Toelichting bij COM(2018)301 - Voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 16.5.2018


COM(2018) 301 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda


1.INLEIDING

Dit verslag biedt een overzicht van de vorderingen en ontwikkelingen op alle werkgebieden van de Europese migratieagenda sinds het vorige verslag van de Commissie, dat in maart 2018 is verschenen 1 . Ook wordt de voortgang beschreven die is geboekt met het stappenplan van de Commissie dat in december 2017 is voorgelegd op de bijeenkomst van de EU-leiders 2 . Het verslag geeft een indruk van de brede aard van de werkzaamheden en maakt duidelijk dat de EU op alle terreinen verdere inspanningen moet leveren.

Het vermeldt ook concrete maatregelen die essentieel zijn om de doeltreffendheid van de EU-respons te blijven garanderen. Dit impliceert de noodzaak aan gezamenlijke, aanvullende financiële investeringen van de lidstaten en de EU om het EU-optreden inzake de externe dimensie van migratie te ondersteunen.

Dit verslag toont aan dat er continu moet worden gewerkt aan het probleem van de migratie en geeft aan waar de huidige maatregelen niet volstaan en bijkomende inspanningen vereist zijn. Zoals uiteengezet in vorige verslagen bevestigt de huidige situatie dat de stuwende krachten achter de migratiedruk op Europa structureel van aard zijn. Het is onwaarschijnlijk dat langdurige conflicten, zoals dat in Syrië, zullen afnemen. De klimaatverandering geeft de mens nieuwe redenen om te verhuizen. De demografie wijst op een langetermijntrend van groeiende bevolkingen in de nabuurschapslanden van de EU 3 . Daardoor is het nog belangrijker dat de EU zichzelf wapent met de nodige middelen om de situatie het hoofd te kunnen bieden.

2.SITUATIE LANGS DE BELANGRIJKSTE MIGRATIEROUTES

In de eerste maanden van 2018 hebben we een aanzienlijke verhoging van de druk vastgesteld op bepaalde routes en een aantal plotse, soms scherpe stijgingen op specifieke plaatsen. Terwijl de druk hoog bleef, heeft de neerwaartse trend van 2017 zich voortgezet in het centrale Middellandse-Zeegebied gedurende de eerste drie maanden van 2018. De ervaring leert ons dat betere weersomstandigheden in de zomer leiden tot een grotere waarschijnlijkheid op plotse stijgingen en dat er extra aandacht moet worden besteed aan routes die de laatste jaren gevarieerde migratiepatronen hebben vertoond. De ervaring leert ons ook dat er verschuivingen plaatsvinden van de ene route naar de andere en dat oplettendheid en coördinatie geboden zijn over de hele linie.


Irreguliere grensoverschrijdingen langs de belangrijkste migratieroutes – 2014-2017

2.

Oostelijke Middellandse-Zeeroute


Langs de oostelijke Middellandse-Zeeroute werd, na de piektoestroom in de zomer van 2017, opnieuw een aanzienlijke stijging van het aantal migranten genoteerd vanaf maart 2018 – zelfs al bleef de totale migratiebeweging beperkt in vergelijking met de periode vóór de inwerkingstelling van de verklaring EU-Turkije van maart 2016. In de 18 weken tot 6 mei werden in totaal 9349 aankomsten op Griekse eilanden geregistreerd, tegenover 5582 in dezelfde periode in 2017 4 . De drie belangrijkste nationaliteiten zijn dezelfde als in 2017, met 41% Syriërs, 23% Irakezen en 11% Afghanen tot op dit moment in 2018 5 . Wat betreft de migratie over zee telde Lesbos de meeste aankomsten (58% van de totale toestroom via de zee), gevolgd door Samos 6 . In 2018 werden tot 6 mei 19 doden en vermisten geregistreerd in de Egeïsche Zee, dit is een voortzetting van de daling van 2017 7 .

Terwijl het aantal grensoverschrijdingen van Turkije naar Italië, Cyprus, Bulgarije en Roemenië recent beperkt werd, is er een toename vast te stellen van irreguliere grensoverschrijdingen vanuit Turkije naar Griekenland via de landgrens. De stijgend trend van irreguliere migratiedruk aan deze grens liet zich al in de laatste maanden van 2017 voelen en heeft zich doorgezet. Tijdens de eerste maanden van 2018 is het aantal illegale grensoverschrijdingen vermenigvuldigd met meer dan negen in vergelijking met dezelfde periode in 2017: per 6 mei werden 6 108 illegale grensoverschrijdingen genoteerd. Oorspronkelijk ging het op deze route om een stijging van vooral Turkse onderdanen (bijna 50%), maar sinds maart 2018 wordt de lijst van nationaliteiten aangevoerd door de Syriërs (48%), gevolgd door de Turken (18%) en de Irakezen (15%). Het percentage Turkse onderdanen aan deze grens bedroeg in de loop van 2017 39,6% 8 .

3.

Westelijke Balkanroute


De gezamenlijke actie om irreguliere transit via de centrale Westelijke Balkancorridor aan te pakken, heeft de aandacht toegespitst op mogelijke alternatieve routes. Tijdens het eerste kwartaal van 2018 werden er meer bewegingen vastgesteld via Albanië, Montenegro en Bosnië en Herzegovina in de richting van de Kroatische grens en verder naar Slovenië. Daarnaast is bewezen dat in Servië aanwezige migranten deze route volgen om de versterkte controles aan de grens van Servië met Kroatië, Hongarije en Roemenië te ontlopen. Voor het eerste kwartaal van het jaar noteerde Bosnië en Herzegovina 533 illegale grensoverschrijdingen op haar grondgebied; het ging hierbij voornamelijk om Syriërs, Libiërs, Pakistanen en Afghanen.

Er is nog steeds sprake van Iraanse staatsburgers die illegaal de EU proberen binnen te komen, maar het niveau blijft stabiel. Servië maakte melding van meer dan 11 305 Iraanse burgers die sinds het opheffen van de visumbeperkingen in september 2017 het Servische grondgebied hebben betreden en noteerde dat 9 052 hiervan zijn vertrokken, met minder dan 30 die een asielverzoek hebben ingediend. Uit verslagen blijkt dat de Iraniërs proberen om naar Centraal- en West-Europa te komen via Griekenland en hiervoor gebruikmaken van valse documenten. Doordat er in maart 2018 gestart is met rechtstreekse vluchten van Teheran naar Belgrado, kan het nodig zijn dat deze ontwikkelingen nauwer in het oog moeten worden gehouden.

4.

Centrale Middellandse-Zeeroute


Tot 6 mei 2018 werden 9567 aankomsten genoteerd, dit is zowat 77% minder dan het aantal dat werd geregistreerd in dezelfde periode in 2017. Toch waren er de jongste weken een paar forse stijgingen te merken, met 2072 personen die in de laatste twee weken van april en de eerste week van mei zijn aangekomen. In vergelijking met 2017 tekent zich op deze route ook een opvallende verschuiving van de belangrijkste nationaliteiten af. In 2018 komt het merendeel uit Tunesië (20%), Eritrea (19%) en Nigeria (7%), terwijl in 2017 de lijst werd aangevoerd door de Nigerianen, de Guineeërs en de Ivorianen 9 .

Vanuit Tunesië vertrekt een groot aantal boten naar Italië en zorgt zo voor 22% van de uitstroom, genoteerd tot 26 april 2018 (het zijn in hoofdzaak Tunesische burgers die uit Tunesië vertrekken).


De tendens van minder sterfgevallen onder de migranten heeft zich voortgezet. Tot 6 mei van dit jaar werden er op zee 358 doden en vermisten geteld. Bijna 290 000 migranten zijn sinds 1 februari 2016 gered in het kader van EU-operaties ter ondersteuning van de Italiaanse kustwacht. Dankzij EU-acties kon ook de Libische kustwacht meer migranten redden in de Libische territoriale wateren en volgens de Internationale Organisatie voor Migratie hebben de Libische autoriteiten 4 964 migranten gered in de eerste vier maanden van 2018 10 . In het eerste kwartaal van 2018 werden in de woestijn in Niger 2963 migranten gered door de Internationale Organisatie voor Migratie.

5.

Westelijke Middellandse-Zeeroute/Atlantische route


Het aantal personen dat aankomt via de westelijke Middellandse-Zeeroute/de Atlantische route blijft toenemen, wat ook tot uitdrukking komt in het aantal doden en vermisten (217 geregistreerd tot 6 mei van dit jaar). Tot en met 29 april zijn er in 2018 in totaal 6623 personen aangekomen in Spanje (via de westelijke Middellandse-Zeeroute, de Atlantische route of Ceuta en Melilla), dit is 22% meer dan tijdens dezelfde periode in 2017 (5429) 11 . De migranten die in 2018 via deze route zijn binnengekomen, hebben vooral de Marokkaanse (17%), Guineese (14%), Malinese (10%), Ivoriaanse (7%) en Gambiaanse (6%) nationaliteit.

6.

Asiel


Het aantal aankomsten ligt onder de piek van 2015, maar toch zijn er nog heel wat asielaanvragen te behandelen, waardoor er druk wordt gelegd op de nationale asielstelsels. De EU blijft de lidstaten ondersteunen om deze situatie aan te pakken. In 2017 lag het aantal ingediende asielaanvragen in de EU (685 000, waaronder 160 000 voor kinderen 12 ) 43% onder het niveau van 2016. Per 29 april werden er voor 2018 186 522 verzoeken om internationale bescherming in de EU-lidstaten ingediend, waaronder 5257 voor niet-begeleide minderjarigen 13 .


7.

Aantal asielaanvragen in de EU, 2008 - eerste kwartaal 2018


Een groot deel van het totale aantal asielaanvragen is geconcentreerd in slechts een paar lidstaten. In 2015 ontvingen de drie lidstaten met de meeste asielaanvragen 62% van het EU-totaal (in vergelijking met 76% in 2016 en 64% in 2017).

