Toelichting bij JOIN(2018)31 - Versterken van de banden tussen Europa en Azië - Bouwstenen voor een EU-strategie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 19.9.2018


JOIN(2018) 31 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT,
DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK

Versterken van de banden tussen Europa en Azië – Bouwstenen voor een EU-strategie


GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT,

2.

DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK


Versterken van de banden tussen Europa en Azië – Bouwstenen voor een EU-strategie

Inleiding



De betrekkingen tussen de Europese Unie en Azië zijn van mondiaal belang en waarschijnlijk zullen de banden de komende jaren sterker worden. Azië, met ongeveer 60 % van de wereldbevolking, is goed voor 35 % van de uitvoer van de EU (618 miljard EUR) en 45 % van de invoer van de EU (774 miljard EUR) 1 . Voor zowel Europa als Azië biedt de toenemende mondiale onderlinge afhankelijkheid kansen voor meer samenwerking, vreedzame politieke samenwerking, eerlijke en sterkere economische betrekkingen, een brede maatschappelijke dialoog en samenwerking op het gebied van internationale en regionale veiligheid. Europa en Azië kunnen samen de motor zijn van een meer coöperatieve aanpak van de wereldpolitiek, de mondiale stabiliteit en de regionale economische welvaart.

Om een verdere stap in die samenwerking te zetten en kansen binnen de wereldeconomie te creëren, moeten de EU en Azië zorgen voor een efficiënte en duurzame connectiviteit. Connectiviteit 2 verhoogt de economische groei, schept banen, versterkt het mondiale concurrentievermogen en de wereldhandel en bevordert het verkeer van mensen, goederen en diensten binnen en tussen Europa en Azië.

Sommigen schatten dat Azië de komende decennia meer dan 1,3 biljoen EUR per jaar aan infrastructuurinvesteringen nodig zal hebben om de huidige groeicijfers te handhaven en zich aan de klimaatverandering aan te passen 3 . Ter vergelijking: in de EU wordt de investering in het trans-Europese vervoersnet geraamd op 1,5 biljoen EUR in de periode 2021-2030. Het is echter niet alleen een uitdaging op het gebied van investeringen. Azië omvat verschillende regio's bestaande uit landen die qua economisch model en ontwikkelingsniveau sterk van elkaar verschillen. Consistente en op elkaar afgestemde regels, normen of praktijken zijn nodig om de markttoegang en het grensoverschrijdende verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen te bevorderen. Hoge sociale en milieunormen, een adequate planning en een kosten-batenanalyse van de volledige levenscyclus zijn noodzakelijk om de duurzaamheid van investeringen in connectiviteit op langere termijn te waarborgen. De budgettaire en financiële houdbaarheid van infrastructuurprojecten moeten worden gewaarborgd om het risico van een te zware schuldenlast te vermijden.

Daarom stelt de Commissie de bouwstenen voor een EU-strategie voor sterkere banden tussen Europa en Azië voor, met concrete beleidsvoorstellen en initiatieven om de banden tussen Europa en Azië te versterken, onder meer via interoperabele vervoers-, energie- en digitale netwerken 4 . Deze mededeling maakt ook deel uit van de EU-bijdrage voor de 12e Ontmoeting Azië-Europa (ASEM) in oktober 2018, die zowel connectiviteit als de samenwerking met Aziatische partners kan helpen bevorderen.

Deze mededeling moet worden gelezen in samenhang met het voorstel van de Commissie voor het volgende meerjarig financieel kader 5 , waarin duidelijke prioriteiten zijn vastgesteld die verder zijn verduidelijkt in recente mededelingen van de Commissie 6 en waarin wordt voorzien in middelen om particuliere investeringen wereldwijd te bevorderen en te ondersteunen.

3.

2.De Europese manier: duurzame, alomvattende en op regels gebaseerde connectiviteit


De EU is de afgelopen decennia een drijvende kracht geweest achter interne connectiviteit. Door de totstandbrenging van de interne markt heeft de EU het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal mogelijk gemaakt. EU-brede regels – zoals de EU-regels inzake toezicht op staatssteun en de EU-aanbestedingsregels – zorgen voor eerlijke en transparante concurrentie, terwijl het beleid van de Unie ook milieubescherming, veiligheid, beveiliging en sociale en individuele rechten waarborgt 7 . In dezelfde geest bevordert de EU ook een circulaire economie, lage broeikasgasemissies en een klimaatbestendige toekomst om de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) en de doelstellingen van de Klimaatovereenkomst van Parijs te bereiken. Dit beleid heeft investeringen in grensoverschrijdende connectiviteit aangemoedigd op basis van een duidelijk trans-Europees netwerk (TEN) met welomschreven prioriteiten en normen. De burgers, als gebruikers van connectiviteit, en de bedrijven profiteren van het feit dat ze kunnen vertrouwen op een efficiënte pan-Europese infrastructuur, vrije en eerlijke concurrentie en gemeenschappelijke normen. De interne markt van de EU heeft geleid tot een hogere productiviteit en een groter concurrentievermogen en kan wereldwijd een bron van inspiratie zijn.

Het EU-beleid inzake connectiviteit is gericht op het bevorderen van de efficiëntie in de eengemaakte markt van de EU en op het verbeteren van de connectiviteit op wereldschaal, met de nadruk op de voordelen voor en rechten van mensen. Deze doelstellingen worden ondersteund door beleid inzake: duurzame ontwikkeling, het koolstofvrij maken van de economie, digitalisering, investeringen, innovatie en mondiaal leiderschap.

