Toelichting bij COM(2018)194 - Sluiting van de investeringsbeschermingsovereenkomst met Singapore - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2018)194 - Sluiting van de investeringsbeschermingsovereenkomst met Singapore. |
---|---|
bron | COM(2018)194 |
datum | 18-04-2018 |
• Motivering en doel van het voorstel
De dynamisch groeiende Zuidoost-Aziatische economieën zijn met hun meer dan 600 miljoen consumenten en een snel groeiende middenklasse belangrijke markten voor exporteurs en investeerders uit de Europese Unie. Met een totaalbedrag van 208 miljard EUR aan handel in goederen en van 77 miljard EUR aan handel in diensten (2016) is de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (Asean) als geheel genomen de op twee na grootste handelspartner van de EU buiten Europa, na de Verenigde Staten en China. Tegelijkertijd is de EU met in totaal 263 miljard EUR aan directe buitenlandse investeringen (2016) in de Asean de eerste directe buitenlandse investeerder in de Asean, die als geheel genomen op haar beurt met in totaal 116 miljard EUR (2016) aan directe buitenlandse investeringen de op één na grootste Aziatische directe buitenlandse investeerder in de EU is.
Binnen de Asean is Singapore veruit de belangrijkste handelspartner van de EU en goed voor iets minder dan een derde van de handel in goederen en diensten tussen de EU en de Asean, en ongeveer twee derde van de investeringen tussen de twee regio’s. In Singapore zijn meer dan 10 000 EU-ondernemingen gevestigd, die Singapore benutten als draaischijf voor de gehele Stille-Oceaanregio.
Op 23 april 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het openen van onderhandelingen over een interregionale vrijhandelsovereenkomst met lidstaten van de Asean. Hoewel de doelstelling was te onderhandelen over een interregionale vrijhandelsovereenkomst, voorzag de machtiging in de mogelijkheid van bilaterale onderhandelingen mocht overeenstemming over gezamenlijke onderhandelingen met een groep van Asean-lidstaten onmogelijk blijken. In het licht van moeilijkheden die zich hadden voorgedaan in het kader van de interregionale onderhandelingen, hebben beide zijden erkend dat er sprake was van een impasse en zijn zij overeengekomen ten aanzien van deze onderhandelingen een pauze in te lassen.
Op 22 december 2009 heeft de Raad overeenstemming bereikt over het principe van bilaterale onderhandelingen met afzonderlijke Asean-lidstaten op basis van de machtiging en de onderhandelingsrichtsnoeren van 2007, waarbij de strategische doelstelling van een interregionale overeenkomst niet werd losgelaten. Tevens heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het voeren van bilaterale onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst met Singapore, als eerste stap ter verwezenlijking van de doelstelling van een tijdige aanvang van dergelijke onderhandelingen met andere relevante Asean-lidstaten. De bilaterale onderhandelingen met Singapore zijn in maart 2010 geopend en de EU heeft sindsdien bilaterale onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten geopend met andere Asean-landen: Maleisië (2010), Vietnam (2012), Thailand (2013), de Filipijnen (2015) en Indonesië (2016).
Op 12 september 2011 heeft de Raad de Commissie gemachtigd de lopende onderhandelingen met Singapore uit te breiden tot tevens investeringsbescherming, op grond van een nieuwe EU-bevoegdheid uit hoofde van het Verdrag van Lissabon.
Op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad in 2007 heeft aangenomen, en die in 2011 zijn aangevuld teneinde tevens investeringsbescherming te bestrijken, heeft de Commissie met de Republiek Singapore onderhandeld over een ambitieuze en veelomvattende vrijhandelsovereenkomst en een investeringsbeschermingsovereenkomst, met het oog op het scheppen van nieuwe mogelijkheden en rechtszekerheid voor de tussen beide partners verder te ontwikkelen handel en investeringen. De juridisch getoetste teksten van de overeenkomsten zijn gepubliceerd en kunnen via de volgende link worden geraadpleegd:
ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions
–Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore;
–Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore;
–Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Singapore, anderzijds;
–Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Singapore, anderzijds.
