Toelichting bij COM(2018)296 - Etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere essentiële parameters

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Door de etikettering van banden te verbeteren krijgen de consumenten meer informatie over brandstofefficiëntie, veiligheid en geluid, zodat zij bij de aankoop van banden accurate, relevante en vergelijkbare informatie over deze aspecten kunnen verkrijgen. Hierdoor zal de etiketteringsregeling voor banden doeltreffender worden, wat moet zorgen voor schonere, veiligere en stillere voertuigen en een zo groot mogelijke bijdrage van de regeling tot het koolstofvrij maken van de vervoersector.

Bij dit voorstel wordt Verordening (EG) nr. 1222/2009 inzake de etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere essentiële parameters 1 (de verordening inzake de etikettering van banden) ingetrokken en vervangen.

De verordening inzake de etikettering van banden werd vóór de inwerkingtreding ervan tweemaal gewijzigd, eerst om een nieuwe testmethode voor de grip van C1-banden (auto's) op nat wegdek op te nemen, en vervolgens om aan te geven dat er ook een passende internationale testmethode voor de grip van C2-banden (bestelwagens) en C3-banden (zware bedrijfsvoertuigen) op nat wegdek was ontwikkeld 2 , en om een procedure voor het op elkaar afstemmen van laboratoria met het oog op het meten van de rolweerstand op te nemen. In dit voorstel zijn deze wijzigingen verwerkt.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

2.

In 2009 heeft de EU twee verordeningen met betrekking tot banden aangenomen:


–de verordening inzake de etikettering van banden, waarin de voorschriften van de Unie werden vastgesteld voor de harmonisering van de informatie over bandenparameters die aan eindgebruikers moet worden verstrekt, zodat zij weloverwogen aankoopbeslissingen kunnen nemen; en

–de verordening betreffende typegoedkeuringsvoorschriften 3 voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen (de verordening inzake algemene veiligheid), waarbij geharmoniseerde technische voorschriften werden vastgesteld waaraan banden moeten voldoen voordat ze in de Unie in de handel kunnen worden gebracht.

3.

In de verordening inzake algemene veiligheid worden onder meer minimumvoorschriften voor banden vastgesteld met betrekking tot:


(i) rolweerstand;

4.

(ii) grip op nat wegdek; en


(iii) rolgeluidemissies van banden.

Deze voorschriften zijn op 1 november 2012 van toepassing geworden, waarna op 1 november 2016 een tweede fase met strengere voorschriften met betrekking tot de rolweerstand van toepassing werd (waarbij in 2018 en 2020 verdere aanpassingen van kracht worden).

Net als alle andere producten die in de Unie in de handel worden gebracht, moeten banden door de nationale markttoezichtautoriteiten worden gecontroleerd om na te gaan of ze aan de toepasselijke voorschriften voldoen. Bij Verordening (EG) nr. 765/2008 4 wordt het kader voor markttoezicht door de lidstaten vastgesteld en wordt doeltreffend grensoverschrijdend markttoezicht gegarandeerd.

Het algemene kader voor energie-etikettering werd in 2017 bijgewerkt met de vaststelling van Verordening (EU) 2017/1369 5 . Bij die verordening werd Richtlijn 2010/30/EU ingetrokken en vervangen, en werd een aantal nieuwe elementen geïntroduceerd, zoals een productendatabank en nieuwe voorschriften inzake visuele advertenties en inzake verkoop op afstand en via internet.

De etikettering van banden maakt deel uit van de wetgeving van de Unie inzake de energie-efficiëntie van producten. Hiertoe behoren verordeningen inzake ecologisch ontwerp, waarin minimumvoorschriften worden vastgesteld waaraan energiegerelateerde producten moeten voldoen voordat ze in de Unie in de handel kunnen worden gebracht, en verordeningen betreffende energie-etikettering, waardoor consumenten informatie krijgen over het energieverbruik en andere essentiële aspecten van producten, zodat zij weloverwogen, kosteneffectieve en milieuvriendelijke aankoopbeslissingen kunnen nemen die het milieu ten goede komen en geld besparen.

Het bestaande acquis betreffende de etikettering van banden wordt op deze manier bijgewerkt en doeltreffender gemaakt, waardoor dit initiatief bijdraagt aan het energiebeleid van de Unie.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De herziening van de etiketteringsregeling voor banden levert een bijdrage aan de inspanningen van de EU om de uitstoot van broeikasgassen en de luchtverontreiniging door de vervoersector te verminderen.

Dit initiatief maakt deel uit van het derde „Europa in beweging”-pakket, dat uitvoering geeft aan de strategie voor het industriebeleid van september 2017, en beoogt de voltooiing van het proces om Europa alle kansen te laten benutten van de modernisering en het koolstofvrij maken van de mobiliteit. Het is van essentieel belang dat het mobiliteitssysteem van morgen voor alle EU-burgers veilig, schoon en doeltreffend is. Het doel is om de Europese mobiliteit veiliger en toegankelijker te maken, het concurrentievermogen van de Europese industrie te versterken, de baanzekerheid in Europa te verhogen, schoner te worden en beter afgestemd te zijn op de noodzaak de klimaatverandering aan te pakken. Dit vergt de volledige inzet van de EU, de lidstaten en de belanghebbenden, met name door intensivering van de inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen en luchtverontreiniging te verminderen.

In de mededeling van de Commissie „Een Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie” staat dat mogelijkheden moeten worden onderzocht om het onopzettelijk vrijkomen van microplastics uit banden tegen te gaan.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Verordening (EG) nr. 1222/2009 is gebaseerd op artikel 95 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, thans artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Een rechtsgrondslag voor de interne markt is passend, aangezien de verordening samenhangt met typegoedkeuringsvoorschriften voor banden die in de Unie in de handel worden gebracht, maar omdat de verordening tevens betrekking heeft op brandstofefficiëntie, is het passend om ook een rechtsgrondslag inzake energie toe te voegen, d.w.z. artikel 194 VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De instrumenten inzake energie- en brandstofefficiëntie die op EU-niveau zijn vastgesteld, weerspiegelen het toenemende belang van energie als politieke en economische uitdaging en de nauwe banden met de beleidsdomeinen energievoorzieningszekerheid, klimaatverandering, duurzaamheid, milieu, interne markt en economische ontwikkeling. Tot op heden konden de doelstellingen inzake energie-efficiëntie niet voldoende worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen. Er zijn daarom maatregelen van de Unie nodig om activiteiten op nationaal niveau te vergemakkelijken en te ondersteunen.

Het is van essentieel belang een gelijk speelveld voor fabrikanten en handelaars tot stand te brengen wat betreft de informatie die aan klanten wordt verstrekt over banden die op de hele interne markt van de EU worden verkocht. Om die reden zijn EU-brede, wettelijk bindende regels noodzakelijk.

Het markttoezicht wordt uitgevoerd door de autoriteiten van de lidstaten. Markttoezicht kan alleen doeltreffend zijn indien het in de hele Unie gelijkvormig is. Als dit niet het geval is, is dat schadelijk voor de interne markt en werkt dat ontmoedigend voor bedrijven die investeren in het ontwerpen, vervaardigen en verkopen van energie-efficiënte producten. Door banden op te nemen in een productendatabank zal het markttoezicht doeltreffender worden.

Evenredigheid

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan de voorgestelde wijzigingen van het bestaande rechtskader niet verder dan nodig is om de gestelde doelen te bereiken. Door de wijzigingen wordt de duidelijkheid en praktische uitvoerbaarheid ervan verbeterd.

De voorgestelde wijzigingen maken het mogelijk op het etiket informatie over winterbanden weer te geven, scherpen de eis aan dat het etiket moet worden getoond in situaties waarin de consument de band(en) die hij overweegt te kopen niet kan zien (omdat de banden elders zijn opgeslagen, of in het geval van verkoop op afstand of via internet) en betreffen de opneming van banden in de productendatabank die in het kader van Verordening (EU) 2017/1369 is opgezet om het markttoezicht en de informatie voor consumenten te verbeteren.

De leveranciers worden verplicht informatie in de nieuwe productendatabank in te voeren. Dit betreft informatie die zij momenteel al op aanvraag aan de nationale markttoezichtautoriteiten verstrekken. Indien er al sprake is van een aanvullende last, wordt die beschouwd als minimaal en evenredig aan de voordelen op het gebied van handhaving en transparantie die de productendatabank naar verwachting oplevert.

Het voorstel gaat vergezeld van een effectbeoordeling (SWD(2018) 189 en er dient te worden gerefereerd aan de delen waarin wordt ingegaan op evenredigheid.

Keuze van het instrument

De huidige verordening inzake de etikettering van banden is een verordening van het Europees Parlement en de Raad. Deze dient te worden vervangen door een instrument van hetzelfde type, aangezien de verordening rechtstreeks toepasselijke verplichtingen voor marktdeelnemers bevat.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

De Commissie heeft een evaluatie achteraf van de verordening inzake de etikettering van banden uitgevoerd die terug te vinden is in bijlage 5 bij het effectbeoordelingsverslag.

5.

In de evaluatie is geconcludeerd dat de doeltreffendheid en efficiëntie van de verordening inzake de etikettering van banden verder kan worden verbeterd, met name door:


Inhoudsopgave

1.

i) de bekendheid met en het vertrouwen in het etiket van consumenten te vergroten (waardoor de kans groter wordt dat zij de informatie op het etiket gebruiken bij de aankoop van banden), en


ii) het markttoezicht te verbeteren om uiteindelijk de drie doelstellingen van de verordening inzake de etikettering van banden volledig te verwezenlijken.

Raadpleging van belanghebbenden

In november 2015 is een vergadering met meer dan veertig belanghebbenden gehouden.

Van 10 oktober 2017 tot en met 8 januari 2018 heeft er een openbare raadpleging plaatsgevonden op de raadplegingswebsite van de Commissie 6 . Er zijn zeventig reacties ontvangen. Een gedetailleerde samenvatting met de reacties en informatie over de respondenten is terug te vinden in bijlage 2 bij het effectbeoordelingsverslag.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

In het kader van een specifiek en uitgebreid onderzoek waartoe opdracht was gegeven ter voorbereiding van de herziening 7 , werden 6 000 consumenten in zes lidstaten ondervraagd.

Effectbeoordeling

Dit voorstel gaat vergezeld van een effectbeoordeling die is gepubliceerd op de Europa-website van de Commissie, en van een op 23 maart 2018 goedgekeurd gunstig advies van de Raad voor regelgevingstoetsing (Ares(2018)1626237).

6.

In de effectbeoordeling werd een aantal problemen met de huidige verordening vastgesteld. De twee belangrijkste waren:


–de afgenomen doeltreffendheid van het bandenetiket als gevolg van slechte zichtbaarheid;

–de niet-naleving als gevolg van zwakke handhaving.

7.

De volgende beleidsopties werden onderzocht:


1. niet-regelgevende maatregelen, waaronder voorlichtingscampagnes, gezamenlijke handhavingsacties en herziening van testmethoden.

8.

2. doelgerichte wetgevingswijzigingen, zodat:


·bij voertuigen geleverde banden te allen tijde worden geëtiketteerd;

·online etikettering mogelijk wordt;

·op het etiket informatie over de prestaties op sneeuw en ijs wordt vermeld;

·het toepassingsgebied van het etiketteringsvoorschrift wordt uitgebreid tot C3-banden;

·de voorschriften met betrekking tot de technische documentatie worden verscherpt;

·de bijlagen inzake testmethoden kunnen worden gewijzigd en het typegoedkeuringsproces kan worden uitgebreid tot de verklaring op het etiket;

·in de toekomst de kilometrage en de slijtage als prestatieparameter kunnen worden vermeld;

·de etiketklassen kunnen worden aangepast; en

·banden kunnen worden opgenomen in de op grond van Verordening (EU) 2017/1369 opgezette productendatabank.

Er werden ook nevenopties overwogen, waarin enkele van de bovengenoemde doelgerichte wetgevingswijzigingen waren uitgesloten.

3. een combinatie van beleidsoptie 1 en 2.

9.

De voorkeur ging uit naar optie 3. Uit een onderzoek van deze optie bleken de volgende verwachte effecten (punt 6 van het effectbeoordelingsverslag):


·omzetgroei voor het bedrijfsleven van 9 miljard EUR per jaar tegen 2030;

·brandstofbesparing van 129 PJ per jaar tegen 2030;

·vermindering van 10 Mt CO2-equivalent per jaar tegen 2030;

·minder geluidsemissie van banden en daaruit voortvloeiende gezondheidsvoordelen; en

·meer veiligheid en minder ongevallen.

Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan het wetgevende gedeelte van de voorkeursoptie. Verdere niet-wetgevingsmaatregelen voor de uitvoering van de optie worden uiteengezet in de effectbeoordeling.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Aangezien dit voorstel een herziening van bestaande wetgeving behelst, is onderzocht hoe die wetgeving kan worden vereenvoudigd en verbeterd. De tekst is bijgewerkt om te zorgen voor maximale samenhang met andere bijgewerkte wetgeving op dit gebied, met name de nieuwe verordening tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering.

