Toelichting bij COM(2018)622 - Standpunt EU in het Comité voor overheidsopdrachten met betrekking tot de toetreding van Australië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het namens de Unie in te nemen standpunt in het Comité voor overheidsopdrachten betreffende de beoogde vaststelling van een besluit van het Comité over de toetreding van Australië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1De overeenkomst inzake overheidsopdrachten

De Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (hierna 'de Overeenkomst' genoemd) is een plurilaterale overeenkomst in het kader van de WTO die ten doel heeft de markten voor overheidsopdrachten wederzijds voor alle partijen open te stellen. De herziene versie van de Overeenkomst is op 6 april 2014 in werking getreden.

De Europese Unie is partij bij de Overeenkomst.

Op 2 juni 2015 heeft Australië verzocht tot de Overeenkomst toe te treden. Op 30 september 2016 en op 2 juni 2017 heeft het land een herzien aanbod ingediend.

De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een reeks marktopeningsverbintenissen van Australië, zowel op bilaterale basis als in het kader van het Comité voor overheidsopdrachten.

Vervolgens heeft Australië op 7 maart 2018 een definitief aanbod bij het Comité voor overheidsopdrachten ingediend. Hieronder volgen een samenvatting van het definitieve aanbod van Australië en de beoordeling van de Commissie.

Op basis van het besluit kan de Commissie het standpunt van de Europese Unie over de toetreding van Australië in het Comité voor overheidsopdrachten kenbaar maken.

2.2Het Comité voor overheidsopdrachten

Het Comité voor overheidsopdrachten is opgericht om de uitvoering van de Overeenkomst te beheren. Het bestaat uit vertegenwoordigers van elk van de partijen alsmede uit WTO-leden en intergouvernementele organisaties met de status van waarnemer.

Het Comité komt geregeld bijeen, circa vier keer per jaar, om de partijen de gelegenheid tot overleg te bieden over aangelegenheden in verband met de uitvoering en de werking van de Overeenkomst of de bevordering van de doelstellingen ervan. Het Comité voert ook andere taken uit waarmee het eventueel door de partijen wordt belast.

Het Comité licht de Algemene Raad van de WTO jaarlijks in over zijn activiteiten en over de ontwikkelingen betreffende de uitvoering en werking van de Overeenkomst.

De Europese Unie is, net als alle andere partijen, lid van het Comité, waar zij door de Commissie wordt vertegenwoordigd.

2.3De beoogde handeling van het Comité voor overheidsopdrachten

Op 27 juni 2018 heeft de Commissie tijdens de informele zitting van het Comité voor overheidsopdrachten verklaard dat de Europese Unie in beginsel instemt met de toetreding van Australië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, met inachtneming van de toetredingsvoorwaarden van de Europese Unie voor Australië.

Op 17 oktober 2018 moet het Comité voor overheidsopdrachten tijdens zijn formele zitting een besluit vaststellen betreffende de toetreding van Australië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (hierna 'de beoogde handeling' genoemd).

Het doel van de beoogde handeling is om de toetreding van Australië tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten overeenkomstig artikel XXII:2 van de Overeenkomst te aanvaarden.

Voor de vaststelling van het besluit gelden de respectieve interne procedures van de partijen. In artikel XXII van de Overeenkomst is bepaald dat elk WTO-lid tot de Overeenkomst kan toetreden op tussen dat lid en de partijen overeen te komen voorwaarden en dat deze voorwaarden worden vastgesteld in een besluit van het Comité. Toetreding geschiedt door nederlegging bij de directeur-generaal van de WTO van een toetredingsinstrument waarin de overeengekomen voorwaarden worden gespecificeerd. Deze overeenkomst treedt voor een toetredend lid in werking op de 30e dag nadat het zijn toetredingsinstrument heeft nedergelegd.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

1.

Definitief aanbod van Australië


Verbintenissen inzake markttoegang (onder de overeenkomst vallende instanties, goederen, diensten en constructiediensten)

Drempels

Australië past in bijlage 1 de drempels toe die de partijen bij de Overeenkomst gewoonlijk voor goederen, diensten en constructiediensten toepassen. In bijlage 2, voor goederen en diensten, voorziet Australië echter een hogere drempel (355 000 BTR) dan de EU (200 000 BTR). In bijlage 3 komen de drempels voor goederen en diensten met de EU-drempels (400 000 BTR) overeen, hoewel Australië instanties die met publiekrechtelijke lichamen overeenkomen in bijlage 3 opneemt, terwijl de EU deze onder bijlage 2 laat vallen, met een lagere drempel.

