Toelichting bij COM(2018)350 - Toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Overeenkomst van Lissabon van 1958 tot bescherming van oorsprongsbenamingen en de internationale inschrijving ervan is een door de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) beheerd verdrag dat openstaat voor de partijen bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom. De overeenkomstsluitende partijen zijn verplicht om de oorsprongsbenamingen van producten van de andere overeenkomstsluitende partijen te beschermen indien deze als zodanig in het land van oorsprong zijn erkend en beschermd en bij het Internationaal Bureau van de WIPO zijn ingeschreven, tenzij deze partijen binnen één jaar na het inschrijvingsverzoek verklaren dat zij geen bescherming kunnen garanderen.

Zeven lidstaten van de Unie zijn overeenkomstsluitende partijen bij de Overeenkomst van Lissabon: Bulgarije (sinds 1975), Tsjechië (sinds 1993), Slowakije (sinds 1993), Frankrijk (sinds 1966), Hongarije (sinds 1967), Italië (sinds 1968) en Portugal (sinds 1966). Drie andere lidstaten van de Unie hebben de overeenkomst ondertekend, maar niet geratificeerd (Griekenland, Roemenië en Spanje). De Unie zelf is geen overeenkomstsluitende partij omdat in de Overeenkomst van Lissabon is bepaald dat alleen landen lid mogen worden.

In de periode 2009-2015 is de Overeenkomst van Lissabon herzien met de bedoeling om: i) het huidige kader te verfijnen, ii) het systeem van Lissabon ook te betrekken op geografische aanduidingen en iii) intergouvernementele organisaties zoals de EU de mogelijkheid te bieden om ook toe te treden.

Op 7 mei 2015 heeft de Raad een besluit vastgesteld waarbij de Commissie werd gemachtigd om deel te nemen aan de diplomatieke conferentie die van 11 tot en met 21 mei 2015 zou worden gehouden in Genève. Op die conferentie is de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (hierna 'de Akte van Genève' genoemd) aangenomen op 20 mei 2015. Op grond van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 25 oktober 2017 in zaak C-389/15 is dit besluit vervangen door Besluit (EU) 2018/416 van de Raad van 5 maart 2018 waarbij machtiging werd verleend tot het openen van onderhandelingen over een herziene Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen.

De Akte van Genève verbreedt het systeem van Lissabon en omvat niet alleen oorsprongsbenamingen, maar ook alle geografische aanduidingen. De akte is verenigbaar met de TRIP's-overeenkomst van de WTO en met de Uniewetgeving inzake de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en biedt internationale organisaties (zoals de Europese Unie) de mogelijkheid om ook een overeenkomstsluitende partij te worden.

De herziene overeenkomst bevat de voorwaarden en procedures op basis waarvan overeenkomstsluitende partijen bescherming kunnen vragen voor ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, en bevat daarnaast passende waarborgen en overgangsperioden voor bepaalde entiteiten.

Wat de procedures voor aanvragen en een internationale inschrijving betreft, kunnen de overeenkomstsluitende partijen de verklaring van beoogd gebruik eisen indien zulks nodig is voor de bescherming uit hoofde van hun binnenlandse recht (artikel 5, lid 5, van de Akte van Genève en regel 5, lid 4, van de gemeenschappelijke regels van de Overeenkomst van Lissabon enerzijds en de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon anderzijds (hierna de 'gemeenschappelijke regels' genoemd). Wat betreft de informatie over het verband tussen de kenmerken van een product en de geografische oorsprong ervan, die facultatief is onder de oude Overeenkomst van Lissabon, geldt dat er in een overeenkomstsluitende partij geen bescherming van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding is indien deze eis daar wordt gesteld en de aanvraag er niet aan voldoet. Een aanvraag geeft naar beste weten van de aanvrager aan of al geen bescherming is verleend voor bepaalde elementen van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding (regel 5, lid 5).

