Toelichting bij COM(2018)797 - Sluiting van de statusovereenkomst met Servië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Servië uitvoert

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht 1 is bepaald dat het Europees Grens- en kustwachtagentschap de operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen inzake het beheer van de buitengrenzen kan coördineren. Het kan in dat verband samen met een of meer lidstaten en een derde land dat aan ten minste een van die lidstaten grenst, acties aan de buitengrenzen uitvoeren, op voorwaarde dat het derde land daarmee instemt, ook op het grondgebied van dat derde land.

In artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 is bepaald dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoerende bevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties in derde landen het vereisen, de Unie een statusovereenkomst moet sluiten met het betreffende derde land. De statusovereenkomst heeft betrekking op alle aspecten die noodzakelijk zijn om de acties uit te voeren, en omschrijft met name de reikwijdte van de operatie, civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid en de taken en bevoegdheden van de teamleden. De statusovereenkomst zorgt ervoor dat tijdens deze operaties de grondrechten volledig worden geëerbiedigd.

Op basis van door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren heeft de Europese Commissie met de Republiek Servië onderhandelingen gevoerd over de overeenkomst inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Servië uitvoert (hierna de 'statusovereenkomst' genoemd) met het oog op het tot stand brengen van het wettelijk kader dat het mogelijk maakt om in gevallen waarin een snelle reactie nodig is onmiddellijk op te treden door het opstellen van operationele plannen. Hoewel de migratiestromen in de regio veel geringer zijn dan in de jaren 2015 en 2016, passen netwerken van georganiseerde misdaad hun routes en methodes voor het smokkelen van illegale migranten snel aan nieuwe omstandigheden aan. De statusovereenkomst zorgt ervoor dat de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië en de EU-lidstaten met coördinatie door het Europees Grens- en kustwachtagentschap daar veel sneller op zullen kunnen reageren.

Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad vormt het rechtsinstrument voor de sluiting van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië.

Op 21 februari 2017 heeft de Raad de Commissie machtiging verleend om met de Republiek Servië onderhandelingen te starten over een statusovereenkomst inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Servië uitvoert.

De onderhandelingen over een statusovereenkomst zijn op 7 april 2017 van start gegaan en op 11 mei 2017 vond een tweede ronde plaats. Uiteindelijk werd op 3 augustus 2018 een akkoord bereikt. De statusovereenkomst is op 20 september 2018 in Belgrado geparafeerd door commissaris voor Migratie, Binnenlandse Zaken en Burgerschap D. Avramopoulos en minister van Binnenlandse Zaken van de Republiek Servië N. Stefanović.

De Commissie is van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerpstatusovereenkomst aanvaardbaar is voor de Unie.

De lidstaten werden geïnformeerd en geraadpleegd in de desbetreffende werkgroep van de Raad.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Op dit moment hebben zestien lidstaten bilaterale overeenkomsten gesloten met de Republiek Servië over onder meer gezamenlijke maatregelen op gebieden als grenscontrole, -bewaking en -patrouilles, en terugkeer. Er bestaat ook reeds een werkregeling tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken van de Republiek Servië en het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Die regeling voorziet met name in de regelmatige deelname van de vertegenwoordigers van de grenspolitie van Servië aan door het Europees Grens- en kustwachtagentschap gecoördineerde gezamenlijke acties, als waarnemers op het grondgebied van de lidstaten, na instemming van de gastlidstaat.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De Europese migratieagenda 2 steunt op vier pijlers. Een daarvan is grensbeheer: daarbij gaat het om een beter beheer van de buitengrens van de EU, met name door een solidaire opstelling tegenover de lidstaten aan de buitengrenzen, en een grotere efficiëntie van de grensoverschrijdingen. Strenger toezicht op de grenzen van de Republiek Servië zal niet alleen een positieve impact hebben op de grenzen van het land, maar ook op de buitengrenzen van de EU, en met name de buitengrenzen van Bulgarije, Kroatië, Hongarije en Roemenië. Verdere versterking van de veiligheid aan de buitengrenzen strookt ook met de Europese veiligheidsagenda 3 .

