Toelichting bij COM(2019)257 - Jaarverslag over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten 2018

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 5.6.2019 COM(2019) 257 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN

DE REGIO'S

Jaarverslag over

de toepassing van

het EU-Handvest van de

grondrechten

2018

{SWD(2019) 198 final}

1. Inleiding

Elk jaar brengt de Europese Commissie verslag uit over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten (hierna “het Handvest” genoemd)1 in de EU en haar lidstaten. Het onderhavige verslag heeft betrekking op 2018 en markeert de tiende verjaardag van de inwerkingtreding van het Handvest.

Dit verslag laat zien dat het Handvest zich heeft bewezen als het meest moderne, geavanceerde en brede juridisch bindende instrument voor de grondrechten. Het Handvest is het doeltreffendst wanneer het door de volledige handhavingsketen wordt toegepast; het heeft dan werkelijk impact op het leven van mensen.

Er is echter ruimte voor verbetering, vooral op nationaal niveau. Een recente Eurobarometerenquête over de bekendheid van het Handvest2 wijst namelijk uit dat slechts 42 % van de respondenten van het instrument heeft gehoord en dat maar 12 % weet wat het is. Ook zou 60 % graag beter worden geïnformeerd over de in het Handvest vervatte rechten en over waar je terechtkunt als je rechten worden geschonden.

Het is belangrijk te waarborgen dat het Handvest iedereen ten goede komt. De nationale autoriteiten, waaronder de rechtbanken, worden geacht het Handvest toe te passen bij de uitvoering van EU-wetgeving. Maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers spelen een belangrijke rol waar het erom gaat de betrokken rechten meer bekendheid te geven en te waarborgen dat iedereen deze rechten daadwerkelijk kan genieten. Zonder dynamische maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers kunnen grondrechten niet doeltreffend worden beschermd. In 2018 heeft de Commissie juridische stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat maatschappelijke organisaties veilig en onafhankelijk kunnen functioneren3. Zij heeft ook wetgeving voorgesteld om de financiële steun voor hun werk te versterken4.

Met het oog op de Europese verkiezingen van mei 2019 heeft de Commissie maatregelen genomen5 om ervoor te zorgen dat de burgers hun kiesrecht vrij en goed geïnformeerd kunnen

1 Mededeling van de Commissie „Strategie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten door de Europese Unie”, COM(2010) 573.

2 Speciale Eurobarometer 487b.

3 europa.eu/rapid/press-release_IP-18-4522_en

4 COM(2018)384, beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2018:384:FIN; COM (2018) 383, beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2018:383:REV1

5 Zie punt 2.1.3.

uitoefenen. Een gezonde democratie en eerbiediging van de rechtsstaat zijn essentiële voorwaarden voor de bevordering en bescherming van de grondrechten, en omgekeerd.

2. Toepassing van het Handvest in en door de EU

2.1. De

grondrechten bevorderen en beschermen

2.1.1 Ondersteuning van maatschappelijke organisaties en van

mensenrechtenverdedigers

Maatschappelijke organisaties die actief zijn op het gebied van de grondrechten, nationale mensenrechteninstellingen en organen voor de bevordering van gelijke behandeling spelen een belangrijke rol bij het uitdragen van de rechten van het Handvest en het waarborgen van de doeltreffende uitvoering ervan in de praktijk. Ondersteuning en bescherming van die rechten is des te belangrijker wanneer de grondrechten onder vuur liggen6. De positie van maatschappelijke organisaties stond centraal op het colloquium van de Commissie over de grondrechten 20187. De deelnemers benadrukten dat maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers op veilige, onafhankelijke en transparante wijze moeten kunnen werken. Zij moeten ook toegang hebben tot voldoende financiële middelen om de grondrechten daadwerkelijk gestalte te kunnen geven in het leven van de burgers.

Op 30 mei 2018 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een fonds voor justitie, rechten en waarden, dat tot doel heeft meer steun te verlenen aan mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke organisaties die actief zijn op het gebied van de bescherming en bevordering van rechten uit hoofde van het Handvest. Het zal bijvoorbeeld de maatschappelijke organisaties ondersteunen bij het verbeteren van de toegang tot de rechter voor iedereen, met name door middel van voorlichtingsactiviteiten inzake rechten, de uitwisseling van beste praktijken inzake procesvoering en training op het gebied van het Handvest8. Het zal ook organisaties ondersteunen bij het waarborgen van de effectiviteit van de grondrechten door activiteiten te financieren met betrekking tot de deelname aan het democratische bestel van de EU, gelijkheid en non-discriminatie, en de bestrijding en voorkoming van racisme en geweld9.

6 Zie de publicatie van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten van mei 2018 over de uitdagingen voor maatschappelijke organisaties, beschikbaar op:

https://fra.europa.eu/en/publication/2018/challenges-facing-civil-society-orgs-human-rights-eu en het colloquium van de Commissie over de grondrechten in 2018, dat beschikbaar is op: https://fra.europa.eu/en/publication/2018/colloq-civil-society.

7 Documenten en conclusies zijn beschikbaar op: https://ec.europa.eu/info/events/annual-colloquium-fundamental-rights_en.

8 COM (2018) 384 (programma „Justitie”).

9 COM (2018) 383 (programma “Rechten en waarden”).

De Commissie heeft ook raadplegingen verricht met het oog op een door het Europees Parlement gevraagde voorbereidende actie met betrekking tot een EU-fonds voor financiële steun voor het procederen in zaken die verband houden met schendingen van de democratie, rechtsstaat en grondrechten. Het doel is om juristen en rechtsbeoefenaars meer vertrouwd te maken met de rechten van het Handvest en met de wijze waarop deze op nationaal en Europees niveau ten uitvoer kunnen worden gelegd.