Parallel aan deze voorstellen zal de Commissie een voorstel voorleggen voor een horizontale vrijwaringsverordening die de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore naast andere overeenkomsten zal bestrijken.
Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad vormt het rechtsinstrument tot sluiting van de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Singapore, anderzijds.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Parallel aan de onderhandelingen over de vrijhandelsovereenkomst en de investeringsbeschermingsovereenkomst werd door de Europese Dienst voor extern optreden onderhandeld over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten en de Republiek Singapore, die werd geparafeerd in oktober 2013. Zodra deze van kracht wordt, zal de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst het rechtskader bieden voor verdere ontwikkeling van het reeds langdurige en sterke partnerschap tussen de EU en Singapore, op vele gebieden, waaronder de politieke dialoog, handel, energie, vervoer, mensenrechten, onderwijs, wetenschap en technologie, justitie, asiel en migratie.
De reeds lang bestaande economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Singapore hebben zich tot dusver ontwikkeld zonder specifiek rechtskader. De vrijhandelsovereenkomst en de investeringsbeschermingsovereenkomst waarover onderhandeld is, betreffen specifieke overeenkomsten waarin uitvoering wordt gegeven aan de handels- en investeringsbepalingen van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst en zij zullen een integrerend onderdeel van de algehele bilaterale betrekkingen tussen de EU en Singapore vormen.
Vanaf de datum van haar inwerkingtreding treedt de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore in de plaats van de bilaterale investeringsverdragen tussen de Republiek Singapore en de EU-lidstaten die zijn vermeld in bijlage 5 (overeenkomsten bedoeld in artikel 4.12) bij de investeringsbschermingsovereenkomst.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De vrijhandelsovereenkomst en de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore zijn volledig in overeenstemming met het beleid van de Unie en vereisen niet dat de EU overgaat tot wijziging van haar regels, voorschriften of normen op enig gereglementeerd gebied (bv. technische voorschriften en productnormen, sanitaire of fytosanitaire voorschriften, voorschriften inzake voedselveiligheid, gezondheids- en veiligheidsnormen, voorschriften inzake GGO’s, milieubescherming, consumentenbescherming, enz.).
Voorts vrijwaren de vrijhandelsovereenkomst en de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore, zoals alle handels- en investeringsovereenkomsten waarover de Commissie heeft onderhandeld, openbare diensten volledig, en waarborgen zij dat het recht van overheden om in het openbaar belang te reguleren ten volle behouden blijft en een onderliggend grondbeginsel van de overeenkomsten vormt.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
In juli 2015 heeft de Commissie bij het Hof van Justitie van de EU uit hoofde van artikel 218, lid 11, VWEU een verzoek om advies ingediend betreffende de vraag of de Unie de vereiste bevoegdheid had om de overeenkomst waarover met Singapore was onderhandeld, alleen te ondertekenen en te sluiten, of dat de deelname van de EU-lidstaten noodzakelijk zou zijn, of ten minste mogelijk, met betrekking tot bepaalde aangelegenheden.
In zijn advies 2/15 van 16 mei 2017 heeft het Hof bevestigd dat de EU exclusief bevoegd is met betrekking tot alle aangelegenheden die door de overeenkomst waarover met Singapore was onderhandeld, werden bestreken, met uitzondering van andere dan directe investeringen en de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten waarbij de lidstaten verweerder zijn, welke aangelegenheden onder een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten vallen, aldus het Hof. De tekst inzake de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten werd vervolgens vervangen door het stelsel van investeringsgerechten in de investeringsbeschermingsovereenkomst. Het Hof leidde de exclusieve bevoegdheid van de EU af uit de werkingssfeer van de gemeenschappelijke handelspolitiek krachtens artikel 207, lid 1, VWEU en uit artikel 3, lid 2, VWEU (op grond van de aantasting van bestaande gemeenschappelijke regels in afgeleide wetgeving).
In het licht van het advies van het Hof, en in het licht van de uitgebreide discussies over de structuur met de Raad en het Europees Parlement naar aanleiding van het advies, is de oorspronkelijke tekst waarover was onderhandeld, aangepast teneinde twee op zichzelf staande overeenkomsten tot stand te brengen: een vrijhandelsovereenkomst en een investeringsbeschermingsovereenkomst.