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor dit voorstel voor een besluit van de Raad is artikel 77, lid 2, onder b) en d), en artikel 79, lid 2, onder c), VWEU in samenhang met artikel 218, lid 6, VWEU.

De sluiting van een statusovereenkomst door de Europese Unie is expliciet opgenomen in artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624, dat bepaalt dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoerende bevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties in een derde land het vereisen, de Unie een statusovereenkomst moet sluiten met het betreffende derde land.

Op grond van artikel 3, lid 2, VWEU is de Unie exclusief bevoegd om een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet. Artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 voorziet in de sluiting van een statusovereenkomst door de Europese Unie met het betrokken derde land. De bijgevoegde overeenkomst met de Republiek Servië valt derhalve onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie.

1.

Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), punt v), VWEU is voor de sluiting van deze overeenkomst de goedkeuring van het Europees Parlement vereist.


Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing.

Evenredigheid

Aangezien netwerken van georganiseerde misdaad hun routes en methodes voor het smokkelen van illegale migranten snel aanpassen, is de betrokkenheid van de EU vereist om tot betere controles aan de grenzen van de Republiek Servië te komen. De statusovereenkomst is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië en de EU-lidstaten met coördinatie door het Europees Grens- en kustwachtagentschap snel op dergelijke mogelijke ontwikkelingen kunnen reageren. Bij een plotse toestroom van illegale migranten zal het Europees Grens- en kustwachtagentschap op basis van de statusovereenkomst Europese grens- en kustwachtteams in de Republiek Servië kunnen inzetten.

Keuze van het instrument

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 6, onder a), VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten over internationale overeenkomsten vaststelt, na goedkeuring door het Europees Parlement. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Niet van toepassing.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Voor de onderhandeling over de statusovereenkomst was geen effectbeoordeling vereist.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Aangezien het om een nieuwe overeenkomst gaat, kon geen evaluatie of geschiktheidscontrole van bestaande instrumenten worden uitgevoerd.

Grondrechten

De statusovereenkomst bevat bepalingen die de bescherming garanderen van de grondrechten van personen die de gevolgen ondervinden van handelingen van de leden van het team dat betrokken is bij door het Europees Grens- en kustwachtagentschap gecoördineerde acties.

Bepalingen inzake de grondrechten worden nader toegelicht onder punt 5 'Overige elementen'.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De statusovereenkomst zelf heeft geen financiële gevolgen. Het zijn de daadwerkelijke inzet van teams van het Europees Grens- en kustwachtagentschap op basis van een operationeel plan en een desbetreffende subsidieovereenkomst die kosten zullen inhouden die ten laste komen van de begroting van het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Toekomstige operaties op grond van de statusovereenkomst zullen worden gefinancierd met de eigen middelen van het Europees Grens- en kustwachtagentschap.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Commissie zal behoorlijke monitoring van de uitvoering van de statusovereenkomst garanderen.

De Republiek Servië en het Europees Grens- en kustwachtagentschap zullen samen elke gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie evalueren.

Met name zullen het Europees Grens- en kustwachtagentschap, de Republiek Servië en de lidstaten die aan een specifieke actie deelnemen, aan het einde van elke actie een verslag opstellen over de toepassing van bepalingen van de overeenkomst, ook met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

2.

Toepassingsgebied van de overeenkomst


Op grond van deze overeenkomst zal het Europees Grens- en kustwachtagentschap Europese grens- en kustwachtteams met uitvoerende bevoegdheden in de Republiek Servië kunnen inzetten met het oog op het uitvoeren van gezamenlijke operaties en snelle grensinterventies. Hoewel de overeenkomst niet voorziet in een uitbreiding van het toepassingsgebied van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven (hierna 'overnameovereenkomst EG-Republiek Servië' genoemd) 4 , zullen teams van het Europees Grens- en kustwachtagentschap ook bevoegd zijn om de Republiek Servië bij specifieke terugkeeroperaties bij te staan bij het identificeren van personen die overeenkomstig de overnameovereenkomst EG-Republiek Servië door de Republiek Servië moeten worden overgenomen.