Voorts heeft de Commissie in haar wetgevingsvoorstel voor het EU-financieringsbeleid onder gedeeld beheer voor de periode na 202010 de doeltreffende toepassing en tenuitvoerlegging van het Handvest opgenomen als randvoorwaarde. Het voorstel omvat ook regelingen om na te gaan of de door de EU-fondsen gesteunde activiteiten in overeenstemming zijn met het Handvest.

Op 22 juni 2018 heeft de Commissie een aanbeveling11 aangenomen om de lidstaten ertoe aan te zetten maatregelen vast te stellen ter verbetering van de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van de organen voor gelijke kansen. Dit is van vitaal belang, willen de lidstaten efficiënt te werk gaan. Verder is de Commissie toezicht blijven houden op de nationale wetgeving die van invloed is op het werk van maatschappelijke organisaties en heeft zij actie ondernomen als zij een inbreuk op het EU-recht had vastgesteld12.

2.1.2 Bescherming van klokkenluiders op EU-niveau

Op 23 april 2018 heeft de Commissie gemeenschappelijke minimumnormen voorgesteld om in de hele EU een hoog niveau van bescherming van klokkenluiders te waarborgen13. Deze normen zullen een duidelijk positief effect hebben op de vrijheid van meningsuiting van klokkenluiders (artikel 11 van het Handvest). Bescherming van klokkenluiders tegen represailles is essentieel om de vrijheid van de media en de waakhondfunctie van onderzoeksjournalistiek in democratische samenlevingen te vrijwaren.

Klokkenluiders zullen inbreuken op het onder de richtlijn vallende EU-recht zowel intern (binnen een organisatie) als extern (aan een bevoegde autoriteit) kunnen melden via gemakkelijk toegankelijke en beveiligde kanalen. Klokkenluiders zullen ook kunnen overgaan tot openbaarmaking, wanneer dergelijke kanalen niet beschikbaar zijn of redelijkerwijs niet

10 COM(2018) 375 final.

11 COM(2018) 951 final.

12 Zie onderdeel 3.1.

13 COM(2018) 218 final. Het Europees Parlement en de Raad hebben op 11 maart 2019 een akkoord bereikt over dit voorstel.

kan worden verwacht dat deze naar behoren functioneren, of in geval van dreigend of manifest gevaar voor het algemeen belang. Op grond van deze regels zullen represailles bovendien verboden en strafbaar zijn en zullen klokkenluiders die niettemin te maken krijgen met represailles, over doeltreffende rechtsmiddelen beschikken.

2.1.3 Bevordering van

het kiesrecht

Voorzitter Juncker heeft in zijn Staat van de Unie 201814 maatregelen aangekondigd om EU-burgers te helpen hun kiesrecht uit hoofde van het Handvest op een doeltreffende, vrije, eerlijke en veilige manier uit te oefenen. Deze maatregelen volgen op de aanbevelingen van februari 2018 , waarin de Commissie praktische stappen uiteenzette om de verkiezingen van 201 9 voor het Europees Parlement efficiënter te laten verlopen. Recente

zaken hebben de aandacht gevestigd op de risico’s van massale online

desinformatiecampagnes, niet-tra nspa ra nte politieke reclame, misbruik van persoonsgegevens van burgers, schendingen van conventionele verkie z ing swa a rbo r g e n, cy b era a nva ll e n en andere pogingen tot inmenging in de verkiezingen en tot ondermijning van de democratie in Europa. De door de Europese Commissie voorgestelde maatregelen16 strekken tot ondersteuning van gezamenlijke actie van alle betrokken deelnemers aan het democratisch proces, teneinde:

autoriteiten in staat te stellen eventuele bedreigingen vlug op te sporen, informatie uit te wisselen en snel en gecoördineerd te reageren;

te zorgen voor meer transparantie rond online en gerichte politieke reclame en voor veiligheidsmaatregelen om netwerken en informatiesystemen te beschermen tegen cyberdreigingen;

de nationale autoriteiten en Europese en nationale politieke partijen te helpen om de nieuwe E U - verplic hti nge n inzake gegevensbescherming17 correct toe te passen in de electorale context;

het mogelijk te maken financiële sancties op te leggen voor inbreuken op de regels inzake gegevensbescherming die ten doel hebben het resultaat van de Europese verkiezingen opzette lijk te beïnvloeden.

14 https://ec.europa.eu/commission/priorities/state-union-speeches/state-union-2018_nl.

15 C(2018) 900.

16 SEC(2018) 5949, SEC(2018) 638, COM(2018) 636 en COM(2018) 630.

17 De nieuwe EU-regels voor gegevensbescherming zijn in mei 2018 van toepassing geworden. Zij gelden voor alle Europese en nationale politieke partijen en voor andere actoren in de verkiezingscontext, zoals gegevensmakelaars en socialemediaplatforms.

Naar aanleiding van het werk van de deskundigengroep op hoog niveau inzake nepnieuws19 heeft de Commissie op 26 april 2018 een mededeling over de bestrijding van online-desinformatie20 vastgesteld en vertegenwoordigers van onlineplatforms, de reclamesector en grote adverteerders21 gevraagd om in het kader van zelfregulering een praktijkcode betreffende desinformatie22 op te stellen. Wie de gedragscode onderschrijft, verplicht zich onder meer tot het waarborgen van de transparantie van politieke reclame, het sluiten van actieve nepaccounts, het markeren van boodschappen afkomstig van „bots” en het zichtbaarder maken van geverifieerde inhoud. De Commissie en de hoge vertegenwoordiger hebben deze mededeling aangevuld door een gezamenlijk actieplan23 uit te werken voor de aanpak van desinformatie. Dit omvat verbeterde gegevensanalyse- en

opsporingsinstrumenten, een systeem voor snelle waarschuwing om informatie over desinformatiecampagnes te delen en de respons te coördineren, en toezicht op de uitvoering van de praktijkcode.