Dankzij haar ervaring is de EU in staat een duurzame, alomvattende en op regels gebaseerde benadering van connectiviteit te bevorderen:

·Duurzame connectiviteit. Om de productiviteit te verhogen en groei en banen te creëren, moeten investeringen in connectiviteit de marktefficiëntie waarborgen en budgettair houdbaar zijn. Om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de klimaatverandering en de aantasting van het milieu, moet de EU het koolstofvrij maken van de economie bevorderen en hoge normen hanteren op basis van milieueffectbeoordelingen. Met het oog op het bevorderen van de sociale vooruitgang moet de EU hoge normen op het gebied van transparantie en goed bestuur in acht nemen en moet zij de mensen voor wie de projecten gevolgen hebben een stem geven op basis van passende openbare raadplegingen. Het beleid inzake connectiviteit moet de negatieve externe effecten, zoals milieueffecten, congestie, lawaai, verontreiniging en ongevallen, verminderen. Kortom, connectiviteit moet economisch, ecologisch en sociaal duurzaam en budgettair houdbaar zijn op de lange termijn.


·Uitgebreide connectiviteit. Connectiviteit gaat over netwerken en de stroom van personen, goederen, diensten en kapitaal door deze netwerken. Dat wil zeggen vervoersverbindingen door de lucht, over land of over zee. Het gaat om digitale netwerken, van mobiel tot vast, van de internet-backbone tot de laatste kilometer, van kabels tot satellieten. Het betekent ook energienetten en -stromen, van gas- (met inbegrip van vloeibaar aardgas) tot elektriciteitsnetten en van hernieuwbare energiebronnen tot energie-efficiëntie. De synergieën tussen de drie sectoren, die soms tot innovatieve en nieuwe vormen van connectiviteit leiden, moeten worden geoptimaliseerd. Connectiviteit heeft een cruciale menselijke dimensie en de belangen en rechten van mensen moeten centraal staan in elk beleid.


·Internationale op regels gebaseerde connectiviteit. Voor een efficiënt, eerlijk en vlot verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal zijn regels en voorschriften nodig. Internationaal overeengekomen praktijken, regels, conventies en technische normen, ondersteund door internationale organisaties en instellingen, maken interoperabiliteit van netwerken en grensoverschrijdende handel mogelijk. In haar interne markt garandeert de EU non-discriminatie en een gelijk speelveld voor ondernemingen, bevordert zij een open en transparant investeringsklimaat en beschermt zij haar kritieke activa 8 . De EU moet open en transparante aanbestedingsprocedures blijven bevorderen met een gelijk speelveld voor ondernemingen.

Op die basis zal de EU met haar buurlanden en Aziatische partners samenwerken langs drie krachtlijnen:

·Ten eerste door bij te dragen aan efficiënte verbindingen en netwerken tussen Europa en Azië via prioritaire vervoerscorridors, digitale verbindingen en energiesamenwerking ten dienste van mensen en de desbetreffende economieën.

·Ten tweede door partnerschappen voor connectiviteit tot stand te brengen op basis van gezamenlijk overeengekomen regels en normen die een beter beheer van het goederen-, personen-, kapitaal- en dienstenverkeer mogelijk maken.

·Ten derde door bij te dragen tot het dichten van de grote investeringskloven door een betere mobilisatie van middelen, een grotere benutting van de financiële middelen van de EU en de versterking van internationale partnerschappen.


4.

3.Totstandbrenging van efficiënte verbindingen tussen Europa en Azië


Om de efficiëntie van bestaande en toekomstige verbindingen verder te versterken, moet de Unie samen met haar partners aandacht besteden aan de vervoers-, energie- en digitale verbindingen tussen Europa en Azië, rekening houdend met de snelle technologische veranderingen, die een groot effect hebben op de connectiviteit. De EU en haar partners moeten zich niet alleen bezighouden met de fysieke verbindingen tussen Europa en Azië, maar moeten ook de connectiviteit en mobiliteit tussen studenten, academici en onderzoekers bevorderen.

5.

3.1.Vervoer


Zowel de Aziatische partners als de Unie hebben belang bij de ontwikkeling van efficiënte, economisch levensvatbare en ecologisch duurzame handelsroutes en corridors tussen Europa en Azië. Gemeten naar waarde gaat vandaag 70 % van de handel over zee en wordt meer dan 25 % door de lucht vervoerd, terwijl het spoorvervoer relatief onbeduidend blijft. Het groeipotentieel in alle sectoren is aanzienlijk.

De EU moet samen met haar buurlanden en Aziatische partners de vervoersverbindingen verbeteren. De EU moet ernaar streven het goed ontwikkelde trans-Europese vervoersnet (TEN-V) te verbinden met netten in Azië. Het trans-Europese vervoersnet omvat duidelijke prioriteiten en normen ter bevordering van grensoverschrijdend en interoperabel multimodaal vervoer, d.w.z. een combinatie van spoor-, zee- en binnenvaartvervoer. Om dit doel te bereiken, zou de EU waar nodig technische bijstand kunnen verlenen om haar partners te helpen bij de planning van hun vervoerssystemen en de waarborging van de interconnectie daarvan en kunnen bijdragen aan de financiering van infrastructuur (zie deel 4). Nieuwe methoden om de connectiviteitsniveaus te beoordelen, bijvoorbeeld connectiviteitsindices, zullen helpen bij het identificeren van lacunes en kansen. De EU moet de vervoersverbindingen met Azië ook veiliger helpen maken.

6.

Connectiviteit en veiligheid


De wereld is in toenemende mate afhankelijk van geavanceerde datanetwerken en -transfers, energieverbindingen, perfect getimede waardeketens en de mobiliteit van mensen. Om deze stromen in goede banen te leiden, moet het juiste evenwicht worden gevonden tussen het faciliteren van deze stromen en het waarborgen van de veiligheid ervan. In een tijdperk van hybride dreigingen en terrorisme is de veiligheid van stromen van belang. De toegang tot handelsroutes blijft afhankelijk van een geschikt politiek en veiligheidsklimaat en is afhankelijk van de aanpak van uitdagingen, zoals de transnationale georganiseerde misdaad en elke vorm van illegale smokkel en handel, cyberveiligheid en aanvallen op het vervoer en de energiezekerheid.
Deze uitdagingen kunnen niet alleen worden aangepakt via het interne of externe beleid van landen of entiteiten. De EU moet met de partnerlanden samenwerken om de vervoersverbindingen met Azië veiliger te maken, met name op het gebied van cyberveiligheid.


