Toelichting bij COM(2018)667 - Globaliseringsfonds aanvraag van Griekenland - EGF/2018/003 EL/Attica Uitgeverijen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (20142020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 22 mei 2018 heeft Griekenland aanvraag EGF/2018/003 EL/Attica Uitgeverijen ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 58 (Uitgeverijen), in de regio van NUTS-niveau 2 Aττική (Attica) (EL30) in Griekenland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2018/003 EL/Attica Uitgeverijen
LidstaatGriekenland
Betrokken regio('s) (NUTS-niveau 2 3 )Aττική (Attica) (EL30)
Datum waarop de aanvraag is ingediend22 mei 2018
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag22 mei 2018
Datum van het verzoek om aanvullende informatie1 augustus 2018
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie12 september 2018
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling24 oktober 2018
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening

Aantal betrokken ondernemingen
3
Economische sector(en)

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
Afdeling 58 (Uitgeverijen)
Referentieperiode (negen maanden)29 mei 2017 – 28 februari 2018
Totaal aantal ontslagen550
Totaal aantal in aanmerking komende begunstigden550
Totaal aantal beoogde begunstigden550
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)3 697 500
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR)150 000
Totaal budget (EUR)3 847 500
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)2 308 500

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Griekenland heeft aanvraag EGF/2018/003 EL/Attica Uitgeverijen ingediend op 22 mei 2018, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. Nog dezelfde dag heeft de Commissie de ontvangst van de aanvraag bevestigd. Op 1 augustus 2018, d.w.z. binnen twee weken na de datum waarop de Commissie de vertaling van de aanvraag had ontvangen, heeft de Commissie Griekenland om aanvullende informatie verzocht. De aanvullende informatie werd binnen zes weken na het op 1 augustus 2018 ingediende verzoek verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 24 oktober 2018 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Criteria voor steunverlening


5. Griekenland heeft de aanvraag ingediend in het kader van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening, dat bepaalt dat binnen een referentieperiode van negen maanden ten minste 500 werknemers gedwongen moeten zijn ontslagen in ondernemingen die actief zijn in dezelfde NACE Rev. 2-afdeling en gevestigd zijn in één of twee aan elkaar grenzende regio's van NUTS-niveau 2 in een lidstaat. Er waren 550 ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 58 (Uitgeverijen), in de regio van NUTS-niveau 2 Aττική (Attica) (EL30).

6. De referentieperiode van negen maanden voor de aanvraag loopt van 29 mei 2017 tot en met 28 februari 2018.

3.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


7. Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode:

OndernemingenOntslagen tijdens de referentieperiode
Lambrakis Press SA (DOL)324
Ethnos Publications SA185
Pegasus Magazines Publications41

Totaal aantal ondernemingen: 3
Totaal aantal ontslagen: 550

4.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


8. Alle ontslagen tijdens de referentieperiode werden berekend vanaf de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief wordt beëindigd.

5.

In aanmerking komende begunstigden


9. In totaal komen 550 werknemers in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis


10. Griekenland legt het verband tussen de ontslagen enerzijds en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis anderzijds met het argument dat het Griekse reële bbp per hoofd van de bevolking tijdens de periode 20082016 met 25 % is gedaald (van 22 600 EUR naar 17 000 EUR) en dat de werkloosheid met bijna 16 procentpunten is gestegen (van 7,8 % naar 23,6 %).

7.

Bbp per hoofd van de bevolking (x 1000 EUR)

(20052016, constante prijzen van 2010)

EU28Griekenland

Bron: INE GSEE 6 , gebaseerd op gegevens van AMECO 7 .


Totale werkloosheid (%)
− Percentage van de beroepsbevolking −

EU-28Griekenland

Bron: Eurostat 8 .

11. Met het oog op de afbetaling van buitenlandse schulden heeft de Griekse regering sinds 2008 ook onpopulaire maatregelen genomen, zoals een verhoging van de belastingen, een stroomlijning van de overheidsuitgaven en een verlaging van de lonen in de overheidssector. Ook in de privésector zijn de lonen verlaagd om de Griekse economie concurrerender te maken.