Sinds 2015 is er een verschuiving opgetreden bij de nationaliteiten die asiel aanvragen in de EU. Terwijl Syrië, Afghanistan en Irak vanaf 2015 behoren tot de top vijf, werden Kosovo en Albanië in 2016 vervangen door Pakistan en Nigeria. Wat betreft het aantal asielaanvragen is Syrië de onbetwiste koploper. Het gemiddelde inwilligingspercentage voor Syriërs is stabiel gebleven, van 97% in 2015 naar 94% in 2017.

In 2017 was het globale inwilligingspercentage voor beslissingen in eerste aanleg in de EU 46% (in vergelijking met 61% in 2016 en 52% in 2015). Net als Syrië hebben ook Eritrea (92%) en Somalië (69%) hoge inwilligingspercentages. De laagste inwilligingspercentages betreffen in het algemeen de nationaliteiten uit de Westelijke Balkan.

8.

De bescherming van migrerende kinderen


Volgens het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) zijn in 2017 in Griekenland, Italië, Spanje en Bulgarije 32 963 kinderen aangekomen; in 60% van de gevallen ging het om niet-begeleide minderjarigen of kinderen die van hun familie waren gescheiden. De totale toestroom van kinderen in 2017 verminderde met 67% in vergelijking met 2016, maar het aandeel van niet-begeleide of van de familie gescheiden kinderen steeg van 34% in 2016 naar 60% in 2017 14 . De tenuitvoerlegging van de mededeling inzake de bescherming van migrerende kinderen 15 moet een hogere prioriteit krijgen in de lidstaten, in het bijzonder wat betreft de verbetering van de opvangvoorwaarden en de toegang tot diensten, het voorkomen van verdwijningen van kinderen, het beperken van vertragingen in de procedures voor kinderen, vooral bij gezinshereniging, en globaal het realiseren van een betere toepassing van het principe van het belang van het kind bij alle beslissingen die kinderen aanbelangen. In de plenaire vergadering van het Europees Parlement op 2 mei 2018 heeft de Commissie informatie verstrekt over de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de mededeling en over de toekomstige uitdagingen.

3.EU-STEUN VOOR MIGRATIEBEHEER

De EU blijft op intensieve wijze steun verlenen voor de migratie- en vluchtelingencrisis. Hoe collectiever de aanpak, hoe efficiënter de steun. De rechtstreekse ondersteuning en de financiële dekking door de EU en haar agentschappen zijn het meest doeltreffend wanneer er wordt samengewerkt met deskundigen in de lidstaten zelf, met inbreng van ter plaatse aanwezige middelen. De door de Commissie voorgestelde herziening van de wetgeving op immigratieverbindingsfunctionarissen 16 zal ook leiden tot een intensivering van de vereiste coördinatie en zal de doeltreffendheid van het gemeenschappelijke EU-optreden vergroten. De hierna uiteengezette stappen tonen aan dat het essentieel is om te blijven zorgen voor een intensieve ondersteuning en voor een verdere verbetering van de samenwerking.

Op dit ogenblik neemt de Commissie ook een voorstel aan 17 voor herziening van het juridische kader van het visuminformatiesysteem waardoor de veiligheid aan de grenzen en in Europa zal vergroten, met name dankzij betere controles bij de verwerking van visumaanvragen door toepassing van interoperabiliteit en door het aanpakken van de resterende leemten in de informatie. De Commissie gaat door met het opvolgen van zorgpunten inzake irreguliere migratie in visumvrije landen en neemt waar nodig proactieve maatregelen.

Oostelijke Middellandse-Zeeroute — Steun aan Griekenland en Bulgarije

De hotspot-aanpak blijft een wezenlijk element van de EU-steun aan Griekenland. De steun voor bijkomende opvangcapaciteit wordt voortgezet. De totale opvangcapaciteit is lichtjes toegenomen (van 6292 naar 6338 plaatsen), 18 dankzij de extra plaatsen die in de Kos-hotspot werden gecreëerd. De capaciteit voor detentie in afwachting van verwijdering blijft gelijk aan 710 plaatsen, met meer dan 200 personen die in deze centra worden vastgehouden.

De opvangvoorwaarden vormen echter nog steeds een groot probleem. Op 6 mei waren er 16 565 migranten aanwezig op de vijf eilanden in het oostelijke deel van de Egeïsche Zee, waardoor er sprake blijft van een enorme overbevolking. Bijgevolg hebben de autoriteiten op Lesbos tenten ingezet binnen en buiten de hotspot-zone om opvang te bieden aan mensen die nog extra aankomen op het eiland en de druk op infrastructuur, medische diensten en afvalbeheer is dan ook groot: de spanning bij de gemeenschappen en tussen de migranten en delen van de lokale bevolking is toegenomen. Om een aantal van de meest nijpende behoeften op de eilanden aan te pakken, investeert de Griekse overheid 3 miljoen EUR in afval- en waterbeheer en voert ze door de EU gefinancierde projecten uit voor verbetering van de infrastructuur (15 miljoen EUR) en voor het verstrekken van diensten en hulpgoederen anders dan levensmiddelen (63 miljoen EUR).

Een specifiek probleem is het leveren van aangepaste opvang voor niet-begeleide minderjarigen, zowel op de eilanden als op het vasteland. Momenteel staan er meer dan 2000 minderjarigen (met inbegrip van de kinderen die van hun familie zijn gescheiden) op de wachtlijst voor opvang, onder meer minderjarigen die in de hotspots verblijven of die in “beschermende hechtenis” zijn opgenomen. Er loopt een oproep voor voorstellen en er werden 1785 opvangplaatsen aangeboden. De Griekse autoriteiten hebben een aantal overeenkomsten ondertekend, maar er zijn extra inspanningen nodig van alle partners, ook van de gemeentebesturen en de ngo's, om een duurzaam nationaal systeem te kunnen invoeren. Dit zou aangevuld worden met een nieuwe wetgeving inzake pleegzorg die ook de migrerende, niet-begeleide minderjarigen zou dekken, en die momenteel bij het Griekse parlement ligt. Kinderbeschermingsfunctionarissen werden aangeworven, opgeleid en ingezet bij de hotspots.

Gezien deze behoeften, gecombineerd met een grote druk voortvloeiend uit de toestroom aan de landgrens, is de Griekse overheid momenteel bezig met het uitwerken van een noodplan om het hoofd te kunnen bieden aan een eventuele stijging van het aantal migranten nu de zomer nadert. Dit plan moet dan als basis worden gebruikt voor het ontwikkelen van een alomvattende strategie voor een duurzaam nationaal systeem, steunend op de huidige en de geraamde toestroom, het aantal potentiële begunstigden van internationale bescherming, een versnelde verwerking van de asielaanvragen en een verhoogde terugkeer.

De EU blijft aanzienlijke financiële steun aan Griekenland verlenen voor de aanpak van migratiegerelateerde problemen, met het momenteel ten uitvoer gelegde Financiële Plan 2018 om verder vorm te geven aan de nationale programma's ten belope van 561 miljoen EUR. Daarnaast werkt het noodhulpinstrument samen met humanitaire partners om vluchtelingen te helpen een veiliger en normaler leven te leiden en zich beter te integreren in de lokale economie en samenleving. Het biedt momenteel meer dan 24 500 gehuurde opvangplaatsen en het voorziet in een maandelijkse geldelijke bijstand om de vluchtelingen in staat te stellen hun basisbehoeften in te vullen; het creëert ook een essentieel sociaal vangnet voor asielzoekers en vluchtelingen in Griekenland, en daarnaast wordt de lokale economie gesteund. Zowat 45 000 mensen profiteren thans van deze regeling.

De EU-agentschappen blijven essentieel werk leveren door hun steun aan de Griekse overheid. Op 30 april 2018 waren in totaal 63 nationale deskundigen door het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken ingezet in Griekenland en zij werden ondersteund door 27 tijdelijke medewerkers en 85 tolken. Sinds 7 mei zijn 13 door Europol uitgezonden functionarissen en twee Europol-personeelsleden ingezet op vijf plaatsen in Griekenland; zij voeren secundaire veiligheidscontroles uit. Europol verricht ook werk via een actieplan dat aanbevelingen uit een recente evaluatie uitvoert. Op 14 mei had het Europees Grens- en kustwachtagentschap in totaal 573 deskundigen ingezet. Deze steun schiet tekort wat betreft het invullen van de behoeften en de onzekerheid over de vervanging van roulerende functionarissen door de lidstaten zorgt voor langdurige instabiliteit bij de hulp die de EU kan leveren.

De toegenomen druk aan de landgrens tussen Griekenland en Turkije heeft de aandacht gevestigd op de noodzaak voor sterkere ondersteuning aan de grens. Naast de bestaande samenwerking tussen Turkije en Griekenland staat het Europees Grens- en kustwachtagentschap klaar om zijn aanwezigheid te vergroten en de gezamenlijke acties op te voeren. Dit zou natuurlijk een extra engagement van de lidstaten vergen.

Het belangrijkste steunprogramma voor Bulgarije loopt door, met nog eens 13 miljoen EUR die extra ter beschikking worden gesteld als aanvulling voor 2018, naast de 97,2 miljoen EUR in de nationale programma's en de 172 miljoen EUR die sinds begin 2015 als noodhulp worden verstrekt. De implementatie van sommige subsidies onder de noodhulp voor uitgebreide grenscontroleapparatuur werd afgeremd door vertragingen bij aanbestedingen, maar de fondsen voor de nationale programma's worden in een behoorlijk tempo aangewend. Ook in Bulgarije zijn er nog steeds tekorten bij de inzet van personeel van het Europees Grens- en kustwachtagentschap: het huidige aantal deskundigen bedraagt 130, dat is een tekort van 57 personen om aan de vastgestelde behoeften te voldoen.

