Toelichting bij COM(2019)122 - Standpunt EU in de Bilaterale Raad van toezicht met de VS mbt reglementering van de burger­luchtvaartveiligheid over toevoeging van bijlage 4 bij de overeenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

In 2008 hebben de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika een overeenkomst ondertekend betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid (hierna „de overeenkomst” genoemd). De werkingssfeer van de overeenkomst, die op 1 mei 2011 in werking is getreden, was aanvankelijk beperkt tot luchtwaardigheid en milieutests, de goedkeuring van en het toezicht op luchtvaartproducten en de goedkeuring van en het toezicht op onderhoudsfaciliteiten. De werkingssfeer van de overeenkomst werd vervolgens uitgebreid met bevoegdheidsbewijzen en opleiding van personeel, de exploitatie van luchtvaartuigen, alsmede luchtvaartnavigatiediensten en luchtverkeersbeheer 1 . Die uitbreiding is gebeurd middels een wijziging die op 13 december 2017 is ondertekend en die sinds die datum voorlopig wordt toegepast.

Rekening houdend met de uitbreiding van het toepassingsgebied van de overeenkomst, heeft de Commissie, daarin bijgestaan door het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) in samenwerking met de Federal Aviation Administration (FAA) een nieuwe bijlage 4 bij de overeenkomst opgesteld inzake de monitoring van trainingshulpmiddelen met vluchtnabootsing (FSTD) teneinde overbodig regelgevend toezicht op FSTD’s in de Unie en de VS terug te dringen

De voorgestelde nieuwe FSTD-bijlage heeft betrekking op terugkerende evaluaties van volledige vluchtnabootsers (FFS) voor vleugelvliegtuigen.

Op dit moment zijn er 131 actieve EASA-certificaten voor FFS in de Verenigde Staten en 34 actieve FAA-certificaten voor FFS in EU-lidstaten (17 in het VK, 3 in Nederland, 13 in Frankrijk en 1 in Denemarken). Voor elke vluchtnabootser zijn er twee certificaten afgegeven: een FAA- en EASA-certificaat voor toestellen in de VS, en een FAA-certificaat en een certificaat van een nationale luchtvaartautoriteit of, in sommige gevallen, het EASA, voor toestellen die zich in een EU-lidstaat bevinden.

Om te waarborgen dat die certificaten geldig blijven, moet elke vluchtnabootser periodiek opnieuw worden geëvalueerd. Dit resulteert in dubbele controle van elk toestel, leidt tot onnodige administratieve lasten en extra kosten voor een tweede terugkerende evaluatie en beperkt de beschikbaarheid van de toestellen voor de opleiding van piloten. In 2017 heeft het EASA bijvoorbeeld 132 terugkerende evaluaties verricht van FFS die zich in de VS bevinden. Anderzijds heeft het FAA in 2017 34 terugkerende evaluaties van FFS in een EU-lidstaat uitgevoerd. Tijdens zo’n evaluatie is een FFS niet beschikbaar voor opleiding.

De voorgestelde nieuwe FSTD-bijlage voorziet in een vereenvoudiging van die terugkerende evaluaties. Het EASA zal een beroep doen op de FAA voor terugkerende evaluaties van toestellen die zich in de VS bevinden en de FAA zal een beroep doen op de nationale luchtvaartautoriteiten of, in bepaalde gevallen, het EASA voor terugkerende evaluaties van toestellen in een EU-lidstaat. Hierdoor kunnen dubbele controles worden vermeden en dalen de kosten voor het EASA, de FAA en de sector, wat de productiviteit ten goede komt. De FAA raamt de totale kosten die het in 2017 aan exploitanten van in EU-lidstaten gelegen FFS heeft doorberekend voor terugkerende evaluaties ter plaatse in Europa op ongeveer 170 000 USD. In de EU heeft het EASA in 2017 meer dan 1,1 miljoen euro doorberekend aan exploitanten van FFS in de VS ter compensatie van de reiskosten in verband met periodieke evaluaties in de VS (bovenop de prijs voor de werkuren ter plaatse voor evaluaties in de VS).