·Luchtvervoer

Met luchtvaartovereenkomsten tussen de EU en derde landen worden nieuwe economische perspectieven gecreëerd door markten te openen en investeringsmogelijkheden te bevorderen. Om de groei van het luchtvervoer ten voordele van burgers en bedrijven uit de EU en de partnerlanden mogelijk te maken, onderhandelt de EU momenteel over luchtvaartovereenkomsten met verschillende landen in de buurlanden van de EU en in Azië 9 . Op die manier pakt de EU ook de milieu- en klimaateffecten van de luchtvaart aan, met name de kwestie van de luchtvaartemissies. De EU zal binnen Europa, Azië en daarbuiten steun blijven verlenen aan het noodzakelijke koolstofvrij maken van het luchtvervoer op lange termijn, onder meer door het bevorderen van de effectieve uitvoering van internationale overeenkomsten 10 en door gerichte activiteiten voor capaciteitsopbouw in de partnerlanden.

·Zeevervoer

De EU steunt een schone en duurzame scheepvaart door EU-brede beleidsmaatregelen te ontwikkelen en aan milieu-inspanningen deel te nemen, met inbegrip van die van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). In het kader van haar strategie om het vervoer koolstofvrij te maken, zal de Commissie het gebruik van alternatieve brandstoffen in havens in Europa en Azië verder bevorderen. Door met derde landen in Azië te blijven samenwerken via relevante overeenkomsten inzake zeevervoer zal de Commissie bijdragen tot de regulering en facilitering van het zeeverkeer. Om de afhandeling van douaneformaliteiten sneller te laten verlopen, moet de EU haar initiatieven voor de digitalisering en vereenvoudiging van administratieve formaliteiten in havens in Azië bevorderen 11 . De EU moet ook pleiten voor een bredere toepassing van de Rotterdam-regels, waardoor het gebruik van elektronische documenten in de scheepvaart zou worden vergemakkelijkt 12 . Om de maritieme veiligheid te verhogen, moet de EU aanvullende maatregelen voorstellen en internationale inspanningen blijven steunen, onder meer via de IMO. De EU moet de brugfunctie van het Zwarte-Zeegebied verder ontwikkelen.

·Vervoer over land

In de sector van het spoorvervoer moet de EU samen met haar partners werken aan het versterken van het concurrentievermogen van de spoorverbindingen door de transittijden te verkorten en de beladingsgraad te verbeteren. De EU heeft het trans-Europese vervoersnet (TEN-V) uitgebreid tot de landen van de Westelijke Balkan en heeft onlangs overeenstemming bereikt over de uitbreiding van het trans-Europese vervoersnet met de zes landen van het Oostelijk Partnerschap (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne). Zowel de noord-zuidspoorverbindingen 13 als de oost-westspoorverbindingen 14 zouden in de toekomst een belangrijke rol kunnen spelen. Vooral de spoorverbinding tussen de EU en China maakt een sterke groei door. De uitdagingen voor de economische levensvatbaarheid op lange termijn en de concurrentieneutraliteit van deze spoorverbinding moeten worden aangepakt. De EU steunt het initiatief inzake eengemaakt spoorwegrecht van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE), waarmee wordt gestreefd naar eenmaking van het rechtsstelsel voor het goederenvervoer per spoor over het gehele Euraziatische continent. De EU zal met de betrokken spoorwegorganisaties samenwerken om de toepassing van de EU-kaders voor technische specificaties en veiligheidsbeheer uit te breiden 15 . Wat de Euro-Aziatische connectiviteit betreft, is het wegvervoer doorgaans zinvol over middellange afstanden (zoals naar Centraal-Azië) en als secundair vervoersnet in combinatie met andere vervoerswijzen. Bovendien is het essentieel ervoor te zorgen dat de sociale omstandigheden voor werknemers in de sector adequaat zijn en dat de concurrentie tussen wegvervoersondernemingen eerlijk verloopt. In haar contacten met Aziatische landen moet de EU zich richten op het bevorderen van de verkeersveiligheid door het uitwisselen van beste praktijken en de meest geschikte oplossingen om het aantal verkeersdoden en -gewonden terug te dringen. Ook zal de EU de uitwisseling van douane-informatie helpen bevorderen en zal zij de samenwerking op het gebied van douanevervoer versterken, zowel bilateraal als via de Werelddouaneorganisatie (WDO).

7.

3.2.Digitale connectiviteit


Netwerkverbindingen met hoge capaciteit zijn van cruciaal belang voor de ondersteuning van de digitale economie. Backbone-netwerkverbindingen met Aziatische en andere derde landen zullen bijdragen tot een fijnmazig netwerk dat de vereiste bandbreedte levert en voldoet aan andere kwaliteitscriteria voor deze steeds crucialer wordende infrastructuur. Universele en betaalbare toegang tot het internet is een beproefde motor voor sociaal-economische ontwikkeling.

In haar betrekkingen met Aziatische landen moet de EU een vreedzame, veilige en open ICT-omgeving bevorderen en tegelijkertijd bedreigingen van de cyberveiligheid aanpakken en de mensenrechten en vrijheden online beschermen, met inbegrip van de bescherming van persoonsgegevens. Er is behoefte aan een coherente regelgevingsaanpak ter ondersteuning van particuliere en overheidsinvesteringen in de 'digitale' infrastructuur 16 alsook aan beleid en stimulansen om de digitale kloof te dichten, met name in afgelegen regio's of landen zonder zeekust. Daartoe zal de Unie in Azië waar nodig doorgaan met de uitvoering van haar Digital4Development 17 -strategie ter bevordering van digitale technologieën en diensten teneinde de sociaal-economische ontwikkeling te stimuleren.


8.