9.

De verklaring EU-Turkije


De verklaring EU-Turkije blijft van het allergrootste belang voor het beperken van het aantal irreguliere en gevaarlijke oversteken naar de Griekse eilanden, voor het redden van levens op zee en voor het bevorderen van de hervestiging van Syriërs die behoefte hebben aan internationale bescherming. Het blijvende succes ervan hangt af van het engagement en de geleverde inspanningen van alle betrokken partijen. Het is cruciaal dat Turkije zijn intensieve rechtshandhavingsinspanningen voortzet om smokkelnetwerken te ontmantelen en om het illegaal oversteken naar Griekenland te stoppen, zowel naar het vasteland als naar de eilanden, en dat het blijft meewerken aan terugkeer en overname van Griekenland via de verklaring EU-Turkije of de bilaterale overeenkomst Griekenland-Turkije.

Turkije heeft voortreffelijk werk geleverd om aan meer dan 3,5 miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen opvang en steun te bieden, en de EU heeft haar engagement voor ondersteuning van Turkije bij dit probleem getoond. De Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije blijft zich inzetten voor de behoeften van vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije, in nauwe samenwerking met de Turkse overheid 19 . De Faciliteit is een van de snelste en meest doeltreffende EU-steunmechanismen gebleken, met uitbetalingen ter hoogte van 1,9 miljard EUR. Ze voorziet meer dan 1,3 miljoen vluchtelingen van een maandelijkse contante overdracht en ze biedt onderwijs en gezondheidszorg aan honderdduizenden mensen. Nu wordt gewerkt aan de beschikbaarstelling van de tweede tranche van 3 miljard EUR. Een snelle tenuitvoerlegging zal zorgen voor een naadloze opvolging van de succesvolle tussenkomsten van de Faciliteit die met de eerste tranche werden gefinancierd, in het bijzonder de extra financiering voor onderwijs die rond moet zijn vóór de start van het nieuwe schooljaar.

Het trage tempo van de behandeling van asielaanvragen in Griekenland blijft een vlotte terugkeer naar Turkije in het kader van de verklaring belemmeren. Door het risico op een mogelijke stijging van de toestroom in de zomer wordt het nog belangrijker voor de Griekse autoriteiten om dit probleem dringend aan te pakken. De EU blijft de Griekse asieldienst en de beroepscommissies steunen 20 .


Parallel hiermee werd de algemene geografische beperking voor asielzoekers aanwezig op de eilanden in de Egeïsche Zee in april nietig verklaard door een beslissing van de Griekse Raad van State. Het Hof concludeerde dat de beperking onvoldoende juridisch was gemotiveerd en erkende dat deze beperking een aanzienlijke belasting met zich meebrengt voor de eilanden. De Griekse autoriteiten reageerden onmiddellijk op de uitspraak en de Griekse asieldienst vaardigde een nieuwe besluit uit dat volgens de Griekse overheid de bezorgdheden van de Raad van State aanpakt. Griekenland diende ook een nieuwe wetgeving in die bedoeld is om de omzetting van de richtlijn voor opvangvoorzieningen te voltooien en zo een sterkere basis te bieden voor dit nieuwe besluit. Thans wordt in het Griekse parlement de laatste hand gelegd aan de nieuwe wet met het oog op goedkeuring.


In afwachting van de effectieve uitvoering door Turkije van de clausule voor onderdanen van derde landen van de overnameovereenkomst EU-Turkije worden Turkije en Griekenland aangespoord om te zorgen voor de daadwerkelijke toepassing van de relevante bepalingen van de bilaterale overnameovereenkomst Griekenland-Turkije voor de toestroom die niet wordt gedekt door de verklaring EU-Turkije.

Steun aan Syrië en zijn buurlanden heeft nog steeds hoge prioriteit. Sinds het begin van de crisis heeft de EU meer dan 1 miljard EUR toegekend aan Jordanië en Libanon om de meest kwetsbaren te steunen door humanitaire financiering en om onderwijs en gezondheidszorg te bieden en te voorzien in het levensonderhoud van vluchtelingen en gastgemeenschappen. De steun aan Libanon werd ook geschraagd in twee internationale conferenties op ministerieel niveau, betreffende veiligheid en investeringen 21 . De tweede conferentie van Brussel over de ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio in april 2018, gezamenlijk voorgezeten door de EU en de Verenigde Naties, herbevestigde de steun van de EU voor een politieke oplossing in Syrië en haar toezegging om de substantiële behoeften aan te pakken, met de bevestiging van 560 miljoen EUR voor 2018 en de bijkomende toewijzing van 560 miljoen EUR voor 2019. De conferentie is erin geslaagd om tegen 2020 in totaal 6,2 miljard EUR subsidies van de internationale gemeenschap beschikbaar te stellen, waarvan drie vierde afkomstig is van de EU en haar lidstaten.

10.

Westelijke Balkanroute


De Commissie legt thans de laatste hand aan haar interne procedures voor ondertekening van een overeenkomst met Albanië, al geparafeerd in februari 2018, op grond waarvan het Europees Grens- en kustwachtagentschap bijstand kan verlenen op het gebied van het beheer van de buitengrenzen en snel teams kan inzetten op Albanees grondgebied ingeval de migratiestromen plotseling verschuiven. Op 30 april werd er op technisch niveau een gelijksoortige overeenkomst gesloten met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Er wordt momenteel onderhandeld met Syrië en de Commissie heeft voorgesteld om over dergelijke overeenkomsten onderhandelingen op te starten met Montenegro en Bosnië en Herzegovina.

Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel van Europol blijft de operationele samenwerking ondersteunen om het smokkelen van migranten langs de route via de Westelijke Balkan aan te pakken. In het eerste kwartaal van 2018 heeft Europol 11 operationele vergaderingen georganiseerd over de Westelijke Balkan en 28 zaken met hoge prioriteit beheerd. Er werden in de landen van de Westelijke Balkan ook 7 gezamenlijke actiedagen gehouden die resulteerden in succesvolle aanhoudingen van mensensmokkelaars. Europol blijft de stijgende trend van het smokkelen van migranten in vrachtwagens en grote voertuigen opvolgen. De landen uit de regio hebben hun grenscontroles en hun toezichtscapaciteit opgevoerd, met verplaatsing van patrouilles naar gerichte grenssectoren.

Parallel hiermee zet de EU haar steun voort aan landen langs de Westelijke Balkanroute en focust hierbij op een verbetering van de opvangvoorzieningen en -capaciteit voor migranten en vluchtelingen en op de uitbouw van capaciteiten voor het verstevigen van de migratiebeheersystemen. De regelmatige, tweewekelijkse videoconferenties met deelname van de Commissie, de lidstaten, de EU-agentschappen en de partners van de Westelijke Balkan blijven plaatsvinden om de samenwerking te vergemakkelijken en er wordt ook nog steeds informatie uitgewisseld over de migratiesituatie langs de Westelijke Balkanroute. Bij het jaarlijkse uitbreidingspakket van de Commissie, goedgekeurd op 17 april 2018, werd de nadruk gelegd op de noodzaak voor de landen om hun inspanningen op te drijven met het oog op een doeltreffende aanpak van migratiegerelateerde problemen 22 .

Volgende stappen:

·De Griekse autoriteiten moeten de opvangvoorwaarden in de hotspots verbeteren en hierbij vooral oog hebben voor de behoeften van de meest kwetsbare groepen en niet-begeleide minderjarigen.

·De Griekse autoriteiten moeten dringend vaart zetten achter de uitvoering van terugkeer naar Turkije in het kader van de verklaring EU-Turkije.

·De Griekse autoriteiten moeten dringend hun noodplan afwerken om het hoofd te kunnen bieden aan een hogere toestroom op de eilanden en via de landgrens.

·De samenwerking met Turkije versterken om irreguliere migratie te voorkomen via de bestaande en nieuwe land- en zeeroutes, in overeenkomst met de verklaring EU-Turkije.

·De samenwerking tussen Griekenland en Turkije versterken op het gebied van terugkeer en overname door Griekenland, conform de verklaring EU-Turkije en ook de bilaterale overeenkomst Griekenland-Turkije.

·De lidstaten moeten zorgen voor voldoende deskundige ondersteuning van het werk van de EU-agentschappen in Griekenland en Bulgarije.

·Er moeten snel overeenkomsten gesloten worden tussen de Europese Unie en de partners van de Westerse Balken over de operationele steun geleverd door het Europees Grens- en kustwachtagentschap.


11.

Centrale Middellandse-Zeeroute


- Ondersteuning van Italië

De EU blijft Italië ondersteunen voor de uitvoering van de hotspotaanpak. De activiteiten in de hotspot van Taranto zijn tijdelijk opgeschort voor het uitvoeren van onderhoudswerken en ook de activiteiten in de hotspot van Lampedusa zijn door opknapwerken beperkt. Parallel hiermee bevestigden de Italiaanse autoriteiten hun toezegging om later dit jaar drie extra hotspots te open in Calabrië en op Sicilië. Er is een herziening aan de gang van de standaardwerkvoorschriften voor hotspots.


De EU-agentschappen nemen maatregelen om hun personeelsbestand en de focus van hun activiteiten in Italië aan te passen in overeenstemming met de huidige behoeften. Op 30 april waren er in Italië 38 nationale deskundigen van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken werkzaam; zij werden bijgestaan door 54 tijdelijke personeelsleden en 98 culturele bemiddelaars. 428 deskundigen van het Europees Grens- en kustwachtagentschap ondersteunen het werk met nieuw aangekomen migranten. Op 7 mei 2018 waren in totaal 15 uitgezonden functionarissen van Europol en 3 personeelsleden van Europol ingezet op vijf locaties in Italië; zij voeren secundaire veiligheidscontroles uit. Italië heeft ook zijn detentiecapaciteit verhoogd met het detentiecentrum van Potenza waar plaats is voor in totaal 96 personen.


