Toelichting bij COM(2018)610 - Ondertekening van de statusovereenkomst met Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in Macedonië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht 1 bepaalt dat het Europees Grens- en kustwachtagentschap de operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen inzake het beheer van de buitengrenzen kan coördineren. Het kan in dat verband samen met een of meer lidstaten en een derde land dat aan ten minste een van die lidstaten grenst, acties aan de buitengrenzen uitvoeren, ook op het grondgebied van dat derde land, op voorwaarde dat het derde land daarmee instemt.

In artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 wordt bepaald dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoeringsbevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties het vereisen, de Unie een statusovereenkomst dient te sluiten met het betreffende derde land. De statusovereenkomst heeft betrekking op alle aspecten die noodzakelijk zijn om de acties uit te voeren en omschrijft met name de reikwijdte van de operatie, de civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid en de taken en bevoegdheden van de teamleden. De statusovereenkomst zorgt ervoor dat tijdens deze operaties de grondrechten volledig worden geëerbiedigd.

Op basis van de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren heeft de Europese Commissie met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandelingen gevoerd over een statusovereenkomst teneinde het wettelijk kader te creëren dat het mogelijk maakt om in gevallen waarin een snelle reactie nodig is onmiddellijk op te treden door het opstellen van operationele plannen. Hoewel de migratiestromen in de regio veel geringer zijn dan in de periode 2015-2016, passen netwerken van georganiseerde misdaad hun routes en methodes voor het smokkelen van migranten snel aan nieuwe omstandigheden aan. De statusovereenkomst zorgt ervoor dat de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de EU-lidstaten met coördinatie door het Europese Grens- en kustwachtagentschap daar veel sneller op zullen kunnen reageren.

Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad vormt het rechtsinstrument voor de ondertekening van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

Op 21 februari 2017 heeft de Raad de Commissie machtiging verleend om met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandelingen te starten over een statusovereenkomst inzake acties van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

De onderhandelingen over de statusovereenkomst zijn van start gegaan op 15 september 2017, gevolgd door een tweede ronde op 24 november 2017 en een laatste onderhandelingsronde op 30 april 2018. De onderhandelingen zijn met succes afgerond met de parafering van de ontwerpstatusovereenkomst door commissaris voor Migratie, Binnenlandse Zaken en Burgerschap, Dhr. Avramopoulos, en minister van Binnenlandse Zaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Dhr. Spasovski, op 18 juli 2018 in Brussel.

De Commissie is van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerpstatusovereenkomst aanvaardbaar is voor de Unie.

De lidstaten werden geïnformeerd en geraadpleegd in de desbetreffende werkgroep van de Raad.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Op dit moment hebben dertien lidstaten bilaterale overeenkomsten gesloten met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over onder meer gezamenlijke acties op gebieden als grenscontrole, -bewaking, -patrouilles en terugkeer. Er bestaat ook een werkregeling (die momenteel wordt bijgewerkt) tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Die regeling voorziet met name in de regelmatige deelname van de vertegenwoordigers van de sector voor grensaangelegenheden en migratie aan door het Europees grens- en kustwachtagentschap gecoördineerde gezamenlijke acties, als waarnemers op het grondgebied van de lidstaten, na instemming van de ontvangende lidstaat.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De Europese migratieagenda steunt op vier pijlers. Een daarvan is grensbeheer: daarbij gaat het om een beter beheer van de buitengrens van de EU, met name door een solidaire opstelling tegenover de lidstaten aan de buitengrenzen, en een grotere efficiëntie van de grensoverschrijdingen. Strenger toezicht op de grenzen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zal niet alleen een positieve impact hebben op de grenzen van dat land, maar ook op de buitengrenzen van de EU en met name de buitengrenzen van Bulgarije en Griekenland. De verdere versterking van de veiligheid aan de buitengrenzen strookt ook met de Europese veiligheidsagenda.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor dit voorstel voor een besluit van de Raad is artikel 77, lid 2, onder b) en d), en artikel 79, lid 2, onder c), VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 5, VWEU.

De bevoegdheid van de EU om een statusovereenkomst te sluiten, is expliciet opgenomen in artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624, dat bepaalt dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoeringsbevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties het vereisen, de Unie een statusovereenkomst dient te sluiten met het betreffende derde land.

Op grond van artikel 3, lid 2, VWEU is de Unie exclusief bevoegd om een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet. Artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 voorziet in de sluiting van een statusovereenkomst door de Europese Unie met het betrokken derde land. De bijgevoegde overeenkomst met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië valt derhalve onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing.

