Toelichting bij COM(2019)314 - Aanvulling van de onderhandelings­richtsnoeren voor de ontwikkelingsagenda van Doha betreffende de onderhandelingen over een multilateraal kader inzake investeringsfacilitering

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Tijdens de elfde Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) hebben 70 WTO-leden op 13 december 2017 een gezamenlijke verklaring over het faciliteren van investeringen voor ontwikkeling 1 aangenomen waarin werd opgeroepen tot 'gestructureerde besprekingen teneinde een multilateraal kader voor het faciliteren van investeringen te ontwikkelen'. Deze gesprekken hebben tot doel de elementen van een kader voor het faciliteren van buitenlandse directe investeringen (BDI) in kaart te brengen en te ontwikkelen. De Europese Unie (EU) en haar lidstaten hebben het initiatief sterk ondersteund en eraan deelgenomen.

De EU heeft actief deelgenomen aan de gestructureerde besprekingen die in 2018 binnen de WTO hebben plaatsgevonden. De besprekingen waren transparant, stonden open voor alle WTO-leden en resulteerden in een 'checklist van door leden aan de orde gestelde kwesties' met door WTO-leden aangegeven mogelijke elementen van een kader voor het faciliteren van BDI. Deze checklist is tijdens een evaluatievergadering op 6 december 2018 bekrachtigd.

In 2019 is een nieuwe fase van de besprekingen van start gegaan. De WTO-leden zijn een vergaderrooster overeengekomen voor de eerste helft van het jaar, dat zal worden gewijd aan de ontwikkeling van de in de checklist opgenomen elementen. Dit voorbereidende werk voor de ontwikkeling van dergelijke elementen blijft transparant en blijft openstaan voor alle WTO-leden. In de besprekingen komen alle elementen van de checklist aan bod op basis van voorbeelden van bestaande bepalingen met betrekking tot investeringsfacilitering in bilaterale en multilaterale overeenkomsten. Deze voorbeelden worden verzameld in een 'compendium van op tekst gebaseerde voorbeelden'. In juli 2019 wordt een evaluatievergadering gehouden. In de herfst van 2019 zullen waarschijnlijk de eerste specifieke teksten voor een multilateraal kader inzake investeringsfacilitering door de leden worden voorgesteld. Dit betekent dat de eerste fase van de onderhandelingen waarschijnlijk in september-oktober 2019 van start zal gaan.

De onderhandelingen moeten binnen het kader van de WTO plaatsvinden, transparant blijven en blijven openstaan voor alle WTO-leden die besluiten eraan deel te nemen. Tijdens de onderhandelingen kunnen de deelnemende leden aan het begin of in een later stadium van het onderhandelingsproces in het kader van de WTO onderhandelingsvoorstellen inzake de facilitering van BDI ter tafel leggen.

In het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha heeft de Raad de Commissie ertoe gemachtigd om in de WTO over onder meer handel en investeringen te onderhandelen 2 . Aangezien buitenlandse directe investeringen een belangrijk instrument zijn voor de internationale handel, en investeringsfacilitering een manier is om grensoverschrijdende investeringen te bevorderen door bij te dragen aan een stabiel en voorspelbaar klimaat voor BDI over de hele wereld 3 , vallen de nieuwe WTO-onderhandelingen over investeringsfacilitering onder de bestaande machtiging, daar zij tot het domein van handel en investeringen behoren 4 . Een nieuw besluit van de Raad waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen op grond van artikel 218, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is dan ook niet vereist.

Hoewel handel en investeringen geen nieuwe kwesties zijn binnen de agenda van de WTO 5 , zouden de onderhandelingen over investeringsfacilitering niettemin op sommige vlakken vernieuwend kunnen zijn en zouden bepaalde onderwerpen kunnen worden aangesneden waarvoor de EU specifieke prioriteiten heeft. Om een nauwkeuriger kader voor de onderhandelingen te scheppen, beveelt de Commissie de Raad dan ook aan om specifiek voor de WTO-onderhandelingen inzake investeringsfacilitering aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren vast te stellen.