De EU blijft aanzienlijke financiële steun verlenen aan Italië. De Italiaanse autoriteiten hebben de financiële middelen die in november aan het land werden toegewezen, gebruikt voor het opstarten van acties op het gebied van medische bijstand, interculturele bemiddeling, uitrusting voor het screenen van migranten in de hotspots en operaties voor maritieme grensbewaking en opsporing en redding. Volgend op de brief aan premier Gentiloni van 25 juli 2017 hebben de Commissie en het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken de gesprekken voortgezet over het uitwerken van acties die uit hoofde van de noodhulp kunnen worden gefinancierd en die bedoeld zijn om de integratie op lokaal niveau te ondersteunen, de slachtoffers van mensenhandel te beschermen en de doeltreffendheid van de asiel- en terugkeerprocedures te vergroten. De aan Italië geboden noodhulp vult de meer dan 654 miljoen EUR steun aan die de EU vrijmaakt voor de nationale programma's van het land 23 .

De gezamenlijke operatie Themis werd voortgezet om Italië te steunen bij de aanpak van de irreguliere immigratie via de centrale Middellandse-Zeeroute, bij het redden van levens op zee en bij het opsporen van grensoverschrijdende misdrijven. Het operationele gebied strekt zich nu uit over de Adriatische Zee en de rechtshandhavingscomponent, in het bijzonder met betrekking tot de strijd tegen terrorisme en buitenlandse strijders, werd aangescherpt. Dankzij bijdragen van 27 lidstaten kan het Europees Grens- en kustwachtagentschap Italië ondersteunen met 428 grenswachters en bemanningsleden, twee vliegtuigen, een helikopter, één offshore patrouillevaartuig, zeven kustpatrouillevaartuigen, vier kustpatrouilleboten en 14 mobiele kantoren.

Volgende stappen:

·Italië zal volgens plan drie extra hotspotlocaties openen.

·Italië moet zijn detentiecapaciteit verder vergroten.

·Afronden van de nieuwe fase van de noodfinanciering met de Italiaanse autoriteiten.

·De lidstaten moeten hun bijdragen aan de EU-agentschappen verhogen (personeelsbestand en operationele steun) in Italië, in overeenstemming met de behoeften.

·Italië blijft uitvoering geven aan alle maatregelen die worden genoemd in het actieplan van 4 juli 2017.


- Libië, de regio en de landen langs de route

De EU blijft zich inzetten voor het verbeteren van de erbarmelijke levensomstandigheden van heel wat migranten en vluchtelingen in Libië en voor de aanpak van de smokkelactiviteit. Er lopen door de EU gefinancierde programma's om te voorzien in de onmiddellijke behoeften van migranten en vluchtelingen, om migranten te helpen bij hun terugkeer naar huis of om een veilige weg naar Europa te zoeken voor wie behoefte heeft aan bescherming en door hervestiging, of door het aanbieden van werk op lange termijn om de gemeenschappen te stabiliseren.

Met ondersteuning van de EU heeft de Internationale Organisatie voor Migratie intussen al bijna 41 000 migranten voorzien van dekens, matrassen en hygiënekits op ontschepingsplaatsen, in detentiecentra en in gastgemeenschappen in Libië. Er werd aan meer dan 14 500 kwetsbare migranten medische hulp verstrekt. Meer dan 950 migranten werden ook bijgestaan door het in het zuiden van Libië aanwezige middelen- en responsmechanisme voor migranten. Er werd eveneens specifieke hulp geboden door het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) dat zorgde voor winterkleding in de detentiecentra en ook voor andere noodzakelijkheden om te kunnen overleven en een behoorlijke levensstandaard te kunnen garanderen, waaronder recreatie en educatieve activiteiten. Er worden ook gemeenschappelijke inspanningen geleverd om te lobbyen voor de vrijlating van kinderen en om alternatieven te zoeken voor opsluiting. 24 Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties heeft tevens een ondernemerschapscampus opgezet om jonge ondernemers een duwtje in de rug te geven 25 .

De EU heeft haar steun aan Libische gemeenten over het hele land voortgezet om deze in staat te stellen te werken aan het herstel van de essentiële infrastructuur voor het aanbieden van basisdiensten aan zowel de lokale bevolking als aan de migranten. Er worden besprekingen gevoerd tussen de EU en de uitvoeringspartners (Cooperazione Italiana, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties en het Kinderfonds van de Verenigde Naties UNICEF) om een nieuw programma van 50 miljoen EUR operationeel te maken voor ondersteuning van de gemeenten, aangenomen in maart 2018. Voor Libië betekent dit een verhoging van de capaciteit om basisdiensten aan te bieden, zoals gezondheidszorg, onderwijs, sanitaire voorzieningen en watervoorziening.

Op 4 mei waren 1006 vluchtelingen en asielzoekers vrijgelaten door interventies van het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) in 2018, dit is een versnelling in vergelijking met het totaal van 1428 in 2017. Tot op dit tijdstip in 2018 heeft het bureau 486 controlebezoeken afgelegd aan detentiecentra. Dankzij de steun van de EU kon het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) ook 15 216 medische consultaties doen bij vluchtelingen en asielzoekers – terwijl het ijverde voor hun vrijlating.

Met ondersteuning van de EU zet de Internationale Organisatie voor Migratie haar programma voor begeleide vrijwillige terugkeer voort en in 2018 zijn tot op 24 april reeds 6185 mensen veilig naar huis teruggekeerd. Tijdens de evacuatiefase van 28 november 2017 tot 1 maart 2018 keerden in totaal 15 391 personen vrijwillig terug naar huis 26 . Het doel dat de Commissie in december had vooropgesteld 27 , is dus bereikt. Aan 27 138 mensen werd sinds mei 2017 steun voor herintegratie verleend.

De EU heeft nauw samengewerkt met de lidstaten en het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kwetsbare personen die internationale bescherming nodig hadden, werden geëvacueerd van Libië naar Niger, met erop volgend een snelle hervestiging. Na een tijdelijke opschorting van de evacuaties begin maart ten gevolge van de bezorgdheid van de regering van Niger over het feit dat het ritme van vertrek uit Niger naar andere landen geen gelijke tred hield met het ritme van aankomsten in het land, heeft het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) op datum van 10 mei het noodtransitmechanisme hervat en 132 kwetsbare vluchtelingen en asielzoekers uitgevlogen 28 . Van de 1152 personen die van Libië naar Niger werden geëvacueerd, heeft het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) op datum van 13 mei reeds 475 mensen voorgedragen voor hervestiging 29 en 108 hiervan zijn al uit Niger vertrokken 30 . Nog eens 71 werden aanvaard door de hervestigingslanden en wachten op hun vertrek 31 . Dit betekent dat de hervestigingslanden al ongeveer 38% van alle voorgedragen personen hervestigd hebben. Hoewel er nog steeds aanvullende toezeggingen voor hervestiging vanuit Niger nodig zijn, is het aantal beschikbare toezeggingen voor hervestiging vanuit Niger geen beperkende factor aangezien 2681 toezeggingen werden gedaan 32 . Het is belangrijk dat verwijzingen door het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) worden versneld, zodat toezeggingen kunnen worden verwezenlijkt en de uit Libië geëvacueerde mensen zo snel mogelijk kunnen worden hervestigd door de lidstaten die vluchtelingen opnemen 33 . De EU staat volledig achter deze inspanningen en zal de bestaande financiële steun aan het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) voor een waarde van 20 miljoen EUR aanvullen. Lidstaten die geen toezeggingen voor hervestiging hebben voorbehouden voor Niger worden verzocht dit te doen en deze die al aan hervestiging doen, moeten dit voortzetten met het oog op snelle transfers bij verwijzingen. Het UNHCR moet aangespoord worden om bij zijn verwijzingen voor hervestiging in Niger in eerste instantie te focussen op personen die uit Libië zijn geëvacueerd.

Na de trilaterale missie op hoog niveau van de Afrikaanse Unie, de EU en de Verenigde Naties 34 naar Tripoli in februari heeft de Commissie gesprekken gevoerd met de Libische autoriteiten om ervoor te zorgen dat de gemaakte afspraken worden nagekomen. Het gaat hierbij om het belang van een vereenvoudiging van de humanitaire evacuatieoperatie door af te zien van uitreisvisa; het in staat stellen van het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) om zijn mandaat volledig uit te voeren, buiten de beperkingen opgelegd aan nationaliteiten; het verbeteren van de toegang tot en de omstandigheden van migranten en vluchtelingen in detentiecentra; het streven naar het sluiten van de detentiecentra in hun huidige vorm; en het bekijken van alternatieven voor de strafbaarstelling van irreguliere migranten; het garanderen van volledige registratie en tracering van alle aan land gebrachte migranten.

De inspanningen van de EU ter ondersteuning van de twee Libische kustwachten zijn voortgezet. In het kader van EUNAVFORMED-operatie Sophia hebben tot dusver ongeveer 191 personeelsleden van de Libische kustwacht, waaronder de bemanning van vijf patrouilleboten, een combinatie van opleiding aan de wal en op zee gevolgd. Momenteel wordt er opleiding gegeven in Griekenland aan 22 Libische personeelsleden en een extra module voor 34 kandidaten staat gepland voor begin juli 2018 in Spanje. Het eerste monitoringverslag in maart gaf aan dat de capaciteit en het professionalisme toenemen, maar dat de monitoring nog doeltreffender zou kunnen worden uitgevoerd als er continu personeel van EUNAVFORMED aanwezig was in de operatiecentra van de Libische kustwacht.

De aanleg van een beveiligd communicatienetwerk in het Middellandse-Zeegebied voor de uitwisseling van informatie inzake irreguliere migratie over zee verkeert thans in het eindstadium; het netwerk “SEAHORSE Mediterraneo” moet in de tweede helft van 2018 operationeel zijn.

