteit
5 000
4. Controle en rapportage
30 000
Subtotaal c):

Percentage van de totale kosten:
127 400
(1,65 %)
Totale kosten (a + b + c):7 702 694
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)4 621 616

33. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. België heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

34. België heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

11.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


35. België heeft de beoogde begunstigden met ingang van 22 oktober 2016 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 22 oktober 2016 tot en met 18 december 2019 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

36. Op 5 september 2016 heeft België de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 5 september 2016 tot en met 18 juni 2020 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

12.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


37. De Forem (de Waalse dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding) en het Waals Gewest zijn de bronnen van nationale voor- of medefinanciering.

38. België heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

13.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


39. België heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met een werkgroep, die bestond uit de Waalse dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding, Sogepa 18 , vertegenwoordigers van de vakbonden en andere sociale partners.

Beheers- en controlesystemen

40. België heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door de instanties die verantwoordelijk zijn voor het Europees Sociaal Fonds (ESF).

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

41. België heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen en die hun activiteiten hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben voor hun werknemers de nodige maatregelen getroffen;

–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–de voorgestelde acties zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

42. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 19 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

43. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 4 621 616 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

44. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen 20 .

Met dit besluit samenhangende handelingen

45. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 4 621 616 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

46. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.