2.1.4 Het bevorderen van een samenleving die in het teken staat van verdraagzaamheid, pluralisme en non-discriminatie

Uit gegevens die in 2018 zijn gepubliceerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten blijkt dat racisme en discriminatie nog steeds toenemen24. Tegen deze achtergrond is de Groep op hoog niveau inzake de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid maatregelen blijven ontwikkelen tegen haatmisdrijven en haatpropaganda in de EU25. Een belangrijk resultaat was een leidraad voor de praktische toepassing van het kaderbesluit van de EU betreffende de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat26, die de lidstaten moet helpen de problemen op

18 De sancties zouden tot 5 % van het jaarlijkse budget van de betrokken Europese partij of stichting bedragen. De boete wordt geheven door de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen.

19 https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/final-report-high-level-expert-group-fake-news-and-online-disinformation

20 COM(2018) 236 final.

21 Facebook, Google, Twitter en Mozilla alsmede de bedrijfsverenigingen die onlineplatforms en de reclamesector vertegenwoordigen.

22 https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/code-practice-disinformation.

23 JOIN(2018) 36 final.

24 Resultaten van de tweede ronde van de enquête over minderheden en discriminatie (EU MIDIS II), beschikbaar op: https://fra.europa.eu/en/publication/2017/eumidis-ii-main-results;

https://fra.europa.eu/en/publication/2017/second-european-union-minorities-and-discrimination-survey-eu-midis-ii-muslims; https://fra.europa.eu/en/publication/2018/eumidis-ii-being-black. https://fra.europa.eu/en/publication/2018/2nd-survey-discrimination-hate-crime-against-jews.

25 https://ec.europa.eu/newsroom/just/item-detail.cfm?&item_id=51025

26 PB L 328 van 6.12.2008, blz. 55.

te lossen waarmee zij worden geconfronteerd bij het omzetten van hun wettelijke verplichtingen in het belang van het publiek27.

De Commissie bleef ook toezicht houden op de impact van de gedragscode voor de bestrijding van haatzaaiende uitlatingen op het internet28. De evaluaties van 2018 wijzen uit dat er tastbare resultaten zijn geboekt wat betreft de verwijdering van illegale haatuitingen29. IT-bedrijven verwijderden gemiddeld meer dan 70 % van de aan hen gemelde inhoud, tegenover 59 % in 2017 en 28 % in 2016. In 2018 hebben nog vier ondernemingen (Instagram, Google+, Snapchat en Dailymotion) aangekondigd de gedragscode te zullen onderschrijven.

De Raad heeft een verklaring30 betreffende verdere maatregelen ter bestrijding van antisemitisme vastgesteld. Uit de enquête over antisemitisme 31 die het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten in 2018 heeft gehouden, blijkt dat er nog steeds problemen zijn. 9 op de 10 respondenten zijn van mening dat antisemitisme in de vijf jaar voorafgaand aan de enquête in hun land is toegenomen. Meer dan 8 op de 10 respondenten vinden dat een ernstig probleem. De Commissie is steun blijven verlenen aan initiatieven ter bestrijding van alle vormen van antisemitisme in het kader van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap”. Zij heeft de twaalfde studiebijeenkomst EU-Israël op hoog niveau over de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme georganiseerd, en ook in 2018 weer bijgedragen tot het bewustzijn onder haar personeel door middel van training over het herdenken van de Holocaust en antisemitisme. In november 2018 werd de EU een permanente internationale partner van de International Holocaust Remembrance Alliance.

De Commissie is nauwer gaan samenwerken met de belangrijkste belanghebbenden en maatschappelijke organisaties op het gebied van de bestrijding van moslimhaat. Een bijeenkomst van Europese imams werd op 28 maart 2018 gehouden en op 3 december 2018 vond een conferentie op hoog niveau plaats over de bestrijding van onverdraagzaamheid en discriminatie ten aanzien van moslims in de EU32. Op deze conferentie heeft het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten een databank over moslimhaat in gebruik genomen33.

https://ec.europa.eu/newsroom/just/document.cfm?doc_id=55607

Voor meer informatie zie: https://ec.europa.eu/newsroom/just/item-detail.cfm?item_id=54300.

https://ec.europa.eu/newsroom/just/item-detail.cfm?item_id=54300.

data.consilium.europa.eu/doc/document.

https://fra.europa.eu/en/publication/2018/2nd-survey-discrimination-hate-crime-against-jews.

https://ec.europa.eu/newsroom/just/document.cfm?doc_id=57312.

https://fra.europa.eu/en/databases/anti-muslim-hatred/.

27

28

29

30

31

32

33

In 2018 heeft de Commissie haar verslag over de tussentijdse evaluatie34 van het uit 2011 daterende EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020 vastgesteld. Daarin kwam met name de vooruitgang op het gebied van het onderwijs ter sprake. In het kader van het Europees Semester is de Commissie blijven toezien op de integratie van de Roma en heeft zij landspecifieke aanbevelingen gedaan voor inclusief regulier onderwijs voor Roma-kinderen in vier landen (BG, HU, RO, SK). In haar voorstellen van mei 2018 voor de Structuurfondsen voor de periode 2021-202735 heeft de Commissie een sterkere koppeling voorgesteld tussen de beleidsprioriteiten en de financieringsprioriteiten met betrekking tot de integratie van de Roma. Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” financierde ook projecten ter ondersteuning van de integratie van de Roma en de bestrijding van discriminatie en zigeunerhaat in Europa.

COM(2018) 785 (periode 2011-2017). COM(2018) 382 en COM(2018) 375.