De voorgestelde onderhandelingsrichtsnoeren moeten ervoor zorgen dat de EU actief kan deelnemen aan de onderhandelingen over alle door de deelnemende WTO-leden tijdens de onderhandelingen voorgestelde elementen van investeringsfacilitering, met volledige inachtneming van het acquis en de beleidskeuzes van de EU in handels- en investeringsonderhandelingen.

De doelstellingen die de EU in de onderhandelingen nastreeft, zijn de facilitering van BDI door investeerders en bedrijven, met inbegrip van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en het scheppen van nieuwe mogelijkheden om inclusieve groei en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Een multilateraal kader voor investeringsfacilitering zou wereldwijde investeringen kunnen bevorderen op dezelfde manier als de WTO met de handelsfacilitatieovereenkomst de globale handel helpt te bevorderen. Om een ambitieus resultaat met deelname van zoveel mogelijk WTO-leden te bereiken, moeten de regels en verbintenissen voorzien in passende flexibiliteit voor de leden.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De hierboven vermelde doelstellingen zijn in overeenstemming met het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), dat bepaalt dat de EU 'de integratie van alle landen in de wereldeconomie, onder meer door het geleidelijk wegwerken van belemmeringen voor de internationale handel' moet stimuleren 6 .

De Europese Raad van 28 en 29 juni 2018 heeft de Commissie gemachtigd om te streven naar modernisering van de WTO teneinde 1) de WTO relevanter te maken en haar in staat te stellen zich aan te passen aan een veranderende wereld, en 2) de doeltreffendheid van de WTO te verbeteren. De modernisering van de regelgevingsactiviteiten van de WTO, een van de belangrijkste doelstellingen van de toekomstige onderhandelingen over investeringsfacilitering, vormt de centrale pijler van dit proces.

Op 18 september 2018 heeft de Commissie een conceptnota over de modernisering van de WTO 7 voorgesteld. In het kader van de versterking van de regelgevingsfunctie van de WTO heeft de Commissie onder meer benadrukt dat "in navolging van de gezamenlijke verklaringen die in Buenos Aires zijn overeengekomen, nu al wordt gewerkt op de gebieden van […] investeringsfacilitering, maar dat verdere inspanningen nodig zullen zijn om lacunes aan te pakken en de WTO-regels te actualiseren".

De EU stelt tijdens vrijhandelsbesprekingen systematisch ambitieuze regels voor inzake transparantie en interne regulering, zowel in de dienstensector als in andere sectoren. De voorgestelde onderhandelingsrichtsnoeren voor de onderhandelingen aangaande investeringsfacilitering zouden gebaseerd zijn op dezelfde aanpak die de EU voor haar vrijhandelsovereenkomsten volgt.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De regels die de EU in het kader van de WTO kan voorstellen, zijn volledig in overeenstemming met en bouwen voort op de EU-wetgeving inzake de interne markt en weerspiegelen de door de EU in bilaterale onderhandelingen gedane voorstellen.

De voorgestelde onderhandelingsrichtsnoeren bevestigen dat elke door de EU overeengekomen regel of verbintenis moet stroken met het rechtskader van de EU (punt 5 van de bijlage).

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, leden 3 en 4, VWEU.

Artikel 207 bepaalt dat wanneer wordt onderhandeld over overeenkomsten betreffende de gemeenschappelijke handelspolitiek, de Commissie aanbevelingen doet aan de Raad. De Commissie voert de onderhandelingen in overleg met een speciaal comité dat door de Raad is aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het bestek van de richtsnoeren welke de Raad haar kan verstrekken.