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De samenwerking tussen de EU en de Verenigde Staten van Amerika op het gebied van luchtvaartveiligheid maakt deel uit van de luchtvaartstrategie voor Europa. De voorgestelde nieuwe FSTD-bijlage is in overeenstemming met de algemene doelstellingen van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid, namelijk wereldwijd een hoog niveau van burgerluchtvaartveiligheid garanderen en de economische belasting van de vliegtuigindustrie en exploitanten als gevolg van overbodig reglementerend toezicht minimaliseren.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De overeenkomst dient ook een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Unie omdat ze de veiligheid van de burgerluchtvaart bevordert en de handel en investeringen in luchtvaartproducten faciliteert. De nieuwe FSTD-bijlage is in overeenstemming met het algemene luchtvaartbeleid van de Unie doordat zij de wederzijdse aanvaarding van certificaten en technische bevindingen tussen belangrijke internationale partners bevordert en ervoor zorgt dat de middelen waarover de EU en haar lidstaten beschikken efficiënter worden gebruikt.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

1.

Niet van toepassing


Evenredigheid

2.

Niet van toepassing


Keuze van het instrument

Een nieuwe bijlage bij de overeenkomst is de efficiëntste manier om de wederzijdse aanvaarding van bevindingen van overeenstemming en documentatie voor trainingshulpmiddelen met vluchtnabootsing (FSTD) mogelijk te maken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

3.

Niet van toepassing


Raadpleging van belanghebbenden

De EU-lidstaten waar de FFS (die door de FAA zijn gecertificeerd) zich bevinden, werden betrokken bij het proces van vertrouwensopbouw dat de FAA en het EASA in 2013 hebben opgezet om de vaststelling van de nieuwe bijlage voor te bereiden.

De Commissie heeft de EU-lidstaten op de hoogte gehouden en geraadpleegd over de ontwikkeling van een nieuwe FSTD-bijlage in de werkgroep luchtvaart van de Raad en via verslagen over de besprekingen in de Bilaterale Raad van toezicht in het kader van de overeenkomst (waarbij de EU-lidstaten worden uitgenodigd) alsmede in het kader van de voorbereidingen voor Besluit (EU) 2018/61 van de Raad tot uitbreiding van de werkingssfeer van de overeenkomst met onder meer bevoegdheidsbewijzen en opleiding van personeel.

4.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise


Bij de ontwikkeling van de nieuwe FSTD-bijlage werd de Europese Commissie bijgestaan door het EASA. De FAA en het EASA hebben een vergelijking gemaakt van de wettelijke voorschriften van de EU en de VS inzake de certificering van FSTD. Die vergelijking werd in 2014 afgerond en heeft geleid tot een overzicht van de verschillen in regelgeving tussen de EU en de VS, die worden behandeld in de zogenaamde „bijzondere voorwaarden” in de voorgestelde FSTD bijlage.

Het EASA heeft ook een beoordeling uitgevoerd van het National Simulator Programma (NSP) van de FAA om vertrouwen in het Amerikaanse systeem voor toezicht op vluchtnabootsers op te bouwen. In het kader van die beoordeling heeft het EASA een bezoek gebracht aan het NSP-kantoor in Atlanta (augustus 2013) en als waarnemer deelgenomen aan NSP-evaluaties van door het EASA gecertificeerde vluchtnabootsers in Dallas (november 2013) en Miami (december 2013). De evaluatie had uitsluitend betrekking op terugkerende evaluaties van volledige vluchtnabootsers voor vliegtuigen, hetgeen overeenstemt met het toepassingsgebied van de voorgestelde FSTD-bijlage.

Op 2 juli 2014 hebben het EASA en de FAA samen gerapporteerd aan de Bilaterale Raad van Toezicht (BOB), die in het kader van de overeenkomst is opgericht, en meegedeeld dat de vergelijking van de regelgeving en vertrouwensopbouw waren afgerond. Hiermee werden de voorbereidende technische werkzaamheden voor de ontwikkeling van de nieuwe FSTD-bijlage afgesloten.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen gevolgen voor de EU-begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Voor de EU zal het EASA de toepassing van de nieuwe FSTD-bijlage coördineren. De gedetailleerde toepassingsprocedures zullen worden gedefinieerd in de Simulator Implementation Procedures (SIP), waaraan momenteel de laatste hand wordt gelegd door de technische agentschappen van de FAA en het EASA (een en ander zal tijdig voor de vaststelling van de nieuwe FSTD-bijlage gebeuren).

Het toezicht op de toepassing van de FSTD-bijlage zal in de eerste plaats worden uitgeoefend door de FSTD Oversight Board (FOB), die zal rapporteren aan de krachtens de overeenkomst opgerichte Bilaterale Raad van Toezicht. De FOB zal op regelmatige basis rapporteren aan de BOB.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Afdeling 1 — Doel en werkingssfeer

In dit deel van de FSTD-bijlage wordt de doelstelling van de bijlage toegelicht, namelijk de wederzijdse aanvaarding van bevindingen van overeenstemming en documentatie, en het verlenen van technische bijstand op het gebied van terugkerende evaluaties en de kwalificatie van FFS.

De bijlage heeft betrekking op terugkerende evaluaties en de blijvende kwalificatie van FFS voor vliegtuigen met een kwalificatie die is afgegeven door de FAA en het EASA of een luchtvaartautoriteit van een EU-lidstaat.

Afdeling 2 – Definities

In dit deel van de FSTD-bijlage worden een aantal veel gebruikte technische termen gedefinieerd.

Afdeling 3 – Gemeenschappelijk coördinatieorgaan

Dit deel voorziet in de oprichting van de FSTD Oversight Board (FOB), die rapporteert aan de Bilaterale Raad van Toezicht en verantwoordelijk is voor de effectieve toepassing van de FSTD-bijlage. De FOB wordt gezamenlijk voorgezeten door de directeuren vluchtnormen van het EASA en de FAA. De belangrijkste verantwoordelijkheden van de FOB omvatten:

a) het ontwikkelen, goedkeuren en herzien van de Simulator Implementation Procedures (SIP);

b) informatie uitwisselen over relevante veiligheidskwesties en actieplannen ontwikkelen om die aan te pakken;

c) een consistente toepassing van deze bijlage bevorderen;

d) informatie uitwisselen over geplande en lopende regelgevingsactiviteiten die een impact kunnen hebben op de grondslag en het toepassingsgebied van de bijlage;

e) informatie uitwisselen over belangrijke wijzigingen in de FSTD-kwalificatieregelingen van de partijen die een impact kunnen hebben op de grondslag en het toepassingsgebied van de bijlage;

f) oplossen van technische problemen die onder de verantwoordelijkheid van de technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten vallen en niet op een lager niveau kunnen worden opgelost; en

g) aan de BOB voorstellen doen voor wijzigingen van de bijlage

Afdeling 4 – Toepassing

Dit deel bevat de nadere voorwaarden voor de wederzijdse aanvaarding van evaluatieverslagen tussen de partijen en de voortzetting van de FAA- en het EASA-kwalificaties van FFS in het kader van de overeenkomst. De nationale luchtvaartautoriteiten van de lidstaten of, in bepaalde gevallen, het EASA zullen namens de FAA evaluaties verrichten van toestellen die zich in de EU bevinden en de FAA zal namens het EASA evaluaties verrichten van toestellen in de VS.

Dit hoofdstuk bevat ook bepalingen betreffende de follow-up van bevindingen uit evaluatierapporten, technische bijstand bij de uitvoering van bijzondere evaluaties of het, op verzoek, verkrijgen en verstrekken van informatie inzake de uitwisseling van gegevens over herzieningen van wetten, voorschriften, procedures, beleid, of normen, die een impact kunnen hebben op de grondslag voor de toepassing van de bijlage.

Afdeling 5 – Communicatie en samenwerking

Dit hoofdstuk bevat bepalingen betreffende communicatie en uitwisseling van informatie tussen het EASA, de FAA en, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten van de lidstaten. Het gaat om bepalingen voor de aanwijzing van contactpunten voor diverse technische aspecten van de FSTD-bijlage, alsook informatie over vrijstellingen en afwijkingen die aan FFS zijn verleend.

Afdeling 6 – kwalificatievereisten voor de aanvaarding van bevindingen van overeenstemming

In dit deel zijn de basisvereisten vastgesteld voor de autoriteiten inzake de doeltreffendheid van hun respectieve systemen voor regelgevend toezicht op FSTD, waaronder juridische en regelgevende structuur, middelen, opleidingsprogramma’s, documentatie en registers, alsook intern beleid, procedures en kwaliteitssystemen.

Voorts bevat dit deel voorschriften inzake de initiële en verdere permanente staving van de doeltreffendheid van die systemen, met inbegrip van bepalingen betreffende de deelname van de partijen aan elkaars kwaliteitsaudits en normalisatiewerkzaamheden, de uitwisseling van kwaliteits- en standaardiseringsverslagen en andere relevante informatie die nodig kan zijn om het vertrouwen van de partijen in elkaars systemen in stand te houden.

Er moet worden benadrukt dat autoriteiten van alle EU-lidstaten namens de FAA evaluaties van FFS kunnen uitvoeren, voor zover zij voldoen aan de vereisten die zijn vastgesteld overeenkomstig de bijlage. Het toezicht op de naleving van die vereisten wordt een verantwoordelijkheid van het EASA, als onderdeel van zijn courante normalisatiewerkzaamheden.

Afdeling 7 – Onderzoek en handhavingsmaatregelen

Dit hoofdstuk bevat bepalingen betreffende samenwerking inzake onderzoeken in gevallen van niet-naleving en het nemen van handhavingsmaatregelen. Conform de overeenkomst behouden beide partijen het recht om handhavend op te treden tegen FSTD-exploitanten die door de FAA of het EASA zijn goedgekeurd.

Afdeling 8 – Overgangsbepalingen

In dit deel is bepaald op welke manier de FFS die nu onder rechtstreeks toezicht van het EASA vallen, worden overgedragen aan de FAA, alsmede de wijze waarop FFS die thans onder rechtstreeks toezicht van de FAA staan, worden overgedragen aan de nationale luchtvaartautoriteiten van de EU-lidstaten. Op dit moment zijn er vier EU-lidstaten waar zich een door de FAA goedgekeurde FFS bevindt: Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Frankrijk en Nederland.

De overdrachten vinden plaats binnen 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van de bijlage en worden gesynchroniseerd met de data van de terugkerende evaluaties van de toestellen.

Afdeling 9 – Vergoedingen

De vergoedingen voor de terugkerende evaluatie van de toestellen worden bepaald overeenkomstig artikel 14 van de overeenkomst en conform de toepasselijke regelgeving. Voor de EU is dat Verordening (EU) nr. 319/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 inzake de vergoedingen en rechten die worden geheven door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.

Aanhangsel 1 – Bijzondere voorwaarden

Dit aanhangsel bevat de bijzondere voorwaarden van de EU die van toepassing zijn op in de VS gelegen FFS en de bijzondere voorwaarden van de FAA die van toepassing zijn op in de EU gelegen FFS.

Die bijzondere voorwaarden vormen de aanvullende wettelijke voorschriften, die tijdens de evaluatiecontroles moeten worden gecontroleerd om rekening te houden met de verschillen tussen de regelgevingskaders van de EU en de VS voor vluchtnabootsers.

Aan de EU-zijde berust de verantwoordelijkheid voor de controle op de naleving van de bijzondere voorwaarden van de FAA bij de nationale autoriteiten van de lidstaten waar de door de FAA gecertificeerde toestellen zich bevinden of, in bepaalde omstandigheden, bij het EASA als een in de EU gelegen FFS onder toezicht van het Agentschap staat. De resultaten van de controle op de bijzondere voorwaarden worden geregistreerd in een „verslag betreffende de bijzondere voorwaarden” dat na de evaluatie door de autoriteit wordt opgesteld.

Aanhangsel 2 – Acties van de luchtvaartautoriteit

Dit aanhangsel bevat de specifieke acties die de nationale luchtvaartautoriteiten van EU-lidstaten zullen verrichten bij de uitvoering van terugkerende evaluaties van FFS namens de FAA. Het gaat om de planning, voorbereiding en uitvoering van terugkerende evaluaties de daaruit voortvloeiende follow-upactiviteiten, met inbegrip van de opstelling van evaluatieverslagen en verslagen betreffende de bijzondere voorwaarden ten behoeve van de FAA.