De inschrijvingskosten worden verhoogd van 500 CHF naar 1 000 CHF en er is een flexibiliteitsmechanisme ingevoerd: in de toekomst kunnen de leden een verdere bijdrage aan de begroting leveren indien nodig. Per geografische aanduiding die overgaat van het oude naar het nieuwe systeem, is een overgangsvergoeding van 500 CHF verschuldigd. De overeenkomstsluitende partijen mogen een individuele vergoeding vragen voor de kosten van een inhoudelijk onderzoek van de internationale inschrijving.

Artikel 9 bevat de door elke overeenkomstsluitende partij na te leven verplichting om ingeschreven oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen binnen haar eigen rechtssysteem en -praktijk, maar overeenkomstig deze akte te beschermen op haar grondgebied, onverminderd eventuele weigering, afstand, ongeldigverklaring of schrapping met betrekking tot haar grondgebied.

Artikel 11 geeft aan welke bescherming wordt geboden. In artikel 11, lid 1, onder a), is bepaald dat elke overeenkomstsluitende partij de rechtsmiddelen moet bieden om te voorkomen dat de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt gebruikt voor goederen van dezelfde aard, maar met een andere oorsprong of voor goederen die niet van dezelfde aard zijn en voor diensten, indien bij een dergelijk gebruik wordt aangegeven of gesuggereerd dat er een verband tussen die goederen of diensten enerzijds en de begunstigden anderzijds bestaat, en aangenomen mag worden dat hun belangen worden geschaad of de reputatie van de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt aangetast of verzwakt of van die reputatie op oneerlijke wijze wordt geprofiteerd. Artikel 11, lid 1, onder b), heeft betrekking op alle overige praktijken die consumenten kunnen misleiden ten aanzien van de werkelijke oorsprong, herkomst of aard van de goederen. Met artikel 11, lid 2, wordt de toepassing van artikel 11, lid 1, onder a), verbreed tot alle gevallen waarin artikel 23, lid 1, van de TRIP's-overeenkomst voorziet ("zelfs als de werkelijke oorsprong van de goederen wordt aangegeven of als de oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in vertaalde vorm wordt gebruikt of gecombineerd wordt met termen als 'stijl', 'soort', 'type', 'wijze', 'imitatie', 'methode', 'zoals geproduceerd in', 'achtig', 'soortgelijk' en dergelijke)", zonder dat het toepassingsgebied wordt beperkt tot wijnen en gedistilleerde dranken.

Artikel 12 zorgt ervoor dat beschermde namen niet tot een soortnaam kunnen verworden.

In artikel 13, lid 1, is uitdrukkelijk bepaald dat oorsprongsbenamingen/geografische aanduidingen en oudere merkrechten naast elkaar kunnen bestaan, overeenkomstig de bevindingen van het WTO-panel in het geschil tussen de EU en de VS/Australië (DS174/DS290), namelijk dat het naast elkaar bestaan berust op artikel 17 TRIP's. Op grond van artikel 13 kunnen de overeenkomstsluitende partijen voorzien in beperkte uitzonderingen op de aan een handelsmerk verbonden rechten: de eigenaar daarvan kan in bepaalde situaties niet verhinderen dat een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bescherming krijgt of gebruikt wordt in die overeenkomstsluitende partij.

De kennisgeving van een weigering van een internationale inschrijving moet de redenen van deze weigering vermelden (artikel 15). Een weigering kan worden herroepen volgens de procedures van de gemeenschappelijke regels (regel 11). Hoewel de Akte van Genève niet uitdrukkelijk voorziet in de mogelijkheid tot onderhandelingen om gedaan te krijgen dat de weigering om een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding te beschermen, wordt herroepen, zijn dergelijke onderhandelingen wél mogelijk.

Artikel 17 (Overgangsperiode) biedt de mogelijkheid van een uitfaseringsperiode voor gevallen van voorgebruik.

Artikel 19 inzake de ongeldigheidsverklaring bevat geen bepalingen over de redenen van een ongeldigverklaring van een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding en dus mag elke overeenkomstsluitende partij zich in dit verband beroepen op haar binnenlandse regelgeving. Dit sluit aan bij de EU-wetgeving, die evenmin bepalingen inzake de redenen van een ongeldigheidsverklaring bevat.