Artikel 218, lid 3, VWEU bepaalt dat de Commissie aanbevelingen doet aan de Raad. De Raad kan besluiten vaststellen waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen en overeenkomstig artikel 218, lid 4, VWEU kan de Raad de onderhandelaar richtsnoeren geven en een speciaal comité aanwijzen in overleg waarmee de onderhandelingen moeten worden gevoerd.

Wat de WTO-onderhandelingen over investeringsfacilitering betreft, heeft de Raad reeds toestemming gegeven voor het openen van onderhandelingen inzake handel en investeringen in het kader van de WTO en aan de Commissie richtsnoeren dienaangaande verstrekt. Om deze onderhandelingen nauwkeuriger te omschrijven, moeten echter aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren worden vastgesteld. De Commissie beveelt de Raad derhalve aan een besluit vast te stellen op basis van artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, leden 3 en 4, VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Overeenkomstig artikel 3 VWEU behoort de gemeenschappelijke handelspolitiek tot de exclusieve bevoegdheid van de EU. Het subsidiariteitsbeginsel is dan ook niet van toepassing (artikel 5, lid 3, VEU).

Evenredigheid

De aanbeveling van de Commissie is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel (artikel 5, lid 4, VEU).

Keuze van het instrument

Besluit van de Raad van de Europese Unie over onderhandelingsrichtsnoeren met betrekking tot investeringsfacilitering in het kader van de WTO ter aanvulling van de tot de Commissie gerichte richtsnoeren inzake de ontwikkelingsagenda van Doha.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Er is geen openbare raadpleging gehouden, aangezien de inhoudelijke elementen van de WTO-onderhandelingen nog niet bekend zijn.

De Commissie raadpleegt regelmatig belanghebbenden, onder meer in de deskundigengroep voor handelsovereenkomsten 8 en de dialoog met het maatschappelijk middenveld 9 .

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Een effectbeoordeling werd niet uitgevoerd, omdat de WTO-onderhandelingen over investeringsfacilitering zijn gebaseerd op de bestaande, door de Raad aan de Commissie gegeven machtiging voor WTO-onderhandelingen (zie punt 1). De onderhandelingen hebben geen betrekking op een nieuw beleidsterrein; zij zijn de voortzetting van bredere WTO-onderhandelingen die nu op een meer specifiek gebied zijn toegespitst, waarbij investeringsliberalisering of investeringsbescherming buiten beschouwing worden gelaten.

Op basis van de in de checklist aangegeven mogelijke elementen van een multilateraal kader voor investeringsfacilitering zijn er geen aanwijzingen dat de bekrachtiging van een dergelijke overeenkomst aanzienlijke gevolgen voor de EU zou hebben. Het zou eerder neerkomen op een codificatie van praktijken die in de EU reeds gangbaar zijn. De gevolgen van mogelijke nieuwe regels en verbintenissen die kunnen voortvloeien uit de onderhandelingen in het kader van de WTO zijn waarschijnlijk aanzienlijker voor bepaalde derde landen, met name ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen. Deze gevolgen kunnen echter niet vooraf worden vastgesteld. Ten eerste omdat de deelnemende WTO-leden nog geen onderhandelingsvoorstellen ter tafel hebben gelegd. Ten tweede omdat niet bekend is welke leden verbintenissen zullen aangaan met betrekking tot de nieuwe WTO-regels en -verplichtingen en, in voorkomend geval, binnen welk tijdsbestek.

Wanneer de mogelijke gevolgen duidelijker zijn, d.w.z. wanneer meer bekend is over de inhoud van het multilaterale kader en de verbintenissen van de WTO-leden, zal de Commissie de noodzaak van een grondigere analyse opnieuw beoordelen. Dit moet ten laatste bij het afsluiten van de WTO-onderhandelingen gebeuren.

De EU zal meteen vanaf de eerste stadia van de onderhandelingen actief deelnemen en voorstellen indienen teneinde invloed uit te oefenen op de resultaten.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

Het initiatief eerbiedigt volledig het Handvest van grondrechten van de Europese Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het initiatief heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Niet van toepassing.