2.

Instanties


In bijlage 1 ("centrale overheidsinstanties") neemt Australië een exhaustieve lijst op van centrale overheidsinstanties waarvan de opdrachten openstaan voor partijen bij de Overeenkomst. De dekking is volledig. In bijlage 1 zijn vier aantekeningen opgenomen. In aantekening 1 is vermeld dat deze Overeenkomst uitsluitend betrekking heeft op de instanties die in deze bijlage zijn opgenomen (met inbegrip van een bureau binnen een vermelde instantie). In aantekening 2 is vermeld dat deze Overeenkomst geen betrekking heeft op aanbestedingen voor de aankoop van motorvoertuigen door instanties die in deze bijlage zijn opgenomen. Deze regeling moet echter geleidelijk worden stopgezet en is slechts tot 1 januari 2019 van toepassing. In aantekening 3 is vermeld dat deze Overeenkomst geen betrekking heeft op aanbestedingen door of namens de Australian Government Solicitor (Australisch overheidsbedrijf dat de federale overheid juridisch advies verleent). Aantekening 4 heeft betrekking op aanbestedingen van het ministerie van Defensie.

In bijlage 2 ("niet-centrale instanties") is de dekking van Australië beperkt tot overheidsinstanties van staten en territoria. Lagere niet-centrale instanties zoals steden vallen niet onder de dekking. Nutsbedrijven, spoorwegen en andere vervoersgerelateerde gebieden (zoals wegenbouw en havens) vallen onder de verantwoordelijkheid van staten en territoria. In bijlage 2 wordt echter slechts een beperkt aantal instanties (vooral op het gebied van vervoer) voorgesteld. Uit sommige antwoorden van Australië blijkt dat deze instanties op commerciële basis werken of dat deze zijn geprivatiseerd. De drempels voor goederen en diensten zijn hoger (355 000 BTR) dan die van de EU (200 000 BTR).

Het voorbehoud voor motorvoertuigen staat nog steeds vermeld in de aantekeningen voor het Australisch Hoofdstedelijk Territorium, Nieuw-Zuid-Wales, Queensland, Zuid-Australië en Victoria. De overige drie territoria bevatten deze aantekening niet. Bijlage 2 bevat ook enkele andere beperkende aantekeningen voor specifieke territoria.

In bijlage 3 ("andere instanties") biedt Australië 26 instanties aan. Dit is een vrij gebruikelijke standaardlijst die Australië in zijn vrijhandelsovereenkomsten aanbiedt. De drempels voor goederen en diensten komen met de EU-drempels (400 000 BTR) overeen, hoewel Australië instanties die met publiekrechtelijke lichamen overeenkomen in bijlage 3 opneemt, terwijl de EU deze onder bijlage 2 laat vallen, met een lagere drempel.

De Australische overheidsbedrijven lijken vergelijkbaar te zijn met de overheidsbedrijven van de EU die de EU in bijlage 3 aanbiedt, voor zover zij actief zijn in de nutssectoren water, elektriciteit, havens en luchthavens, stadsvervoer en spoorwegen (afbakeningsbenadering). De Australische overheidsbedrijven in de nutssector vallen hier niet onder.

3.

Goederen


Australië stelt een negatieve lijst van goederen voor. Australië verbindt zich ertoe dat de overheidsopdrachten van de betrokken instanties voor alle goederen onder de overeenkomst vallen, op enkele zeer specifieke uitzonderingen na (de aanbesteding van bloed en met bloed verband houdende producten, waaronder plasma en afgeleide producten).

4.

Diensten


Australië stelt een negatieve lijst van diensten voor. Australië biedt een zeer brede dekking van dienstverlening aan, hetgeen wil zeggen alle diensten voor instanties die onder de overeenkomst vallen, op enkele zeer specifieke uitzonderingen na (aanbesteding van diensten betreffende de fractionering van plasma; reclamediensten voor de overheid; diensten betreffende gezondheid en welzijn; diensten voor onderzoek en ontwikkeling). Er is een aantekening over wederkerigheid waarin is vermeld dat alleen diensten die onder de dekking van andere partijen bij de Overeenkomst vallen, aan die partijen worden aangeboden.

