Toelichting bij COM(2018)349 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen wat betreft de inhoud van het elektronische register

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad 1 vormt de rechtsgrondslag voor de administratieve samenwerking tussen de lidstaten.

Dit voorstel is gevoegd bij het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van de algemene regeling inzake accijns met betrekking tot hoofdstuk V van Richtlijn XXX/EG van de Raad 2 . Hierbij gaat het om de automatisering van het toezicht op de overbrengingen van accijnsgoederen die tot verbruik zijn uitgeslagen in de ene lidstaat en vervolgens naar een andere lidstaat worden overgebracht om voor commerciële doeleinden te worden geleverd in die andere lidstaat.

Met het oog op de nieuwe regeling zullen de marktdeelnemers die goederen overbrengen overeenkomstig hoofdstuk V van Richtlijn XXX/EG 3 , moeten worden opgenomen in het register van marktdeelnemers, dat momenteel is beperkt tot de marktdeelnemers die gebruikmaken van de regelingen in de hoofdstukken III en IV van Richtlijn XXX/EG 4 . Met het onderhavige voorstel wordt deze vereiste opgenomen in Verordening (EU) nr. 389/2012.

Samenhang met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel houdt verband met de herschikking van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad.

Samenhang met andere beleidsterreinen van de Unie

Niet van toepassing.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Krachtens dit artikel stelt de Raad, na raadpleging van het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité met eenparigheid van stemmen, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, de bepalingen vast die betrekking hebben op de harmonisatie van de regels van de lidstaten op het gebied van de indirecte belastingen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kunnen beter op het niveau van de Europese Unie worden verwezenlijkt. De bestaande nationale registratieprocedures lopen sterk uiteen en zijn niet geschikt als uitgangspunt voor de automatisering van deze procedures.

Evenredigheid

De voorgestelde wijziging gaat niet verder dan wat nodig is om de problemen in kwestie aan te pakken en aldus de verdragsdoelstellingen van een goede en doeltreffende werking van de interne markt te verwezenlijken.

Dit voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Het voorstel strekt ertoe een registratieverplichting vast te stellen voor de marktdeelnemers die goederen overbrengen overeenkomstig hoofdstuk V, afdeling 2, van Richtlijn XXX/EG 5 . Zonder dit voorstel zou het niet mogelijk zijn om de overbrengingen van tot verbruik uitgeslagen goederen volledig te automatiseren.

Keuze van het instrument

Verordening van de Raad.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Richtlijn 2008/118/EG is geëvalueerd en het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van de algemene regeling inzake accijns is gebaseerd op deze evaluatie en het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 21 april 2017 "over de tenuitvoerlegging en evaluatie van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns" (COM(2017) 184 final). In het verslag wordt benadrukt dat er behoefte is aan verdere automatisering, en dit voorstel betreft slechts een geringe aanpassing die voortvloeit uit deze beleidsoptie.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de herziening van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad zijn de belanghebbenden geraadpleegd.

Effectbeoordeling

Een afzonderlijke effectbeoordeling was niet nodig, aangezien de beleidskeuze van verdere automatisering wordt onderbouwd door de effectbeoordeling van de herschikking van Richtlijn 2008/118/EG.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De evaluatie van Richtlijn 2008/118/EG is uitgevoerd in het kader van het Refit-programma van de Commissie.

Grondrechten

Dit voorstel eerbiedigt de grondrechten, in het bijzonder het recht op privacy, op grond van de bestaande bepaling inzake gegevensbescherming die is opgenomen in Verordening (EU) nr. 389/2012.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Alle financiële gevolgen in verband met de invoering van fase 4 van het EMCS zijn toe te rekenen aan Besluit XXX/EG 6 . De budgettaire gevolgen van de centrale ontwikkeling en het centrale beheer van een uitgebreide nieuwe dienst zullen worden gedekt door het Fiscalis-budget binnen de grenzen van de kredieten waarin reeds was voorzien in de officiële financiële programmering. Er zijn geen extra middelen uit de EU-begroting nodig. Bovendien is het niet de bedoeling dat dit initiatief vooruitloopt op het voorstel van de Commissie over het volgende meerjarig financieel kader.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Toelichtende stukken over de omzetting van de bepalingen van dit voorstel worden niet noodzakelijk geacht.

Artikelsgewijze toelichting

Het voorstel breidt het toepassingsgebied van artikel 19 van de verordening uit tot twee nieuwe categorieën marktdeelnemers: gecertificeerde afzenders, die zijn geregistreerd als afzenders voor reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen, en gecertificeerde geadresseerden, die zijn geregistreerd als geadresseerden voor reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen. Erkende entrepothouders en geregistreerde afzenders zullen kunnen optreden als gecertificeerde afzenders, en erkende entrepothouders en geregistreerde geadresseerden als gecertificeerde geadresseerden. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat zullen hiervan in kennis moeten worden gesteld en deze informatie zal ook moeten worden opgenomen in het register.

Daarnaast is in het voorstel bepaald dat het elektronische register informatie zal bevatten over het recht van de geregistreerde afzender om de bestemmingsvelden in het voorlopig elektronisch administratief document leeg te laten wanneer energieproducten onder een accijnsschorsingsregeling over zee of via binnenwaterwegen worden overgebracht. Overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn XXX/EG 7 mag de erkende entrepothouder en de geregistreerde afzender het bestemmingsveld weglaten. In Verordening (EU) nr. 389/2012 is momenteel bepaald dat het centrale register dergelijke informatie over het lege bestemmingsveld alleen bevat als het om een erkende entrepothouder gaat.