De Akte van Genève treedt drie maanden na ratificatie door vijf partijen in werking (artikel 29, lid 2).

De Unie is exclusief bevoegd voor de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon. Dit blijkt uit het arrest van het Europees Hof van Justitie van 25 oktober 2017 in zaak C-389/15, Commissie/Raad, waarin is verduidelijkt dat het ontwerp van de herziene Overeenkomst van Lissabon, dus de Akte van Genève, hoofdzakelijk tot doel heeft het handelsverkeer tussen de Unie en derde staten te vergemakkelijken en te regelen, en voorts dat het een rechtstreeks en onmiddellijk effect op dat handelsverkeer kan hebben, zodat de onderhandelingen daarover onder de exclusieve bevoegdheid vielen die bij artikel 3, lid 1, VWEU op het gebied van de in artikel 207, lid 1, VWEU bedoelde gemeenschappelijke handelspolitiek aan de Europese Unie is verleend.

Wat landbouwproducten betreft, heeft de Unie uniforme en exhaustieve beschermingssystemen ingevoerd voor geografische aanduidingen van wijnen (1970), gedistilleerde dranken (1989), gearomatiseerde wijnen (1991) en andere landbouwproducten en levensmiddelen (1992). Gezien de exclusieve aard van Uniewetgeving inzake de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten mogen de lidstaten geen eigen beschermingssystemen hebben noch los van de andere lidstaten bescherming bieden aan agrarische geografische aanduidingen van derde landen die lid zijn van het systeem van Lissabon. Zolang de Unie echter geen overeenkomstsluitende partij bij de Akte van Genève is, kan zij geen op Unieniveau ingeschreven agrarische geografische aanduidingen indienen ter bescherming in het systeem van Lissabon, noch op basis van dat systeem de geografische aanduidingen beschermen van derde landen die lid zijn.

De EU moet dus een overeenkomstsluitende partij worden zodat de Unie haar exclusieve bevoegdheid voor de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon en haar taken in het kader van haar exhaustieve beschermingssystemen voor agrarische geografische aanduidingen naar behoren kan uitoefenen.

De Europese Unie kan alleen partij bij de Akte van Genève worden als ten minste één van haar lidstaten partij is bij het Verdrag van Parijs en als de Unie verklaart dat zij overeenkomstig haar interne procedures naar behoren gemachtigd is om partij bij deze akte te worden, en dat op grond van haar oprichtingsverdrag wetgeving geldt in het kader waarvan regionale beschermingstitels voor geografische aanduidingen kunnen worden verkregen. Alle lidstaten zijn partij bij het Verdrag van Parijs. Wat betreft de wetgeving in het kader waarvan regionale beschermingstitels voor geografische aanduidingen kunnen worden verkregen, heeft de Unie overeenkomstig haar oprichtingsverdragen uniforme en exhaustieve beschermingssystemen ingevoerd voor geografische aanduidingen van wijnen (1970), gedistilleerde dranken (1989), gearomatiseerde wijnen (1991) en andere landbouwproducten en levensmiddelen (1992).

Met dit voorstel voor een besluit van de Raad vraagt de Commissie de Raad om een machtiging tot toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Wat landbouwproducten betreft, heeft de EU uniforme en exhaustieve beschermingssystemen ingevoerd voor geografische aanduidingen van wijnen (1970), gedistilleerde dranken (1989), gearomatiseerde wijnen (1991) en andere landbouwproducten en levensmiddelen (1992). Door deze regelingen kunnen beschermde benamingen voor de gedekte producten in de hele EU een vergaande bescherming krijgen op basis van slechts één aanvraagprocedure. De belangrijkste bepalingen zijn momenteel vastgelegd in Verordening (EU) nr. 1308/2013 van 17 december 2013 voor wijn, Verordening (EU) nr. 251/2014 van 26 februari 2014 voor gearomatiseerde wijn, in Verordening (EG) nr. 110/2008 van 15 januari 2008 voor gedistilleerde dranken en in Verordening (EU) nr. 1151/2012 van 21 november 2012 voor landbouwproducten en levensmiddelen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De toetreding van de Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon is in overeenstemming met het algemene beleid van de EU om de bescherming van geografische aanduidingen te bevorderen en te versterken door middel van bilaterale, regionale en multilaterale overeenkomsten.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Gezien het onderwerp van het verdrag moet het besluit van de Raad worden gebaseerd op artikel 207 en artikel 218, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing op gebieden die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.