Evenredigheid

Bij een plotse toestroom van migranten zal het Europees Grens- en kustwachtagentschap op basis van een statusovereenkomst Europese grens- en kustwachtteams in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kunnen inzetten; dit komt in de plaats van bilaterale inzet door de lidstaten.

Derhalve is er behoefte aan een gemeenschappelijke aanpak voor een beter beheer van de grenzen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

Keuze van het instrument

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 5, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten over internationale overeenkomsten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Voor de onderhandelingen over de statusovereenkomst was geen effectbeoordeling vereist.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Aangezien het om een nieuwe overeenkomst gaat, kon geen evaluatie of geschiktheidscontrole van bestaande instrumenten worden uitgevoerd.

Grondrechten

De ontwerpstatusovereenkomst bevat bepalingen die de bescherming garanderen van de grondrechten van personen die de gevolgen ondervinden van handelingen van de leden van het team die betrokken zijn bij door het Europees Grens- en kustwachtagentschap gecoördineerde acties.

Bepalingen inzake de grondrechten worden nader toegelicht onder punt 5 “Overige elementen”.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De statusovereenkomst zelf heeft geen financiële gevolgen. Het zijn de daadwerkelijke inzet van Europese grens- en kustwachtteams op basis van een operationeel plan en een subsidieovereenkomst die kosten zullen meebrengen die ten laste komen van de begroting van het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Toekomstige operaties op grond van de statusovereenkomst zullen worden gefinancierd met de eigen middelen van het Europees Grens- en kustwachtagentschap.

In het financieel memorandum bij het voorstel voor een verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht worden de uitgaven van het Europees Grens- en kustwachtagentschap met betrekking tot versterkte samenwerking met derde landen (met inbegrip van eventuele gezamenlijke operaties met buurlanden) voor de periode 2017-2020 op gemiddeld 6,090 miljoen EUR per jaar geraamd.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Commissie zal behoorlijke monitoring van de uitvoering van de statusovereenkomst garanderen.

De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het Europees Grens- en kustwachtagentschap zullen samen iedere gezamenlijke operatie en snelle grensinterventie evalueren.

Met name zullen het Europees Grens- en kustwachtagentschap, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de lidstaten die aan een specifieke actie deelnemen aan het eind van iedere actie een verslag opstellen inzake de toepassing van bepalingen van de overeenkomst, ook met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

1.

Toepassingsgebied van de overeenkomst


Op grond van deze overeenkomst zal het Europees Grens- en kustwachtagentschap Europese grens- en kustwachtteams met uitvoeringsbevoegdheden kunnen inzetten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, met het oog op het uitvoeren van gezamenlijke operaties en snelle grensinterventies. Hoewel de overeenkomst niet voorziet in een uitbreiding van het toepassingsgebied van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven („overnameovereenkomst EG-Fyrom”) 2 , zullen teams van het Europees Grens- en kustwachtagentschap ook bevoegd zijn om de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bij specifieke terugkeeroperaties bij te staan bij het identificeren van personen die door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië overeenkomstig de overnameovereenkomst EG-Fyrom moeten worden teruggenomen.

Europese grens- en kustwachtteams kunnen op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitsluitend worden ingezet in regio’s die aan de buitengrenzen van de EU grenzen en leden van het team bezitten in die gebieden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitvoeringsbevoegdheden overeenkomstig het operationele plan.

2.

Een actie lanceren


Het Agentschap kan voorstellen doen om een actie op te zetten. De bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kunnen het Agentschap verzoeken een actie in overweging te nemen. De uitvoering van een actie vereist de goedkeuring van zowel de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië als van het Agentschap.

3.

Operationeel plan


Voor iedere gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie moeten het Agentschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een operationeel plan overeenkomen. Ook de lidstaten die aan het operationele gebied grenzen, moeten met dat operationeel plan instemmen.

Het plan bevat de bijzonderheden over de organisatorische en procedurele aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie, met inbegrip van een beschrijving en beoordeling van de situatie, de operationele doelstellingen, het operationele concept, het in te zetten soort technische uitrusting, het uitvoeringsplan, de samenwerking met andere derde landen, andere agentschappen en organen van de Unie of internationale organisaties, bepalingen over de eerbiediging van de grondrechten, inclusief de bescherming van persoonsgegevens, de coördinatie-, commando-, controle-, communicatie en rapportagestructuren, de organisatorische en logistieke regelingen en de evaluatie en de financiële aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie.

4.