Europese grens- en kustwachtteams kunnen op het grondgebied van de Republiek Servië uitsluitend worden ingezet in regio's die aan de buitengrenzen van de EU grenzen en de teamleden bezitten in die gebieden van de Republiek Servië uitvoerende bevoegdheden overeenkomstig het operationele plan.

3.

Een actie starten


Het Agentschap kan voorstellen doen om een actie op te zetten. De bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië kunnen het Agentschap verzoeken de start van een actie in overweging te nemen. De uitvoering van een actie vereist de goedkeuring van zowel de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië als van het Agentschap.

4.

Operationeel plan


Voor elke gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie moeten het Agentschap en de Republiek Servië een operationeel plan overeenkomen. Ook de aan het operationele gebied grenzende lidstaat of lidstaten moet(en) met het operationeel plan instemmen.

Het plan bevat de bijzonderheden over de organisatorische en procedurele aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie, met inbegrip van een beschrijving en beoordeling van de situatie, de operationele doelstellingen, het in te zetten soort technische uitrusting, het uitvoeringsplan, de samenwerking met andere derde landen, andere agentschappen en organen van de Unie of internationale organisaties, bepalingen over de eerbiediging van de grondrechten, inclusief de bescherming van persoonsgegevens, de coördinatie-, commando-, controle-, communicatie- en rapportagestructuren, de organisatorische en logistieke regelingen en de evaluatie en de financiële aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie.

5.

Taken en bevoegdheden van de teamleden


Als algemene regel geldt dat de teamleden de taken mogen uitvoeren en de uitvoeringsbevoegdheden mogen uitoefenen die vereist zijn voor grenstoezicht- en terugkeeroperaties. Zij dienen de nationale wetgeving van de Republiek Servië te eerbiedigen.

De teams mogen uitsluitend op het grondgebied van de Republiek Servië handelen op instructie en in aanwezigheid van grenswachters of andere politiefunctionarissen van de Republiek Servië.

De teamleden dragen, in voorkomend geval, hun eigen uniform, een zichtbaar persoonlijk identificatiemiddel en een blauwe armband met het insigne van de Europese Unie en dat van het Agentschap. Zij hebben ook een accreditatiedocument bij zich om zich tegenover de nationale autoriteiten van de Republiek Servië duidelijk te kunnen identificeren.

De teamleden mogen dienstwapens dragen en munitie en uitrusting bij zich hebben overeenkomstig de wetgeving van hun lidstaat van herkomst en de wetgeving van de Republiek Servië. De autoriteiten van de Republiek Servië laten het Agentschap op voorhand weten welke dienstwapens, munitie en uitrusting zijn toegestaan en wat het wettelijk kader en de voorwaarden zijn voor het gebruik ervan.

Indien hun lidstaat van herkomst en de autoriteiten van de Republiek Servië daarmee instemmen, mogen teamleden gebruikmaken van geweld, onder meer met gebruikmaking van dienstwapens, munitie en uitrusting, in aanwezigheid van grenswachters of andere politiefunctionarissen van de Republiek Servië en met inachtneming van het nationale recht van de Republiek Servië. De autoriteiten van de Republiek Servië mogen teamleden toestaan ook geweld te gebruiken in afwezigheid van hun grenswachters. De teamleden mogen enkel van wapens gebruikmaken wanneer zulks absoluut noodzakelijk is uit zelfverdediging om een onmiddellijk levensbedreigende aanval tegen henzelf of een andere persoon af te weren in overeenstemming met de Servische wetgeving.

De bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië kunnen op verzoek in nationale databanken aanwezige relevante informatie mededelen aan de teamleden indien dat noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taken. Ook het Agentschap kan aan de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië voor operationele doeleinden noodzakelijke informatie mededelen.

6.

Opschorting en beëindiging van de actie


De actie kan zowel door het Agentschap als door de autoriteiten van de Republiek Servië worden opgeschort of beëindigd, indien zij van mening zijn dat de andere partij de bepalingen van de overeenkomst of van het operationele plan niet heeft nageleefd.

7.

Voorrechten en immuniteiten van de teamleden


De teamleden genieten immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Republiek Servië voor alle handelingen die zij hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies ("binnen de diensttijd"). Voor handelingen die zij 'buiten de diensttijd' hebben verricht, genieten zij deze immuniteit niet.