Er werd door de ministers tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van maart 2018 een pilootproject goedgekeurd voor het verdiepen van de coöperatie tussen de EU-agentschappen en EUNAVFORMED-operatie Sophia, met rechtstreekse samenwerking binnen een criminaliteitsinformatiecel op het vlaggenschip van de operatie Sophia. De cel moet zo snel mogelijk beginnen te werken. De EU-missie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië bestudeert de mogelijkheden om de capaciteit te verhogen tot 17 personeelsleden in Tripoli, op permanente of roulerende basis, tegen mei 2018 om zo te komen tot een mogelijk diepere betrokkenheid bij de Libische autoriteiten sinds de invoering van de “lichte aanwezigheid” in december 2017.

Financiering



Het EU-noodtrustfonds voor Afrika blijft een cruciale rol spelen bij het werk van de EU. Op 8 mei 2018 waren 147 programma's goedgekeurd voor een totaal van ongeveer 2593,4 miljoen EUR, verdeeld over de drie onderdelen: Sahel/Tsjaadmeer 1293 miljoen EUR (79 programma's), Hoorn van Afrika 820,3 miljoen EUR (50 programma's), Noord-Afrika 335 miljoen EUR (14 programma's). Dit bedrag omvat ook vier programma's die de onderdelen overschrijden (145,1 miljoen EUR). Tot dusver werden in totaal 235 contracten met uitvoerders afgesloten voor een totaalbedrag van 1611,2 miljoen EUR, en een totaalbedrag uitbetalingen van 650 miljoen EUR.

De middelen die momenteel toegewezen zijn aan het EU-Trustfonds voor Afrika bedragen 3,39 miljard EUR, inclusief meer dan 2,98 miljard EUR van het Europees Ontwikkelingsfonds en de EU-begroting. De EU-lidstaten en andere donoren (Zwitserland en Noorwegen) hebben in totaal 413,8 miljoen EUR bijgedragen, waarvan tot nu toe 378 miljoen EUR is betaald. De belangrijkste donoren zijn nog steeds Duitsland (157,5 miljoen EUR) en Italië (104 miljoen EUR). De bijdrage van de lidstaten aan het onderdeel Noord-Afrika van het EU-Trustfonds was van bijzonder belang om te kunnen komen tot een nieuwe benadering met Libië: debatten in de Europese Raad hebben geleid tot toezeggingen van de lidstaten ten belope van 178,6 miljoen EUR, voornamelijk voor het aanvullen van het onderdeel Noord-Afrika.

Niettemin lijkt er al in 2018 een aanzienlijke financieringskloof te ontstaan. Dit werd besproken op de vergadering van de Strategische Raad van 24 april 2018. De pipeline voor de drie onderdelen, die essentiële acties omvat zoals het voortzetten van het werk in Libië en het handhaven van het tempo van begeleide vrijwillige terugkeer en evacuatie, wordt geschat op ongeveer 2 miljard EUR. Terwijl de resterende middelen een aantal prioriteiten kunnen dekken, werd voor de drie onderdelen een totale financieringskloof van ongeveer 1,2 miljard EUR vastgesteld, als het huidige niveau van de ambities moet worden gehandhaafd. Voor Noord-Afrika zullen de bijdragen aan een doeltreffend migratiebeheer een prioriteit blijven, met ook de bescherming van kwetsbare migranten, vrijwillige terugkeer, stabiliseren van de gemeenschap, geïntegreerd grensbeheer en steun aan arbeidsmigratie. Activiteiten in de Hoorn van Afrika en het gebied van de Sahel en het Tsjaadmeer hebben rechtstreeks invloed op de doeltreffendheid van het EU-optreden in Noord-Afrika en zijn nodig voor een daadwerkelijk alomvattende EU-aanpak. De lidstaten hebben de waarde van de pipeline erkend en stemmen ermee in om prioriteit te blijven geven aan acties op de volgende gebieden: terugkeer en herintegratie, globaal reactiekader voor vluchtelingen, beveiligde documenten en burgerlijke stand, aanpak van mensenhandel, essentiële stabilisatie-inspanningen in Somalië, Soedan en Zuid-Soedan en ondersteuning van migratiedialogen. Tegelijk heeft de Raad besloten dat het Trustfonds zijn activiteiten ook na 2018 moet kunnen voortzetten en dat het daarvoor nodig was om de middelen aan te vullen.

Onder de eerste pijler van het externe investeringsplan, de garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling, hebben in totaal 12 geschikte financiële instellingen meer dan 46 investeringsprogramma's voorgesteld voor de vijf investeringsonderdelen waarvoor garantiefondsen van 1,5 miljard EUR beschikbaar zijn. De ontvangen voorstellen waren goed voor een gecombineerde waarde van meer dan 3,5 miljard EUR voor de vijf onderdelen 35 . De eerste besluiten van de Commissie tot goedkeuring van de programma's worden tegen het begin van de zomer verwacht. Gecombineerde operaties onder het investeringsplan voor Afrika en investeringsplatforms voor nabuurschap zijn ingeleid.

- Landen langs de route

De samenwerking met een aantal partners in Afrika werd verdiept. Ondanks de politieke beroering kon er vlot worden doorgewerkt met de Ethiopische autoriteiten aan de vijf pijlers van de Verklaring van Valletta. De dialoog inzake migratie en samenwerking met Guinea en Gambia gaat gestaag vooruit, met in maart een succesvol seminarie van het Europees Grens- en kustwachtagentschap over de beste praktijken voor het organiseren van terugkeergerelateerde activiteiten. In Ivoorkust werd de dialoog over migratie hervat. De gesprekken met Nigeria over een migratie- en mobiliteitspakket gaan verder en dekken onder meer groei en investeringen, grensbeheer en digitale identificatie, mensensmokkel, mensenhandel en ook herintegratie en overname.

Naast de bestaande operationele samenwerking zou Niger bijkomend moeten worden ondersteund om te focussen op acties voor de aanpak van nieuwe migratieroutes in het grensgebied met Nigeria en doorgedreven programma's voor economische substitutie. In maart 2018 werd in Niger een ministeriële conferentie georganiseerd voor alle belangrijke spelers met als doel het bespreken en het bevorderen van de samenwerking tegen het smokkelen van migranten en de mensenhandel 36 . Niger, Tsjaad, Libië en Soedan hebben ook een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend voor het beveiligen van de gemeenschappelijke grenzen en het bestrijden van georganiseerde misdaad.

Ook de werkzaamheden ter bestrijding van smokkelnetwerken in de Hoorn van Afrika zijn opgevoerd. Zo is de ontwikkeling voortgezet van het door het EU-Trustfonds gefinancierd regionaal operationeel centrum voor het Khartoem-proces, dat gezamenlijke onderzoeken tussen de landen moet stimuleren. Binnen het programma voor beter migratiebeheer in de Hoorn van Afrika werden meer dan 400 overheidsfunctionarissen opgeleid voor migratie- en grensbeheer en ongeveer 150 gouvernementele en niet-gouvernementele stakeholders kregen opleiding inzake migrantenrechten.

Het migratieprobleem stond op de agenda van de stabiliteitscluster EU-Egypte die plaatsvond op 15 maart in Caïro. Dit volgde op de eerste vergadering voor de migratiedialoog EU-Egypte in december 2017 en hierbij werd de balans opgemaakt van de vooruitgang in de verschillende gebieden van de bilaterale samenwerking voor migratie tussen de EU en Egypte. De versterking van de samenwerking met de EU-agentschappen werd ook besproken.

12.

Westelijke Middellandse-Zeeroute


Marokko blijft zich inspannen om irreguliere migratie te voorkomen door samen te werken op het gebied van grensbewaking, in het bijzonder met Spanje. Er worden technische contacten onderhouden met het oog op het uitwerken van een bijstandspakket voor het verhogen van de grensbeheercapaciteit en voor het herstarten van onderhandelingen over visumversoepelings- en overnameovereenkomsten. In december 2017 werd een programma voor begrotingsondersteuning van het migratiebeleid van Marokko (35 miljoen EUR) ondertekend door de Commissie en Marokko. Op 2 mei herbevestigde de vijfde ministeriële conferentie van het Rabat-proces in Marrakesh de toezegging met een gezamenlijk goedgekeurd actieplan voor het voortzetten van de samenwerking inzake de aanpak van de onderliggende oorzaken van migratie, het bestrijden van mensensmokkel en het versterken van het beleid voor terugkeer en overname 37 .

Na een stijging van 43% tussen 2016 en 2017 is het aantal Algerijnen die illegaal aankomen in Europa gedaald tijdens het eerste kwartaal van 2018, in vergelijking met dezelfde periode in 2017 38 . Algerije blijft ook een transitland voor irreguliere migratiepogingen naar Marokko en Libië en de Algerijnse autoriteiten melden een stijging van de toestroom in Algerije uit landen ten zuiden van de Sahara. De EU en Algerije hebben afgesproken om de uitwisseling van informatie over illegale aankomsten, over wettelijke mobiliteitsoplossingen en over terugkeer te verbeteren, maar dit heeft zich nog niet geuit in een concrete samenwerking.

Volgende stappen:

·Het VN-vluchtelingenbureau (UNHCR) en de lidstaten moeten zich blijven inspannen voor meer evacuatie en hervestiging via het noodtransitmechanisme door het aantal verwijzingen te verhogen en de hervestiging te versnellen.

·Blijven samenwerken met de taskforce van de EU, de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties om mensen te helpen Libië te verlaten en met de Libische autoriteiten om een einde te maken aan de stelselmatige detentie van migranten.

·Samenwerking opzetten met de landen van de Sahel om te strijden tegen het smokkelen van migranten en de mensenhandel, in overeenstemming met de in maart in Niamey aangenomen verklaring.

·Blijven verdiepen van de migratiedialoog met de landen van oorsprong en hierbij alle pijlers van het actieplan van Valletta verbinden.

4.TERUGKEER EN OVERNAME

Uit terugkeerstatistieken van 2017 blijkt dat, in vergelijking met 2016 (493 785 terugkeerbesluiten), het aantal in de EU uitgevaardigde terugkeerbesluiten in 2017 gestegen is met 4% (516 115 besluiten in 2017). Deze stijging kan grotendeels toegeschreven worden aan het feit dat een aanzienlijk aantal asiel(aanvraag)procedures - waaronder heel wat die tijdens de periode van massale toestroom in de EU werden opgestart - ten einde lopen, vaak met een negatief besluit als resultaat. Er wordt een aanhoudende stijging vastgesteld van het aantal terugkeerbesluiten die worden uitgevaardigd door de lidstaten die het meest betrokken zijn bij de toestroom, in het bijzonder Duitsland en Griekenland.

De stijging van het aantal terugkeerbesluiten gaat evenwel niet gepaard met een gelijke stijging van het aantal effectief uitgevoerde terugkeeroperaties. In de informatie die door de lidstaten aan EUROSTAT wordt bezorgd, staat daarentegen duidelijk dat het aantal uitgevoerde terugkeeroperaties in 2017 afgenomen is met ongeveer 20%: van 226 150 in 2016 naar 188 920 in 2017. Dit vertaalt zich in een forse daling van het terugkeerpercentage 39 in de hele EU, van 45,8% in 2016 naar slechts 36,6% in 2017.

Deze negatieve tendens kan gedeeltelijk worden verklaard door het feit dat het aantal potentiële terugkeerders van landen in de Westelijke Balkan aanzienlijk gedaald is. De laatste twee jaar verliep de samenwerking met deze landen over de overname van hun eigen burgers uitstekend, mede dankzij daadwerkelijke EU-overnameovereenkomsten. Het resultaat is dat de eerder opgelopen achterstand bij de terugkeeroperaties naar deze landen in 2015 en 2016 werd weggewerkt en dit leidde vervolgens tot een stijging van het gemiddelde terugkeerpercentage in de EU.

Maar ook al worden de gegevens over de landen van de Westelijke Balkan uit de totale terugkeergegevens van 2017 gehaald, is er nog steeds sprake van een daling van het terugkeerpercentage van 34,5% in 2016 naar 29,2% in 2017. Dit kan worden verklaard door een proportionele stijging van het aantal terugkeerbesluiten voor burgers van minder coöperatieve herkomstlanden van irreguliere migratie naar de EU die niet worden gevolgd door een effectieve terugkeer. Het maakt duidelijk dat er extra inspanningen nodig zijn van de lidstaten om ervoor te zorgen dat de terugkeerbesluiten effectief worden uitgevoerd, waarbij de werkzaamheden onder het partnerschapskader gebruikt worden als springplank en het Europees Grens- en kustwachtagentschap als kerninstrument om de terugkeer in de praktijk te brengen.

Terwijl het verzekeren van de samenwerking met derde landen over de overname van hun eigen burgers een uitdaging blijft voor de EU, kon in 2017 aanzienlijke vooruitgang worden geboekt en werden er diverse nieuwe praktische regelingen getroffen. Het in het stappenplan van december 2017 vastgestelde doel om met drie partnerlanden overeenstemming te bereiken over regelingen inzake terugkeer en overname is gehaald 40 . De door de Commissie voorgestelde herziening van de wetgeving inzake immigratieverbindingsfunctionarissen zal ook helpen om de samenwerking op dit gebied verder te verdiepen 41 .

In het kader van haar voorstel tot wijziging van de Visumcode 42 heeft de Commissie voorgesteld om beter gebruik te maken van het visumbeleid om zo vooruitgang te boeken bij de samenwerking op het gebied van terugkeer en overname met landen buiten de EU. Er zullen strengere voorwaarden worden gesteld voor de behandeling van visumaanvragen van onderdanen van derde landen als de betrokken landen onvoldoende meewerken op het gebied van terugkeer en overname.

Het realiseren van een beduidende stijging van het aantal terugkeeroperaties hangt evenwel in de eerste plaats af van de inzet van de lidstaten bij deze samenwerking en van het optimale gebruik van deze instrumenten. Tot dusver zijn er in dit opzet grote verschillen vast te stellen: terwijl sommige lidstaten de bestaande instrumenten op een proactieve en efficiënte wijze gebruiken en dan ook resultaten beginnen te zien, zijn er andere die nu pas de nieuwe procedures opnemen in hun workflow en nog niet gestart zijn met de implementatie ervan. De Commissie en het Europees Grens- en kustwachtagentschap bieden specifieke ondersteuning aan de lidstaten voor een doeltreffende aanwending van deze nieuwe regelingen, bijvoorbeeld door het organiseren van informatieseminaries met derde landen over de nieuwe procedures. Specifieke acties, zoals het opzetten van elektronische platforms (Pakistan) of het updaten van de bestaande (Sri Lanka) of van procedures voor controle van de nationaliteit met elektronische middelen (Bangladesh) moeten op lange termijn aanzienlijk resultaat opleveren.

Een groeiend aantal terugkeeroperaties werd operationeel ondersteund door het Europees Grens- en kustwachtagentschap: in 2018 werden tot eind april 111 operaties georganiseerd of gecoördineerd door het Europees Grens- en kustwachtagentschap, in vergelijking met 39 voor dezelfde periode in 2016 en 108 in 2017 43 . Toch moeten de lidstaten beter gebruikmaken van het nieuwe en uitgebreide terugkeermandaat van het agentschap. De lidstaten moeten er ook op toezien dat de stijgende behoeften op passende wijze worden gekoppeld aan de beschikbare capaciteit voor het uitvoeren van terugkeeroperaties om de fysieke beschikbaarheid van de terugkeerders te garanderen en om de terugkeerprocedures zo snel en efficiënt mogelijk te kunnen aanwenden.

Naar aanleiding van haar verbintenis 44 om voor duidelijkheid te zorgen op het gebied van mogelijke risico's van strafbaarstelling voor wie humanitaire bijstand verleent aan migranten in nood, organiseerde de Commissie op 3 mei een eerste uitwisseling van standpunten met de belangrijkste betrokken ngo's en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten. De bedoeling was om te komen tot een algemeen begrip van de stand van zaken en ideeën uit te wisselen over mogelijke benaderingswijzen.

Meer gedetailleerde, frequentere en relevantere statistieken over asiel en beheerde migratie, inclusief terugkeer en overname, zijn essentieel voor een doeltreffende terugkeermonitoring. Dergelijke statistieken zouden bijdragen tot een meer algemeen en regelmatig overzicht van de situatie op het gebied van asiel en beheerde migratie. Op basis hiervan en zoals aangekondigd in het voortgangsverslag van november 2017 45 stelt de Commissie voor om de dringende leemten aan te pakken met een wijziging van de wetgeving op statistieken inzake migratie en internationale bescherming 46 . Om de samenwerking op het gebied van terugkeer nog verder te verdiepen, moeten alle stimulansen en hefboomeffecten van onze interne en externe beleidslijnen worden gebruikt.

Volgende stappen:

·De lidstaten moeten ten volle gebruikmaken van de onlangs overeengekomen terugkeer- en overnameregelingen en meer overnameverzoeken tot de betrokken landen richten.

·De lidstaten moeten ten volle gebruikmaken van de mogelijkheden die worden geboden door het Europees Grens- en kustwachtagentschap voor terugkeeroperaties om zo in de lidstaten te komen tot een nog vastberadener inspanning voor het effectief uitvoeren van terugkeerbesluiten.

·Het Europees Parlement en de Raad moeten blijven ijveren voor snelle vorderingen bij de uitvoering van het voorstel van de Commissie van 14 maart tot wijziging van de Visumcode.

·Snelle invoering van nieuwe regels voor een betere verstrekking van statistische informatie over asiel en beheerde migratie, onder meer inzake terugkeer en overname.

5.VERSTERKT BEHEER VAN DE BUITENGRENZEN

Het Europees Grens- en kustwachtagentschap blijft de lidstaten ondersteunen met gezamenlijke operaties langs de belangrijkste migratieroutes in het oostelijke, centrale en westelijke Middellandse-Zeegebied en de Westelijke Balkan. In totaal worden daarbij meer dan 1 300 grenswachters en andere personeelsleden ingezet. Het agentschap heeft aangeboden om zijn operationele inzet te verdrievoudigen aan de landgrenzen van Griekenland met Albanië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

Gebleken is dat er veel te weinig middelen zijn toegezegd voor de operationele activiteiten in 2018. Ondanks twee open oproepen die op 19 januari 2018 en 23 maart 2018 werden gelanceerd, werden er geen beduidende verbeteringen vastgesteld. Alle toezeggingen gedaan tot eind april 2018 zouden slechts 49% van de vastgestelde operationele behoeften aan deskundigen dekken en 44% van de technische middelen voor activiteiten aan de landgrenzen in de periode mei-juni 2018. Voor operaties aan de zeegrenzen zou kunnen worden voorzien in 85% van de deskundigen, maar in slechts 51% van de technische middelen.

Door deze aanzienlijke tekorten dreigt de tenuitvoerlegging van tot december 2018 geplande activiteiten sterk te worden beperkt. Op 17 april 2018 hield het agentschap een vergadering op hoog niveau met de lidstaten en de Commissie om het jaarlijkse toezeggingsproces voor 2019 te verbeteren door te zorgen voor meer flexibiliteit en transparantie en door de start van de toezeggingsronde te vervroegen om eventuele aanpassingen en verzachtende maatregelen (zoals het gebruik van eigen technische capaciteiten) toe te laten.