5.

Constructiediensten


Australië stelt een negatieve lijst van constructiediensten voor. Australië stelt alle constructiediensten in de zin van afdeling 51 van de centrale productenclassificatie (CPC Prov.) en het WTO-classificatiesysteem MTN.GNS/W/120 voor, die door de instanties in de bijlagen 1, 2 en 3 worden aanbesteed, zoals algemeen door alle partijen bij de Overeenkomst wordt aangeboden.

6.

Algemene aantekeningen


In bijlage 7 heeft Australië twee algemene aantekeningen opgenomen. Ingevolge aantekening 1 is de Overeenkomst niet van toepassing op enige vorm van voorkeur ten bate van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's); op maatregelen ter bescherming van nationale cultuurgoederen van artistieke, historische of archeologische waarde; op maatregelen voor de gezondheid en het welzijn van inheemse volkeren; op de aanbesteding van goederen en diensten buiten het grondgebied van de aanbestedende partij voor verbruik buiten het grondgebied van de aanbestedende partij. In aantekening 2 wordt voor meer zekerheid het volgende vermeld: de Overeenkomst is niet van toepassing op aanbestedingen die worden gefinancierd door subsidies of sponsorbetalingen van personen die niet in de bijlagen 1, 2 of 3 zijn vermeld; de Overeenkomst is niet van toepassing op aankopen door een aanbestedende dienst, bij een andere overheidsinstantie; niets in de Overeenkomst belet de aanbestedende partij, of de aanbestedende diensten daarvan, technische specificaties op te stellen, vast te stellen of toe te passen die nodig zijn om gevoelige overheidsinformatie te beschermen, waaronder specificaties die gevolgen kunnen hebben of beperkingen kunnen inhouden voor de opslag, het toegang bieden tot of verwerking van dergelijke informatie buiten het grondgebied van de aanbestedende partij; en voor ongevraagde innovatieve voorstellen mag een aanbestedende dienst overeenkomstig artikel XIII:1 beperkte aanbestedingsprocedures gebruiken.

7.

De wetgeving van Australië


De wetgeving van Australië op het gebied van overheidsaanbestedingen die onder de Overeenkomst vallen, lijkt niet-discriminerend te zijn. Overeenkomstig de Australische Commonwealth Procurement Rules (CPR's, aanbestedingsregels van het Britse Gemenebest) is het kader voor overheidsopdrachten niet discriminerend. Alle mogelijke leveranciers van de overheid moeten ingevolge de CPR's gelijk worden behandeld op basis van hun commerciële, wettelijke, technische en financiële capaciteiten en mogen niet worden gediscrimineerd wegens hun omvang, de mate waarin hun kapitaal of zeggenschap in buitenlandse handen is, hun locatie of de herkomst van hun goederen of diensten. De wetgeving van Australië betreffende overheidsopdrachten lijkt derhalve open, transparant en niet-discriminerend te zijn, in overeenstemming met de voorschriften van de Overeenkomst. Het definitieve aanbod van Australië bevat in bijlage 7 een uitvoerige uitsluiting van elke vorm van voorkeur ten bate van kleine en middelgrote ondernemingen, die in het voorbehoud van de EU betreffende Australië moet worden behandeld en in de regeling van de EU in aanhangsel I moet worden weerspiegeld.

8.

Beoordeling door de Commissie van het aanbod van Australië


Australië opent op grote schaal zijn markt voor overheidsopdrachten voor alle partijen bij de Overeenkomst en heeft een zeer uitgebreid aanbod wat betreft instanties, goederen, diensten en constructiediensten, en een niet-discriminerende wetgeving. Bovendien past Australië geen enkele bijzondere beperking toe tegen een partij bij de Overeenkomst. Overwegende echter dat de dekking die Australië biedt, weliswaar uitgebreid maar niet volledig is, is het aangewezen om (ten aanzien van Australië) in bepaalde specifieke beperkingen of uitzonderingen inzake de toegang tot de Uniemarkt voor overheidsopdrachten te voorzien, zoals de EU in het verleden ook heeft gedaan voor de partijen bij de Overeenkomst die slechts een gedeeltelijke dekking aanbieden.

De volgende specifieke beperkingen, die deel zullen uitmaken van de voorwaarden voor toetreding van Australië en door het Comité voor overheidsopdrachten moeten worden vastgesteld, zullen in de regeling van de EU in aanhangsel I worden opgenomen:

·Bijlage 1, onder 2 (de aanbestedende diensten van de centrale overheden van de EU-lidstaten), punt 3:

Australië zal worden toegevoegd aan de lijst van partijen bij de Overeenkomst die toegang hebben tot overheidsopdrachten van minder aanbestedende diensten van centrale overheden dan de andere leden van de Overeenkomst.

·Bijlage 1, aantekeningen bij bijlage 1, aantekening 2:

Gezien de algemene aantekening van Australië waarin voorkeur voor kmo's van de Overeenkomst wordt uitgesloten, zal de EU een voorbehoud maken om dit te regelen. Australië zal, naast Japan, Korea en de VS, worden genoemd in de lijst met landen in aantekening 2 van de aantekeningen bij bijlage 1 bij aanhangsel I Verbintenissen van de Europese Unie. De bepalingen van artikel XVIII zullen derhalve niet van toepassing zijn op leveranciers en dienstverleners uit Australië die de gunning betwisten van opdrachten aan kmo's afkomstig uit andere partijen dan Japan, Korea, de VS en Australië, zo lang niet ten genoegen van de EU is aangetoond dat Australië geen discriminerende maatregelen ten voordele van sommige binnenlandse kleine ondernemingen en ondernemingen van personen die tot minderheidsgroepen behoren meer toepast.

·Bijlage 2, aantekeningen bij bijlage 2, aantekening 1:

Gezien de beperkte dekking van Australië onder bijlage 2 zal de EU Australië opdrachten van lokale aanbestedende diensten (bestuurlijke eenheden die vallen onder NUTS 1) aanbieden. Wat betreft bestuurlijke eenheden die vallen onder NUTS 2 en NUTS 3 in Verordening (EG) nr. 1059/2003 (zoals gewijzigd), met betrekking tot goederen, diensten, leveranciers en dienstverleners uit Australië, worden opdrachten van aanbestedende diensten van bestuurlijke eenheden die onder NUTS 2 en 3 vallen, niet aan Australië aangeboden.

·Bijlage 2, aantekeningen bij bijlage 2, aantekening 1:

Aangezien de drempel van Australië voor goederen en diensten door regionale en lokale instanties in bijlage 2 (355 000 BTR) en respectievelijk voor publiekrechtelijke lichamen die onder bijlage 3 vallen (400 000 BTR) hoger ligt dan de drempel van de EU uit hoofde van de Overeenkomst (200 000 BTR), zal de EU een voorbehoud maken voor overheidsopdrachten tussen 200 000 en 355 000 BTR van regionale aanbestedende diensten en voor overheidsopdrachten tussen 200 000 en 400 000 BTR voor publiekrechtelijke lichamen die vallen onder bijlage 2 bij aanhangsel I Verbintenissen van de Europese Unie, voor zover het goederen en diensten en leveranciers en dienstverleners uit Australië betreft.

·Bijlage 2, aantekeningen bij bijlage 2, aantekening 1:

Gezien het voorbehoud voor motorvoertuigen in de aantekeningen voor het Australisch Hoofdstedelijk Territorium, Nieuw-Zuid-Wales, Queensland, Zuid-Australië en Victoria zal de EU een voorbehoud maken voor overheidsopdrachten door aanbestedende diensten die onder bijlage 2 vallen, voor motorvoertuigen en onderdelen voor motorvoertuigen, onder verwijzing naar specifieke hoofdstukken van de gecombineerde nomenclatuur (GN) (namelijk voor motorvoertuigen: 8702, 8703, 8704, 8705, 8711 en 8713; voor onderdelen voor motorvoertuigen: 870600, 8707, 8708, 8714 en 8716).