Evenredigheid

Zonder toetreding van de Unie en haar lidstaten kunnen zij niet profiteren van de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon. Gezien de exclusieve aard van het handelsbeleid van de Unie, inclusief de commerciële aspecten van intellectuele eigendom, mogen de lidstaten geen eigen beschermingssystemen voor geografische aanduidingen hebben noch los van de andere lidstaten bescherming bieden aan agrarische geografische aanduidingen van derde landen die lid zijn van het systeem van Lissabon. Zolang de Unie echter geen overeenkomstsluitende partij is, mag zij geen op EU-niveau ingeschreven agrarische geografische aanduidingen indienen ter bescherming in het systeem van Lissabon, noch op basis van dat systeem de geografische aanduidingen beschermen van derde landen die lid zijn. De EU moet dus lid worden zodat zij haar exclusieve bevoegdheid voor agrarische geografische aanduidingen in het systeem van Lissabon naar behoren kan uitoefenen.

Keuze van het instrument

Gelet op artikel 28 (Partij worden bij deze akte) van de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon is een besluit van de Raad om de Unie te laten toetreden tot de Akte van Genève, het aangewezen rechtsinstrument.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

De routekaart naar de toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen is op 21 december 2017 gepubliceerd. Belanghebbenden konden tot en met 18 januari 2018 hun mening geven. Binnen deze termijn werden acht reacties ontvangen. Op één uitzondering na waren deze allemaal positief over het initiatief en over de toetreding van de EU. In drie reacties werd gesteld dat de EU meer vaart zou moeten zetten achter de discussie over de erkenning en bescherming van geografische aanduidingen van niet-agrarische producten. In twee reacties werd stelling genomen tegen een shortlist omdat gevonden werd dat alle geografische aanduidingen van de Unie in aanmerking zouden moeten komen voor bescherming op grond van de Akte van Genève.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Blijkens de studie van AND International Value van oktober 2012 met de titel 'Value of production of agricultural products and foodstuffs, wines, aromatised wines and spirits protected by a geographical indication (GI)' (ec.europa.eu/agriculture/external-studies) brengt het EU-beleid inzake geografische aanduidingen een aantal voordelen mee voor de consument (kwaliteitsborging), voor de producent (openstelling van het systeem voor alle producenten die voldoen aan de kwaliteitseisen, eerlijke concurrentie, hogere prijzen, doeltreffende bescherming), voor de maatschappij (verband tussen waardevolle producten en plattelandsgebieden, behoud van tradities, herstel van de band tussen producenten en consumenten) en voor het milieu (verband tussen traditionele producten en landschappen en landbouwbedrijfssystemen). In de studie werden economische gegevens geëvalueerd over alle 2 768 geografische aanduidingen die tussen 2005 en 2010 in de EU27 waren ingeschreven. Daaruit bleek met name dat de prijs van een product met een geografische aanduiding gemiddeld 2,23 keer hoger ligt dan de prijs van een vergelijkbaar product zonder geografische aanduiding. In 2010 bedroeg de verkoopwaarde van EU-producten met een geografische aanduiding (alle sectoren samen) 54,3 miljard euro (5,7 % van de totale voedsel- en drankensector van de EU). De geraamde waarde van de uitvoer van EU-producten met een geografische aanduiding bedroeg 11,5 miljard euro (15 % van de totale uitvoer van de voedsel- en drankensector van de EU).

Effectbeoordeling

Voor het initiatief was geen effectbeoordeling, uitvoeringsplan of openbare raadpleging vereist in het kader van de 'betere regelgeving'. De routekaart naar de toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen is op 21 december 2017 gepubliceerd. Belanghebbenden konden tot en met 18 januari 2018 hun mening geven. Er zijn acht reacties ontvangen.