Op 30 april 2018 waren in totaal 1 482 grenswachters aangewezen met het oog op inzet in het kader van de snel inzetbare pool, d.w.z. 99% van de totale omvang van de pool. Slechts twee lidstaten hebben nog geen grenswachters aangewezen. Sinds het laatste verslag werd er door de lidstaten geenszins gewerkt aan de grote leemten in de Europese pool van snel inzetbare uitrusting.

Op 2 mei 2018 heeft de Commissie het voorstel voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 goedgekeurd. Dit voorziet in aanzienlijke middelen voor ondersteuning van de toekomstige ontwikkeling van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, onder meer het oprichten van een permanent korps van 10 000 grenswachters die ter beschikking staan van het Europees Grens- en kustwachtagentschap zodat dit laatste zich volledig kan inzetten voor het garanderen van een veilige EU-buitengrens.

Volgende stappen:

·De lidstaten moeten snel en volledig uitvoering geven aan de aanbevelingen die zijn gedaan in het kader van de kwetsbaarheidsbeoordelingen 2017.

·De lidstaten moeten onverwijld de leemten invullen voor uitvoering van de voor 2018 geplande operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap aan de EU-buitengrenzen.

·Het Europees Grens- en kustwachtagentschap moet in de komende maanden een technische en operationele strategie uitwerken voor het Europees geïntegreerd grensbeheer en de lidstaten moeten ervoor zorgen dat de overeenkomstige nationale strategieën voorhanden zijn.


6.HERPLAATSING, HERVESTIGING, VISUMS EN ANDERE LEGALE MOGELIJKHEDEN

Eind maart 2018 waren alle in aanmerking komende aanvragers herplaatst van Griekenland naar andere lidstaten, in totaal 21 999 personen. Hierbij werden onder meer 546 niet-begeleide minderjarigen herplaatst naar 24 landen 47 . Vanuit Italië waren op 7 mei 2018 al 12 691 mensen herplaatst (inclusief 256 niet-begeleide minderjarigen); nog eens 31 aanvragers (onder wie 26 niet-begeleide minderjarigen) zijn al aanvaard voor herplaatsing, maar wachten nog op hun transfer. Italië heeft vier herplaatsingsaanvragen voor niet-begeleide minderjarigen uitgestuurd, maar deze werden nog niet beantwoord 48 . Het herplaatsen was een succes; in totaal 96% van de in aanmerking komende personen werd herplaatst.


Gezien de aanhoudende migratiedruk op Griekenland en Italië heeft de Commissie in september 2017 alle lidstaten opgeroepen om op vrijwillige basis verdere herplaatsingen in overweging te nemen, buiten de noodregelingen voor herplaatsing, en heeft ze zich er ook toe verbonden om de nodige financiële steun te leveren. De Commissie spoort alle lidstaten aan om Griekenland en Italië te benaderen en om op passende wijze gebruik te maken van deze optie.


De eerste EU-hervestigingsregeling van juli 2015 49 is afgelopen. Het totale aantal mensen dat is hervestigd sinds de start van de EU-hervestigingsregelingen, met inbegrip van de Syriërs die in het kader van de verklaring EU-Turkije zijn hervestigd vanuit Turkije, is 32 207. De hervestigingsinspanningen van de lidstaten zijn nu gericht op de toezeggingen die moeten worden gedaan binnen de nieuwe EU-regeling. Met de recente beslissing van de Duitse overheid om 10 200 nieuwe hervestigingsplaatsen toe te zeggen, hebben 20 lidstaten 50 toezeggingen gedaan voor meer dan 50 000 hervestigingsplaatsen. Dit is tot dusver de grootste collectieve verbintenis van de EU en haar lidstaten inzake hervestiging 51 . De regeling wordt ondersteund met 500 miljoen EUR uit de EU-begroting en 10 lidstaten 52 hebben al 4 252 mensen hervestigd in het kader van deze nieuwe EU-hervestigingsregeling. Dit betekent een grote stap vooruit, met 2397 mensen die sinds het voortgangsverslag van maart werden hervestigd.

Het gaat hierbij ook om de mensen die werden hervestigd na evacuatie van Libië naar Niger en de hervestiging van Syriërs vanuit Turkije in het kader van de verklaring EU-Turkije 53 . De hervestiging vanuit Turkije in het kader van de verklaring EU-Turkije gaat trager in vergelijking met het recordaantal Syriërs dat in de zomer van 2017 werd hervestigd. In 2018 hebben tot dusver slechts zeven lidstaten meegeholpen aan de hervestiging vanuit Turkije en sinds het laatste voortgangsverslag is daar geen extra lidstaat meer bijgekomen. Sinds het voortgangsverslag van maart zijn 837 Syriërs hervestigd. Dit brengt het totale aantal hervestigingen sinds de inwerkingtreding van de verklaring op 13 313.

De Commissie dringt er bij de lidstaten op aan om tegen oktober 50% van de toezeggingen voor de nieuwe EU-regeling uit te voeren, overeenkomstig het streefcijfer dat is vastgesteld in het stappenplan van december 2017. Voor alle prioritaire regio’s moet gestaag worden gebruikgemaakt van de toegezegde hervestigingsplaatsen en daarbij moet dringend aandacht worden besteed aan de hervestiging van personen die via het noodtransitmechanisme van Libië naar Niger zijn geëvacueerd.

Daarnaast legt de Commissie de laatste hand aan een studie over de haalbaarheid en de toegevoegde waarde van sponsorregelingen, als mogelijke oplossing voor het creëren van veilige kanalen voor toelating in de EU, om eventuele steun te verlenen aan de lidstaten bij de verdere uitwerking van alternatieve, legale denkpistes voor bescherming. Er wordt verwacht dat de studie afgerond is tegen juli 2018.

De Commissie blijft de lidstaten steunen bij het ontwikkelen van pilootprojecten voor legale migratie met bepaalde Afrikaanse landen. Op 16 april werd een oproep voor voorstellen gelanceerd in het kader van de partnerschapsfaciliteit voor mobiliteit 54 . Deze oproep komt bovenop het regionale programma van 15 miljoen EUR voor ondersteuning van legale migratie in de regio Noord-Afrika dat moet worden goedgekeurd binnen het EU-Trustfonds voor Afrika tijdens de volgende vergadering van het operationeel comité voor het onderdeel Noord-Afrika.

In het eerste kwartaal van 2018 werd gestart met de uitvoering van het partnerschap (ondertekend in december 2017) tussen de Commissie en de economische en sociale partners voor bevordering van de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Dit impliceerde uitwisselingen tussen enerzijds de economische en sociale partners en anderzijds relevante groepen zoals het netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening, het Europese integratienetwerk en het comité van het Europees Sociaal Fonds. In de tweede helft van 2018 zal de geboekte vooruitgang worden geëvalueerd.

In het licht van de resultaten van een speciale Eurobarometer over integratie 55 (meting dateert van eind oktober 2017) worden de inspanningen ter bevordering van de integratie van burgers uit derde landen des te belangrijker. Hieruit blijkt dat een grote meerderheid van de Europeanen (69%) integratie beschouwd als “een op lange termijn noodzakelijke investering voor hun land”. Vier op vijf respondenten (en met een meerderheid in alle lidstaten) zien een belangrijke rol weggelegd voor de EU bij de integratie van immigranten, met dan vooral een toegevoegde waarde voor het delen van de beste praktijken tussen de lidstaten, het bevorderen van de samenwerking tussen alle betrokken partijen en het verstrekken van de nodige financiële steun. Om de grote aantallen erkende vluchtelingen en asielzoekers die wachten op het resultaat van hun verzoek op succesvolle wijze te kunnen integreren, is er in de komende jaren behoefte aan adequate investeringen.

Volgende stappen:

·De lidstaten moeten alle nog openstaande herplaatsingsaanvragen van Italië beantwoorden en alle resterende in aanmerking komende aanvragers snel herplaatsen en daarbij absolute voorrang geven aan minderjarigen.

·De lidstaten moeten op vrijwillige basis herplaatsing vanuit Italië en Griekenland overwegen.

·De lidstaten moeten snel overgaan tot hervestiging uit prioritaire regio's, in het bijzonder voor mensen die vanuit Libië naar Niger zijn geëvacueerd.

·De lidstaten moeten met concrete voorstellen komen met het oog op het starten van besprekingen met geselecteerde derde landen voor de proefprojecten inzake legale migratie.


7.CONCLUSIE EN VOLGENDE STAPPEN

Dit verslag toont aan dat de vooruitgang die in de laatste jaren werd geboekt, grotendeels gehandhaafd is, met de invoering van een hele reeks maatregelen die nog steeds effect hebben. Uit de ervaring blijkt evenwel dat migratiestromen onderhevig zijn aan forse en plotse schommelingen. Verder blijft er sprake van een grote onderliggende, structurele migratiedruk van aangrenzende regio's naar de EU. De situatie is dan ook nog steeds fragiel en geeft geenszins reden tot zelfgenoegzaamheid. De EU moet de nodige waakzaamheid aan de dag leggen en voorbereid zijn om te kunnen reageren op seizoensgebonden pieken of verschuivingen in de migratiedruk, onder meer van de ene route naar de andere.

Vanuit die optiek werden er in dit verslag bepaalde gebieden aan het licht gebracht waarvoor de huidige respons moet worden verbeterd. In het bijzonder wijst de Commissie nogmaals op de noodzaak voor de lidstaten om de door hen gemaakte toezeggingen voor steun aan de essentiële activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap bij de externe grens uit te voeren. Het verslag benadrukt ook de uitdaging om het effectieve terugkeerpercentage te verhogen. Er zijn ook gebieden waarvoor de inspanningen absoluut moeten worden versterkt om de tot dusver gemaakte vooruitgang te kunnen consolideren: de bescherming van migranten en de strijd tegen mensensmokkel in Libië en langs de centrale Middellandse-Zeeroute, de hervestiging en de tenuitvoerlegging van de verklaring EU-Turkije. In dit verband is gebleken dat het EU-Trustfonds voor Afrika en de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije snelle en efficiënte instrumenten zijn, maar om hun succes te laten voortduren, moeten er voldoende financiële middelen worden vrijgemaakt, ook door de lidstaten. De EU die met één stem spreekt in internationale fora, blijft een voorname speler voor het effectief boeken van resultaat en voor het ondersteunen van de bestaande regionale, continentale en globale dialoog over migratie. De Commissie legt ook de nadruk op het belang van een continue, regelmatige en effectieve coördinatie van het migratiebeheer, zowel binnen de EU-instellingen als met de lidstaten en de partnerlanden.