3.3.Energieconnectiviteit


De liberalisering van de EU-energiemarkt in combinatie met de doelstellingen voor 2020 inzake hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie en de strategie voor de energie-unie hebben een marktgestuurde transformatie in de richting van schone energie gestimuleerd. Zij hebben geresulteerd in een meer koolstofvrij en geïnterconnecteerd elektriciteitsnet, hetgeen van cruciaal belang is voor de concurrentie en een belangrijke factor is die de integratie van variabele hernieuwbare energie mogelijk maakt. Op basis van haar ervaring moet de EU regionale, op marktbeginselen gerichte energieconnectiviteitsplatforms bevorderen, de modernisering van het energiesysteem en de toepassing van schone (gedecentraliseerde) oplossingen en energie-efficiëntie aanmoedigen en energieconnectiviteit tussen en met partners in Azië ondersteunen.

9.

3.4.Connectiviteit tussen mensen


Connectiviteit en mobiliteit tussen studenten, academici en onderzoekers is essentieel voor een wederzijds begrip en economische groei. Sinds 2014 is de mobiliteit van meer dan 18 000 studenten, onderzoekers en personeelsleden via verschillende programma's gefinancierd. De EU moet de uitwisseling van studenten en academici met Aziatische landen verder versterken via het Erasmusprogramma, de Marie Skłodowska Curie-acties, de wederzijdse erkenning van diploma's en de regionale uitwisseling van onderzoekers en innovatoren. De EU moet de samenwerking tussen steden aanmoedigen, met inbegrip van de interactie tussen de culturele hoofdsteden van de EU en hun tegenhangers in Azië, en moet de mobiliteit van kunstenaars en de samenwerking op sportgebied verbeteren.

10.

Belangrijkste acties voor hoofdstuk 3


De Commissie zal de volgende acties ondernemen:


·Ontwikkelen van een methode voor het beoordelen van het niveau van duurzame connectiviteit in Europa en Azië en het economische effect daarvan binnen de EU en haar regio's.

·Bevorderen van de uitwisseling van gegevens voor douane- en digitale vervoerscorridors en beoordelen van risico's.

·Voortzetten van de onderhandelingen over een luchtvervoersovereenkomst met de Associatie van Zuidoost-Aziatische landen (ASEAN), Azerbeidzjan, Turkije en Qatar, en ondertekenen van bilaterale luchtvaartveiligheidsovereenkomsten met de Volksrepubliek China (China) en Japan.

·Bevorderen, in internationale fora, van overeenkomsten over het koolstofvrij maken van het vervoer, met name in de lucht- en zeevaartsector.

·Bevorderen van de digitalisering en administratieve vereenvoudiging van het zeevervoer in Azië en de Zwarte-Zeelanden alsmede de toepassing van de Rotterdam-regels.

·Onderzoeken van de mogelijkheid om het mandaat van de coördinator(en) van de TEN-V-corridor uit te breiden tot de uitbreidings- en nabuurschapsregio in het kader van de geplande herziening van de TEN-V-verordening die tegen 2023 moet worden afgerond.

·Werken aan normen voor het ethische gebruik van toekomstgerichte technologieën zoals kunstmatige intelligentie en bevorderen van volledig verantwoord onlinegedrag van overheden.

·Verder bevorderen van Erasmus- en Marie Skłodowska Curie-programma's in Azië en daarmee verband houdende wederkerigheidsregelingen om meer mogelijkheden voor uitwisseling en mobiliteit te creëren.



11.

4.Totstandbrenging van internationale partnerschappen voor duurzame connectiviteit


Er is een divers scala van actoren en dynamieken die de parameters voor samenwerking op het gebied van duurzame connectiviteit bepalen 18 . Om connectiviteit effectief na te streven, moet de EU bestaande partnerschappen versterken en nieuwe bilaterale, regionale en internationale partnerschappen tot stand brengen die duurzaam, open, inclusief en op regels zijn gebaseerd.

12.

4.1.Bilaterale samenwerking


De EU is in Azië een belangrijke partner voor samenwerking op het gebied van ontwikkeling en investeringen. Bij de ontwikkelingsdialogen moet ook aandacht worden besteed aan investeringen, duurzame connectiviteit en mogelijke samenwerking met derde landen. In deze context kunnen de EU en haar Aziatische partners beter samenwerken om de regelgeving, het beheer van overheidsfinanciën en de mobilisatie van binnenlandse middelen te verbeteren. De EU zal ook steun verlenen, onder meer via technische bijstand, om de planningscapaciteit te versterken en duurzame projecten, beleid en regelgeving op het gebied van connectiviteit te ontwikkelen en uit te voeren op basis van internationale normen en beste praktijken.

De bilaterale samenwerking met afzonderlijke landen moet aan hun specifieke situatie worden aangepast. Bijvoorbeeld wat China betreft, moet de EU de bestaande samenwerking aan de desbetreffende initiatieven op het gebied van infrastructuur en ontwikkelingssamenwerking versterken, de uitvoering van de beginselen van markttoegang en een gelijk speelveld bevorderen en zich bij initiatieven op het gebied van connectiviteit baseren op internationale normen. Wat Japan betreft, moet de EU haar inspanningen ter bevordering van internationale normen en regionale samenwerking in Azië in nauwe samenspraak met Japan coördineren, met name door de vervoersdialoog tussen de EU en Japan nieuw leven in te blazen. In Zuidoost-Azië moet de EU de in 2011 gestarte vervoersdialoog met Singapore voortzetten.

Tegelijkertijd moet de EU haar dialoog over duurzame connectiviteit met andere partners uitbreiden, zoals met Afghanistan, India, Indonesië, Iran, Pakistan, Rusland, Zuid-Korea, Turkije en landen in Centraal-Azië, alsmede Australië en de Verenigde Staten.

13.

Duurzame connectiviteit


en het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid van de EU

Connectiviteit is een belangrijk aspect van het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid van de EU. Naarmate de landen die onder dit beleid vallen hun aanpak afstemmen op of harmoniseren met die van de EU, wordt duurzame connectiviteit geleidelijk in hun wetgeving opgenomen.

In de context van het nieuwe beleid van de EU ten aanzien van de Westelijke Balkan 19 heeft de Commissie onlangs vlaggenschipinitiatieven voor een betere connectiviteit en een digitale agenda voor de regio gelanceerd. In de verklaring van Sofia van de top EU-Westelijke Balkan van mei 2018 wordt ook toegezegd om de connectiviteit aanzienlijk te verbeteren in al haar dimensies: op vervoers-, energie-, digitaal en menselijk gebied 20 . Naast de recente toezegging om de samenwerking op het gebied van de digitale economie te intensiveren, wordt momenteel gewerkt aan een actieplan voor investeringen in vervoer in de landen van het Oostelijk Partnerschap.

In dit verband zal de Commissie ervoor zorgen dat in het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid van de EU meer rekening wordt gehouden met duurzame connectiviteit en zal zij verdere technische convergentie en convergentie van de regelgeving op dit gebied bevorderen. Zij zal ook verdere bijstand verlenen bij de uitvoering van de wetgeving inzake overheidsopdrachten en zal transparantie en beste praktijken bevorderen.


14.

4.2.Regionale samenwerking


De EU heeft ervaring met het opzetten van regionale samenwerkingsstructuren, zoals die rond het Oostzeegebied. In samenwerking met haar partnerlanden, internationale organisaties en financiële instellingen moet de EU overwegen om voor Azië regionale benaderingen voor samenwerking op het gebied van connectiviteit te ontwikkelen, waarbij een analyse wordt gemaakt van connectiviteitsgerelateerde activiteiten in specifieke regio's, lacunes op het gebied van connectiviteit en mogelijkheden voor samenwerking ter ondersteuning van de connectiviteit tussen de EU en Azië.

Azië telt verscheidene internationale organisaties en mechanismen met mandaten die verband houden met connectiviteit 21 . De aard van de betrokkenheid van de EU bij deze organisaties hangt af van hun activiteiten en werkterrein. ASEM is een belangrijk platform voor samenwerking met belangrijke Aziatische partners. De EU moet haar samenwerking met de ASEAN, een centrale speler op het gebied van connectiviteit in Zuidoost-Azië, verder versterken ter ondersteuning van het masterplan inzake ASEAN-connectiviteit 2025 en de convergentie van normen binnen dat plan, onder meer via de lopende vervoersdialoog 22 . Ten slotte moet de EU ook de regionale samenwerking op het gebied van duurzame connectiviteit bevorderen als een belangrijk aspect van haar strategie voor Centraal-Azië.

15.

4.3.Internationale samenwerking


Internationale samenwerking speelt een centrale rol bij het bepalen van de wettelijke kaders en concrete vormen van connectiviteit. Zij speelt een belangrijke rol bij het versterken van de duurzaamheid van deze kaders, zoals blijkt uit het recente EU-initiatief voor oceaangovernance.

16.

Oceaangovernance


De EU zet zich in voor de vrijheid van scheepvaart en voor een duurzame governance van oceanen en zeeën. In november 2016 werden in een gezamenlijke mededeling 23 50 acties voorgesteld voor veilige, schone en duurzaam beheerde oceanen over de hele wereld, waarbij werd gestreefd naar 'oceaanpartnerschappen' met belangrijke spelers. Samen met de Wereldbank heeft de EU een 'ontwikkelingskader voor een blauwe economie' opgesteld om kuststaten, -gebieden en gemeenschappen te helpen de overgang naar blauwe economieën te maken door het opzetten van een financieel mechanisme voor investeringen door publiek-private partnerschappen over een periode van 30 jaar.


Internationale organisaties 24 ontwikkelen internationale overeenkomsten en normen die moeten worden gehandhaafd en erkend om de klimaatverandering en aantasting van het milieu tegen te gaan, de markttoegang en vrije en eerlijke handel te bevorderen en de interoperabiliteit van netwerken 25 te waarborgen. Algemeen aanvaarde internationale normen voorzien in technische harmonisatie die de interoperabiliteit van de verschillende netwerken mogelijk maakt. Internationale en Europese normalisatie-instellingen 26 zijn essentiële partners van de EU en zorgen voor technische harmonisatie in Europa en Azië op basis van een op consensus gebaseerde uitwerking van door de industrie aangestuurde normen. De Commissie zal met deze organisaties en de betrokken bedrijfstakken samenwerken om na te gaan of er behoefte is aan connectiviteitsgerelateerde normen. De Commissie zal de verlening van technische bijstand uitbreiden en nauwer samenwerken met relevante internationale organisaties en buitenlandse partners om ervoor te zorgen dat belangrijke derde landen zich ertoe verbinden deze normen na te leven en op ruimere schaal toe te passen. In het algemeen moet de EU haar betrokkenheid bij internationale organisaties en haar externe vertegenwoordiging, participatie en coördinatie versterken.

17.

Belangrijkste acties voor hoofdstuk 4


De Commissie zal de volgende acties ondernemen:


·Intensiveren van de samenwerking met de betrokken derde landen, onder meer in het kader van het EU-China-connectiviteitsplatform, ter bevordering van de digitale economie, efficiënte vervoersverbindingen en slimme, duurzame en veilige mobiliteit, op basis van de uitbreiding van het trans-Europese vervoersnet, en bevorderen van een gelijk speelveld bij investeringen.

·Ondersteunen van duurzame connectiviteit in beleids- en ontwikkelingsdialogen met derde landen.

·Verdiepen van de samenwerking met relevante regionale organisaties in Azië en opzetten van een proefproject voor regionale samenwerking op het gebied van connectiviteit voor Azië.

·Samenwerken met Europese en internationale normalisatie-instellingen en hun nationale leden met het oog op een efficiënte en gezamenlijke ontwikkeling van de noodzakelijke technische normen, onder meer via gerichte technische bijstand en technische samenwerking.

·Samenwerken met de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) om het rechtsstelsel voor het goederenvervoer per spoor op het Euraziatische continent te harmoniseren, en samenwerken met de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) en de Organisatie voor samenwerking tussen spoorwegen (OSJD) om de toepassing van technische specificaties en veiligheidsbeheerkaders van de EU uit te breiden.



18.