10.

Er zijn drie belangrijke mogelijkheden voor het vereenvoudigen van de wetgeving en het verminderen van de administratieve belasting vastgesteld en opgenomen in het voorstel:


·een productendatabank;

·aanpassing aan de testmethoden uit de verordening inzake algemene veiligheid; en

·een bredere toepassing van gedelegeerde handelingen.

11.

De geschatte Refit-kostenbesparingen van deze drie mogelijkheden zijn de volgende:


Refit-kostenbesparingen – voorkeursoptie(s)
OmschrijvingBedragOpmerkingen
Productendatabank

80 000 EUR per jaarTerugkerende kostenbesparingen voor de markttoezichtautoriteiten van de lidstaten, fabrikanten en detailhandelaren. Ook mogelijke kostenbesparingen voor fabrikanten.

Initiële marginale kosten voor de Commissie voor het opnemen van banden in de databank voor energiegerelateerde producten.
Aanpassing aan de verordening inzake algemene veiligheid

420 000 EUR per jaarKan fabrikanten tot duurdere tests in erkende testlaboratoria verplichten, maar zij hoeven dan geen verdere tests meer uit te voeren. Lagere kosten voor markttoezicht (terugkerende besparingen).
Verordening inzake de etikettering van banden / gedelegeerde handelingen110 000 EUR per gedelegeerde handelingZorgt voor een verlaging van de administratieve kosten voor de wetgevende instellingen van de EU en de lidstaten.

Om eerlijke mededinging op de eengemaakte markt te waarborgen en de consumenten van samenhangende en consistente informatie te voorzien, dienen voor alle marktdeelnemers dezelfde regels te gelden. Alle detailhandelaren dienen derhalve aan dezelfde regels te worden onderworpen, aangezien de consumenten alleen baat hebben bij bandenetiketten indien alle producten in alle detailhandelszaken van een etiket zijn voorzien. Dit voorstel houdt bijgevolg geen vrijstelling in voor kmo's en micro-ondernemingen. Er zijn evenwel geen Europese micro-, kleine of middelgrote bandenfabrikanten en de eventuele kosten zullen naar verwachting gering zijn en met name verband houden met de verplichting voor fabrikanten en detailhandelaren om het etiket te laten zien wanneer banden online te koop worden aangeboden.

Het voorstel voldoet aan de vereisten van het internet, aangezien de etikettering van banden in de op grond van Verordening (EU) 2017/1369 opgezette online productendatabank er deel van uitmaakt en met die databank de overdracht van productinformatie tussen fabrikanten, detailhandelaren, markttoezichtautoriteiten en de consument wordt vereenvoudigd, bespoedigd en versterkt. Net als bij andere producten worden bij banden QR-codes gebruikt, waarmee de consumenten elektronische toegang tot gedetailleerde informatie krijgen. De QR-code maakt deel uit van het nieuwe etiket.

Grondrechten

Het voorstel wordt niet geacht gevolgen voor de grondrechten te hebben.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel dient ter vervanging van een bestaande verordening inzake de etikettering van banden, waardoor de administratieve impact en kosten naar schatting beperkt blijven: het merendeel van de nodige structuren en regels is tenslotte al ingevoerd.

Deze uitgaven worden ondersteund met de middelen waarin reeds voorzien is in de officiële financiële programmering. Er zijn geen extra middelen nodig uit de EU-begroting. Bovendien is het niet de bedoeling dat dit initiatief afbreuk doet aan het voorstel van de Commissie voor het volgende meerjarig financieel kader.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De gevolgen van de nieuwe verordening worden gecontroleerd en geëvalueerd in een evaluatiestudie die zes jaar na de inwerkingtreding ervan wordt uitgevoerd. Aan de hand van de evaluatie wordt bepaald of de doelstellingen van het initiatief zijn verwezenlijkt.

Bij de rapportage van de lidstaten aan de groep deskundigen inzake de etikettering van banden – administratieve samenwerking inzake markttoezicht – worden gegevens verstrekt over markttoezichtactiviteiten en nalevingspercentages. Verdere gegevens zijn afkomstig van het lopende gezamenlijke markttoezicht MSTyre15 8 en eventuele vervolgprojecten.

De voorgestelde verplichte productendatabank is ook een bron van gegevens voor het controleren en evalueren van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de verordening. De databank bevat gegevens over de verdeling van banden over de verschillende prestatieklassen. Daarnaast ondersteunt de databank het markttoezicht dat van essentieel belang is voor de handhaving van de verordening. Ten behoeve van de handhaving moeten de lidstaten voorts de Commissie in kennis stellen van de sancties en handhavingsmechanismen die worden toegepast wanneer deze verordening niet wordt nageleefd.

Gedetailleerde toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

In het voorstel blijven de doelstellingen en voornaamste beginselen van de huidige verordening inzake de etikettering van banden gehandhaafd, maar wordt het toepassingsgebied ervan als volgt verduidelijkt, versterkt en uitgebreid:

·bijwerken van het bandenetiket en mogelijkheden bieden voor de herziening ervan;

·verbeteren van de zichtbaarheid van het etiket voor consumenten door te eisen dat het wordt getoond in alle situaties waarin banden worden verkocht, en eisen vaststellen met betrekking tot verkoop via internet, op afstand en in andere situaties waarin de consument de banden niet in het echt kan zien;

·eisen dat informatie over de prestaties van banden op sneeuw en ijs op het etiket wordt vermeld;

·de mogelijkheid bieden om in de toekomst zo nodig de kilometrage en de slijtage als parameter op het etiket te vermelden;

·de mogelijkheid bieden om in de toekomst zo nodig coverbanden op te nemen;

·eisen dat het etiket wordt getoond in visuele advertenties en technisch reclamemateriaal;

·de eis om het etiket te tonen uitbreiden tot C3-banden;

·het typegoedkeuringsproces uitbreiden tot de verklaring op het etiket;

·verbeteren van de handhaving door het scheppen van een verplichting om banden in de op grond van Verordening (EU) 2017/1369 opgezette productendatabank te registreren;

·aanpassen van de indeling van bandenparameters in klassen in bijlage I;

·bijwerken van het etiket in bijlage II (met name om een „sneeuw”-pictogram weer te geven);

·toevoegen van bijlagen over informatievereisten;

·vervangen van de bijlage over de testmethode voor het meten van de gripindex op nat wegdek (G) van C1-banden met een verwijzing naar de relevante meetmethoden.

12.

Bijwerken van het bandenetiket en mogelijkheden bieden voor de herziening ervan:


Op het etiket staan drie parameters: rolweerstand, grip op nat wegdek en rolgeluidemissies. De klassen voor deze parameters moeten worden aangepast om rekening te houden met de technologische vooruitgang en het feit dat de vereisten van de verordening inzake algemene veiligheid inhouden dat de laagste klassen in feite leeg zijn, omdat dergelijke banden niet langer op de markt van de Unie mogen worden verkocht.

Krachtens artikel 11 van de huidige verordening heeft de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen om niet-essentiële onderdelen te wijzigen en de verordening aan te vullen, alsook om de bijlagen aan te passen in het licht van de technische vooruitgang. Het toepassingsgebied van dat artikel wordt uitgebreid tot wijzigingen in het etiket zelf, zodat de toekomstige vermelding van parameters voor ijs, kilometrage en slijtage, en de toekomstige aanpassing van de etiketklassen via gedelegeerde handelingen kunnen worden gerealiseerd.

13.

Verbeteren van de zichtbaarheid van het etiket voor consumenten:


Alle banden die in de handel worden gebracht, dienen vergezeld te gaan van een etiket in de vorm van een afzonderlijk document of een sticker. Deze verplichting zal ook voor C3-banden gelden, waarvoor op dit moment geen volledig etiket vereist is, maar slechts een verwijzing naar de prestatieparameters in reclamemateriaal. Het volledige etiket moet worden getoond wanneer banden via internet worden verkocht en bij op papier gebaseerde verkoop op afstand. Het moet ook worden getoond wanneer banden samen met een nieuw voertuig worden verkocht en wanneer voertuigen worden geleased of deel uitmaken van een wagenpark.

14.

Eisen dat informatie over de prestaties van banden op sneeuw en ijs op het etiket wordt vermeld:


Hierdoor krijgen consumenten een vollediger beeld van de prestaties van banden bij winterse omstandigheden, met name met betrekking tot de grip op nat wegdek. Er bestaan al een geschikte test en een logo voor de prestaties op sneeuw, hetgeen op het etiket zal worden vermeld. Er wordt een test voor de prestaties op ijs ontwikkeld en er wordt voorgesteld om gebruik te maken van gedelegeerde bevoegdheden om deze parameter in de toekomst te vermelden zodra de testnorm klaar is.

