Toelichting bij COM(2019)286 - Standpunt dat namens de EU in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft een besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie in de Internationale Suikerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de beoogde vaststelling van een besluit tot verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 tot 31 december 2021.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Internationale Suikerovereenkomst 1992

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 (hierna “de overeenkomst” genoemd) heeft tot doel te zorgen voor nauwere internationale samenwerking in verband met suiker en daarmee samenhangende aangelegenheden, een forum te bieden voor intergouvernementeel overleg inzake suiker en inzake maatregelen ter verbetering van de wereldsuikereconomie, de handel te vergemakkelijken via het verzamelen en verstrekken van informatie over de wereldmarkt voor suiker en andere zoetstoffen, en de vraag naar suiker aan te wakkeren, met name voor andere dan traditionele doeleinden.

De overeenkomst is op 1 januari 1993 in werking getreden.

De Unie is partij bij de overeenkomst 1 .

2.2.Internationale Suikerraad

De Internationale Suikerraad is de instantie die belast is met het vervullen van alle functies die nodig zijn voor de uitvoering van de overeenkomst. Hij stelt regels en voorschriften vast, waaronder een reglement van orde voor de Raad en zijn commissies, alsmede het financieel reglement en het personeelsstatuut van de Internationale Suikerorganisatie (ISO). De Raad houdt de nodige documentatie bij en publiceert een jaarverslag en andere door hem nodig geachte gegevens.

De leden van de overeenkomst hebben in totaal 2 000 stemmen. Elk lid van de overeenkomst heeft een bepaald aantal stemmen dat jaarlijks wordt aangepast volgens criteria die vooraf zijn vastgesteld in de overeenkomst. Alle besluiten van de Raad worden in beginsel bij consensus genomen, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald. Als er geen consensus is, worden de besluiten bij gewone meerderheid van stemmen genomen, tenzij de overeenkomst in een bijzondere meerderheid van stemmen voorziet.

2.3.Beoogde handeling van de Internationale Suikerraad

De overeenkomst is gesloten bij Besluit 92/580/EEG van de Raad en is op 1 januari 1993 in werking getreden. Ze is gesloten voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995 en sindsdien conform artikel 45 van de overeenkomst regelmatig verlengd met telkens twee jaar. De overeenkomst is voor het laatst verlengd in december 2017 en blijft tot en met 31 december 2019 van kracht.

Het is de bedoeling dat de Internationale Suikerraad op 19 juli 2019 tijdens zijn 55e vergadering een besluit neemt over de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 met nog eens twee jaar (hierna “de beoogde handeling” genoemd).

Met de beoogde handeling kan de ISO haar werkzaamheden voortzetten.

De beoogde handeling zal voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 45, lid 2, van de overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: “Voor de periode na 31 december 1995 kan de Raad deze overeenkomst met bijzondere meerderheid van stemmen verlengen, telkens met een maximum van twee jaar. Een lid dat niet instemt met een dergelijke verlenging van deze overeenkomst, stelt de Raad daarvan schriftelijk in kennis en houdt op partij bij deze overeenkomst te zijn met ingang van de periode van verlenging.”.

De verlenging van de overeenkomst geldt voor de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

De Internationale Suikerovereenkomst 1992 is door de Gemeenschap gesloten bij Besluit 92/580/EEG van de Raad en is op 1 januari 1993 in werking getreden voor een periode van drie jaar tot en met 31 december 1995. Sindsdien is de overeenkomst regelmatig verlengd, telkens met een periode van twee jaar. De overeenkomst is voor het laatst bij besluit van de Internationale Suikerraad verlengd tijdens de 52e vergadering van de Raad op 1 december 2017 en blijft tot en met 31 december 2019 van kracht.

De Unie is altijd een actief ISO-lid geweest en een verlenging van de overeenkomst met nogmaals twee jaar is in het belang van de Unie. De Unie is een grote suikerproducent en ook een toonaangevende suikerhandelspartner voor veel ISO-leden.

