Toelichting bij COM(2018)276 - Uitvoerrestituties in de sector vlees van pluimvee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2018)276 - Uitvoerrestituties in de sector vlees van pluimvee.
bron COM(2018)276 NLEN
datum 14-05-2018
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Commissie heeft op 18 juli 2013 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2013 1 aangenomen met als doel de uitvoerrestituties voor de sector vlees van pluimvee op nul vast te stellen.

In zijn arrest van 20 september 2017 2 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna 'het Hof' genoemd) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2013 ongeldig verklaard omdat bij de vaststelling ervan de procedureregels niet waren gevolgd.

Het Hof oordeelde in datzelfde arrest dat, niettegenstaande de schending van wezenlijke vormvoorschriften, niet is gebleken van een vergissing die afdoet aan de overeenstemming van de handeling, die maatregelen bevatte voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Ter wille van de rechtszekerheid en om te vermijden dat schade wordt toegebracht aan de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007, heeft het Hof dan ook verklaard dat de gevolgen van de litigieuze verordening worden gehandhaafd tot de inwerkingtreding van een ter vervanging ervan vast te stellen nieuwe handeling.

Verordening (EG) nr. 1234/2007 is intussen ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, op grond waarvan de restituties met ingang van 1 januari 2014 op nul zijn vastgesteld.

De voorgestelde handeling heeft ten doel Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2013 te vervangen voor de periode vanaf de aanvankelijke inwerkingtreding ervan op 19 juli 2013 tot en met 31 december 2013. Zij wordt aan de Raad voorgelegd overeenkomstig artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat de enige mogelijke rechtsgrond vormt voor een handeling met terugwerkende kracht, zoals in het onderhavige geval.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Deze handeling moet in de plaats komen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2013, waarvan de gevolgen door het Hof zijn gehandhaafd. Zij strookt met de sectoroverschrijdende beleidskeuze om binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid af te zien van het gebruik van uitvoerrestituties.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

In het algemeen heeft de Unie zich er in het kader van de Wereldhandelsorganisatie toe verbonden handelsverstorende maatregelen, waaronder uitvoerrestituties, geleidelijk af te schaffen. De uitvoerrestituties in de pluimveesector zijn de laatste die – in juli 2013 – tot nul zijn herleid.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag wordt gevormd door de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (integrale GMO). Krachtens de vorige GMO-verordening – Verordening (EG) nr. 1234/2007 – was de Commissie bevoegd om uitvoerrestituties vast te stellen. Op grond van de huidige GMO-verordening – Verordening (EU) nr. 1308/2013 – zijn de restituties op nul vastgesteld en is het aan de Raad om maatregelen inzake het bepalen van uitvoerrestituties vast te stellen overeenkomstig artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Uitvoerrestituties zijn een instrument van de gemeenschappelijke marktordening dat op EU-niveau wordt beheerd. Zij worden vastgesteld in verordeningen die in alle lidstaten gelden, en zijn overal in de Unie even hoog.

Evenredigheid

Bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn de uitvoerrestituties in alle sectoren vanaf 1 januari 2014 op nul vastgesteld. Daarom moet de voorgestelde verordening, die terugwerkende kracht heeft, door de Raad worden aangenomen op grond van artikel 43, lid 3, VWEU, dat de enige mogelijke rechtsgrond voor een dergelijke handeling vormt.

Keuze van het instrument

Uitvoerrestituties vormen een onderdeel van de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en worden derhalve bij verordening vastgesteld.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing. Dit voorstel vervangt een bestaande handeling zonder afbreuk te doen aan de gevolgen ervan, die door het Hof zijn gehandhaafd.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing. Dit voorstel vervangt een bestaande handeling zonder afbreuk te doen aan de gevolgen ervan, die door het Hof zijn gehandhaafd.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing. Dit voorstel vervangt een bestaande handeling zonder afbreuk te doen aan de gevolgen ervan, die door het Hof zijn gehandhaafd.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing. Dit voorstel vervangt een bestaande handeling zonder afbreuk te doen aan de gevolgen ervan, die door het Hof zijn gehandhaafd.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing. Dit voorstel vervangt een bestaande handeling zonder afbreuk te doen aan de gevolgen ervan, die door het Hof zijn gehandhaafd.

Grondrechten

Niet van toepassing. Dit voorstel vervangt een bestaande handeling zonder afbreuk te doen aan de gevolgen ervan, die door het Hof zijn gehandhaafd.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen

1.

Gevolgen voor de begroting



De te vervangen handeling had als gevolg dat de restituties op nul werden vastgesteld, wat geen impact had op de begroting. Het Hof heeft die gevolgen gehandhaafd. De vervanging van de verordening heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing. Dit voorstel heeft als doel een bestaande handeling te vervangen. Een uitvoeringsplan is dan ook niet vereist.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Niet van toepassing. Het voorstel vervangt een bestaande handeling. Het bevat geen specifieke nieuwe bepalingen.