Op grond van de richtsnoeren voor een betere regelgeving is namelijk alleen een effectbeoordeling nodig als dat op basis van een individuele beoordeling nuttig wordt geacht. In principe is er geen effectbeoordeling nodig als de Commissie weinig of geen alternatieven heeft. Dat is hier het geval, aangezien de toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon gerechtvaardigd is in het licht van de exclusieve bevoegdheid van de Unie op de terreinen die onder de Akte van Genève vallen, en deze stap ook logisch voortvloeit uit de herziening van het systeem van Lissabon, waarbij de EU betrokken was.

Het EU-lidmaatschap biedt een aantal voordelen. Geografische aanduidingen die op EU-niveau ingeschreven zijn of worden, maar niet zijn ingeschreven door de zeven EU-lidstaten die al lid zijn van de Unie van Lissabon, kunnen in aanmerking komen voor bescherming in het kader van het systeem van Lissabon. De geografische aanduidingen van de EU kunnen dan in beginsel snelle onbeperkte bescherming op hoog niveau krijgen in alle huidige en toekomstige partijen bij de Akte van Genève. Het bestaande multilaterale register zou de reputatie van Europese geografische aanduidingen ten goede komen gezien de ruime geografische reikwijdte van de bescherming krachtens de Akte van Genève. De betere internationale bescherming van geografische aanduidingen die voortvloeit uit de toetreding van de EU, zal naar verwachting gunstig uitpakken voor inclusieve groei en werkgelegenheid in de landbouwsectoren waar met een hoge toegevoegde waarde wordt geproduceerd, voor handels- en investeringsstromen, voor het concurrentievermogen van bedrijven en in het bijzonder van kleine en middelgrote ondernemingen, voor de werking van de interne markt en de mededinging en voor de bescherming van het intellectuele-eigendomsrecht. Het intellectuele-eigendomsrecht van landbouwers en voedselproducenten op producten met bescherming in de vorm van een geografische aanduiding is gevoelig voor onwettig gebruik en verlies van recht, vooral op de wereldmarkt. De toetreding van de EU tot het systeem van Lissabon zou plattelandsactoren helpen om wat waardevol is op lokaal niveau, te beschermen op mondiaal niveau en zo een tegenwicht te bieden tegen de huidige trend van globalisering met uniforme normen en een neerwaartse druk op de prijzen voor landbouwproducten. In het licht van de huidige politieke en economische onzekerheid zou dit voor de plattelandsgemeenschappen een zichtbaar bewijs zijn dat de EU inspanningen doet om hun belangen overal ter wereld te verdedigen en te beschermen. Aangezien de Akte van Genève in grote lijnen gelijkloopt met de EU-wetgeving inzake de bescherming van landbouwproducten met een geografische aanduiding, zal de toetreding van de EU wellicht geen substantiële aanpassing van de inhoud van die wetgeving vergen.

Vanuit administratief oogpunt voorziet de Akte van Genève in een enkel samenstel van regels voor het verkrijgen van bescherming in alle leden en biedt ze dus een mechanisme dat eenvoudiger en efficiënter is dan de huidige EU-werkwijze waarbij moet worden gewerkt met allerlei lokale procedures in het kader van verschillende bilaterale overeenkomsten. Op het gebied van het handelsbeleid maakt de EU haar voortrekkersrol waar als het gaat om de bevordering van multilateralisme. Verwacht wordt dat de toetreding van de EU vergeleken met de status quo niet zal leiden tot extra kosten of lasten voor marktdeelnemers uit de EU of voor de lidstaten die geografische aanduidingen willen laten beschermen in het kader van het systeem van Lissabon. De administratieve kosten en lasten zullen juist dalen.

Voor bedrijven brengt de toetreding van de EU geen extra aanpassings-, nalevings- en transactiekosten en geen extra administratieve lasten mee. Zij zullen enkel eventuele, door de leden van de Unie van Lissabon opgelegde individuele onderzoekskosten moeten betalen, die echter worden verlaagd met de in de internationale procedure betaalde kosten.

