Toelichting bij COM(2019)253 - Financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds en van de tweede tranche voor 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel betreft een ontwerpbesluit van de Raad over de tweede tranche van de financiële bijdragen aan het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (hierna 'EOF' genoemd) die de lidstaten in 2019 moeten betalen.

Voor het 11e EOF en de andere EOF's die nog lopen (het 8e, 9e en 10e EOF) geldt de volgende regelgeving:

de huidige partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, zoals laatstelijk gewijzigd 1 (hierna de 'ACS-EU-partnerschapsovereenkomst' genoemd).

het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn 2 (hierna 'het Intern Akkoord van het 11e EOF' genoemd);

Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad inzake het Financieel Reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds 3 (hierna 'Financieel Reglement van het 11e EOF' genoemd).

In deze documenten staan meerjarige verbintenissen van de lidstaten om de thesaurie van het EOF te financieren. Het Financieel Reglement van het 11e EOF zorgt ervoor dat de lidstaten op regelmatige basis bijdragen aan de thesaurie van het EOF overeenkomstig vooraf vastgestelde financiële verbintenissen. Regelmatige bijdragen komen er op basis van technische raadsbesluiten waarin tot de tenuitvoerlegging van eerder besloten financiële vastleggingen wordt besloten.

Een aantal onderdelen van de toelichting zijn daarom niet van toepassing op oproepen voor regelmatige bijdragen zoals deze.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 19, lid 7, van het Financieel Reglement van het 11e EOF wordt bij elk bedrag vermeld welk deel door de Commissie wordt beheerd en welk deel door de Europese Investeringsbank (EIB).

Overeenkomstig artikel 46 van het Financieel Reglement van het EOF heeft de EIB de Europese Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten toegezonden.

Artikel 20, lid 1, van het Financieel Reglement van het 11e EOF bepaalt dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige EOF’s worden opgebruikt. De verzoeken om bijdragen in dit voorstel hebben dus betrekking op bedragen in het kader van het 10e EOF voor de EIB en bedragen in het kader van het 11e EOF voor de Europese Commissie.

Overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het Financieel Reglement van het 11e EOF moet de Raad uiterlijk 21 kalenderdagen na de indiening van het voorstel door de Europese Commissie namens de Europese Unie een besluit over dit voorstel nemen.

Overeenkomstig artikel 21, lid 1, van het Financieel Reglement van het 11e EOF is een lidstaat die de tranche van de verschuldigde bijdrage niet binnen de vastgestelde termijn betaalt, rente over het niet-betaalde bedrag verschuldigd. De regelingen voor de rentebetaling worden in datzelfde artikel vastgesteld.