Toelichting bij JOIN(2018)21 - Standpunt over de vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité EU-Vietnam en de oprichting van subcomités en gespecialiseerde werkgroepen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ONDERWERP VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie dient te worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds (hierna “de overeenkomst” genoemd).


2. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

2.1.EU-Vietnam - Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking

De overeenkomst beoogt een versterkt partnerschap tussen de EU en haar lidstaten en Vietnam tot stand te brengen en nauwer en intensiever samen te werken inzake aangelegenheden van gemeenschappelijk belang, waarin de gedeelde waarden en gemeenschappelijke beginselen worden weerspiegeld, onder meer door het intensiveren van een dialoog op hoog niveau. De overeenkomst vormt een coherent, wettelijk bindend kader voor de betrekkingen van de EU met Vietnam. De overeenkomst is op 1 oktober 2016 in werking getreden.

2.2.Het Gemengd Comité

Het Gemengd Comité is opgericht bij artikel 52 van de overeenkomst. De belangrijkste taken van het Gemengd Comité zijn de tenuitvoerlegging van de overeenkomst te vergemakkelijken, de algemene doelstellingen ervan te bevorderen en de algehele samenhang van de betrekkingen tussen de EU en Vietnam te garanderen. Andere taken van het Gemengd Comité hebben onder meer betrekking op: het toezicht op de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Vietnam; de organisatie van een gedachtewisseling en de voorstelling van suggesties inzake vraagstukken die van wederzijds belang zijn; de beslechting van geschillen die op de onder deze overeenkomst vallende gebieden zouden kunnen rijzen.

Het Gemengd Comité moet waar nodig aanbevelingen doen en besluiten aannemen om uitvoering te geven aan specifieke aspecten van de overeenkomst. Het Gemengd Comité vergadert op het hoogst mogelijke niveau. Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast. Het kan subcomités en werkgroepen instellen om specifieke kwesties aan te pakken.

2.3.De beoogde handeling van het Gemengd Comité

Tijdens zijn eerste vergadering moet het Gemengd Comité een besluit vaststellen met betrekking tot de goedkeuring van zijn reglement van orde en de mandaten van de subcomités en de gespecialiseerde werkgroepen (hierna 'de beoogde handeling' genoemd).

De beoogde handeling is bedoeld om overeenkomstig artikel 52, lid 5, van de overeenkomst, het reglement van orde dat ten grondslag ligt aan de organisatie van het Gemengd Comité en de mandaten van de subcomités en de gespecialiseerde werkgroepen vast te stellen, teneinde de tenuitvoerlegging van de overeenkomst mogelijk te maken.


3. STANDPUNT DAT NAMENS DE UNIE DIENT TE WORDEN INGENOMEN

Het namens de Unie in te nemen standpunt moet de goedkeuring beogen van het reglement van orde van het Gemengd Comité EU - Vietnam en de mandaten van de subcomités en gespecialiseerde werkgroepen. Het standpunt moet gebaseerd zijn op de ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité.


4. RECHTSGRONDSLAG

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van 'de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst'.

Het begrip 'handelingen met rechtsgevolgen' omvat handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een 'beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt'.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Gemengd Comité is een lichaam dat krachtens een overeenkomst is opgericht, namelijk de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds.

De door het Gemengd Comité vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. Dit is het geval omdat overeenkomstig artikel 52, lid 5, van de overeenkomst het Gemengd Comité zijn eigen reglement van orde vaststelt.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.


4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

Wanneer de beoogde handeling tegelijkertijd een aantal doelstellingen heeft, of meerdere componenten, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere, moet de materiële rechtsgrondslag waarop een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit wordt gebaseerd, uitzonderlijk de verschillende rechtsgrondslagen omvatten.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De beoogde handeling heeft tot doel de doelstellingen van de overeenkomst te bevorderen en de tenuitvoerlegging ervan te vergemakkelijken.

De ondertekening van de overeenkomst was gebaseerd op artikel 207, VWEU, en artikel 209, VWEU.

De beoogde handeling moet dan ook worden gebaseerd op dezelfde materiële rechtsgrondslagen.


4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, VWEU, en artikel 209, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.


5. BEKENDMAKING VAN DE BEOOGDE HANDELING

Aangezien het besluit van het Gemengd Comité het reglement van orde ervan vaststelt, is het passend het besluit na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.