De EU en haar lidstaten kunnen gelijktijdig toetreden tot de Akte van Genève. Gezien het uniforme en exhaustieve karakter van het EU-systeem voor de bescherming van landbouwproducten met een geografische aanduiding moeten oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen die ter bescherming zijn ingediend door de zeven EU-lidstaten die lid zijn van het systeem van Lissabon (momenteel ongeveer 800) en die in aanmerking komen voor bescherming krachtens de EU-wetgeving, niet langer beschermd worden uit hoofde van nationale wetgeving, maar uitsluitend krachtens EU-wetgeving. Hetzelfde geldt voor de bescherming van geografische aanduidingen die afkomstig zijn uit en ter bescherming zijn ingediend door derde landen die lid zijn van de Unie van Lissabon. Bijgevolg zal de toetreding van de EU voor de EU-lidstaten leiden tot minder administratieve lasten voor deelname aan het systeem van Lissabon.

Als de EU eenmaal is toegetreden, zal het namelijk mogelijk zijn om naar het systeem van Lissabon te verwijzen in plaats van in detail te moeten onderhandelen over de bilaterale bescherming van geografische aanduidingen. Dat zou aansluiten bij de praktijk op andere terreinen van het intellectuele-eigendomsrecht (IER) waar de EU haar partners aanzet om toe te treden tot internationale IER-overeenkomsten, zoals de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van handelsmerken, en deze overeenkomsten na te leven, veeleer dan een web van uiteenlopende verbintenissen te creëren dat verwarrend kan zijn voor de belanghebbenden.

De toetreding van de EU zal voor andere derde landen waarschijnlijk een stimulans zijn om deel te nemen aan het systeem van Lissabon. Ze zouden immers bescherming in de hele Unie van Lissabon krijgen en indien hun systeem vergelijkbaar is met dat van de EU, kunnen ze profiteren van een efficiënte onderzoeksprocedure voor individuele geografische aanduidingen.

De toetreding van de EU kan in het bijzonder positieve gevolgen hebben voor ontwikkelingslanden die overwegen om toe te treden tot de Akte van Genève, aangezien hun geografische aanduidingen in de EU bescherming kunnen krijgen via het systeem van Lissabon. Uit de belangstelling van de OAPI, de 17 leden tellende Afrikaanse IP-organisatie, om toe te treden tot Lissabon, blijkt de aantrekkelijkheid van het instrument van geografische aanduidingen om de rechten van landbouwers in ontwikkelingslanden en traditionele waarde te beschermen.

Mogelijke nadelen zijn: het tot dusver beperkte aantal leden van het systeem van Lissabon, de bezorgdheid dat in WTO-verband juist minder vorderingen op het gebied van geografische aanduidingen worden gemaakt, de scepsis van sommige EU-lidstaten over EU-toetreding en de onzekerheid over de financiële gevolgen. Daar staat tegenover dat het gemoderniseerde systeem van de Akte van Genève waarschijnlijk nieuwe leden aantrekt, dat vooruitgang in de WIPO een gunstig effect kan hebben op de discussie over geografische aanduidingen in de WTO doordat synergie wordt gecreëerd en de herziene Overeenkomst van Lissabon dichter bij het WTO-proces wordt gebracht, dat bepaalde EU-lidstaten die gereserveerd staan tegenover het systeem van Lissabon, niet worden verplicht zich aan te sluiten, en dat de leden van de Unie van Lissabon vooruitgang hebben geboekt in de zin dat de financiële houdbaarheid van het systeem van Lissabon is verbeterd.

Alles bij elkaar genomen levert de toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon meer voordelen op dan nadelen. Met het oog op de toetreding van de EU tot het systeem van Lissabon moet de Commissie een voorstel uitwerken voor de rechtshandelingen die nodig zijn voor de toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon en voor de implementatie ervan.


Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

De toetreding van de Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon sluit aan bij artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat bepaalt dat intellectuele eigendom moet worden beschermd.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Zie bijgevoegd financieel memorandum.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Niet van toepassing.