Dit verslag onderstreept nogmaals het belang van de allesomvattende EU-aanpak voor migratiebeheer. De Europese migratieagenda steunt op een reeks doelstellingen die elkaar versterken en die samen een stabiel antwoord op lange termijn bieden voor het migratieprobleem. Het hervormd gemeenschappelijk Europees asielstelsel is een centraal onderdeel van deze aanpak en het is dan ook van groot belang dat er snel tot een overeenkomst wordt gekomen over deze hervorming. Samen met de sterke focus op migratie- en grensbeheer in het voorgesteld meerjarig financieel kader 56 is het hervormd gemeenschappelijk Europees asielstelsel van fundamenteel belang om ervoor te zorgen dat de EU goed voorbereid is om het hoofd te bieden aan toekomstige migratiecrisissen.

Op de Europese Raad van juni zal er worden gedebatteerd over het bereiken van een overeenkomst voor het interne en externe migratiebeleid, waartoe de Commissie zal bijdragen.

(1) COM(2018) 250 final van 14.3.2018.
(2) COM(2017) 820 final van 7.12.2017.
(3) Zie, bijvoorbeeld, twee publicaties van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie: Demographic and Human Capital Scenarios for the 21st Century: 2018 assessment for 201 countries, en Many more to come? Migration from and within Africa (Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2018).
(4) Gegevens van de Griekse politie.
(5) Gegevens van het Europees Grens- en kustwachtagentschap.
(6) Gegevens van de Griekse politie.
(7) Bron: project van de IOM over vermiste migranten ( https://missingmigrants.iom.int/region/mediterranean ).
(8) Gegevens van het Europees Grens- en kustwachtagentschap.
(9) Gegevens van het Italiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken.
(10) Gegevens van de IOM voor de periode 1 januari - 31 maart 2018. www.iom.int/sites/default/files/situation_reports">https://www.iom.int/sites/default/files/situation_reports
(11) Gegevens van het Europees Grens- en kustwachtagentschap betreffende de toestroom via de westelijke Middellandse-Zeeroute.
(12) Gegevens van het Kinderfonds van de Verenigde Naties UNICEF.
(13) Gegevens van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken.
(14) https://data2.unhcr.org/en/documents/download/63435 .
(15) COM(2017) 211 final van 12.4.2017.
(16) COM(2018) 303 final van 16.5.2018.
(17) COM(2018) 302 final van 16.5.2018.
(18) Gegevens van het Griekse ministerie van Binnenlandse Zaken, Nationaal coördinatiecentrum voor grenscontrole, immigratie en asiel (NCCBCIA-ESKESMA).
(19) Nadere informatie is opgenomen in de online tabel met projectgegevens https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/facility_table.pdf .
(20) De lidstaten detacheren 57 nationale deskundigen naar het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken om steun te bieden bij de uitvoering van de verklaring EU-Turkije in Griekenland.
(21) Deze vonden plaats op 15 maart 2018 in Rome (steun aan de Libanese strijdkrachten en de interne veiligheidsdiensten) en op 6 april 2018 in Parijs (steun aan investeringen en economische hervormingen).
(22) Zie COM(2018) 450 final van 17.4.2018 en afzonderlijke landenrapporten. Het vlaggenschipinitiatief 2 (“Meer samenwerking op het gebied van veiligheid en migratie”) van de strategie voor de Westelijke Balkan (COM(2018) 65 final van 6.2.2018) bevestigde de toezegging voor het voortzetten van de samenwerking en de informatie-uitwisseling langs de route. Het zal als basis dienen voor de specifieke acties die de EU de volgende jaren gaat uitvoeren om de landen van deze regio te ondersteunen.
(23)

Voor de periode 2014-2020 gaat het in totaal om 387,7 miljoen EUR in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, waarvan 43,6 miljoen EUR voor hervestiging/herplaatsing, en 266 miljoen EUR uit het Fonds voor interne veiligheid, waarvan 201,5 miljoen EUR voor Grenzen en Visa en 64,5 miljoen EUR voor Politie.

(24) https://blogs.unicef.org/blog/invisible-child-migrants-libya/
(25) Voor meer informatie, surf naar tec.ly/ .
(26) https://eeas.europa.eu/headquarters/headquarters-homepage/40705/joint-au-eu-un-taskforce-assists-16000-people_en
(27) COM(2017) 820 final van 7.12.2017.
(28) Sinds de start van de evacuaties uit Libië eind 2017 werden al in totaal 1474 personen geëvacueerd naar Niger (1152), Italië (312) en het noodtransitcenter in Roemenië (10).
(29) Naar Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zweden, Finland, Zwitserland en Canada.
(30) Naar Frankrijk, Zweden en Zwitserland.
(31) Daarnaast heeft Frankrijk ook al 97 vluchtelingen hervestigd die al geregistreerd waren in Niger en 42 personen werden rechtstreeks van Libië naar Frankrijk, Zweden en Nederland hervestigd.
(32) EU-lidstaten die aan hervestiging deelnemen en hervestigingslanden buiten de EU (Frankrijk, Canada, Duitsland, Finland, Nederland, Zwitserland, Zweden, Verenigd Koninkrijk) hebben tot nu toe 2680 toezeggingen gedaan voor hervestiging vanuit Niger (voor geëvacueerden uit Libië, maar ook voor vluchtelingen die al geregistreerd waren in Niger).
(33) Van 9 tot 11 april vond in Niger een veldmissie plaats in het kader van de kerngroep voor betere hervestiging langs de centrale Middellandse-Zeeroute, met deelname van een aantal hervestigingslanden en de Europese Commissie, om het werk in deze zone op te voeren.
(34) De taskforce Afrikaanse Unie-EU-Verenigde Naties werd opgezet in de marge van de vijfde top tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie die op 29 en 30 november 2017 heeft plaatsgevonden in Abidjan, Ivoorkust.
(35) De meerderheid van de voorstellen (2,5 miljard EUR) betrof het onderdeel van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (15 voorstellen) en het onderdeel voor duurzame energie en connectiviteit (15 voorstellen). Daarnaast werden voor de drie andere onderdelen voorstellen ontvangen voor een waarde van meer dan 1 miljard EUR: duurzame landbouw, ondernemers op het platteland en agrosector, duurzame steden en digitale ontwikkeling.
(36) Er werd op de conferentie een verklaring goedgekeurd: europa.eu/rapid/press-release_STATEMENT-18-2067_en .
(37) https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/20180503_declaration-and-action-plan-marrakesh_en.pdf
(38) De Algerijnse burgers gebruiken zowel de centrale (1 980 aankomsten in 2017, 114 in het eerste kwartaal van 2018) als de westelijke Middellandse-Zeeroute (3687 aankomsten in 2017 en 125 in het eerste kwartaal van 2018).
(39) Het terugkeerpercentage is de verhouding tussen het aantal personen ten aanzien van wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd en het aantal personen dat daadwerkelijk is teruggekeerd (ongeacht of zij nu vrijwillig of onder dwang zijn teruggekeerd).
(40) De samenwerking inzake migratie met de Aziatische landen blijft zich positief ontwikkelen. Er hebben een aantal belangrijke vergaderingen plaatsgevonden met Afghanistan, Pakistan en Bangladesh. Concrete resultaten zijn het opzetten van een elektronisch platform voor de verwerking van overnameverzoeken met Pakistan en terugkeeroperaties conform de standaardwerkvoorschriften met Bangladesh. Er zijn gesprekken aan de gang om een soortgelijk niveau van samenwerking op te zetten met landen zoals Tunesië en Nigeria.
(41) COM(2018) 303 final van 16.5.2018.
(42) COM(2018) 252 final van 14.3.2018.
(43) Gegevens beschikbaar in Frontex Application Return.
(44) SWD(2017) 117 final van 22.3.2017 en COM(2017) 558 final van 27.9.2017.
(45) COM(2017) 669 final van 15.11.2017.
(46) COM(2018) 307 van 16.5.2018.
(47) België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Litouwen, Liechtenstein, Letland, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland.
(48) Er werd een aanvraag gestuurd naar Portugal.
(49) Conclusies van de Raad ('betreffende het hervestigen middels multilaterale en nationale regelingen van 20 000 personen die duidelijk internationale bescherming behoeven'), van 20.7.2015, document 11130/15.
(50) België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zweden, Verenigd Koninkrijk.
(51) De aanbeveling, C(2017) 6504 van 27.9.2017, riep op tot het hervestigen tegen 31 oktober 2019 van minstens 50 000 mensen die behoefte hadden aan internationale bescherming.
(52) België, Kroatië, Finland, Frankrijk, Italië, Litouwen, Nederland, Portugal, Spanje, Zweden.
(53) Tot dusver hebben de lidstaten mensen uit meer dan 25 derde landen hervestigd. Het hoogste aantal hervestigingen tot nu toe gebeurde vanuit Libanon, Turkije, Jordanië, Oeganda, Tsjaad en Niger.
(54) https://www.icmpd.org/our-work/capacity-building
(55) ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion
(56) Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt en verdedigt - Het meerjarig financieel kader voor 2021-2027. COM(2018) 321 final van 2.5.2018.