12. Tijdens de periode van januari 2008 tot januari 2018 is het minimumloon in de lidstaten van de EU gestegen. Alleen in Griekenland is het nationale minimumloon met 14 % gedaald.


8.

Minimumlonen

(januari 2008 en januari 2018)

Minimumlonen (in EUR per maand)

Gemiddelde jaarlijkse procentuele verandering (%)
BulgarijeLitouwenRoemeniëLetlandHongarijeKroatië (*)TsjechiëSlowakijeEstlandPolenPortugalGriekenlandMaltaSloveniëSpanjeVerenigd KoninkrijkDuitsland (*)FrankrijkBelgiëNederlandIerlandLuxemburg
Groep 1Groep 2Groep 3
Minimumlonen, januari 2008 (linkerschaal)
Minimumlonen, januari 2018 (linkerschaal)
Gemiddelde jaarlijkse procentuele verandering, januari 2008 tot januari 2018 (rechterschaal)
Opmerking: Denemarken, Italië, Cyprus, Oostenrijk, Finland en Zweden: geen nationaal minimumloon
(1) Juli 2008 in plaats van januari 2008
(2) Januari 2008 en gemiddelde jaarlijkse procentuele verandering niet beschikbaar
Bron: Eurostat (online data code earn_mw_cur)

13. Volgens de arbeidskrachtenenquête van het tweede kwartaal van 2016 is het percentage werknemers met een maandinkomen van minder dan 700 EUR tijdens de periode 20092016 met 26 procentpunten gestegen (van 13,1 % naar 38,8 %). Tegelijkertijd is het aantal werknemers met een inkomen van meer dan 700 EUR in alle looncategorieën gedaald 9 .

9.

Ontwikkeling van de lonen in de Griekse privésector

(2009-2016)


(*) Weet het niet of antwoordt niet


Bron: INE/GSEE, gebaseerd op ELSTAT, arbeidskrachtenenquête (tweede kwartaal 2009 en tweede kwartaal 2016) 10 .

14. Door de stijgende werkloosheid en de dalende lonen is het gezinsinkomen in Griekenland sinds het begin van de economische en financiële crisis in 2008 gedaald. Als rechtstreeks gevolg hiervan is de consumptie gedaald. De particuliere consumptie is tijdens de periode 20082013 in Griekenland gestaag gedaald en sindsdien onveranderd gebleven. De gezinnen hebben alle niet-essentiële uitgaven aanzienlijk teruggeschroefd en een aantal essentiële uitgaven verminderd.

10.

Gezinsinkomen en particuliere consumptie in EUR

(Griekenland, vierde kwartaal van 2008 — tweede kwartaal van 2016, constante prijzen van 2010)

Beschikbaar inkomenConsumptie

Bron: INE GSEE 11 , gebaseerd op gegevens van Eurostat.

15. Tijdens de periode 20112017 is de verkoop van dagbladen en tijdschriften in Griekenland gekelderd. De verkoop van kranten daalde van 144 miljoen exemplaren in 2011 tot 57 miljoen exemplaren in 2017 en de verkoop van tijdschriften nam af van 60 miljoen exemplaren tot 23 miljoen exemplaren. De gestage daling is het gevolg van de economische en financiële crisis — waaronder de Griekse economie nog steeds lijdt (lagere gezinsinkomens, hoge werkloosheid enz.) — en van de snelle digitale ontwikkelingen die de uitgeverijsector transformeren.

11.

Verkoop van dagbladen en tijdschriften in 2012-2017

% jaar over jaar

201220132014201520162017
Dagbladen
(kranten)
– 18,9
– 10,5
– 8,9
– 10,7
– 15,9
– 19,6
Periodieke publicaties
(tijdschriften)
– 22
– 15,0
– 7,3
– 19,8
– 9,0
– 15,4

Bron: IBHS, gebaseerd op ELSTADT’s Daily and periodical press survey 2017 12 .

16. De huidige aanvraag ligt in het verlengde van aanvraag EGF/2014/018 GR Attica Uitgeverijen. De toentertijd aangevoerde argumenten gelden nog steeds.

17. Tot dusver zijn voor de uitgeverijsector drie EFG-aanvragen 13 ingediend op basis van de wereldwijde financiële en economische crisis.

12.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


18. De ontslagen zijn het gevolg van de aanzienlijke daling van de advertentie-uitgaven van grote adverteerders (bijvoorbeeld autobouwers en banken) en van de daling van de verkoop van dagbladen en tijdschriften. Beide dalingen zijn door de economische crisis veroorzaakt. De daling van de verkoopcijfers houdt ook verband met het feit dat de lezers omschakelen van gedrukte naar elektronische publicaties die gemakkelijk en onmiddellijk toegankelijk zijn. Maar ook het feit dat de digitale versie van kranten grotendeels gratis is, speelt een rol (64 % van de deelnemers aan de enquête over het effect van elektronische media op het gedrag van de lezers verklaarde minder gedrukte informatie te lezen dan voorheen vanwege de kosten 14 ).

19. Uitgeverijen hebben het heel moeilijk om te overleven omdat hun omzet tijdens de crisis is gedaald. Tijdens de periode 20052014 is de omzet van de uitgeverijen met 56,4 % gedaald. De voorbije drie jaar is de omzet verder gedaald (– 14,3 % in 2015, -– 8,3 % in 2016 en – 19,5 % in 2017) als gevolg van de verminderde inkomsten uit advertenties en de slechtere verkoopcijfers. De problemen om leningen te krijgen en het tekort aan kasstroom als neveneffect van de recessie van de Griekse economie hebben de problemen in de uitgeverijsector nog verergerd. Als gevolg daarvan zijn activiteiten opgeschort, bedrijven verkocht en werknemers ontslagen.

13.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


20. Alle ontslagen zijn in Attica gevallen. De verwachte gevolgen van de ontslagen voor de regio houden verband met het feit dat het moeilijk is ander werk te vinden vanwege het gebrek aan werkgelegenheid, het grote aantal werkzoekenden en vooral de vele langdurig werklozen.

21. Het Griekse werkloosheidscijfer daalt sinds het in 2014 een hoogtepunt had bereikt (27,2 %). Toch bedroeg de werkloosheid in januari 2018 nog steeds meer dan 20 % 15 en langdurig werklozen (langer dan 12 maanden werkloos) vormden 55,2 % van het totale aantal werklozen 16 .

22. Attica is goed voor 34,7 % van de totale Griekse werkloosheid en voor 36 % van de langdurige werkloosheid. Bovendien vormen de langdurig werklozen 57,4 % van het totale aantal werkzoekenden in Attica (twee procentpunten meer dan het nationale gemiddelde) 17 .

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

14.

Beoogde begunstigden


23. Alle 550 ontslagen werknemers zullen naar verwachting aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van de betrokken werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:

CategorieAantal
beoogde begunstigden
Geslacht:Mannen:320(58,18 %)
Vrouwen:230(41,82 %)
Nationaliteit:EU-burgers:549(99,82 %)
niet-EU-burgers:1(0,18 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:3(0,55 %)
25-29 jaar:6(1,09 %)
30-54 jaar:460(83,63 %)
55-64 jaar:80(14,55 %)
ouder dan 64 jaar:1(0,18 %)

15.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


24. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers bestaat uit de volgende acties:

–Loopbaanbegeleiding: Deze begeleidende maatregel wordt aan alle deelnemers aangeboden, bestaat uit individuele sessies (met uitzondering van de collectieve sessie waar algemene informatie wordt verstrekt) en omvat de volgende fasen:

1. Algemene informatie. Bij deze eerste maatregel voor alle werknemers wordt basisinformatie over het project en over de vooruitzichten van de deelnemers verstrekt.

2. Intake en registratie. Dit omvat onder meer informatie over beschikbare diensten en opleidingsprogramma's en over vaardigheids- en opleidingseisen.

3. Samenstelling van een persoonlijk en beroepsdossier. Doel is de werknemers te helpen hun sterke en zwakke punten en de met hun interesses samenhangende mogelijkheden te onderkennen en een realistisch loopbaanplan op te stellen. Na deze beoordelingen wordt een persoonlijk en beroepsdossier opgesteld met een individueel project en een actieplan.

4. Hulp bij het zoeken naar een baan en loopbaanbegeleiding. Dit omvat de volgende zaken: 1) opleidingen rond horizontale thema's, zoals de ontwikkeling van sociale vaardigheden, de aanpassing aan nieuwe situaties en besluitvorming; 2) hulp bij het zoeken naar een baan, inclusief informatie over vacatures, actief onderzoek naar de plaatselijke en regionale kansen op werk, technieken voor het zoeken naar een baan en een opleiding over het opstellen van cv's en begeleidende brieven en over de voorbereiding van een sollicitatiegesprek; 3) loopbaanbegeleiding. De adviseurs zullen de ontslagen werknemers loopbaanbegeleiding bieden en hen naar specifieke vacatures loodsen.

5. Begeleiding bij de (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De adviseurs zullen de werknemers ook begeleiden bij de uitvoering van hun opleidingstrajecten en individuele plannen voor re-integratie op de arbeidsmarkt. Deelnemers die een eigen bedrijf willen oprichten, krijgen tijdens deze fase algemene ondersteuning en advies over ondernemerschap.

6. Monitoring. De monitoring bestaat uit een follow-up van de deelnemers gedurende zes maanden na afloop van de uitvoering van de maatregelen. De monitoring gebeurt op kosten van de betrokken lidstaat.

–Opleiding, omscholing en beroepsopleiding. In het kader van deze maatregel worden beroepsopleidingen aangeboden die inspelen op erkende behoeften op de arbeidsmarkt en op gebieden en in sectoren met goede ontwikkelingsvooruitzichten. De opleidingen zullen ook worden afgestemd op de in het kader van de loopbaanbegeleiding vastgestelde behoeften van de werknemers. Er zullen twee soorten opleiding worden aangeboden: beroepsopleidingen (300 uur per opleiding), evenals gespecialiseerde cursussen voor het verwerven van diploma's of vergunningen en onderwijsprogramma's. Het geplande opleidingsaanbod omvat de bij de werknemers van Attica I 18 populairste opleidingen, zoals bedrijfsbeheer, e-handel; verkoop, marketing en sociale media; basis- en gevorderde vaardigheden op het gebied van IT; webdesign; en logistiek. Bij het definitieve opleidingsaanbod zal echter rekening worden gehouden met de resultaten van de loopbaanbegeleiding.

–Bijdrage voor het opstarten van een bedrijf. Werknemers die een eigen bedrijf oprichten, zullen maximaal 15 000 EUR ontvangen als bijdrage in de oprichtingskosten. In Griekenland is de toegang tot financiering een van de grootste problemen voor ondernemers die een bedrijf willen oprichten. Door het tekort aan liquide middelen wijzen de banken de meeste verzoeken om een lening af. Doel van deze maatregel is ondernemerschap met behulp van deze financiële steun te bevorderen.

–Toelage voor het zoeken naar werk en opleidingstoelage. Om de kosten voor deelname aan de loopbaanbegeleiding te dekken, krijgen de begunstigden 40 EUR per dag dat ze aan de activiteiten deelnemen. Wanneer ze een opleiding volgen, krijgen ze een toelage van 3,33 EUR per uur.

–Aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers. Deze premie komt de ontslagen werknemers ten goede doordat ze gemakkelijker een baan kunnen krijgen in een andere onderneming. De aanwervende onderneming ontvangt gedurende maximaal zes maanden maandelijks 650 EUR op voorwaarde dat de werknemer ten minste zes maanden na afloop van de stimuleringsmaatregel aangeworven blijft.

25. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

26. Griekenland heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Griekenland heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

16.

Geraamd budget


27. De totale kosten worden op 3 847 500 EUR geraamd en omvatten de kosten voor individuele dienstverlening (3 697 500 EUR) en voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage (150 000 EUR).

28. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 308 500 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR)
Geraamde totale kosten

(EUR) 19
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Loopbaanbegeleiding
(Επαγγελματική συμβουλευτική)
5501 250687 500
Opleiding, omscholing en beroepsopleiding
(Επαγγελματική Κατάρτιση, Εξειδικευμένη κατάρτιση)
5501 573865 000
Bijdrage voor het opstarten van een bedrijf
(Συνεισφορά για σύσταση επιχείρησης)
6015 000900 000
Subtotaal a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening:
2 452 500
(66,33 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Toelage voor het zoeken naar werk5501 000550 000
Opleidingstoelage5001 000500 000
Aanmoedigingspremie voor het aanwerven van werknemers
(Επιδότηση θέσεων εργασίας)
503 900195 000
Subtotaal b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
1 245 000
(33,67 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
10 000
2. Beheer
80 000
3. Voorlichting en publiciteit
30 000
4. Controle en rapportage
30 000
Subtotaal c):

Percentage van de totale kosten:
150 000
(3,90 %)
Totale kosten (a + b + c)3 847 500
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)2 308 500

29. De kosten van de in de bovenstaande tabel opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening, bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket individuele dienstverlening. Griekenland heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

30. Griekenland heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt, een eigen bedrijf opricht of werknemers overneemt, per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

17.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


31. Griekenland heeft de beoogde begunstigden met ingang van 22 augustus 2018 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 22 augustus 2018 tot en met 22 augustus 2020 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

32. Op 22 juni 2018 heeft Griekenland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage zullen bijgevolg van 22 juni 2018 tot en met 22 februari 2021 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

18.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


33. Het nationale overheidsinvesteringsprogramma van het Griekse Ministerie van Economie en Ontwikkeling is de bron van nationale voor- of medefinanciering.

34. Griekenland heeft bevestigd dat het voor de hierboven beschreven maatregelen waarvoor het een financiële bijdrage uit het EFG ontvangt, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zal ontvangen.

19.

Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten


35. Griekenland heeft meegedeeld dat de aanvraag en het gecoördineerde pakket individuele dienstverlening op 11 mei 2018 zijn besproken door vertegenwoordigers van de vakbond van journalisten van Atheense dagbladen (ΕΣΗΕΑ), de vakbond van werknemers van Atheense dagbladen (ΕΠΗΕΑ) en het Ministerie van Arbeid.

Beheers- en controlesystemen

36. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen met nadere informatie over de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties. Griekenland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage als volgt zal worden beheerd en gecontroleerd:

–het Uitvoerend Directoraat van het NSRF 20 van het Ministerie van Arbeid, Sociale Zekerheid en Sociale Solidariteit fungeert als beheersautoriteit,

–het EDEL (het comité voor financiële audit) fungeert als auditautoriteit;

–de speciale dienst voor certificering en controle van medegefinancierde programma's van het Ministerie van Economie, Infrastructuur, Toerisme en Zeevaart fungeert als certificerende autoriteit.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

37. Griekenland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–bij de toegang tot de voorgestelde acties en de uitvoering ervan zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen en die hun activiteiten hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben voor hun werknemers de nodige maatregelen getroffen;

–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–de voorgestelde acties zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

38. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 20142020 21 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

39. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 308 500 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren in het kader van de aanvraag.

40. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 22 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen gezamenlijk door het Europees Parlement en de Raad worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

41. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 2 308 500 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

42. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.