34

35

2.2. De

eerbiediging van de grondrechten waarborgen

De instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de EU moeten zich bij alles wat zij doen aan het Handvest houden. Gevallen van niet-na levin g kunnen bij het Hof van Justitie van de EU aanhangig worden gemaakt. In 2018 is de Commissie de grondrechten blijven integreren in haar wetgevings- en beleidsinitiatieven om ervoor te zorgen dat het Handvest wordt nageleefd. Enkele voorbeelden:

de voorgestelde verordening ter voorkoming van de verspreiding van terroristische online-inhoud . Deze verordening voorziet in een geharmoniseerd rechtskader dat waarborgt dat onli ne-hostingdiensten niet worden gebruikt om terroristische inhoud te delen. Het verduidelijkt de verantwoordelijkheid van de lidstaten en de aanbieders van hosti ng dienste n bij het waarborgen van de veiligheid van de diensten en bij het opsporen en verwijderen van terroristische inhoud. De Commissie heeft het effect van het voorstel op de rechten van het Handvest geanalyseerd en er waarborgen in opgenomen om de eerbiediging van deze rechten te garanderen;

de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten (AVM D) versterkt de strij d tegen illegale en schadelijke inhoud met betrekking tot alle audiovisuele diensten, met inbegrip van sociale media. Vide oplatfor ms (zoals YouT ube) moeten maatregelen nemen om kinderen te beschermen tegen schadelijke inhoud en om het publiek te beschermen tegen aanzetten tot geweld of haat en tegen bepaalde strafbare nhoud;

voorgestelde maatregelen inzake kunstmatige intelligentie (AI) . De ontwikkelingen

op het gebied van AI moeten in overeenstemming zijn met het Handvest („grondrechten door ontwerp”). Op 7 december heeft de Commissie in samenwerking met de lidstaten een

gecoördineerd plan ingediend om ervoor te zorgen dat AI wordt toegepast op een wijze die strookt met de grondrechten en ethische regels. Op 18 december 2018 heeft de groep op hoog niveau kunstmatige intelligentie39 van de Commissie ethische richtsnoeren40 opgesteld die ook de impact van AI op de grondrechten be strij ken;

financieringsinstrumenten op het gebied van migratie, grensbeheer en veiligheid voor het volgende meerjarig financieel kader (MFK) . In deze voorstellen wordt benadrukt dat het gebruik van de betrokken middelen volledig in overeenstemming dient te zijn met de rechten en beginselen van het Handvest. Bij de met steun van EU-fondsen uitgevoerde acties

COM(2018) 640 final.

PB L 303 van 28.11.2018, blz. 69.

COM(2018) 237 final.

https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/high-level-expert-group-artificial-intelligence.

https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/draft-ethics-guidelines-trustworthy-ai.

COM(2018) 471 final, COM(2018) 473 final en COM(2018) 472 final.

36

37

38

39

40

4

moet in het bijzonder rekening worden gehouden met de grondrechten van kinderen, migranten, vluchtelingen en asielzoekers, en moet worden gezorgd voor volledige eerbiediging van het recht op menselijke waardigheid, het recht op asiel en de rechten van personen die internationale bescherming behoeven of bescherming nodig hebben in geval van verwijdering.

2.3. Toezicht op de EU-instellingen door het Hof van Justitie

De zaak Mykola Yanovych Azarov tegen de Raad42

zaak Mykola Yanovych Azarov tegen de Raad betrof een hogere voorziening tegen de bevriezing van tegoeden en economische middelen in verband met de situatie in Oekraïne. De naam van rekwirant stond op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren op grond van een beslissing van een rechterlijke instantie van een niet-EU-land. De Raad had de verplichting na te gaan of die beslissing was genomen met volledige inachtneming van de rechten van de verdediging en het recht op effectieve rechterlijke bescherming. Het Hof oordeelde dat uit de motivering niet bleek dat de Raad is nagegaan of het Oekraïense gerechtelijke apparaat de rechten van de verdediging en het recht op rechterlijke bescherming van rekwirant in acht had genomen. Bijgevolg heeft het Hof de litigieuze maatregelen nietig verklaard voor zover zij betrekking hebben op rekwirant.

Zaak C-530/17.

42

3. Toepassing van het Handvest in en door de lidstaten

3.1 Ontwikkelingen

op het gebied van de grondrechten en de rechtsstaat

Het Handvest is uitsluitend gericht tot de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, zoals bepaald in artikel 51 van het Handvest. Er kan daarom alleen een inbreukprocedure worden ingesteld als er voldoende aanknoping is met het Unierecht. De Commissie ontvangt elk jaar tal van klachten ten aanzien waarvan zij niet kan optreden, aangezien de situatie niet binnen de werkingssfeer van het EU-recht valt43. Dit kan tot enige frustratie leiden bij personen die zich op hun rechten willen beroepen.

In 2018 heeft de Commissie actie ondernomen in de navolgende zaken met betrekking tot het Handvest.

Op 24 september 2018 heeft de Commissie Polen voor het Hof van Justitie van de EU gedaagd wegens schending van het beginsel van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht door de nieuwe wet inzake het Hooggerechtshof. De Commissie is van mening dat de in de nieuwe wet opgenomen pensioenregeling voor rechters onverenigbaar is met het EU-recht, aangezien zij afbreuk doet aan het beginsel van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, met inbegrip van het feit dat rechters niet uit hun functie kunnen worden ontheven (artikel 19, lid 1, VEU in samenhang met artikel 47 van het Handvest). Op 17 december 2018 heeft het Hof van Justitie van de EU een definitieve uitspraak met betrekking tot voorlopige maatregelen gedaan, waarbij wordt gelast de toepassing van de pensioenregeling van het Hooggerechtshof te staken.

Op 19 juli 2018 heeft de Commissie een inbreukprocedure ingeleid in verband met een Hongaarse wet die alle bijstand strafbaar stelt die personen namens nationale, internationale en niet-gouvernementele organisaties bieden aan personen die asiel of een verblijfsvergunning in Hongarije willen aanvragen. Diezelfde dag heeft de Commissie Hongarije voor het Hof van Justitie van de EU gedaagd omdat zijn asiel- en terugkeerwetgeving niet in overeenstemming is met het EU-recht. Dit volgt op een inbreukprocedure die in 2015 is gestart en op de daaropvolgende contacten44.

43 In 2018 betrof 45 % van de brieven van het publiek zaken ten aanzien waarvan de EU niet bevoegd is. Zie het werkdocument van de diensten van de Commissie, blz. 4.

44 europa.eu/rapid/press-release_IP-18-4522_en.

2.

