Toelichting bij COM(2018)206 - Uitvoering van de vrijwaringsclausules en andere mechanismen die de tijdelijke intrekking mogelijk maken van preferenties in overeenkomsten tussen de EU en derde landen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel betreft de omzetting in het recht van de Europese Unie van i) de vrijwaringsclausules en ii) de bijzondere mechanismen voor de intrekking van tariefpreferenties of andere vormen van preferentiële behandeling waarvoor een uitvoeringsverordening vereist is, die in toekomstige door de EU gesloten handelsovereenkomsten zijn opgenomen.

In de verordening wordt momenteel de uitvoering voorzien van de vrijhandelsovereenkomst EU-Singapore, de vrijhandelsovereenkomst EU-Vietnam en de vrijhandelsovereenkomst EU-Japan. Ook wordt voorgesteld toekomstige handelsovereenkomsten door middel van gedelegeerde handelingen aan het toepassingsgebied van de verordening toe te voegen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In de meeste van de handelsovereenkomsten van de EU is een bilaterale vrijwaringsclausule opgenomen. Deze clausule voorziet in de mogelijkheid om het meestbegunstigingsdouanerecht opnieuw in te voeren wanneer de invoer door de liberalisering van de handel in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige voorwaarden plaatsvindt dat de binnenlandse producenten van een soortgelijk of rechtstreeks concurrerend product ernstige schade ondervinden (of dreigen te ondervinden). Daarnaast kunnen sommige handelsovereenkomsten van de EU bijzondere mechanismen omvatten die de herinvoering van het meestbegunstigingsrecht mogelijk maken.

Om operationeel te zijn, moeten de bilaterale vrijwaringsclausule en elk eventueel bijzonder mechanisme in de wetgeving van de Europese Unie worden omgezet en moeten de procedurele aspecten van hun toepassing en de rechten van de belanghebbenden worden gespecificeerd.

Tot dusver was het een vaste praktijk dat de Commissie in samenhang met elke afzonderlijke recente handelsovereenkomst een voorstel voor een uitvoeringsverordening indiende.

Op basis van de opgedane ervaring en bestaande verordeningen wordt voorgesteld het hele proces te stroomlijnen door middel van een horizontale bilaterale vrijwaringsverordening die voor alle toekomstige vrijhandelsovereenkomsten zou kunnen worden gebruikt. Het corpus van de tekst van de verordening zou gericht zijn op de gemeenschappelijke technische en procedurele bijzonderheden van het bilaterale vrijwaringsinstrument (verloop van onderzoeken, procedures voor voorlopige en definitieve maatregelen enz.). De procedurele regels betreffende de bijzondere mechanismen zouden in een apart hoofdstuk worden vastgesteld. Een bijlage zou de toepasselijkheid van de verordening voor een specifieke vrijhandelspartner en de eventuele specifieke kenmerken van de desbetreffende handelsovereenkomst weergeven.

De bijlagen, waarin het kleine aantal elementen is opgenomen dat specifiek is voor elke afzonderlijke overeenkomst, zouden door middel van gedelegeerde handelingen worden gewijzigd. De gedelegeerde handelingen zouden de handelsovereenkomsten ten uitvoer leggen die reeds zijn goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad, en zo de Commissie zeer beperkte politieke keuzevrijheid bieden.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het bijgevoegde voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad is het rechtsinstrument voor de uitvoering van de vrijwaringsclausules en alle eventuele bijzondere mechanismen van de EU-handelsovereenkomst.

Artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Dit voorstel voor een verordening is rechtstreeks afgeleid van de teksten van de overeenkomsten met diverse andere landen, zoals Colombia, Peru, Midden-Amerikaanse landen, de Republiek Moldavië en Georgië. Daarom is geen afzonderlijke raadpleging van belanghebbenden of een effectbeoordeling nodig. Het voorstel is grotendeels gebaseerd op bestaande uitvoeringsverordeningen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

5. OVERIGE ELEMENTEN

Jaarlijks zal aan de Raad en het Europees Parlement een verslag worden verstrekt waarin de statistieken over de handel met het betrokken partnerland worden vermeld, naast informatie over de toepassing van deze verordening.