1.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

tot aanvulling van de onderhandelingsrichtsnoeren voor de ontwikkelingsagenda van Doha betreffende de onderhandelingen over een multilateraal kader inzake investeringsfacilitering

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

In het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha heeft de Raad machtiging gegeven voor het openen van onderhandelingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en heeft de Raad de Commissie richtsnoeren gegeven, onder meer betreffende handel en investeringen.

Tijdens de elfde Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie hebben 70 WTO-leden op 13 december 2017 een gezamenlijke verklaring over het faciliteren van investeringen voor ontwikkeling 10 aangenomen waarin werd opgeroepen tot 'gestructureerde besprekingen teneinde een multilateraal kader voor het faciliteren van investeringen te ontwikkelen'.

De huidige fase van de besprekingen, die gericht is op de ontwikkeling van de mogelijke elementen van een multilateraal kader inzake investeringsfacilitering, zal volgens het meest recente tijdschema in juli 2019 worden afgesloten 11 en wordt waarschijnlijk gevolgd door een eerste onderhandelingsfase in het najaar van 2019.

Om het standpunt van de Unie in de toekomstige WTO-onderhandelingen over investeringsfacilitering preciezer af te bakenen, moeten aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren worden vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 207, lid 3, moet de aanwijzing van het Comité handelspolitiek als het comité in overleg waarmee de onderhandelingen zullen worden gevoerd, worden gehandhaafd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

2.

Artikel 1


De aan de Commissie gegeven onderhandelingsrichtsnoeren voor de ontwikkelingsagenda van Doha worden aangevuld met de in de bijlage opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren voor de onderhandelingen over een multilateraal kader inzake investeringsfacilitering.

3.

Artikel 2


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

4.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) WT/MIN(17)/59 van 13 december 2017.
(2) De machtiging inzake de ontwikkelingsagenda van Doha wordt gevormd door een reeks conclusies van de Raad, daterende van 25 oktober 1999 tot en met 18 juli 2008.
(3) In het meest recente vergaderrooster van de gestructureerde besprekingen inzake investeringsfacilitering voor ontwikkeling (INF/IFD/W/3) van 17 april 2019 is op basis van de 'checklist van door leden aan de orde gestelde kwesties' vermeld dat investeringsfacilitering het verschaffen van een stabiel, transparant en voorspelbaar ondernemingsklimaat voor BDI over de hele wereld inhoudt. De meest recente versie van de 'checklist van door leden aan de orde gestelde kwesties' van 9 november 2018 werd op 27 november 2018 aan alle leden toegezonden als bijlage bij de informele nota inzake de stand van zaken en volgende stappen.
(4) Hierin wordt in het bijzonder verwezen naar de conclusies van de Raad van 26 oktober 1999, 8 december 1999, 29 oktober 2001, 21 november 2001, 21 juli 2003 (waarin specifiek werd bepaald dat de ministeriële verklaringen van Singapore en Doha en daarmee samenhangende aangenomen teksten alsook de eerdere conclusies van de Raad de basis vormen voor het optreden van de Unie in de onderhandelingen over de ontwikkelingsagenda van Doha), 5 december 2003, 6 oktober 2004, 19 juli 2005, 18 oktober 2005 (waarin specifiek in herinnering werd gebracht dat de conclusies van de Raad van oktober 1999 tot en met juli 2005 van kracht blijven en samen het mandaat van de Commissie vormen voor de onderhandelingen over de ontwikkelingsagenda van Doha), 21 november 2005, 12 juni 2006, 10 maart 2008 en 18 juli 2008.
(5) De WTO-werkgroep over de relatie tussen handel en investeringen is in 1997 opgericht.
(6) Artikel 21, lid 2, onder e), VEU.
(7) trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/september
(8) ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you
(9) trade.ec.europa.eu/civilsoc
(10) WT/MIN(17)/59.
(11) INF/IFD/W/3.