Toelichting bij COM(2019)7 - Verlenging van de Overeenkomst voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied tussen de EG en de regering van Rusland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Overeenkomst voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Russische Federatie 1 (hierna 'de Overeenkomst' genoemd) is op 16 november 2000 in Brussel ondertekend en op 10 mei 2001 in werking getreden. Overeenkomstig artikel 12 is zij sindsdien in 2004 2 , 2009 3 en 2014 4 telkens voor een nieuwe periode van 5 jaar verlengd.


De huidige Overeenkomst loopt af op 20 februari 2019.


De EU heeft er belang bij deze Overeenkomst te verlengen teneinde de samenwerking met de Russische Federatie op wetenschappelijke en technologische gebieden die voor beide partijen prioritair zijn en beiden voordelen opleveren, verder te vergemakkelijken.


Rusland is de belangrijkste actor inzake wetenschap, technologie en innovatie (WTI) in de nabijheid van de EU die niet met Horizon 2020 is geassocieerd. De WTI-samenwerking tussen de EU en Rusland is traditioneel zeer intens, met name op het gebied van onderzoeksinfrastructuren, vervoer en milieu. Hoewel Rusland in het zevende kaderprogramma van alle niet-geassocieerde derde landen de meest actieve deelnemer was, is het niveau van samenwerking in Horizon 2020 veel lager dan het zou kunnen zijn. Dit is grotendeels te wijten aan de wijziging van de financieringsregels van Horizon 2020, waardoor rechtspersonen uit Rusland (en Brazilië, India, China en Mexico) niet langer automatisch in aanmerking komen voor financiering door de EU, maar ook aan de politieke omstandigheden.


Van alle niet-geassocieerde landen neemt Rusland momenteel wat het aantal deelnemers aan samenwerkingsprojecten van Horizon 2020 betreft, de 6e plaats in. Bovendien beoogt het werkprogramma van Horizon 2020 voor 2018-2020 de samenwerking met Rusland op gebieden van wederzijds belang en wederzijds voordeel te versterken. Afgezien van de algemene openheid van Horizon 2020 voor entiteiten uit de hele wereld, waaronder Rusland, zijn er twee belangrijke vlaggenschipinitiatieven voor bilaterale samenwerking met Rusland, inzake onderzoeksinfrastructuren en gezondheid, en een vlaggenschipinitiatief voor multilaterale samenwerking op het gebied van de luchtvaart dat ook op Rusland ziet.


De verlenging van de Overeenkomst past binnen de aanpak van de EU die is gebaseerd op de vijf leidende beginselen voor het beheer van de huidige betrekkingen met Rusland, waarover de Raad Buitenlandse Zaken van de EU het op 14 maart 2016 eens is geworden en die op 16 april 2018 door de Raad Buitenlandse Zaken van de EU zijn bevestigd. Wetenschapsdiplomatie kan een krachtig instrument zijn in onze betrekkingen met Rusland, aangezien zij een positieve agenda voor samenwerking oplevert en een bron is van 'soft power' die een bijzonder belangrijke rol kan spelen als katalysator voor het openen van communicatiekanalen en het wekken van vertrouwen tussen onze samenlevingen. De Overeenkomst vormt een kader om de intermenselijke contacten en WTI-samenwerking op gebieden die voor de EU van strategisch belang zijn in de komende jaren te verbeteren, en aldus de trend van afnemende wetenschappelijke samenwerking tussen Europese en Russische deelnemers om te buigen. Om deze redenen is het nuttig de Overeenkomst voor de volgende periode van vijf jaar te verlengen.


Tijdens de op 28 september 2018 te Moskou gehouden vergadering van het gezamenlijk comité EU-Rusland voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie dat bij de Overeenkomst is ingesteld, hebben beide partijen hun voornemen kenbaar gemaakt om de Overeenkomst voor een nieuwe periode van vijf jaar ongewijzigd te verlengen, waarmee zij de vooruitgang erkennen die is geboekt bij de verbetering van de samenwerking tussen de EU en Rusland op het gebied van onderzoek en innovatie.

De inhoud van de verlengde Overeenkomst zal identiek zijn aan die van de huidige Overeenkomst, zoals besproken en overeengekomen met de Russische tegenpartij. Zij zal voor de EU geen nieuwe rechten en verplichtingen creëren, maar zal de tussen de partijen reeds bestaande rechtsregels inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking verlengen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit initiatief is volledig in overeenstemming met de strategie voor internationale samenwerking van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie 5 , waarbij Rusland een strategische partner van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie is. In de strategie van de EU wordt het belang van overeenkomsten op het gebied van wetenschap en technologie duidelijk onderstreept als instrument voor het vaststellen en uitvoeren van de meerjarige routekaarten voor samenwerking met derde landen. De Overeenkomst is ook een middel voor de uitvoering van de strategie voor internationale samenwerking van de EU op het gebied van onderzoek en innovatie, waarin de onderzoeks- en innovatiesector van de EU tot meer internationalisering en openheid wordt opgeroepen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

In de algemene EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid wordt bevestigd dat samenwerking op het gebied van onderzoek een belangrijk aspect van het buitenlands beleid van de EU is en wordt samenwerking op het gebied van onderzoek beschouwd als een essentieel onderdeel van sterkere sociaaleconomische banden.

Het initiatief strookt met de leidende beginselen voor de huidige betrekkingen tussen de EU en Rusland, waarover de Raad Buitenlandse Zaken van de EU het op 14 maart 2016 eens is geworden en die op 16 april 2018 door de Raad Buitenlandse Zaken van de EU zijn bevestigd.

De Commissie zal erop toezien dat de uitvoering van deze verlengde Overeenkomst niet indruist tegen de beperkende maatregelen van de EU.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De bevoegdheid van de EU om internationaal op te treden inzake onderzoek en technologische ontwikkeling is gebaseerd op artikel 186 VWEU. De procedurele rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), onder v), VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De EU en haar lidstaten hebben parallelle bevoegdheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, overeenkomstig artikel 4, lid 3, VWEU. Optreden van de EU kan derhalve niet worden vervangen door optreden van de lidstaten.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit initiatief maakt geen deel uit van de Refit-agenda.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zijn alleen personele en administratieve middelen nodig; deze zijn opgenomen in het financieel memorandum.

In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:

- namens de Unie, en met instemming van het Europees Parlement, de verlenging van de 'Overeenkomst voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Russische Federatie' voor een nieuwe periode van vijf jaar (van 20 februari 2019 tot en met 19 februari 2024) goed te keuren;

- de voorzitter van de Raad te machtigen, de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de regering van de Russische Federatie ervan in kennis te stellen dat de Unie de interne procedures, nodig voor de inwerkingtreding van deze verlengde Overeenkomst, heeft voltooid.