Taken en bevoegdheden van de teamleden


De teamleden mogen de taken verrichten en de uitvoeringsbevoegdheden uitoefenen die vereist zijn voor grenstoezicht- en terugkeeroperaties. Zij dienen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te eerbiedigen.

Teams mogen op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië alleen optreden op instructie en in aanwezigheid van grenswachters of andere bevoegde personeelsleden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

De teamleden dragen in voorkomend geval hun eigen uniform, een zichtbaar persoonlijk identificatiemiddel en een blauwe armband met het insigne van de Europese Unie en dat van het Agentschap. Zij hebben ook een accreditatiedocument bij zich om zich tegenover de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te kunnen identificeren.

De teamleden mogen dienstwapens dragen en munitie en uitrusting bij zich hebben overeenkomstig de wetgeving van hun lidstaat van herkomst en de wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laten het Agentschap op voorhand weten welke dienstwapens, munitie en uitrusting zijn toegestaan en welke de wettelijke kader en de voorwaarden zijn voor het gebruik daarvan.

Leden van het team mogen, indien hun lidstaat van herkomst en de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië daarmee instemmen, geweld gebruiken, onder meer met hun dienstwapens, munitie en uitrusting, in aanwezigheid van grenswachters of andere relevante personeelsleden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, overeenkomstig de nationale wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mogen teamleden toestaan ook geweld te gebruiken bij afwezigheid van hun grenswachters. De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië delen het Agentschap vooraf mee in hoeverre en onder welke voorwaarden fysiek geweld en dwangmaatregelen mogen worden gebruikt.

Voorafgaand aan de inzet van de leden van het team delen de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het Agentschap mee welke nationale databanken mogen worden geraadpleegd overeenkomstig de nationale wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Nationale databanken zijn uitsluitend toegankelijk voor daartoe gemachtigde personen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en alleen indien nodig mogen gegevens met de leden van het team worden gedeeld.

5.

Opschorting en beëindiging van de actie


De actie kan worden opgeschort of beëindigd door zowel het Agentschap als de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië indien zij van mening zijn dat de andere partij de bepalingen van de overeenkomst of van het operationele plan niet naleeft.

6.

Voorrechten en immuniteiten van de teamleden


De teamleden genieten immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië voor handelingen die zij hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies (“binnen de diensttijd”). Voor handelingen die zij “buiten de diensttijd” hebben verricht, genieten zij deze immuniteit niet.

In het operationele plan worden nauwkeurig de handelingen uiteengezet waarvoor immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geldt.

Indien een teamlid wordt beschuldigd van een strafbaar feit, deelt de uitvoerend directeur van het Agentschap voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid aan de bevoegde rechterlijke instanties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mee of het teamlid de handeling in kwestie heeft verricht in het kader van de uitoefening van zijn officiële functies. De uitvoerend directeur van het Agentschap neemt in zijn besluit zorgvuldig alle opmerkingen in aanmerking van de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de grenswachter of ander relevant personeel heeft ingezet en van de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap is bindend voor de rechterlijke instanties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

De aan de teamleden verleende voorrechten en de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laten de rechtsmacht van de lidstaat van herkomst jegens de teamleden onverlet.

Hetzelfde geldt voor de burgerlijke en administratieve aansprakelijkheid van de teamleden.

De immuniteit van teamleden ten aanzien van de strafrechtelijke, civiele en bestuursrechtelijke rechtsmacht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kan worden opgeheven door de lidstaat die de betrokken grenswachter of het ander relevant personeel heeft ingezet. Het opheffen van de immuniteit moet steeds uitdrukkelijk kenbaar worden gemaakt.

De overeenkomst voorziet in een mechanisme voor schadevergoeding. Het vergoedingsmechanisme is gebaseerd op artikel 42 van Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht. Indien de schade is veroorzaakt door een lid van het team dat dienst heeft, is de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aansprakelijk. Indien de schade tijdens de diensttijd is veroorzaakt door grove nalatigheid of een opzettelijke fout van een teamlid van een deelnemende lidstaat, of indien de handeling buiten de diensttijd is verricht, kan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de uitvoerend directeur van het Agentschap verzoeken dat de deelnemende lidstaat in kwestie een vergoeding betaalt. Indien de schade door een personeelslid van het Agentschap is veroorzaakt, kan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het Agentschap verzoeken een vergoeding te betalen.

Tegen teamleden mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen hen een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met hun officiële functies.

De bezittingen van een teamlid die nodig zijn voor de vervulling van zijn of haar officiële functies mogen niet in beslag worden genomen. In burgerlijke procedures mogen teamleden niet aan beperkingen van de persoonlijke vrijheid, noch aan andere dwangmaatregelen worden onderworpen.

De teamleden zijn ten aanzien van diensten die voor het Agentschap zijn verleend, vrijgesteld van eventueel in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geldende voorschriften op het gebied van sociale zekerheid. Zij zijn tevens vrijgesteld van elke vorm van belasting in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over het salaris en de emolumenten die zij ontvangen van het Agentschap of hun lidstaten van herkomst, evenals van iedere belasting op inkomsten die zij van buiten de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië ontvangen.

De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laten de binnenkomst en het vertrek toe van goederen voor persoonlijk gebruik van teamleden en verlenen vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen (met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten) ten aanzien van dergelijke goederen.

De persoonlijke bagage van teamleden wordt niet geïnspecteerd, tenzij er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door teamleden, of goederen waarvan de in- of uitvoer verboden is door de wetgeving van of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De inspectie van persoonlijke bagage mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van de betrokken teamleden of een gemachtigde vertegenwoordiger van het Agentschap.

Papieren, correspondentie en bezittingen van de teamleden zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen. Teamleden zijn niet verplicht als getuige op te treden.

7.

Accreditatiedocument


Het Agentschap geeft, in samenwerking met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, aan elk teamlid een accreditatiedocument af, aan de hand waarvan zij zich kunnen identificeren tegenover de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en waaruit blijkt dat de houder het recht heeft de in de overeenkomst en in het operationele plan bedoelde taken te verrichten en bevoegdheden uit te oefenen. In combinatie met een geldig reisdocument verleent het accreditatiedocument het teamlid toegang tot de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zonder dat een visum of voorafgaande toestemming vereist is.

8.

Grondrechten


De teamleden eerbiedigen bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden ten volle de grondrechten en de fundamentele vrijheden, ook wat betreft de toegang tot asielprocedures, de menselijke waardigheid, het verbod van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling, het recht op vrijheid, het beginsel van non-refoulement, het verbod van collectieve uitzetting, de rechten van het kind en het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven. Zij mogen zich niet schuldig maken aan willekeurige discriminatie, op welke grond ook, met inbegrip van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Alle maatregelen die inbreuk maken op de grondrechten en fundamentele vrijheden moeten evenredig zijn met het door die maatregelen nagestreefde doel en de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden eerbiedigen.

Elke partij stelt een klachtenmechanisme in om beschuldigingen van inbreuk op de grondrechten door haar personeelsleden te behandelen. Het Agentschap heeft het in artikel 72 van Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht bedoelde klachtenmechanisme ingesteld en voldoet derhalve aan deze verplichting. De Ombudsman van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kan dergelijke klachten in behandeling nemen, behalve indien de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië beslissen om een mechanisme in te stellen dat specifiek belast is met de behandeling van klachten die uit hoofde van deze overeenkomst worden ingediend.

9.

Verwerking van persoonsgegevens


Teamleden verwerken indien noodzakelijk persoonsgegevens overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op het Agentschap en de EU-lidstaten. De verwerking van persoonsgegevens door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is onderworpen aan de nationale wetgeving van dat land.

Na afloop van elke actie stellen het Agentschap, de deelnemende lidstaten en de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een gezamenlijk verslag op over de verwerking van persoonsgegevens door teamleden. Dit verslag wordt toegezonden aan de grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap, alsook aan de voor de bescherming van persoonsgegevens bevoegde autoriteit in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap brengen verslag uit aan de uitvoerend directeur van het Agentschap.

10.

Geschillen en interpretatie


Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en door vertegenwoordigers van het Agentschap, die de aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië grenzende lidstaten raadplegen.

Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Europese Commissie, die alle aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië grenzende lidstaten raadpleegt.

11.

Bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van de overeenkomst


Voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is het ministerie van Binnenlandse Zaken de bevoegde autoriteit voor de uitvoering van deze overeenkomst. Voor de Europese Unie is het Europees Grens- en kustwachtagentschap de bevoegde autoriteit.


12.

Gezamenlijke verklaring


Beide partijen komen overeen dat zich onthouden van maatregelen die de mogelijke strafrechtelijke vervolging van een teamlid door de bevoegde autoriteiten van de gaststaat waarschijnlijk in gevaar zullen brengen ook betekent dat zij zich ervan dienen te onthouden de terugkeer van het betrokken teamlid vanuit de gebouwen van de Europese grens- en kustwacht in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië naar zijn/haar lidstaat van herkomst actief te faciliteren, in afwachting van de verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap.