Toelichting bij COM(2018)318 - Werkwijze van de selectiecommissie als bedoeld in Verordening 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie ("EOM") is vastgesteld op 12 oktober 2017 en in werking getreden op 20 november 2017. Overeenkomstig artikel 20 van die verordening is de Commissie belast met de instelling en de initiële administratieve werking van het EOM totdat het EOM in staat is zijn eigen begroting uit te voeren. De Commissie doet al het nodige voor een spoedige instelling van het EOM. Het is de bedoeling van de Commissie dat het EOP in overeenstemming met artikel 120 van de verordening na een opbouwfase van drie jaar eind 2020 operationeel zal zijn.

Om ervoor te zorgen dat het EOM tijdig met zijn werkzaamheden kan beginnen, is het van essentieel belang dat het personeel van het EOM, in het bijzonder de Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers, wordt geselecteerd en benoemd. Artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bepaalt in dat verband dat de Raad de werkwijze van de selectiecommissie vaststelt, alsmede, op voorstel van de Commissie, een besluit tot benoeming van de leden van de selectiecommissie. Met het onderhavige voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad – met in de bijlage de bedoelde werkwijze – geeft de Commissie uitvoering aan deze bepaling.

De selectiecommissie heeft als belangrijkste taak een lijst van geschikte kandidaten voor het ambt van Europese hoofdaanklager op te stellen voordat deze persoon door het Europees Parlement en de Raad wordt benoemd, alsook om een gemotiveerd advies uit te brengen over de kwalificaties van de kandidaten voor het ambt van Europese aanklager voordat deze door de Raad worden benoemd. De door de Commissie voorgestelde werkwijze moet waarborgen dat de selectiecommissie haar taken zo efficiënt mogelijk kan uitvoeren. De bijlage bevat derhalve voorschriften inzake de taken, de samenstelling, het secretariaat en de besluitvormingsprocedures van de selectiecommissie, alsmede voorschriften betreffende de rangschikking van de kandidaten, financiële aangelegenheden, de verwerking van persoonsgegevens en de talenregeling van de selectiecommissie.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Artikel 86 VWEU voorziet in de instelling van het EOM. Als eerste EU-orgaan met strafrechtelijke onderzoeks- en strafvervolgingsbevoegdheden op het gebied van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden wordt het EOM een volledig nieuwe speler in de Europese justitiële context. Verwacht wordt dat het EOM zal zorgen voor een coherenter en doeltreffender vervolgingsbeleid voor strafbare feiten die de EU-begroting schaden, wat zich zal vertalen in een groter aantal vervolgingen en veroordelingen en in een toename van het percentage teruggevorderde EU-middelen die door fraude verloren waren gegaan.

Door de indiening van dit voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad met in bijlage de werkwijze van de selectiecommissie voldoet de Commissie aan haar verplichting uit hoofde van artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad. Dit voorstel zal het mogelijk maken de vereiste procedures op te starten voor de selectie en de benoeming van de Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers van het EOM. Dit voorstel is derhalve volledig in overeenstemming met bestaande beleidsbepalingen op het betrokken beleidsterrein.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dit initiatief is verenigbaar met andere beleidsterreinen van de Unie en met wetgevende ontwikkelingen op het niveau van de Unie die tot doel hebben de bescherming van de financiële belangen van de Unie te versterken.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 291 VWEU, in samenhang met artikel 14, lid 3, en 16, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad verplicht de Commissie tot het indienen van een voorstel voor de werkwijze van de selectiecommissie. Dit voorstel is van essentieel belang omdat het de selectiecommissie in staat stelt haar taken zo efficiënt mogelijk uit te voeren zodat de Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers van het EOM spoedig kunnen worden geselecteerd en benoemd.

Evenredigheid

Het onderhavige voorstel beperkt zich tot wat noodzakelijk is om de beoogde doelen te bereiken, en is derhalve in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Dit voorstel houdt rechtstreeks verband met de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad en is van essentieel belang voor een spoedige instelling van het EOM.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Aangezien dit voorstel een precies en beperkt doel beoogt en uitvoering geeft aan de verplichting die artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad oplegt aan de Commissie, is geen evaluatie, raadpleging van belanghebbenden of effectbeoordeling uitgevoerd.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Volgens punt VIII van de bijlage hebben leden van de selectiecommissie die zich buiten hun verblijfplaats moeten begeven om hun taken uit te voeren, recht op een onkostenvergoeding en een vergoeding overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2016/300 van de Raad. De desbetreffende uitgaven komen ten laste van de Raad.

De Commissie neemt de secretariaatstaken van de selectiecommissie op zich en zorgt voor de nodige administratieve ondersteuning van de werkzaamheden van de selectiecommissie. Deze taken hebben geen financiële gevolgen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Dit soort maatregel vereist geen uitvoering.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Het voorstel vereist geen toelichtende stukken over de omzetting.

Artikelsgewijze toelichting

In punt I worden de taken van de selectiecommissie uiteengezet, in overeenstemming met artikel 14, lid 3, en 16, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.

Punt II gaat in op de samenstelling van de selectiecommissie en de ambtstermijn van de commissieleden. Overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad zal de commissie bestaan uit voormalige leden van het Hof van Justitie en van de Rekenkamer, voormalige nationale leden van Eurojust, leden van de hoogste nationale rechtscolleges, hoge aanklagers en personen die bekend staan als kundige rechtsgeleerden. De leden van de commissie moeten bij hun benoeming aan ten minste één van deze criteria voldoen en worden door de Raad voor een termijn van vier jaar benoemd. Ook de vervanging van leden vóór het verstrijken van hun ambtstermijn wordt in dit punt geregeld.

In punt III zijn voorschriften inzake het voorzitterschap en het secretariaat van de selectiecommissie vastgesteld. De Commissie neemt de in dit punt beschreven secretariaatstaken op zich.

Punt IV voorziet in regels betreffende de beraadslagingen van de commissie.

In punt V wordt uitgelegd dat alle kandidaturen voor het ambt van Europese hoofdaanklager en voordrachten voor het ambt van Europese aanklager zullen worden voorgelegd aan de selectiecommissie. De commissie kan de kandidaat of de regering van de voordragende lidstaat verzoeken om aanvullende informatie.

Punt VI bevat de procedures voor de benoeming van de Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers. De kandidaturen voor het ambt van Europese hoofdaanklager worden door de selectiecommissie getoetst aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1939, zoals nader omschreven in de kennisgeving van vacature. De selectiecommissie zal een ranglijst opstellen van de kandidaten die aan de eisen voldoen en zal voldoende van de hoogst geëindigde kandidaten uitnodigen voor een gesprek. Kandidaten die niet aan de eisen voldoen of die niet voor een gesprek met de selectiecommissie zijn uitgenodigd, worden in kennis gesteld van de redenen daarvoor. De voordrachten voor het ambt van Europese aanklager worden door de selectiecommissie getoetst aan de vereisten van artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939. De commissie nodigt de voorgedragen kandidaten uit voor een gesprek.

Punt VII gaat verder in op de in punt VI beschreven procedure. De selectiecommissie stelt een lijst van drie tot vijf kandidaten voor het ambt van Europese hoofdaanklager op, die zal worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad. De kandidaten die niet op deze lijst staan, worden in kennis gesteld van de redenen daarvoor en kunnen een klacht indienen bij de Raad overeenkomstig artikel 90, lid 2, van het Statuut. De commissie rangschikt de kandidaten op basis van hun kwalificaties en ervaring, maar deze rangschikking is niet bindend voor het Europees Parlement en de Raad. Wat het ambt van Europese aanklager betreft, brengt de commissie een advies over de kwalificaties van de kandidaten om de taken van Europese aanklager uit te voeren, uit waarin zij uitdrukkelijk aangeeft of zij aan de voorwaarden van artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939 voldoen. De commissie rangschikt de kandidaten op basis van hun kwalificaties en ervaring, maar deze rangschikking is niet bindend voor de Raad. In dit punt wordt ook bepaald wat er gebeurt indien de voor het ambt van Europese aanklager voorgedragen kandidaten niet aan de voorwaarden voldoen.

Punt VIII bevat de financiële bepalingen. Leden van de selectiecommissie die zich buiten hun verblijfplaats moeten begeven om hun taken uit te voeren, hebben recht op een onkostenvergoeding en een vergoeding overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2016/300 van de Raad. De desbetreffende uitgaven komen ten laste van de Raad.

Punt IX stipuleert dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de werkzaamheden van de selectiecommissie plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001. Met betrekking tot de beveiliging van en de toegang tot informatie die in het kader van de werkzaamheden van de selectiecommissie wordt verwerkt, gelden dezelfde regels als voor de Commissie.

Punt X bevat de talenregeling van de selectiecommissie en bepaalt dat de commissie op voorstel van haar voorzitter de talenregeling voor de beraadslagingen vaststelt.