5.Meer en beter investeren in duurzame connectiviteit


Wereldwijd wordt niet aan de investeringsbehoeften op het gebied van connectiviteit voldaan. Uit een studie van de Wereldbank blijkt dat de armste landen verhoudingsgewijs de grootste behoefte (gemiddeld 12,5 % van het bbp) en het grootste tekort (7,5 % van het bbp) aan infrastructuuruitgaven hebben. Er is een alomvattende aanpak van de financiering nodig om deze aanzienlijke investeringskloof te dichten. Dit begint met een betere mobilisatie van binnenlandse middelen, prijsbepalingsmodellen voor het gebruik van infrastructuur en regelgevingskaders. Dit geldt ook voor Azië, waar de regionale verschillen groot zijn 27 .

19.

5.1.Nieuwe en innovatieve EU-financiering voor connectiviteit


Deze mededeling is niet bedoeld om een investeringsplan op te stellen, al kunnen de bestaande en toekomstige financiële instrumenten van de EU enkele perspectieven bieden voor de ondersteuning van particuliere investeringen in connectiviteitsgerelateerde projecten.

De EU heeft al een solide staat van dienst wat financiële steun voor connectiviteit betreft 28 . Geografische investeringsfaciliteiten, zoals de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF), de investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en de Aziatische investeringsfaciliteit (AIF), verstrekken financiering en verlenen technische bijstand voor infrastructuur en connectiviteit. Alleen al de Aziatische investeringsfaciliteit en de investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië hebben tussen 2010 en medio 2018 meer dan 4,2 miljard EUR aan investeringen gefinancierd door een combinatie van subsidies en leningen 29 . Het investeringsplan voor Europa biedt ook concrete mogelijkheden voor co-investeringen in Europa.

Voor het volgende meerjarig financieel kader (2021-2027) heeft de Commissie verschillende innovatieve maatregelen voorgesteld die publieke en private investeringen in connectiviteit kunnen stimuleren. Het voorstel van de Commissie omvat met name een investeringskader voor externe actie dat voortbouwt op het huidige Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling 30 (dat deel uitmaakt van het plan voor externe investeringen van de EU en van toepassing is op Afrika en de nabuurschap van de EU), om financiering te verstrekken voor het mobiliseren van extra particulier en overheidskapitaal. Hoewel de nadruk in de eerste plaats zal liggen op Afrika en de nabuurschap van de EU, zal een deel van haar middelen ook worden besteed aan andere geografische gebieden.

Bovendien steunt de Commissie alle inspanningen om het institutionele en operationele kader voor de externe investeringen van de EU nog effectiever en operationeler te maken teneinde een antwoord te bieden op onze belangrijkste investeringsuitdagingen. In een recente mededeling van de Commissie 31 wordt erop gewezen dat internationale samenwerking moet kunnen steunen op een combinatie van financieringsbronnen, met name door meer particuliere investeringen aan te trekken, waarbij wordt benadrukt dat optimaal gebruik moet worden gemaakt van bestaande instrumenten, te beginnen met het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling. In de mededeling worden de belangrijkste financiële en ontwikkelingsinstellingen die actief zijn op het gebied van ontwikkelingsfinanciering ook opgeroepen hun samenwerking te versterken.

20.

Innovatieve financiering voor internationale samenwerking


in het volgende meerjarig financieel kader (2021-2027)

In mei 2018 heeft de Commissie haar voorstel 32 voor het volgende meerjarig financieel kader van de EU ingediend, dat maatregelen bevat om investeringen, onder meer in duurzame connectiviteit, te bevorderen. De Commissie stelt een nieuwe structuur voor externe investeringen voor, met een grotere wereldwijde dekking, met inbegrip van Azië 33 . Net als haar voorganger zal zij publieke en private financiering mobiliseren via een verhoogde EU-garantie, die met subsidies en leningen kan worden aangevuld. Indien daarover overeenstemming wordt bereikt, zal de nieuwe structuur verdere investeringen, onder meer in duurzame connectiviteit, bevorderen. Een voorgestelde uitbreiding van het onderzoeksbudget van de EU zal de overgang naar duurzamere vormen van connectiviteit vergemakkelijken.


De EU moet de samenwerking met de openbare en particuliere financiële instellingen van de EU-lidstaten, met inbegrip van staatsfondsen, versterken en streven naar nauwer overleg over de activiteiten met deze instellingen en fondsen. Om duurzame financiering te bevorderen, moeten de EU en de Europese kredietinstellingen ook de dialoog met de openbare en particuliere financiële instellingen van derde landen verbeteren, overeenkomstig het 'Actieplan: duurzame groei financieren' 34 . Dit actieplan is een blauwdruk voor besprekingen in internationale fora met het oog op een duurzamer beheer van het financiële stelsel. De Commissie moedigt samenwerking aan op het gebied van duurzame financiering en de uitwisseling van beste praktijken tussen Europese banken, met inbegrip van overheidsbanken, en andere banken uit niet-EU-landen. Zij zal ook steun verlenen aan initiatieven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen om internationale normen voor de financiering van connectiviteitsgerelateerde projecten toe te passen. De EU zal de processen in de G7, G20 en OESO ondersteunen om de kredietverleningspraktijken van openbare financiële instellingen in overeenstemming te brengen met de beginselen van duurzame connectiviteit.

21.

5.2.Internationale financieringspartnerschappen


Internationale financiële instellingen en multilaterale ontwikkelingsbanken zijn een centraal onderdeel van de mondiale structuur voor de financiering van connectiviteit. De Europese Investeringsbank (EIB), als de EU-bank en investeringspartner, en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) hebben beide hun kredietverlening uitgebreid, wat nieuwe mogelijkheden voor samenwerking biedt. Het IMF en de Wereldbank zijn belangrijke partners voor samenwerking op het gebied van schuldhoudbaarheid en connectiviteit. De EU moet ook haar samenwerking met de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB) en de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur (AIIB) intensiveren en er tegelijkertijd voor zorgen dat de prioriteiten van de EU in deze relaties volledig in acht worden genomen. De steun van multilaterale ontwikkelingsbanken is essentieel voor de uitvoering van de 'Roadmap to Infrastructure as an Asset Class' van de G20, en een bredere toepassing van infrastructuurbeheerplatforms zou de uitvoering van projecten helpen verbeteren 35 . Ook moet worden gestreefd naar een betere coördinatie van het EU-lidmaatschap binnen de multilaterale ontwikkelingsbanken.