Volgens advies 2/15 vallen alle gebieden die door de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore worden bestreken, onder de bevoegdheid van de EU, en meer in bijzonder onder de werkingssfeer van artikel 91, artikel 100, lid 2, en artikel 207 VWEU. Alle materiële bepalingen inzake investeringsbescherming in het kader van de investeringsbeschermingsovereenkomst worden, voor zover deze op directe buitenlandse investeringen van toepassing zijn, bestreken door artikel 207 VWEU.
De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore moet worden ondertekend door de Unie naar aanleiding van een besluit van de Raad uit hoofde van artikel 218, lid 5, VWEU, en worden gesloten door de Unie naar aanleiding van een besluit van de Raad uit hoofde van artikel 218, lid 6, VWEU, na goedkeuring door het Europees Parlement.
De investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore moet worden ondertekend door de Unie naar aanleiding van een besluit van de Raad uit hoofde van artikel 218, lid 5, VWEU, en worden gesloten door de Unie naar aanleiding van een besluit van de Raad uit hoofde van artikel 218, lid 6, VWEU, na goedkeuring door het Europees Parlement en ratificatie door de lidstaten overeenkomstig hun respectieve interne procedures.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Zoals bevestigd door advies 2/15 bestrijkt de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore zoals deze is voorgelegd aan de Raad geen aangelegenheden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.
Met betrekking tot de investeringsbeschermingsovereenkomst bevestigde het Hof dat de EU krachtens artikel 207 VWEU exclusief bevoegd is ten aanzien van alle materiële bepalingen inzake investeringsbescherming, voor zover deze van toepassing zijn op directe buitenlandse investeringen. Voorts bevestigde het Hof de exclusieve bevoegdheid van de EU ten aanzien van het mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen staten met betrekking tot de bescherming van investeringen. Ten slotte heeft het Hof verklaard dat de EU een gedeelde bevoegdheid heeft ten aanzien van andere dan directe investeringen en van de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten (later vervangen door het stelsel van investeringsgerechten in de investeringsbeschermingsovereenkomst), waar de lidstaten optreden als verweerder 1 . Deze elementen kunnen niet op coherente wijze worden gescheiden van de materiële bepalingen of de beslechting van geschillen tussen staten. en dienen daarom te worden opgenomen in overeenkomsten op EU-niveau.
• Evenredigheid
Dit voorstel is in overeenstemming met de visie van de Europa 2020-strategie en draagt bij aan de handels- en ontwikkelingsdoelstellingen van de EU.
• Keuze van het instrument
Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218 VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten inzake internationale overeenkomsten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel geformuleerde doelstelling te bereiken.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Nadat de onderhandelingen met Singapore grotendeels waren afgerond, heeft een in-house team onder leiding van de hoofdeconoom van DG Handel een studie uitgevoerd naar de economische voordelen die kunnen worden verwacht van de overeenkomst. De analyse voorspelt dat de uitvoer van de EU naar Singapore kan toenemen met ongeveer 1,4 miljard EUR over een periode van 10 jaar, terwijl de uitvoer van Singapore naar de EU zou kunnen stijgen met 3,5 miljard EUR — een cijfer dat zendingen van de vele EU-filialen in Singapore terug naar de EU omvat.
Gezien het grote verschil in omvang van de twee economieën, alsook de relatieve openheid van de Singaporese economie, is het onvermijdelijk dat de voordelen van de overeenkomst voor de partners verschillen. De analyse voorspelt dat het reële bbp van de EU kan groeien met ongeveer 550 miljoen EUR over een periode van 10 jaar, terwijl de economie van Singapore zou kunnen groeien met 2,7 miljard EUR in dezelfde periode.
Deze ramingen van de mogelijke economische gevolgen worden als conservatief beschouwd, gelet op de moeilijkheid om de gevolgen van de opheffing van niet-tarifaire belemmeringen, die een essentieel onderdeel van de overeenkomst vormt, exact te kwantificeren
In het licht van de rol van Singapore als draaischijf voor de handel in goederen en diensten tussen Europa en Zuidoost-Azië, is tevens waarschijnlijk dat de voordelen van de overeenkomst verder toenemen indien de EU overeenkomsten met andere lidstaten van de Asean sluit.
Voorts kunnen ramingen op basis van economische modellen geen rekenschap geven van de strategische waarde van de vrijhandelsovereenkomst en de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore als cruciale overeenkomsten voor de meeromvattende EU-agenda in de Asean-regio, en Azië in zijn geheel. Na de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea zal de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore de tweede handelsovereenkomsten van hoog kaliber met een belangrijke Aziatische partner zijn, terwijl de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore op haar beurt de eerste investeringsbeschermingsovereenkomst van de EU met een Aziatische partner zal zijn.
• Raadpleging van belanghebbenden
Voorafgaand aan de start van de bilaterale onderhandelingen met Singapore heeft een externe contractant een handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en de Asean 2 uitgevoerd om de mogelijke economische, sociale en milieueffecten van een hechter economisch partnerschap tussen beide regio’s in kaart te brengen.
In het kader van de handelsgerelateeerde duurzaamheidseffectbeoordeling heeft de contractant interne en externe deskundigen geraadpleegd, openbare raadplegingen in Brussel en Bangkok georganiseerd en bilaterale ontmoetingen en gesprekken gehad met het maatschappelijk middenveld van de EU en de Asean. Overleg in het kader van de handelsgerelateeerde duurzaamheidseffectbeoordeling bood een platform voor deelname van de voornaamste belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld aan een dialoog over het handelsbeleid met betrekking tot Zuidoost-Azië.
Zowel de handelsgerelateeerde duurzaamheidseffectbeoordeling als het overleg in het kader van de voorbereiding ervan voorzag de Commissie van input die van groot belang is gebleken voor alle bilaterale handels- en investeringsonderhandelingen die sindsdien met afzonderlijke Asean-lidstaten zijn geopend.
Daarnaast heeft de Commissie, voorafgaand aan de opening van de bilaterale onderhandelingen met Singapore, in het kader van een openbare raadpleging over de toekomstige overeenkomst aan de hand van een vragenlijst informatie bij belanghebbenden ingewonnen, welke haar vervolgens gedurende de onderhandelingen heeft geholpen bij het vaststellen van prioriteiten en het nemen van besluiten. Er is een samenvatting van de resultaten van de raadpleging gepubliceerd 3 .
De EU-lidstaten zijn vóór en tijdens de onderhandelingen via het Comité handelspolitiek van de Raad zowel mondeling als schriftelijk regelmatig geïnformeerd en geraadpleegd over de verschillende aspecten van de onderhandelingen. Ook het Europees Parlement is regelmatig geïnformeerd en geraadpleegd, via zijn Commissie internationale handel (INTA), en met name zijn monitoringgroep voor de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore. Beide instellingen kregen gedurende het gehele proces inzage in de teksten van de onderhandelingsresultaten.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Een handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en de Asean werd uitgevoerd door de externe contractant 'Ecorys'.
• Effectbeoordeling
In de door een externe contractant uitgevoerde en in 2009 afgeronde handelsgerelateerde duurzaamheidseffectbeoordeling werd geconcludeerd dat een ambitieuze vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en de Asean belangrijke positieve effecten (in termen van bbp, inkomen, handel en werkgelegenheid) voor zowel de EU als Singapore zou meebrengen. Effecten op het nationale inkomen aan de EU-zijde werden geschat op 13 miljard EUR en voor Singapore op 7,5 miljard EUR. Deze cijfers zouden de impact kunnen onderschatten, aangezien zij waren gebaseerd op handelspatronen in 2007, en de handel sindsdien aanzienlijk is toegenomen (+ 32 %).
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
De vrijhandelsovereenkomst en de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore vallen niet onder Refit-procedures. Niettemin bevatten zij een aantal bepalingen waardoor de handels- en investeringsprocedures zullen worden vereenvoudigd, de met uitvoer en investeringen verband houdende kosten zullen worden verminderd en er meer kleine bedrijven in staat worden gesteld op beide markten zaken te doen. Een aantal van de verwachte voordelen zijn: minder omslachtige technische voorschriften, compliancevoorschriften, douaneprocedures en oorsprongsregels, de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten of de verlaging van proceskosten in het kader van het stelsel van investeringsgerechten voor eisers die kleine en middelgrote ondernemingen zijn.
• Grondrechten
Het voorstel heeft geen negatieve gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore zal financiële gevolgen hebben voor de EU-begroting aan de ontvangstenzijde. De gederfde rechten zouden bij volledige uitvoering van de overeenkomst naar schatting 248,8 miljoen EUR kunnen bedragen. De schatting is gebaseerd op de verwachte gemiddelde invoer voor 2025 bij ontbreken van een overeenkomst en betreft het jaarlijkse verlies aan ontvangsten als gevolg van de afschaffing van de EU-rechten op de invoer uit Singapore.
De investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore zal financiële gevolgen hebben voor de EU-begroting aan de uitgavenzijde. Voor de EU zal dit de tweede overeenkomst zijn (na de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada) waarin het stelsel van investeringsgerechten (ICS) voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten is opgenomen. Voor de financiering van de permanente structuur, bestaande uit een gerecht van eerste aanleg en een beroepsinstantie, is vanaf 2018 jaarlijks een bedrag van 200 000 EUR aan extra uitgaven voorzien (onder voorbehoud van de inwerkingtreding van deze overeenkomst). Tegelijkertijd brengt de overeenkomst de aanwending van administratieve middelen onder begrotingsonderdeel XX 01 01 01 (Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling) met zich mee, aangezien naar schatting één administrateur als voltijdequivalent zal worden belast met de taken die verband houden met deze overeenkomst. Dit is aangegeven in het financieel memorandum en onderworpen aan de daarin genoemde voorwaarden.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De vrijhandelsovereenkomst en de investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore omvatten institutionele bepalingen die voorzien in een structuur voor uitvoeringsorganen teneinde voortdurend toezicht te houden op de uitvoering, de werking en het effect van de overeenkomsten. Aangezien de overeenkomsten een integrerend onderdeel van de overkoepelende bilaterale betrekkingen tussen de EU en Singapore als geregeld in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst zijn, maken de vermelde structuren samen met de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst deel uit van een gemeenschappelijk institutioneel kader.
Het institutionele hoofdstuk van de overeenkomst stelt een Handelscomité in dat als voornaamste taak het toezicht houden op en het vergemakkelijken van de uitvoering en toepassing van de overeenkomst heeft. Het Handelscomité bestaat uit vertegenwoordigers van de EU en van Singapore, en vergadert om de twee jaar of op verzoek van een van de zijden. Het Handelscomité zal worden belast met het toezicht op de werkzaamheden van alle gespecialiseerde comités die zijn opgericht in het kader van de overeenkomst (Comité voor de handel in goederen, Comité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, Douanecomité, en Comité voor de handel in diensten, investeringen en overheidsopdrachten).
Het Handelscomité heeft ook de taak om te communiceren met alle belanghebbenden, met inbegrip van de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld, met betrekking tot de werking en de uitvoering van de overeenkomst. In de overeenkomst erkennen beide zijden het belang van transparantie en openheid, en bevestigen zij dat zij rekening houden met de mening van het grote publiek, teneinde de uitvoering van de overeenkomst op een breed spectrum van standpunten te baseren.
Het institutionele hoofdstuk van de investeringsbeschermingsovereenkomst stelt een comité in dat als belangrijkste taak het toezicht houden op en het vergemakkelijken van de uitvoering en toepassing van de overeenkomst heeft. Naast andere taken kan het comité, onder voorbehoud van de voltooiing van de respectieve wettelijke voorschriften en procedures van elke zijde, besluiten tot de benoeming van de leden van de gerechten in het kader van het stelsel van investeringsgerechten, hun maandelijkse voorschotten en vergoedingen vaststellen, en bindende interpretaties van de overeenkomst goedkeuren.
Zoals benadrukt in de mededeling 'Handel voor iedereen', besteedt de Commissie meer middelen aan de doeltreffende uitvoering en handhaving van handels- en investeringsovereenkomsten. In 2017 publiceerde de Commissie het eerste jaarlijks verslag over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten. Het voornaamste doel van het verslag is een objectief overzicht te geven van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU, waarin de geboekte vooruitgang en de tekortkomingen die moeten worden aangepakt, worden onderstreept. Het is de bedoeling dat het verslag als basis dient voor een open debat over de werking en de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten waarbij de lidstaten, het Europees Parlement en het maatschappelijk middenveld in het algemeen worden betrokken. De publicatie van het verslag op jaarbasis zal de regelmatige monitoring van ontwikkelingen mogelijk maken, waarbij ook kan worden vastgelegd hoe prioritaire aangelegenheden zijn aangepakt. Het verslag zal de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore vanaf de inwerkingtreding ervan bestrijken.
• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Niet van toepassing.
• Artikelsgewijze toelichting
De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore legt de voorwaarden vast waaronder marktdeelnemers uit de EU ten volle profijt kunnen trekken van de geboden mogelijkheden in Singapore als draaischijf voor zakelijke activiteiten en vervoersknooppunt van Zuidoost-Azië.
Bij de onderhandelingen over deze overeenkomst heeft de Commissie twee hoofddoelstellingen nagestreefd: ten eerste zo gunstig mogelijke voorwaarden bieden voor toegang van EU-marktdeelnemers tot de Singaporese markt, en ten tweede een waardevolle referentie vastleggen voor de overige onderhandelingen van de EU in de regio.
Beide doelstellingen zijn bereikt: de overeenkomst gaat verder dan de bestaande WTO-verbintenissen op vele gebieden, zoals diensten, overheidsopdrachten, niet-tarifaire belemmeringen en de bescherming van intellectuele eigendom, met inbegrip van geografische aanduidingen. Op al deze gebieden heeft Singapore ook ingestemd met nieuwe verbintenissen die aanzienlijk verder gaan dan wat Singapore tot dusver bereid was te aanvaarden, onder meer in zijn vrijhandelsovereenkomst met de Verenigde Staten.
De overeenkomst voldoet aan de criteria van artikel XXIV van de GATT (afschaffing van douanerechten en andere handelsbeperkende maatregelen ten aanzien van praktisch de gehele handel in goederen tussen de partijen), alsmede van artikel V van de GATS, dat voorziet in een soortgelijke toetsing met betrekking tot diensten.
In overeenstemming met de doelstellingen van de onderhandelingsrichtsnoeren heeft de Commissie het volgende bereikt:
1) de volledige liberalisering van de markten voor diensten en investeringen, met inbegrip van horizontale regels inzake vergunningverlening en de wederzijdse erkenning van diploma’s, en sectorspecifieke voorschriften teneinde een gelijk speelveld voor ondernemingen uit de EU te waarborgen;
2) nieuwe kansen met betrekking tot overheidsopdrachten voor inschrijvers uit de EU, met name op de markt van de nutsdiensten, waar er sprake is van veel belangrijke EU-leveranciers;
3) wegneming van technische en regelgevingsbelemmeringen voor de handel in goederen, zoals dubbele testen, met name door te bevorderen dat in de EU bekende technische en regelgevingsnormen worden gehanteerd in de sectoren motorvoertuigen, elektronica, farmaceutica en medische hulpmiddelen alsmede groene technologieën;
4) op basis van internationale normen, een regeling voor de goedkeuring van de uitvoer van Europees vlees naar Singapore die de handel meer vereenvoudigt;
5) de toezegging van Singapore dat het zijn tarieven (die momenteel meestal niet worden toegepast op vrijwillige basis) op invoer uit de EU niet verhoogt, en een goedkopere toegang van Europese bedrijven en consumenten tot in Singapore vervaardigde producten;
6) een hoog niveau van bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, tevens wat de handhaving van deze rechten betreft, ook aan de grens;
7) een TRIPs-plusniveau van bescherming voor geografische aanduidingen van de EU na hun registratie in Singapore zodra Singapore een register voor geografische aanduiding heeft ingevoerd (wat Singapore heeft toegezegd te doen na de goedkeuring door het Europees Parlement van de vrijhandelsovereenkomst);
8) een uitgebreid hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling, dat beoogt te waarborgen dat de handel milieubescherming en sociale ontwikkeling ondersteunt en het duurzaam beheer van bossen en visserij bevordert. Het hoofdstuk geeft ook aan hoe de sociale partners en het maatschappelijk middenveld zullen worden betrokken bij de uitvoering en de monitoring ervan;
Inhoudsopgave
9) mechanismen voor snelle geschillenbeslechting door arbitrage of met de hulp van een bemiddelaar, en
10) een veelomvattend en nieuw hoofdstuk ter bevordering van nieuwe kansen in de 'groene-groeisector', overeenkomstig de Europa 2020-strategie.
De investeringsbeschermingsovereenkomst tussen de EU en Singapore zal zorgen voor een hoog niveau van investeringsbescherming, met behoud van het recht van de EU respectievelijk Singapore om te reguleren en legitieme doelstellingen van overheidsbeleid zoals de bescherming van de volksgezondheid, de veiligheid en het milieu na te streven.
De overeenkomst omvat alle innovaties van de nieuwe aanpak van de EU met betrekking tot investeringsbescherming en de handhavingsmechanismen ervan die niet voorhanden zijn in de 12 bestaande bilaterale investeringsverdragen tussen Singapore en lidstaten van de EU. Het is een zeer belangrijk aspect van de investeringsbeschermingsovereenkomst dat zij in de plaats komt van de 12 bestaande bilaterale investeringsovereenkomsten en deze daarmee verbetert.
In overeenstemming met de doelstellingen van de onderhandelingsrichtsnoeren heeft de Commissie ervoor gezorgd dat investeerders uit de EU en hun investeringen in Singapore eerlijk en billijk zullen worden behandeld en niet zullen worden gediscrimineerd ten opzichte van Singaporese investeringen in vergelijkbare situaties. Tegelijkertijd beschermt de investeringsbeschermingsovereenkomst de investeerders van de EU en hun investeringen in Singapore tegen onteigening, tenzij dit voor doelstellingen van openbaar belang geschiedt, volgens een eerlijk proces, op niet-discriminerende basis en tegen betaling van snelle, adequate en doeltreffende schadeloosstelling overeenkomstig de billijke marktwaarde van de onteigende investering.
De overeengekomen investeringsbeschermingsovereenkomst zal, eveneens in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren, investeerders de optie van een modern en herzien mechanisme voor de beslechting van investeringsgeschillen bieden. Dit systeem zorgt ervoor dat regels voor investeringsbescherming worden nageleefd en het tracht een evenwicht te vinden tussen de bescherming van investeerders op transparante wijze en bescherming van het recht van een staat tot reguleren om doelstellingen van overheidsbeleid na te streven. De overeenkomst voorziet in de oprichting van een permanent internationaal en volledig onafhankelijk stelsel voor geschillenbeslechting, bestaande uit een permanent Gerecht van eerste aanleg en een permanent gerecht waarbij beroep kan worden ingesteld, in het kader waarvan geschillenbeslechtingsprocedures op een transparante en onpartijdige wijze zullen worden gevoerd.
De Commissie is zich bewust van het evenwicht dat moet worden gevonden tussen het boeken van vooruitgang met het hervormde EU-investeringsbeleid en de gevoeligheden van de lidstaten wat de mogelijke uitoefening van gedeelde bevoegdheid ten aanzien van deze aangelegenheden betreft. De Commissie heeft daarom geen voorstel tot voorlopige toepassing van de investeringsbeschermingsovereenkomst gedaan. Indien de lidstaten desalniettemin een voorstel wensen inzake de voorlopige toepassing van de investeringsbeschermingsovereenkomst, dan is de Commissie bereid een dergelijk voorstel te doen.