In het operationele plan worden nauwkeurig de handelingen uiteengezet waarvoor immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Republiek Servië geldt.

Indien een teamlid wordt beschuldigd van een strafbaar feit, deelt de uitvoerend directeur van het Agentschap voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid aan de bevoegde rechterlijke instanties van de Republiek Servië mee of het teamlid de handeling in kwestie al dan niet in het kader van de uitoefening van zijn officiële functies heeft verricht. De uitvoerend directeur van het Agentschap neemt in zijn besluit zorgvuldig alle opmerkingen in aanmerking van de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de betrokken grenswachter of ander relevant personeel heeft ingezet, en van de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië.

De aan de teamleden verleende voorrechten en de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Republiek Servië laten de rechtsmacht van de lidstaat van herkomst jegens de teamleden onverlet.

Hetzelfde geldt voor de burgerlijke en administratieve aansprakelijkheid van de teamleden.

De immuniteit van teamleden ten aanzien van de strafrechtelijke, civiele en bestuursrechtelijke rechtsmacht van de Republiek Servië kan worden opgeheven door de lidstaat die de betrokken grenswachter of ander relevant personeel heeft ingezet. Het opheffen van de immuniteit moet altijd uitdrukkelijk kenbaar worden gemaakt.

De overeenkomst voorziet in een mechanisme voor schadevergoeding. Het vergoedingsmechanisme is gebaseerd op artikel 42 van Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht. Indien de schade is veroorzaakt door een teamlid dat dienst heeft, is de Republiek Servië aansprakelijk. Indien de schade tijdens de diensttijd is veroorzaakt door grove nalatigheid of een opzettelijke fout van een teamlid van een deelnemende lidstaat, of indien de handeling buiten de diensttijd is verricht, kan de Republiek Servië via de uitvoerend directeur van het Agentschap verzoeken dat de deelnemende lidstaat in kwestie een vergoeding betaalt. Indien de schade door een personeelslid van het Agentschap is veroorzaakt, kan de Republiek Servië het Agentschap verzoeken een vergoeding te betalen.

Tegen teamleden mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen hen een strafrechtelijke of burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met hun officiële functies.

De bezittingen van een teamlid die nodig zijn voor de vervulling van de officiële functies van het teamlid, mogen niet in beslag worden genomen. In burgerlijke procedures mogen teamleden noch aan beperkingen van de persoonlijke vrijheid, noch aan andere dwangmaatregelen worden onderworpen.

De teamleden zijn ten aanzien van diensten die voor het Agentschap zijn verleend, vrijgesteld van eventueel in de Republiek Servië geldende voorschriften op het gebied van sociale zekerheid. Zij zijn tevens vrijgesteld van elke vorm van belasting in de Republiek Servië over het salaris en de emolumenten die het Agentschap of hun lidstaten van herkomst hun betalen, evenals van elke belasting op inkomsten die van buiten de Republiek Servië worden ontvangen.

De autoriteiten van de Republiek Servië laten de binnenkomst en het vertrek toe van goederen voor persoonlijk gebruik van teamleden en verlenen vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen (met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten) ten aanzien van dergelijke goederen.

De persoonlijke bagage van teamleden mag worden geïnspecteerd als er redenen zijn om aan te nemen dat deze goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door teamleden, of goederen waarvan de in- of uitvoer verboden is door de wetgeving van of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de Republiek Servië. De inspectie van dergelijke persoonlijke bagage mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken teamlid, respectievelijk de betrokken teamleden, of een gemachtigde vertegenwoordiger van het Agentschap.

Papieren, correspondentie en bezittingen van de teamleden zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen. Teamleden zijn niet verplicht als getuige op te treden.

8.