22.

5.3.Een gelijk speelveld voor ondernemingen


De belangrijkste voorwaarden voor bedrijven om de connectiviteit tussen de EU en Azië te ontwikkelen en te bevorderen zijn een gelijk speelveld wat betreft markttoegang en buitenlandse directe investeringen; eerlijkheid en transparantie bij overheidsopdrachten; niet-discriminerende marktpraktijken; en een evenwichtige bescherming van intellectuele-eigendomsrechten 36 . Sterke macro-economische kaders en kaders voor begrotingsstabiliteit, een gezond sectoraal beleid en gezonde sectorale hervormingen, alomvattende jaarlijkse en tussentijdse budgettaire en begrotingskaders en deugdelijke systemen voor het beheer van de overheidsfinanciën zijn daarom van essentieel belang. De EU zal initiatieven blijven steunen die een gelijk speelveld voor bedrijven garanderen. Een ruimere toetreding tot de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten zou een concrete stap in de goede richting zijn. De snelle goedkeuring van het voorstel van de Commissie voor een instrument voor internationale overheidsopdrachten 37 zou partners aanmoedigen om zich aan te sluiten en om meer werk te maken van verbintenissen inzake markttoegang. De EU moet haar partners blijven aanmoedigen om in procedures voor overheidsopdrachten kwaliteitscriteria en levenscycluskosten te gebruiken. Om een gelijk speelveld tot stand te brengen, moet ook de transparantie van exportkredietstelsels worden verbeterd. Discriminerende praktijken moeten worden uitgebannen. De internationale werkgroep exportkredieten moet regels vaststellen om een gelijk speelveld voor exporteurs uit de verschillende landen te waarborgen.

De EU is voornemens haar inspanningen op het gebied van de economische diplomatie 38 in Azië op te voeren. Zij is voornemens om platforms voor het matchen van Europese en Aziatische bedrijven te steunen, met de nadruk op kleine en middelgrote ondernemingen, en om een bedrijfsadviesgroep voor Euro-Aziatische connectiviteit op te richten. De EU moet haar Europees Investeringsprojectenportaal (in de toekomst InvestEU-portaal), dat alle geïnteresseerde investeerders inzicht geeft in de investeringsmogelijkheden in de EU, blijven promoten.

23.

Belangrijkste acties voor hoofdstuk 5


De Commissie (en indien passend de hoge vertegenwoordiger) zal de volgende acties ondernemen:


·Faciliteren van investeringen voor Euro-Aziatische connectiviteit door middel van investeringsfaciliteiten en garanties, waarbij Europese overheidsbanken (EIB, EBWO en nationale banken en instellingen van de lidstaten) en internationale financiële instellingen betrokken zijn, overeenkomstig internationale normen en op basis van een gelijk speelveld.

·Intensiveren van de samenwerking van de EU op investeringsgebied met de Aziatische Ontwikkelingsbank en de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur.

·Oprichten van een bedrijfsadviesgroep voor Euro-Aziatische connectiviteit.

·Aandringen op meer transparantie bij overheidsopdrachten met betrekking tot Euro-Aziatische infrastructuur, onder meer door een ruimere toetreding tot de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten en de toepassing van de normen van die overeenkomst, en steun voor het opzetten van speciale websites voor overheidsopdrachten.



24.

6.Conclusies


Deze gezamenlijke mededeling vormt de basis voor een EU-strategie voor sterkere banden tussen Europa en Azië. De beginselen van duurzame, alomvattende en internationale op regels gebaseerde connectiviteit liggen ten grondslag aan deze strategie. Door deze aanpak zal de EU de kwaliteit van de regelgeving verbeteren en een gelijk speelveld op het gebied van connectiviteit tot stand brengen, waarbij zij zich door haar interne markt zal laten inspireren. Zij zal op basis van haar ervaring met grensoverschrijdende connectiviteit bijdragen tot de ontwikkeling van vervoers-, energie- en digitale netwerken. Zij zal ernaar streven haar partnerschappen met derde landen, regio's en internationale organisaties te versterken. Zij zal de samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek, innovatie, cultuur, sport en toerisme versterken en zo bijdragen tot de bevordering van diversiteit en het vrije verkeer van ideeën. Ter ondersteuning van deze verschillende beleidsmaatregelen en acties moet de EU in haar financieel kader alle hefbomen en instrumenten gebruiken om publieke en private investeringen in duurzame connectiviteit te mobiliseren. Een gezamenlijke inspanning van de EU en haar lidstaten voor een betere communicatie, branding en marketing van connectiviteitsprojecten en -programma's met Aziatische partners zal ook cruciaal zijn voor het welslagen van de strategie.

De Commissie nodigt daarom het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's, de Europese Investeringsbank en relevante belanghebbenden uit om de in deze gezamenlijke mededeling voorgestelde acties te bespreken en te ondersteunen.

(1)

Zie de cijfers van 2016, beschikbaar op trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/january

(2)

Connectiviteit wordt gedefinieerd in de verklaring van het voorzitterschap van de 13e ASEM-bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken in Na Pyi Taw, Myanmar, op 20 en 21 november 2017.

(3)

Aziatische Ontwikkelingsbank, Meeting Asia's Infrastructure Needs, 2017.

(4)

Het belang van connectiviteit voor de welvaart wordt erkend in de tien prioriteiten van de Europese Commissie, de mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid en de Europese consensus inzake ontwikkeling.

(5)

Mededeling "Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt – Het meerjarig financieel kader 2021-2027", COM(2018) 321.

(6)

Mededeling 'Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen', COM(2018) 643 en mededeling 'Naar een doeltreffendere financiële structuur voor investeringen buiten de Europese Unie', COM(2018) 644.

