Toelichting bij COM(2019)194 - Wijziging van Besluit (EU) 2019/274 betreffende de ondertekening van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU en Euratom

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kennisgegeven van zijn voornemen zich terug te trekken uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. Overeenkomstig dat artikel heeft de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk onderhandeld over een akkoord over de voorwaarden voor zijn terugtrekking (hierna “het terugtrekkingsakkoord” genoemd), waarbij rekening is gehouden met het kader van de toekomstige betrekkingen van het Verenigd Koninkrijk met de Unie.

Op 5 december 2018 heeft de Commissie voorstellen ingediend voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (COM (2018) 833) en een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (COM (2018) 834).

Op 11 januari 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/274 vastgesteld, waarbij machtiging werd verleend voor de ondertekening van het terugtrekkingsakkoord 1 , en werd het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van het terugtrekkingsakkoord ter goedkeuring aan het Europees Parlement voorgelegd.

In het aan Besluit (EU) 2019/274 gehechte terugtrekkingsakkoord, dat op 19 februari 2019 in Publicatieblad C 66I is gepubliceerd, is 30 maart 2019 vastgesteld als datum van inwerkingtreding van het akkoord.

De regering van het Verenigd Koninkrijk kreeg echter niet de nodige steun van haar parlement om het terugtrekkingsakkoord te ondertekenen en te ratificeren. Het Verenigd Koninkrijk heeft aanvullende garanties verstrekt in een briefwisseling tussen voorzitters Tusk en Juncker en premier May van 14 januari 2019.

Na de ontmoeting tussen voorzitter Juncker en premier May op 20 februari 2019 zijn de besprekingen hervat en geïntensiveerd; zij hadden betrekking op drie gebieden: mogelijke garanties met betrekking tot de “backstop”, die andermaal de tijdelijke aard ervan benadrukken en beide zijden de nodige juridische zekerheid geven; de procedure die de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk zullen volgen om de details uit te werken van de rol die alternatieve regelingen kunnen spelen ter vervanging van de backstop in de toekomst; en de vraag of de politieke verklaring kan worden aangevuld of gewijzigd. De besprekingen tussen de onderhandelaars van de Commissie en het Verenigd Koninkrijk zijn van 21 februari tot en met 10 maart 2019 voortgezet. Op 11 maart 2019 zijn zij uitgemond in een akkoord tussen premier May en voorzitter Juncker van de Europese Commissie over het instrument betreffende het terugtrekkingsakkoord en de gezamenlijke verklaring ter aanvulling van de politieke verklaring. Op 21 maart 2019 heeft de Europese Raad deze twee teksten goedgekeurd.

Op 20 maart 2019 heeft het Verenigd Koninkrijk bij de Europese Raad een verzoek ingediend tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde termijn. De Europese Raad besloot, in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, om deze termijn tot 22 mei 2019 te verlengen, op voorwaarde dat het Lagerhuis het terugtrekkingsakkoord goedkeurt 2 . Op 5 april 2019 heeft het Verenigd Koninkrijk bij de Europese Raad een nieuw verzoek ingediend tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde termijn. Op 11 april heeft de Europese Raad, in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, besloten om die termijn verder te verlengen tot 31 oktober 2019. De Europese Raad heeft eraan herinnerd dat, overeenkomstig artikel 50, lid 3 VEU, het terugtrekkingsakkoord op een eerdere datum in werking kan treden indien de partijen hun respectieve ratificatieprocedures vóór 31 oktober 2019 voltooien. De terugtrekking dient bijgevolg plaats te vinden op de eerste dag van de maand na de voltooiing van de ratificatieprocedures of op 1 november 2019, naargelang van wat eerst is. Bovendien zal het besluit, zoals bepaald in artikel 2, lid 2, ervan, op 31 mei 2019 ophouden van toepassing te zijn in het geval dat het Verenigd Koninkrijk geen verkiezingen voor het Europees Parlement overeenkomstig het toepasselijke Unierecht heeft gehouden en het terugtrekkingsakkoord uiterlijk 22 mei 2019 niet heeft geratificeerd.

Bijgevolg moet de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord in overeenstemming worden gebracht met het hierboven bedoelde besluit van de Europese Raad. In overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk is het terugtrekkingsakkoord op drie plaatsen als volgt aangepast:

- in de laatste overweging zijn de woorden “29 maart 2019” vervangen door “de datum van inwerkingtreding van dit akkoord”;

- in artikel 185 is de eerste alinea vervangen door “op een van de volgende data, al naargelang welke datum eerder valt:

(a)    de dag na afloop van in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn, zoals verlengd door de Europese Raad in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, op voorwaarde dat de depositaris van dit akkoord vóór die datum de schriftelijke kennisgevingen van de Unie en het Verenigd Koninkrijk over de voltooiing van de noodzakelijke interne procedures heeft ontvangen;

(b)de eerste dag van de maand volgende op de ontvangst door de depositaris van dit akkoord van de laatste van de onder a) bedoelde schriftelijke kennisgevingen.

In het geval dat de depositaris van dit akkoord de onder a) bedoelde schriftelijke kennisgevingen niet heeft ontvangen vóór het einde van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn, zoals verlengd door de Europese Raad in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, treedt dit akkoord niet in werking.”;

- in artikel 2 van het Protocol inzake Gibraltar is de datum '30 maart 2019' vervangen door 'de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord'.

Daardoor moet Besluit (EU) 2019/274 worden gewijzigd om de tekst van het aan die beschikking gehechte terugtrekkingsakkoord te vervangen door de aangepaste tekst die de drie hierboven bedoelde wijzigingen weerspiegelt. Dientengevolge moet het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het terugtrekkingsakkoord (COM (2018) 834) worden geacht te verwijzen naar het terugtrekkingsakkoord zoals aangepast ingevolge Besluit (EU) van de Europese Raad van 11 april 2019.