De 52 leden van de ISO hebben in totaal 2 000 stemmen. De EU telt als één lid. Elke stem heeft een gewicht van 653 £ voor de administratieve begroting van 2019. Voor de begrotingsprocedures (zie artikel 25 van de overeenkomst 1992), dat wil zeggen voor de vaststelling van de jaarlijkse financiële bijdrage van de leden, is van belang dat aan de Unie 552 stemmen zijn toegekend en de contributie voor 2019 dus 360 456 £ bedraagt. Deze cijfers worden jaarlijks aangepast.

Het is de bedoeling dat een formeel besluit inzake de verlenging van de overeenkomst tot en met 31 december 2021 wordt genomen op de 55e vergadering van de Internationale Suikerraad op 19 juli 2019 in Cairns (Australië).

Sinds 2015 zoekt de Unie het overleg met de andere ISO-leden over het op gang brengen van een proces van modernisering van de overeenkomst, waarin de verdeling van de stemmen nog steeds berust op de mondiale suikersituatie in 1992, met als gevolg dat de stemverdeling niet meer de realiteit van de mondiale suikermarkt weerspiegelt. Bijgevolg is de financiële bijdrage van de Unie niet meer in overeenstemming met haar relatieve positie op de mondiale suikermarkt. Op 23 november 2017 heeft de Raad een besluit tot machtiging om onderhandelingen te openen tot wijziging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992 2 (hierna “het besluit” genoemd) vastgesteld om deze situatie recht te zetten. In het kader van deze onderhandelingen heeft de Commissie voorstellen gedaan om de overeenkomst te wijzigen. Deze voorstellen worden thans besproken met andere ISO-leden. De stemming over de verlenging van de overeenkomst vindt tijdens dezelfde vergadering plaats als de stemming over de wijziging van de overeenkomst. De stemming over de wijziging van de overeenkomst staat op de agenda vóór de stemming over de verlenging van de overeenkomst.

Het doel van het onderhavige voorstel is om de Raad te verzoeken de Commissie te machtigen om namens de Unie in de Internationale Suikerraad voor verlenging van de overeenkomst tot en met 31 december 2021 te stemmen. De ISO-Raad moet dan wel voor het voorstel tot wijziging van de overeenkomst stemmen. Mocht dat niet het geval zijn, dan moet de Unie voorkomen dat een besluit bij consensus wordt genomen, en moet zij zich bij een aansluitende stemming daarover van stemming onthouden en opnieuw overleg voeren met de Raad. Als er niet genoeg leden aanwezig zijn om de vereiste bijzondere meerderheid van stemmen te halen, zou de onthouding van de Unie betekenen dat de verlenging bij die gelegenheid niet is goedgekeurd, en wordt de zaak hoogstwaarschijnlijk verschoven naar de volgende vergadering in november 2019. Wordt er wel een meerderheid gehaald, dan is de verlenging een feit en is de Unie gebonden aan het besluit. Onthouding is niettemin te verkiezen boven een tegenstem, omdat van onthouding een krachtig politiek signaal uitgaat en verlenging van de overeenkomst toch mogelijk blijft. De EU heeft nog wel de mogelijkheid om zich uit de overeenkomst terug te trekken. Overeenkomstig artikel 45, lid 2, van de overeenkomst moet de Unie, als zij uit de overeenkomst wil stappen, de ISO daarvan schriftelijk in kennis stellen. Daarvoor is een nieuw besluit van de Raad vereist.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van de “standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 3 .

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


De beoogde handeling van de Internationale Suikerraad heeft tot gevolg dat de geldigheid van de overeenkomst, die een internationale overeenkomst is die bindend is voor de Unie, wordt verlengd. De beoogde handeling heeft derhalve rechtsgevolgen.

De beoogde handeling vormt geen aanvulling op of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gemeenschappelijk handelsbeleid (handel in landbouwproducten).

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien het besluit van de Internationale Suikerraad de overeenkomst zal wijzigen, moet het na de vaststelling ervan bekend worden gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.