·Bijlage 2, aantekeningen bij bijlage 2, aantekening 2:

Gezien de algemene aantekening van Australië waarin voorkeur voor kmo's van de Overeenkomst wordt uitgesloten, zal de EU een voorbehoud maken om dit te regelen. Australië zal, naast Japan, Korea en de VS, worden genoemd in de lijst met landen in aantekening 2 van de aantekeningen bij bijlage 2 bij aanhangsel I Verbintenissen van de Europese Unie. De bepalingen van artikel XVIII zullen derhalve niet van toepassing zijn op leveranciers en dienstverleners uit Australië die de gunning betwisten van opdrachten aan kmo's afkomstig uit andere partijen dan Japan, Korea, de VS en Australië, zo lang niet ten genoegen van de EU is aangetoond dat Australië geen discriminerende maatregelen ten voordele van sommige binnenlandse kleine ondernemingen en ondernemingen van personen die tot minderheidsgroepen behoren meer toepast.

·Bijlage 3, aantekeningen bij bijlage 3, aantekening 6:

Wat niet-centrale instanties betreft, zal aan Australië een beperktere dekking worden aangeboden. De EU zal Australië geen overheidsopdrachten van instanties aanbieden die werkzaam zijn in de volgende sectoren: i) productie, transport en distributie van drinkwater waarop deze bijlage van toepassing is; ii) productie, transport en distributie van elektriciteit waarop deze bijlage van toepassing is; iii) luchthavenfaciliteiten waarop deze bijlage van toepassing is; iv) zeehaven-, binnenhaven- of andere terminalfaciliteiten waarop deze bijlage van toepassing is; v) stadsspoorweg-, tram-, trolleybus- of busdiensten waarop deze bijlage van toepassing is; en vi) spoorwegvervoer waarop deze bijlage van toepassing is, met betrekking tot goederen, diensten, leveranciers en dienstverleners uit Australië. Zie aantekening 6 van de aantekeningen bij bijlage 3 bij aanhangsel I Verbintenissen van de Europese Unie.

Mocht een andere partij bij de Overeenkomst in specifieke uitzonderingen voorzien op haar dekking ten aanzien van Australië, dan zou dat ook tot uitdrukking komen in het besluit van het Comité voor overheidsopdrachten over de voorwaarden voor de toetreding van Australië. Er zij evenwel op gewezen dat dergelijke beperkingen van of uitzonderingen op de dekking door een partij bij de Overeenkomst die specifiek zijn voor Australië, geen invloed zouden hebben op het definitieve aanbod van Australië zoals hierboven uiteengezet, noch op het voorgestelde specifieke voorbehoud van de EU of op de onderling overeengekomen dekking tussen de huidige partijen bij de Overeenkomst.

9.

Aanbeveling


De toetreding van Australië tot de Overeenkomst zal naar verwachting een zeer positieve bijdrage leveren aan de verdere internationale openstelling van de markten voor overheidsopdrachten, doordat het aantal partijen bij de Overeenkomst wordt uitgebreid en andere landen derhalve worden aangemoedigd om tot de Overeenkomst toe te treden. De Commissie beveelt aan dat het aanbod van Australië wordt aanvaard onder voorbehoud van de bovengenoemde beperkingen voor de dekking waarin de EU met betrekking tot Australië voorziet.

Dienovereenkomstig wordt voorgesteld dat de Commissie wordt gemachtigd om in het Comité voor overheidsopdrachten het standpunt van de Unie naar voren te brengen, ten gunste van de toetreding van Australië onder voorbehoud van de bovengenoemde beperkingen, die moeten worden opgenomen in het besluit van het Comité voor overheidsopdrachten betreffende voorwaarden voor de toetreding van Australië tot de Overeenkomst.

4. Rechtsgrondslag

4.1Procedurele rechtsgrondslag

10.

4.1.1. Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van 'de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst'.

Het begrip 'handelingen met rechtsgevolgen' omvat handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een "beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt" 1 .

11.

4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval


Het Comité voor overheidsopdrachten is een lichaam dat krachtens een overeenkomst is opgericht, namelijk de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

De door het Comité voor overheidsopdrachten vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2. Materiële rechtsgrondslag

12.

4.2.1. Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de voorgenomen handeling verschillende doelstellingen heeft of uit verschillende componenten bestaat, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstellingen of componenten slechts ondergeschikt zijn, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

13.

4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval


De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijk handelsbeleid.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3. Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

14.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling


Aangezien de handeling van het Comité voor overheidsopdrachten de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten zal wijzigen, moet deze handeling na de vaststelling ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.