(7)

De verplichting om voor infrastructuurprojecten milieueffectbeoordelingen uit te voeren, werd in 1985 in de EU-wetgeving opgenomen. Het voorzorgsbeginsel, het preventiebeginsel, het beginsel dat milieuschade aan de bron moet worden bestreden en het beginsel dat de vervuiler betaalt, moeten van toepassing zijn. Zie artikel 174, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(8)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie (COM(2017) 487).

(9)

De onderhandelingen met Armenië zijn afgerond, terwijl die met de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten (ASEAN), Azerbeidzjan, Turkije en Qatar nog lopen. De Commissie heeft met Oekraïne een overeenkomst betreffende de gemeenschappelijke luchtvaartruimte ondertekend, heeft met China een bilaterale overeenkomst inzake de veiligheid van de luchtvaart gesloten en onderhandelt momenteel over een dergelijke overeenkomst met Japan.

(10)

ICAO-overeenkomsten.

(11)

Mededeling 'Strategische doelstellingen en aanbevelingen voor het zeevervoersbeleid van de EU tot 2018', COM(2009) 8.

(12)

Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de overeenkomsten voor het internationale vervoer van goederen geheel of gedeeltelijk over zee (2008).

(13)

De noord-zuidspoorverbindingen verbinden de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de Perzische Golf met de Noordzee, de Oostzee en het noordpoolgebied.

(14)

De oost-westspoorverbindingen verbinden de EU met China en Centraal-Azië.

(15)

De Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) en de Organisatie voor samenwerking tussen spoorwegen (OSJD).

(16)

Zie de mededeling 'Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt', COM(2018) 321, waarin de Commissie heeft voorgesteld de digitale connectiviteit met Aziatische en andere landen te bevorderen via de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen voor de periode 2021-27.

(17)

Zie het werkdocument van de diensten van de Commissie 'Digital4Development: mainstreaming digital technologies and services into EU Development Policy', SWD( 2017) 157.

(18)

Zie gezamenlijk werkdocument van de diensten van de Commissie SWD (2017) 436: "Euro-Asian Connectivity Mapping Exercise — Main Findings" over de verschillende connectiviteitsinitiatieven van de EU-partners.

(19)

Mededeling "Een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke

Balkan", COM(2018) 65.

(20)

Verklaring van Sofia (mei 2018). Beschikbaar op: www.consilium.europa.eu/media/34776

(21)

Waaronder ASEM, de ASEAN, het Golf van Bengalen-initiatief voor multisectorale technische en economische samenwerking, het Regionaal Economisch Samenwerkingsprogramma voor Centraal-Azië, de Zuid-Aziatische Associatie voor Regionale Samenwerking, het subregionale economische samenwerkingsprogramma voor Zuid-Azië en de Sjanghai-samenwerkingsorganisatie.

(22)

Indien relevant, zou de EU op technisch niveau kunnen samenwerken met de Euraziatische Economische Unie en haar lidstaten om hun technische voorschriften en normen beter af te stemmen op de internationale voorschriften en normen.

(23)

Gezamenlijke mededeling over internationale oceaangovernance, JOIN(2016) 49.

(24)

Waaronder de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de VN/ECE en haar Comité voor binnenlands vervoer; wat spoorvervoer betreft: de OTIF en de OSJD; wat energie betreft: het Internationaal Energieagentschap en het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie. Andere belangrijke organisaties met een wereldwijd mandaat zijn onder meer de IMO, de ICAO, de ITU en de IAO voor sociale rechten.

(25)

Met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het VN/ECE-Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden en het VN/ECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage en het daarbij behorende Protocol inzake strategische milieubeoordeling.

(26)

De Internationale Elektrotechnische Commissie, de Internationale Organisatie voor Normalisatie en de Internationale Telecommunicatie-unie; het Europees Comité voor Normalisatie, het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie en het Europees Instituut voor telecommunicatienormen.

(27)

Inderst, Georg (2018), 'Infrastructure Investment, Private Finance, and Institutional Investors: Asia from a Global Perspective', Asian Development Bank Institute.

(28)

Tussen 2014 en medio 2018 heeft de investeringsfaciliteit voor de Westelijke Balkan ongeveer 2,4 miljard EUR aan investeringen in connectiviteit gefinancierd, terwijl de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid in de landen van het Oostelijk Partnerschap ongeveer 2,9 miljard EUR aan investeringen in connectiviteit heeft gefinancierd.

(29)

De EIB draagt bijvoorbeeld met 70 miljoen EUR bij aan het Central Asia South Asia Electricity Transmission and Trade Project (CASA-1000), dat de transmissie van elektriciteit van Kirgizië en Tadzjikistan naar Afghanistan en Pakistan mogelijk maakt.

(30)

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds.

(31)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad en de Europese Investeringsbank. Naar een doeltreffendere financiële structuur voor investeringen buiten de Europese Unie, COM (2018) 644.

(32)

Mededeling "Een moderne begroting voor een Unie die ons beschermt, sterker maakt, en verdedigt – Het meerjarig financieel kader 2021-2027", COM(2018) 321. In de mededeling van de Commissie 'Naar een doeltreffendere financiële structuur voor investeringen buiten de Europese Unie' (COM(2018) 644) wordt de voorgestelde structuur voor externe investeringen uiteengezet.

(33)

Zie de in voetnoot 30 genoemde mededeling.

(34)

Mededeling over 'Actieplan: duurzame groei financieren', COM(2018) 97.

(35)

25.

Zie bijvoorbeeld de website van de Sustainable Infrastructure Foundation voor het beheerplatform SOURCE, https://public.sif-source.org


(36)

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over handels- en investeringsbelemmeringen, 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016.

(37)

Voorstel van de Commissie voor een verordening over toegang van goederen en diensten uit derde landen tot de interne aanbestedingsmarkt van de Unie en procedures tot ondersteuning van onderhandelingen over toegang van goederen en diensten uit de Unie tot de aanbestedingsmarkten van derde landen, COM (2016) 34. Dit voorstel is momenteel in behandeling bij het Europees Parlement en de Raad.

(38)

De discussienota van de Commissie over het in goede banen leiden van de mondialisering, COM(2017) 240.