Op 8 november 2018 heeft de Commissie een inbreukprocedure tegen Bulgarije ingeleid


wegens onjuiste tenuitvoerlegging van de asielwetgeving van de EU. De bezwaren betreffen

met name de huisvesting en de wettelijke vertegenwoordiging van niet-begeleide

minderjarigen, de identificatie en ondersteuning van kwetsbare asielzoekers, de verstrekking

van passende rechtsbijstand, de bewaring van asielzoekers en waarborgen in het kader van de detentieprocedure45.

Ook wanneer zij buiten het rechtskader van de EU optreden, zijn de lidstaten verplicht de waarden in acht te nemen waarop de EU is gegrondvest. Met name de eerbiediging van de rechtsstaat is een voorwaarde voor de bescherming van de grondrechten. In 2018 hield de Raad drie hoorzittingen met betrekking tot de situatie van de rechtsstaat in Polen, nadat de Commissie in 2017 artikel 7, lid 1, VEU in werking had gesteld. Op 12 september 2018 besloot het Europees Parlement een procedure als bedoeld in artikel 7, lid 1, in te leiden tegen

Hongarije.

3.2. Richtsnoeren

van het

Hof

Justitie

voor de lidstaten

3.

In 2018


verwees het

Hof

Justitie

EU (HvJ-EU) in 356

zaken naar het

Handvest

(tegenover 27 in 2010).

europa.eu/rapid/press-release_MEMO-18-6247_en.

van

4.

van de


van

45

Nationale rechtbanken die een kwestie voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (met het oog op een prejudiciële beslissing), verwijzen steeds vaker naar het Handvest (84 zaken in 2018, tegenover 19 in 2010).

In 2018 heeft het Hof van Justitie in een aantal non-discriminatiezaken naar het Handvest verwezen. In twee gevallen waarin op een bepaalde grondslag gebaseerde organisaties werknemers verschillend behandelden naar gelang van hun godsdienst46, heeft het Hof voor het eerst de interpretatie van artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2000/78/EG47 verduidelijkt, dat voorziet in een uitzondering op het beginsel van non-discriminatie op grond van godsdienst, wanneer de werkgever een kerk of een andere organisatie is waarvan de grondslag op godsdienst of overtuiging is gebaseerd. Het Hof verwees uitdrukkelijk naar de artikelen 10, 21 en 47 van het Handvest en stelde vast dat Richtlijn 2000/78/EG het grondrecht van werknemers om niet te worden gediscrimineerd op grond van hun godsdienst beschermt, maar er ook op is gericht het recht op autonomie van kerken en op een bepaalde grondslag gebaseerde organisaties in aanmerking te nemen, overeenkomstig artikel 10 van het Handvest.

46 Zaak C-414/16, Egenberger tegen Evangelisches Werk für Diakonie und Entwicklung eV en zaak C-68/17, IR tegen JQ.

47 Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

In de zaak Coman48 heeft het Hof bevestigd dat het begrip „echtgenoot” in de bepalingen van de EU-wetgeving inzake vrij verkeer en verblijf van burgers van de Unie op een met een andere persoon in het huwelijk verbonden persoon ziet, genderneutraal is en dus betrekking kan hebben op een echtgenoot van hetzelfde geslacht. Het Hof wees erop dat de door artikel 7 van het Handvest gewaarborgde rechten dezelfde betekenis en strekking hebben als die welke worden gewaarborgd door artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het Hof verwees naar de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waaruit volgt dat de relatie van een paar van hetzelfde geslacht onder de begrippen „privéleven” en „familie- en gezinsleven” kan vallen, net zoals de relatie van een paar van verschillend geslacht dat zich in dezelfde situatie bevindt.

In twee zaken betreffende de toepassing van het recht op een doeltreffende voorziening in rechte op de EU-regels inzake asiel en terugkeer49 oordeelde het HvJ-EU dat artikel 47 van het Handvest, gelezen in samenhang met artikel 18 en artikel 19, lid 2, van het Handvest, vereist dat een persoon die om internationale bescherming verzoekt, zijn rechten daadwerkelijk moet kunnen doen gelden voor een rechterlijke instantie.

3.3. Nationale jurisprudentie waarin naar het Handvest wordt verwezen

Nationale rechters spelen een belangrijke rol bij de handhaving van de grondrechten. Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten heeft vastgesteld dat de nationale rechters ook in 2018 naar het Handvest verwezen, met name op het gebied van asiel en migratie, gegevensbescherming en justitiële samenwerking in strafzaken50.

Het Handvest is alleen van toepassing op de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen (artikel 51 VEU). Nationale rechters verwijzen echter niet alleen naar het Handvest in zaken die binnen het toepassingsgebied van het EU-recht vallen. In de meeste gerechtelijke uitspraken die naar het Handvest verwijzen, komt de vraag of en waarom het Handvest van toepassing is niet aan de orde. Slechts zelden worden artikel 51 van het Handvest en het toepassingsgebied ervan door rechters geanalyseerd51.

5.

In 2018 werden eerdere patronen bevestigd wat betreft verwijzingen naar specifieke artikelen van het Handvest. Het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig


48 Zaak C-673/16.

49 Zaak C-175/17, X tegen Belastingdienst/Toeslagen en zaak C-180/17, X en Y tegen Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

50 Verslag van het Bureau van de Europese Unie over de grondrechten 2019.

51 Idem.

gerecht (artikel 47) bleef de meest aangehaalde bepaling van het Handvest. De nationale rechters verwezen ook naar het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven (artikel 7) en het recht op de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8)52. Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van de navolgende gevallen.

In Finland53 stelde het Bestuurlijk Hooggerechtshof vast dat de immigratiediensten niet mogen verlangen dat asielzoekers foto’s of video-opnamen van intieme handelingen verstrekken om te staven dat zij worden vervolgd op grond van seksuele geaardheid, aangezien dit inbreuk zou maken op het recht op menselijke waardigheid (artikel 1 van het Handvest) en het recht op een privéleven (artikel 7 van het Handvest).

In Tsjechië54 oordeelde het Bestuurlijk Hooggerechtshof dat paragraaf 171(a) van de wet inzake het verblijf van onderdanen van vreemdelingen, op grond waarvan de weigering om een visum te verlenen niet voor de rechter kan worden aangevochten, strijdig is met artikel 47 van het Handvest (recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een eerlijk proces).

In Portugal55 heeft het Grondwettelijk Hof zich gebogen over artikel 7, lid 3, van Wet 34/2004 inzake de toegang tot de rechter, op grond waarvan het verboden is om rechtsbijstand te verlenen aan entiteiten met een winstoogmerk. Het Grondwettelijk Hof heeft de norm ongrondwettig verklaard en benadrukt dat het recht op een doeltreffende rechterlijke bescherming, dat door artikel 47 van het Handvest wordt gewaarborgd, kan vereisen dat rechtsbijstand wordt verleend aan rechtspersonen met een winstoogmerk.

4. Focus: tien jaar Handvest

In de EU-instellingen is geleidelijk een grondrechtencultuur ontwikkeld. Beleidsmakers zijn zich er steeds meer van bewust dat het belangrijk is te waarborgen dat hun initiatieven in overeenstemming zijn met het Handvest56. Sinds de inwerkingtreding van het Handvest heeft de EU een aantal initiatieven genomen om de in het Handvest vervatte rechten rechtstreeks te

52 Idem.

53 Finland, Bestuurlijk Hooggerechtshof, zaak 3891/4/17, 13 april 2018.

54 Tsjechië, Bestuurlijk Hooggerechtshof, zaak 6 Azs 253/2016 – 49, 4 januari 2018.

55 Portugal, Grondwettelijk Hof, zaak 242/2018, 8 mei 2018.

56 Zie de operationele richtsnoeren van de Commissie van 2011 over het in aanmerking nemen van de grondrechten bij effectbeoordelingen en het pakket „Betere regelgeving” van 2015, waardoor toetsing aan het Handvest een integrerend deel is gaan uitmaken van de effectbeoordeling (Tool28). Zie ook de richtsnoeren over methodologische stappen om de verenigbaarheid met de grondrechten in de voorbereidende instanties van de Raad te controleren (doc. 5377/15 van 20 januari 2015) en de mogelijkheid van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) van het Europees Parlement om een advies over een wetgevingsdossier in te dienen (Reglement van het Europees Parlement, artikel 38).

bevorderen en te beschermen57. In vergelijking met 2010 verwijst het HvJ-EU vaker naar het Handvest. De werkzaamheden om de grondrechten te bevorderen en te beschermen moeten worden voortgezet met een krachtige politieke EU-agenda.

Nationale rechters verwijzen ook naar het Handvest in hun besluiten en vragen het HvJ-EU steeds vaker om richtsnoeren58. Toch wordt het Handvest nog niet optimaal gebruikt en geniet het geringe bekendheid59 Volgens het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten ontbreekt het aan nationaal beleid dat de bekendheid en de tenuitvoerlegging van het Handvest bevordert60. Uit de Eurobarometer over de bekendheid van het Handvest61 blijkt dat, ondanks een lichte verbetering sinds 2012, slechts 42 % van de respondenten van het Handvest heeft gehoord en slechts 12 % echt weet wat het is.

57 Vermeld in punt 2.1. („De grondrechten bevorderen en beschermen”) van de jaarverslagen van de Commissie over de toepassing van het Handvest, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/info/aid-development-cooperation-fundamental-rights/your-rights-eu/eu-charter-fundamental-rights/application-charter/annual-reports-application-charter_en.

58 Zie punt 3.2. Zie ook de aanbevelingen van het HvJ-EU aan de nationale rechterlijke instanties over het aanhangig maken van prejudiciële procedures, PB C 257, 20.07.2018. Zie: Burgorgue-Larsen, L. (2017), La Charte des droits fondamentaux saisie par les juges en Europe, Parijs, Pedone. Zie advies 4/2018 van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten getiteld 'Challenges and opportunities for the implementation of the Charter of Fundamental Rights', september 2018, beschikbaar op:

https://fra.europa.eu/en/opinion/2018/charter-training. Zie ook de in maart 2018 door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten gepubliceerde nationale landenfiches over de toepassing van het Handvest, beschikbaar op https://fra.europa.eu/en/charterpedia/fra-charter-resources.

59 Zie advies 4/2018 van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten getiteld 'Challenges and opportunities for the implementation of the Charter of Fundamental Rights', september 2018, beschikbaar op: https://fra.europa.eu/en/opinion/2018/charter-training. Zie ook het FRA-verslag over de grondrechten 2019 inzake het gebruik van het Handvest bij de nationale wetgevingswerkzaamheden en de nationale landenfiches van het FRA over de toepassing van het Handvest, op.cit.

60 Zie het FRA-verslag over de grondrechten 2019 inzake het ontbreken van nationale beleidsmaatregelen ter bevordering van de toepassing van het Handvest.

61 Speciale Eurobarometer 487b.

QB1 Heeft uw wel eens gehoord van het Handvest van de grondrechten van de EU? (% - EU)

6.

Geen mening 1 (-1)


Nee 57 (-2)

Ja, en u weet

wat het is

12 (+5)

7.

Ja, maar u weet


niet precies wat

het is

8.

30 (-2)


(maart 2019 – juni 2012)

Uit de resultaten blijkt ook dat zes van de tien respondenten graag meer zouden willen weten over het Handvest en over de vraag of hun in het Handvest vervatte rechten worden geschonden.

QB6 Zou u beter willen worden geïnformeerd over de volgende aspecten van het Handvest? (% - EU)

9.

DE INSTANTIE WAAR U TERECHT KUNT ALS UW IN HET


HANDVEST VERVATTE RECHTEN WORDEN GESCHONDEN,

10.

BV. EEN BEVOEGDE RECHTBANK OF EEN


KLACHTENORGAAN

DE INHOUD VAN HET HANDVEST, D.W.Z. UW GRONDRECHTEN ALS EU-BURGER

WANNEER HET HANDVEST VAN TOEPASSING IS EN

WANNEER NIET

DE HISTORISCHE EN POLITIEKE ACHTERGROND VAN HET

HANDVEST, DE DATUM VAN VASTSTELLING, DE

VERANTWOORDELIJKE INSTANTIE ENZ.

201
20
21
9

l

11.

15 5


I

12.

15 5


I

13.

15 5



19 5

14.

Zeer geïnteresseerd Matig geïnteresseerd Niet erg geïnteresseerd Totaal niet geïnteresseerd


Totaal 'Geïnteresseerd'

15.

Geen mening


Het Handvest kan in de praktijk alleen doeltreffend zijn als mensen op de hoogte zijn van hun rechten, als zij weten waar zij kunnen aankloppen wanneer hun rechten worden geschonden, en als de nationale rechters, wetgevers en overheden hun rechten toepassen.

Het interactieve online grondrechteninstrument62 helpt mensen bij schending van hun rechten de bevoegde nationale autoriteit te vinden. In 2018 werd het 3 871 keer geraadpleegd en er zou meer bekendheid aan kunnen worden gegeven om het gebruik ervan te bevorderen.

De door de EU-voorzitterschappen in samenwerking met de Commissie en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten georganiseerde evenementen rond het Handvest63 hebben de beste praktijken onder de aandacht gebracht die door nationale autoriteiten zijn

62 https://beta.e-justice.europa.eu/459/EN/fundamental_rights_interactive_tool.

63 Zoals de conferentie die in 2016 onder het Nederlandse EU-voorzitterschap werd gehouden over de nationale beleidstoepassing van het EU-Handvest van de grondrechten, of de conferentie in 2018 over de nationale omgang met het Handvest van de grondrechten van de EU.

Handvest te vergroten en instrumenten64

16.

ontwikkeld om de bekendheid van het Handvest te vergroten en instrumenten te


ontwikkelen die het voor beleidsmakers gemakkelijker maken om bij hun werk altijd rekening te houden met het Handvest. Een nieuw instrument dat helpt na te gaan of een specifiek geval binnen het toepassingsgebied van het Handvest valt — Charterclick65 — is sinds oktober 2018 beschikbaar op het e-justitieportaal. Het instrument wordt aangevuld met uitgebreide uitleg over het gebruik van het Handvest66.

Opleiding over het Handvest is van cruciaal belang om de doeltreffendheid ervan te waarborgen. Via het Europees netwerk voor justitiële opleiding heeft de Commissie de opleiding van rechters en aanklagers in 2018 verder ondersteund67. Het programma Justitie van de Commissie ondersteunde ook kwaliteitsprojecten voor opleiding over het Handvest voor rechtsbeoefenaars68.

Het voorstel van de Commissie voor een nieuw fonds voor justitie, rechten en waarden biedt de mogelijkheid om niet alleen voorlichtingsactiviteiten te financieren voor rechters en rechtsbeoefenaars, maar ook voor nationale autoriteiten (d.w.z. ministeries, politie en nationale parlementen).

Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten heeft in 2018 een aantal activiteiten op het gebied van voorlichting en opleiding op het gebied van het Handvest uitgevoerd. Het heeft kernbeginselen geformuleerd voor het communiceren over de rechten die in het Handvest zijn vervat69 en gezorgd voor een actualisering en uitbreiding van Charterpedia (een online informatie-instrument dat artikelsgewijze toegang biedt tot relevante Europese en

64 Zie de checklist die het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten opnam in zijn handboek getiteld „Applying the Charter of Fundamental Rights of the European Union in law and policymaking at national level – Guidance”, deel II, beschikbaar op: https://fra.europa.eu/en/publication/2018/national-guidance-application-eu-charter. Zie het project ”Judging the Charter”, dat is medegefinancierd door de Europese Commissie. Het biedt informatie over het Handvest en voorziet in een centraal loket voor opleidingsmateriaal (https://charter.humanrights.at/).

65 https://beta.e-justice.europa.eu/583/EN/does_the_charter_apply_to_my_case.

66 https://beta.e-justice.europa.eu/584/EN/charter_tutorial.

67 Zoals de opleiding van het FRA en het ENJO over de toepassing en het effect van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in de nationale procedures, 19-20 april 2018, Wenen, en de voor rechters en aanklagers van EU-lidstaten bestemde ENJO-opleidingscursussen 2018-2019 over het Handvest en de jurisprudentie van het HvJ-EU.

68 Zoals de EIPA-cursus “Fundamental rights protection in the context of criminal proceedings in the European Union: The application and relevance of the Charter of Fundamental Rights of the European Union and EU Legislation”, gehouden in Barcelona op 13-14 maart 2018, in Warschau op 26-27 juni 2018 en in Luxemburg op 2-3 oktober 2018.

69 https://fra.europa.eu/en/publication/2018/10-keys-effectively-communicating-human-rights.

nationale jurisprudentie alsook tot relevante normen van constitutioneel, EU- en internationaal recht70). Een en ander vormt een aanvulling op de informatie die op het e-justitieportaal beschikbaar is over het Handvest en het toepassingsgebied, de interpretatie en de gevolgen daarvan. Het Bureau heeft in oktober 2018 ook een handboek over het Handvest voor beoefenaars van juridische beroepen en beleidsmakers uitgebracht71, dat als basis dient voor de opleiding voor nationale autoriteiten72. In samenwerking met de instellingen voor de mensenrechten ontwikkelde het Bureau opleidingsmateriaal voor ambtenaren en maatschappelijke organisaties. Het is van cruciaal belang dat medewerkers van maatschappelijke organisaties worden opgeleid op het gebied van het Handvest, aangezien juist die organisaties ertoe bijdragen dat het instrument een realiteit wordt in het leven van de burgers. Uit een enquête die het Bureau in 2018 onder de leden van het platform van maatschappelijke organisaties heeft gehouden, blijkt dat de bekendheid met en het gebruik van het Handvest voor verbetering vatbaar is.

Bron: anonieme enquête over de toepassing van het Handvest, uitgevoerd in augustus 2018 door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten onder de organisaties die zijn aangesloten bij het Platform voor de grondrechten.

Het aantal nationale mensenrechteninstituten (NHRI’s) dat in het kader van de beginselen van Parijs is geaccrediteerd73, is sinds 2010 aanzienlijk gestegen in de EU (een toename van 53 %,

70 https://fra.europa.eu/nl/charterpedia.

71 Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, handboek getiteld “Applying the Charter of Fundamental Rights of the European Union in law and policymaking at national level", op. cit.

72 Onder meer op het gebied van de uitbetaling van EU-middelen op basis van richtsnoeren die de Commissie in 2016 heeft ontwikkeld, beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52016XC0723% 2 801 % 29.

73 Internationale normen voor de beoordeling van de NHRI’s zijn beschikbaar op: https://nhri.ohchr.org/EN/AboutUs/Pages/ParisPrinciples.aspx.

nl. van 15 naar 23 EU-lidstaten). Daarbij inbegrepen was een stijging van 50 % van het aantal NHRI’s met „A-status” (volledig in overeenstemming met de beginselen van Parijs), nl. van 10 naar 16. Momenteel hebben slechts 5 lidstaten geen geaccrediteerd NHRI. Het Europees netwerk van nationale mensenrechteninstituten werkt samen met relevante belanghebbenden om bijstand op dit gebied te verlenen. Sinds 2010 houden de NHRI’s zich steeds actiever bezig met het toezicht op en de rapportage over de tenuitvoerlegging van het Handvest op nationaal niveau. Daartoe bieden zij rechters, advocaten en maatschappelijke organisaties voorlichting74 en opleiding75 over het Handvest aan en adviseren76 zij hun regering en het Parlement over de vereisten van het Handvest en over strategische procesvoering77 op nationaal niveau en voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zij zijn een belangrijk onderdeel van de handhavingsketen.

Hetzelfde geldt voor organen voor de bevordering van gelijke behandeling, die geleidelijk zijn uitgegroeid tot belangrijke spelers in de antidiscriminatie-infrastructuur van de EU78. Als eerste aanspreekpunt voor slachtoffers van discriminatie hebben zij een goed beeld gekregen van de wijze waarop discriminatie mensen in Europa treft en werken zij meer strategisch aan betere voorlichting over en uitvoering van de EU-wetgeving inzake gelijke behandeling79. De meeste lidstaten gingen verder dan de wettelijk bindende EU-voorschriften en verleenden hun organen voor de bevordering van gelijke behandeling de bevoegdheid om zich in bepaalde gevallen met het volledige scala van gronden van artikel 21 van het Handvest bezig te houden80. De aanbeveling van de Commissie van 2018 over normen voor organen voor de

74 Het Slowaakse NHRI wijdt bijvoorbeeld in zijn handleiding voor voorlichting over mensenrechten een hoofdstuk aan het Handvest en aan de wijze waarop het dit instrument gebruikt; zie: www.snslp.sk/CCMS/files">www.snslp.sk/CCMS/files.

75 Zo was het Kroatische NHRI als partner betrokken bij het project „Judging the Charter”, op.cit.

76 Het Portugese NHRI heeft het Parlement bijvoorbeeld aanbevolen een code van goed administratief gedrag vast te stellen (op basis van artikel 41 van het Handvest). Meer informatie over dit initiatief is te vinden op: www.provedor-jus.pt/?idc=35&idi=15267">www.provedor-jus.pt/?idc=35&idi=15267.

77 Zo heeft de Ierse NHRI zich gebaseerd op het Handvest voor zijn optreden als amicus curia in nationale zaken (bv. Chief Superintendent of the Garda National Immigration Bureau & Ors; meer informatie beschikbaar op: www.ihrec.i.e./documents">https://www.ihrec.i.e./documents). Ook heeft het kandidaten voor de Garda die regels inzake leeftijdsdiscriminatie betwistten, wettelijk vertegenwoordigd voor het HvJ-EU, op basis van bepalingen in het Handvest; meer informatie: www.ihrec.i.e.">https://www.ihrec.i.e..

78 Zie het verslag van 2018 van het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid en non-discriminatie: www.equalitylaw.eu/downloads">https://www.equalitylaw.eu/downloads.

79 Richtlijnen 2000/43/EG, 2010/41, 2006/54 en 2004/113.

80 www.equineteurope.org/IMG/pdf">www.equineteurope.org/IMG/pdf. Zie ook het Europees register van organen voor de bevordering van gelijke behandeling: www.equineteurope.org/-Members-Directory">www.equineteurope.org/-Members-Directory-.

bevordering van gelijke behandeling81 is bedoeld om de lidstaten te adviseren over maatregelen ter bevordering van de doeltreffendheid en onafhankelijkheid van die organen.

5. Conclusie

Het Handvest blijkt er in hoge mate toe bij te dragen dat de grondrechten concreet worden in het leven van de burgers. Het is nog een betrekkelijk nieuw instrument in vergelijking met bijvoorbeeld het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, dat al meer dan 65 jaar bestaat. Het zal tijd en aanhoudende inspanningen vergen om het potentieel van het Handvest ten volle te benutten, met name op lokaal en nationaal niveau.

Maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers zijn van cruciaal belang om het Handvest tot een vaste waarde te maken in het leven van de burgers. Eind 2019 zullen de Commissie, het Finse voorzitterschap van de EU en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Handvest een conferentie organiseren over de wijze waarop het Handvest met de hulp van het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenverdedigers een zinvol deel van het dagelijks leven kan gaan uitmaken. Dit zal de nieuwe Commissie essentiële informatie en aanwijzingen verschaffen.

81 Op. cit.