Toelichting bij COM(2019)171 - Sluiting van het protocol tot uitvoering van de visserijovereenkomst met Guinee-Bissau (2019-2024)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau is op 15 april 2008 in werking getreden. Het meest recente protocol bij de overeenkomst is op 24 november 2014 in werking getreden en liep af op 23 november 2017.

Op basis van de desbetreffende onderhandelingsrichtsnoeren 1 heeft de Commissie met de regering van de Republiek Guinee-Bissau onderhandelingen gevoerd met het oog op het sluiten van een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau 2 . Na afloop van deze onderhandelingen is op 15 november 2018 een nieuw protocol geparafeerd. Het protocol bestrijkt een periode van vijf jaar vanaf de datum van voorlopige toepassing, d.w.z. vanaf de datum van de ondertekening ervan, zoals bepaald in artikel 16 van het protocol.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In overeenstemming met de prioriteiten van de hervorming van het visserijbeleid 3 biedt het nieuwe protocol vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden in de wateren van Guinee-Bissau op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en met inachtneming van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas – Iccat). Dit nieuwe protocol houdt rekening met de resultaten van een evaluatie van het meest recente protocol (2014-2017) en van een verkennende evaluatie waarin is nagegaan of het wenselijk is een nieuw protocol te sluiten. Beide evaluaties werden uitgevoerd door externe deskundigen. Voorts zal het protocol het voor de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau mogelijk maken om nauwer samen te werken met het oog op de bevordering van een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de wateren van Guinee-Bissau, en zal het de inspanningen van Guinee-Bissau voor de ontwikkeling van zijn blauwe economie ondersteunen, dit alles in het belang van beide partijen.

Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

(a)vriestrawlers voor de garnaalvisserij;

(b)vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen;

(c)trawlers voor kleine pelagische soorten;

(d)vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen;

(e)vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel.

Voor de eerste drie categorieën worden de vangstmogelijkheden voor de eerste twee jaar uitgedrukt in visserijinspanning (brutoregisterton, brt) en voor de laatste drie jaar in vangstbeperking (totaal toegestane vangsten, TAC).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De onderhandelingen over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Guinee-Bissau passen in het kader van het externe optreden van de EU ten aanzien van de ACS-landen, en houden met name rekening met de doelstellingen van de Unie op het gebied van de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.


2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De gekozen rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waar in artikel 43, lid 2, het gemeenschappelijk visserijbeleid is vastgesteld en waar in artikel 218, lid 6, onder a), v), de desbetreffende fase van de procedure voor het onderhandelen over en het sluiten van overeenkomsten tussen de Unie en derde landen is vastgesteld.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

Evenredigheid

Het voorstel staat in verhouding tot de in artikel 31 van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgestelde doelstelling om een juridisch, ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen tot stand te brengen. Het voorstel is in overeenstemming met die bepalingen, alsook met de bepalingen van artikel 32 van diezelfde verordening over financiële steun aan derde landen.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In 2016 heeft de Commissie een ex-postevaluatie van het huidige protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en Guinee-Bissau verricht, alsook een ex-ante-evaluatie van een eventuele vernieuwing van het protocol. De conclusies van die evaluaties zijn opgenomen in een afzonderlijk werkdocument 4 .

In de evaluatie is geconcludeerd dat de sector van de tonijnvisserij van de EU veel belangstelling heeft voor de visserij in Guinee-Bissau en dat een vernieuwing van het protocol zou bijdragen aan een betere monitoring, controle en bewaking en aan een betere governance van de visserij in de regio.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector, internationale middenveldorganisaties, alsook met de visserijautoriteiten en met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van Guinee-Bissau. Daarnaast heeft ook overleg plaatsgevonden in het kader van de adviesraad voor de volle zee.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Overeenkomstig artikel 31, lid 10, van de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft de Commissie voor de ex-postevaluatie en de ex-ante-evaluatie een beroep gedaan op een onafhankelijke consultant.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Europese Unie bedraagt 15 600 000 EUR, berekend op basis van:

a) een jaarlijks bedrag voor de toegang tot de visbestanden, voor de in het protocol vastgestelde categorieën, dat is vastgelegd op 11 600 000 EUR per jaar voor de hele looptijd van het protocol;

b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid en de blauwe economie van Guinee-Bissau ten bedrage van 4 000 000 EUR per jaar gedurende de hele looptijd van het protocol. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale beleid inzake duurzaam beheer van de continentale en maritieme visbestanden van Guinee-Bissau gedurende de hele looptijd van het protocol.

Het jaarlijkse bedrag van de vastleggings- en betalingskredieten wordt in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure vastgesteld, onder meer voor de reservelijn voor protocollen die bij het begin van het jaar nog niet in werking zijn getreden 5 .