Accreditatiedocument


Het Agentschap geeft, in samenwerking met de Republiek Servië, aan elk teamlid een accreditatiedocument af, aan de hand waarvan zij zich kunnen identificeren tegenover de autoriteiten van de Republiek Servië en waaruit blijkt dat de houder het recht heeft de in de overeenkomst en in het operationele plan bedoelde taken uit te voeren en bevoegdheden uit te oefenen. In combinatie met een geldig reisdocument verleent het accreditatiedocument het teamlid toegang tot de Republiek Servië, zonder dat een visum of voorafgaande toestemming is vereist. Na afloop van de actie wordt het accreditatiedocument aan het Agentschap terugbezorgd. Het Agentschap bezorgt de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië een model van het accreditatiedocument voordat de toepassing van de overeenkomst aanvangt en telkens als het model wordt gewijzigd.

9.

Grondrechten


Bij de uitvoering van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden eerbiedigen de teamleden ten volle de grondrechten en de fundamentele vrijheden, ook wat betreft de toegang tot asielprocedures, de menselijke waardigheid, het verbod van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling, het recht op vrijheid, het beginsel van non-refoulement, het verbod van collectieve uitzetting, de rechten van het kind en het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven. Zij mogen zich niet schuldig maken aan willekeurige discriminatie, op welke grond ook, met inbegrip van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie. Alle maatregelen die inbreuk maken op de grondrechten en fundamentele vrijheden, moeten evenredig zijn met het door die maatregelen nagestreefde doel en de wezenlijke inhoud van die grondrechten en fundamentele vrijheden eerbiedigen.

Elke partij stelt een klachtenregeling in om beschuldigingen te behandelen van inbreuk op de grondrechten door haar personeelsleden. Het Agentschap heeft het in artikel 72 van Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht bedoelde klachtenmechanisme ingesteld en voldoet derhalve aan deze verplichting. De ombudsman van de Republiek Servië ("Burgerbeschermer") kan dergelijke klachten in behandeling nemen, behalve indien de autoriteiten van de Republiek Servië beslissen om een mechanisme in te stellen dat specifiek belast is met de behandeling van klachten die uit hoofde van deze overeenkomst worden ingediend.

10.

Verwerking van persoonsgegevens


Teamleden verwerken indien noodzakelijk en evenredig persoonsgegevens overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op het Agentschap en de EU-lidstaten. De verwerking van persoonsgegevens door de autoriteiten van de Republiek Servië is onderworpen aan de nationale wetgeving van de Republiek Servië.

Na afloop van elke actie stellen het Agentschap, de deelnemende lidstaten en de autoriteiten van de Republiek Servië een gezamenlijk verslag op over de verwerking van persoonsgegevens door teamleden. Dat verslag wordt toegezonden aan de grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap, alsook aan de voor bescherming van persoonsgegevens bevoegde autoriteit in de Republiek Servië. De grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap brengen verslag uit aan de uitvoerend directeur van het Agentschap.

11.

Geschillen en uitlegging


Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door de bevoegde autoriteiten van de Republiek Servië en door vertegenwoordigers van het Agentschap, dat de aan de Republiek Servië grenzende lidstaat of lidstaten raadpleegt.

Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de Republiek Servië en de Europese Commissie, die alle aan de Republiek Servië grenzende lidstaten raadpleegt.

12.

Bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van de overeenkomst


Voor de Republiek Servië is het ministerie van Binnenlandse Zaken de bevoegde autoriteit voor de uitvoering van deze overeenkomst. Voor de Europese Unie is het Europees Grens- en kustwachtagentschap de bevoegde autoriteit.

13.

Gemeenschappelijke verklaringen


Beide partijen nemen er nota van dat het Europees Grens- en kustwachtagentschap de Republiek Servië op andere wijze dan door de inzet van Europese grens- en kustwachtteams met uitvoerende bevoegdheden zal ondersteunen bij het efficiënte toezicht op haar grens met elk land dat geen lidstaat van de Europese Unie is.

Beide partijen komen overeen dat de status en de afbakening op grond van het internationale recht van het grondgebied van Servië en van de lidstaten van de Europese Unie op geen enkele wijze worden beïnvloed door deze overeenkomst of door enige andere handeling ter uitvoering van deze overeenkomst, door of namens de partijen, met inbegrip van de opstelling van operationele plannen of de deelname aan grensoverschrijdende operaties.

Ook de nauwe betrokkenheid van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis komt tot uiting in een aan de overeenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaring.