Toelichting bij COM(2018)207 - Standpunt EU over een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst (Begrotingsonderdeel 04 03 01 03 - Sociale zekerheid)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Met het oog op de nodige rechtszekerheid en homogeniteit van de interne markt moet het Gemengd Comité van de EER alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-overeenkomst opnemen en het voor de EER-/EVA-staten mogelijk maken aan voor de EER relevante EU-acties of -programma's deel te nemen.

Het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de EER in de bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad beoogt de wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, teneinde de EER-/EVA-staten (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) de samenwerking te laten voortzetten bij uit de algemene begroting van de Europese Unie gefinancierde acties met betrekking tot het vrije verkeer van werknemers, de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen (begrotingsonderdeel 04 03 01 03, dat in de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 is opgenomen).

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité in de bijlage is volledig verenigbaar met de doelstelling van de EER-overeenkomst om een voortdurende en evenwichtige versterking van de commerciële en economische betrekkingen tussen de overeenkomstsluitende partijen te bevorderen, met gelijke concurrentievoorwaarden, en de naleving van dezelfde regels, om een homogene Europese Economische Ruimte tot stand te brengen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het besluit van het Gemengd Comité is ook verenigbaar met andere beleidsterreinen van de Unie, met name via de doelstelling om de homogeniteit van de interne markt van de EU te beschermen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-overeenkomst 1 stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.

De EDEO dient in samenwerking met de diensten van de Commissie het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de EER bij de Raad in met het oog op vaststelling van het standpunt van de Unie. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

De doelstelling van dit voorstel, namelijk te zorgen voor de homogeniteit van de interne markt, kan niet voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt en kan derhalve, gezien de gevolgen van de maatregelen, beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt.

Evenredigheid

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat dit voorstel niet verder dan nodig is om de doelstelling te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst is voor een besluit van het Gemengd Comité van de EER gekozen. Het Gemengd Comité van de EER ziet toe op de doeltreffende uitvoering en werking van de EER-overeenkomst. Het neemt besluiten in de gevallen waarin deze overeenkomst voorziet.

3. EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Niet van toepassing

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De EER-/EVA-staten dragen financieel bij aan begrotingsonderdeel 04 03 01 03 'Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen'. Het exacte bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de EER-overeenkomst zodra dit ontwerp-besluit is goedgekeurd.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Overeenkomstig het begrotingsbeleid van de EU kan slechts worden deelgenomen aan een EU-activiteit nadat de desbetreffende financiële bijdrage is betaald. Overeenkomstig Protocol 32 van de EER-overeenkomst wordt de jaarlijkse financiële bijdrage van de EER-/EVA-staten evenwel uiterlijk op 31 augustus van elk jaar ter beschikking gesteld, naar aanleiding van de door de Europese Commissie opgestelde afroeping van de bedragen die uiterlijk op 15 augustus door de EER-/EVA-staten dient te zijn ontvangen.

Om de periode tussen januari en augustus te overbruggen zal het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité derhalve vanaf januari met terugwerkende kracht van toepassing zijn. Aldus wordt de in de EER-overeenkomst vervatte continuïteit van de samenwerking gedurende het volledige kalenderjaar gegarandeerd.

De terugwerkende kracht doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen van de betrokken personen en neemt het beginsel van het gewettigd vertrouwen in acht.