15.

De mogelijkheid bieden om in de toekomst zo nodig de kilometrage en de slijtage als parameter op het etiket te vermelden:


De kilometrage van banden houdt verband met de duurzaamheid en verwachte levensduur ervan. Slijtage van banden is een belangrijke bron van microplastics die in het milieu terechtkomen. Er is nog geen test ontwikkeld waarmee de kilometrage of de slijtage van banden betrouwbaar kan worden gemeten. Derhalve wordt voorgesteld het gebruik van gedelegeerde bevoegdheden te overwegen om deze parameters in de toekomst te vermelden zodra er een passende testnorm is.

Een band voorzien van een nieuw loopvlak is een procedé dat wordt gebruikt om de levensduur van gebruikte banden te verlengen. Het is met name van belang voor C3-banden, die ongeveer 30 % van het marktaandeel van coverbanden in Europa uitmaken, hetgeen overeenkomt met ongeveer 5 miljoen banden. Het opnemen van coverbanden zou een significant potentieel voor besparing van energie hebben en bijdragen tot de verwezenlijking van doelstellingen van de circulaire economie zoals afvalvermindering. Derhalve wordt voorgesteld, bij gebrek aan een geschikte testmethode, het gebruik van gedelegeerde bevoegdheden te overwegen om coverbanden in de toekomst op te nemen, zodra er een passende testnorm is.

16.

Eisen dat het etiket wordt getoond in visuele advertenties en technisch reclamemateriaal:


Overeenkomstig de verplichtingen voor leveranciers van energiegerelateerde producten krachtens Verordening (EU) 2017/1369, moeten leveranciers van banden in advertenties en technisch reclamemateriaal informatie over de prestaties van hun banden verstrekken. Het volledige etiket dient echter getoond te worden en niet slechts de energieklasse en de reeks beschikbare klassen (zoals in het geval van het energie-etiket).

17.

De eis om het etiket te tonen uitbreiden tot C3-banden:


Op grond van de huidige verordening is voor C3-banden geen volledig etiket vereist, maar slechts een verwijzing naar de prestatieparameters in reclamemateriaal. Voor C3-banden zullen nu dezelfde etiketteringsvereisten gelden als voor C1- en C2-banden.

18.

Het typegoedkeuringsproces uitbreiden tot de verklaring op het etiket:


De bandenfabrikanten moeten de verklaring op het etiket aan het typegoedkeuringsproces onderwerpen, waarmee een extra waarborg wordt geboden voor de juistheid van het etiket.

19.

Verbeteren van de handhaving door het scheppen van een verplichting om banden in de op grond van Verordening (EU) 2017/1369 opgezette productendatabank te registreren:


De databank voor producten die onder de verordeningen betreffende energie-etikettering vallen, zal vanaf 1 januari 2019 operationeel zijn. Vanaf die datum zijn bandenleveranciers verplicht de informatie als bedoeld in bijlage 1 bij Verordening (EU) 2017/1369 (identificatie van de leverancier, model van de band, etiket, parameterklassen en productinformatieblad) in de databank in te voeren.

20.

Wijziging van de bijlagen:


De indeling van de parameters in bijlage I is aangepast door de grenzen tussen de huidige klassen van A tot en met G opnieuw te definiëren, zodat ze accurater worden en om duidelijk te maken dat de laagste klasse (G) nu leeg is als gevolg van de vereisten van de verordening inzake algemene veiligheid.

In bijlage II is het etiket gewijzigd om de laagste klasse voor rolweerstand te schrappen en een pictogram voor sneeuw en een QR-code toe te voegen. Daarnaast is het uiterlijk van het etiket enigszins aangepast aan de etiketten overeenkomstig de verordening tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering.

Teneinde de voor eindgebruikers beschikbare informatie te verbeteren en standaardiseren, en ten behoeve van aanpassing aan de vereisten op grond van de verordening tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering, bevat de nieuwe bijlage III een lijst van de minimumgegevens die technische documentatie moet bevatten. De nieuwe bijlage IV bevat een lijst van de vereiste informatie in het productinformatieblad waarvan banden die in de handel worden gebracht vergezeld moeten gaan. In de nieuwe bijlage V wordt uiteengezet welke informatie in technisch reclamemateriaal moet worden verstrekt.