Toelichting bij COM(2019)352 - COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EP, THE COUNCIL, THE EESC AND THE COR Stepping up EU Action to Protect and Restore the World’s Forests

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

2.

Brussel, 23.7.2019


COM(2019) 352 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Bescherming en herstel van bossen wereldwijd: de actie van de EU opvoeren

{SWD(2019) 307 final}


I.

1.

Achtergrond




3.

De staat van de bossen wereldwijd



Bossen zijn van levensbelang. Ze beslaan 30 % van het landoppervlak op aarde, herbergen 80 % van de biodiversiteit en zijn daarmee onze longen en houden ons in leven. Ze zorgen voor de lucht die we inademen en halen kooldioxide uit de atmosfeer. Bossen bieden de essentiële, organische infrastructuur voor een aantal van 's werelds dichtste en meest diverse verzamelingen van levensvormen. Zij bieden levensonderhoud en inkomsten aan circa 25 % van de wereldbevolking, hebben culturele, sociale en spirituele waarde en maken een groot deel van het land uit dat van oudsher wordt bewoond door inheemse volkeren.


Op dit moment zijn de bossen wereldwijd in groot gevaar vanwege ontbossing I en bosdegradatie II . Tussen 1990 en 2016 is 1,3 miljoen vierkante kilometer bosgebied verloren gegaan; dit staat gelijk aan 800 voetbalvelden aan bos per uur III . Om de gezondheid en het welzijn van de mens te waarborgen en onze samenleving in de richting van duurzame ontwikkeling te helpen, moeten wij samenwerken om deze tendens te keren en moeten wij de bossen wereldwijd beschermen en herstellen.


De bedreiging van bossen wereldwijd is een van de grootste duurzaamheidsuitdagingen van deze tijd. Ontbossing is een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van de biodiversiteit IV . Emissies uit landgebruik en veranderingen in landgebruik, voornamelijk vanwege ontbossing, zijn de op een na grootste oorzaak van klimaatverandering, na de verbranding van fossiele brandstoffen. Die emissies vertegenwoordigen bijna 12 % van alle broeikasgasemissies en voor de bestrijding van de klimaatverandering is het belangrijk om op dit gebied op te treden V . Ontbossing kan ook dramatische gevolgen hebben voor het levensonderhoud van de kwetsbaarste mensen, onder wie inheemse volkeren, die in grote mate afhankelijk zijn van bosecosystemen VI .


De EU heeft verschillende regelgevende en niet regelgevende maatregelen getroffen om de uitdagingen die worden veroorzaakt door ontbossing en bosdegradatie het hoofd te bieden. Hoewel de bosvegetatie in de EU de afgelopen decennia is toegenomen (zie kader 1), gaat de ontbossing in andere regio’s, voornamelijk in tropische gebieden, in een verontrustend tempo door VII .

Kader 1 — Bossen in de EU

43 % van het land in de EU, 182 miljoen hectare, bestaat uit bos of bebost land VIII . 134 miljoen hectare hiervan is beschikbaar voor het leveren van hout. De bossen in de EU zijn gegroeid: tussen 1990 en 2015 is de bosvegetatie met een gebied ter grootte van Griekenland toegenomen IX , dankzij bebossings- en herbebossingsprogramma’s en natuurlijke nieuwe aangroei. De EU-bosstrategie X is het kader dat moet zorgen voor coherente beleidsmaatregelen die voor bossen relevant zijn. Bossen zijn met 38 miljoen hectare goed voor de helft van het Natura 2000-netwerk van natuurbeschermingsgebieden, d.w.z. meer dan 20 % van het bosbestand van de EU. Er moet ook in de EU meer worden gedaan om de bosvegetatie te beschermen en herstellen, ook omdat de bossen de laatste tijd op een lager tempo groeien.


Ondanks alle inspanningen die tot nu toe zijn verricht, kunnen de huidige beleidsmaatregelen het behoud en het duurzaam gebruik van de bossen niet waarborgen. Daarom moet de intensivering van het optreden om de bestaande bossen te beschermen, bossen duurzaam en actief te beheren en op duurzame wijze nieuwe bosvegetatie te creëren, centraal staan in ons duurzaamheidsbeleid. Er is bijzondere aandacht nodig voor oerbossen XI , omdat deze uniek en onvervangbaar zijn en zwaar worden getroffen door ontbossing. Bebossing en herstel XII van gedegradeerde bosgebieden kunnen helpen om de druk op natuurlijke bossen te verlagen, en kunnen een effectieve extra verdedigingslinie vormen in onze strijd tegen klimaatverandering. Nieuw aangeplante bossen kunnen de oude oerbossen met hun grote koolstofvoorraden, unieke ecologische kenmerken en de bescherming die zij bieden aan de biodiversiteit echter niet vervangen XIII .


Verdere EU-maatregelen voor de bescherming van bossen zouden in lijn liggen met internationale overeenkomsten en verbintenissen, waarin wordt erkend dat er ambitieuze maatregelen noodzakelijk zijn om de tendens van ontbossing te keren. De Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en het Algemeen strategisch plan voor biodiversiteit in de periode 20112020 die zijn vastgesteld in het kader van het VN-verdrag inzake biologische diversiteit en de Aichi-biodiversiteitsdoelen, bevorderen duurzame inspanningen op het gebied van bosbeheer, bescherming en herstel XIV . Het beperken van het verlies en de degradatie van bossen is een prioriteit van het Strategisch plan voor bossen van de VN XV . Het opvoeren van de inspanningen voor duurzaam bosbeheer staat ook centraal in de VN-agenda voor duurzame ontwikkeling voor 2030, omdat bossen een multifunctionele rol spelen bij de ondersteuning van het behalen van de meeste duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen.


Figuur 1 — Goederen en diensten uit bossen die de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de VN ondersteunen

4.

1 Inkomsten uit bosproducten


5.

2 Voeding uit wilde vruchten en wild


6.

3 Geneeskrachtige planten


7.

6 Zoet water om te drinken en voor irrigatie


8.

8 Duurzame en inclusieve economische groei en fatsoenlijk werk voor iedereen


9.

10 Verminderde inkomensongelijkheid


10.

12 Duurzame consumptie- en productiepatronen


11.

13 Koolstofafvang en -opslag


12.

15 Biodiversiteit



Figuur 2 — Gevolgen van ontbossing voor de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen

13.

1 Verhoogde kwetsbaarheid voor extreme weersomstandigheden


14.

2 Minder neerslag en gewasbestuivers


15.

3 Respiratoire aandoeningen door bosbranden


16.

6 Niet-duurzaam beheer van watervoorraden


17.

8 Niet-duurzame economische groei en een gebrek aan fatsoenlijk werk


18.

10 Inkomensongelijkheid


19.

12 Niet-duurzame consumptie- en productiepatronen


20.

13 CO2-uitstoot


21.

15 Biodiversiteitsverlies



Oorzaken van ontbossing en bosdegradatie


Ontbossing en bosdegradatie worden veroorzaakt door veel verschillende factoren. De stijgende vraag naar voedsel, voer, bio-energie, hout en andere grondstoffen van de groeiende wereldbevolking legt in combinatie met een lage productiviteits- en hulpbronefficiënte steeds meer druk op het landgebruik en vormt een bedreiging voor het behoud van de bossen wereldwijd. Circa 80 % van de wereldwijde ontbossing wordt veroorzaakt doordat er meer land wordt gebruikt voor landbouw XVI . Stadsuitbreiding, ontwikkeling van de infrastructuur en mijnbouw zijn ook oorzaken van ontbossing.


Figuur 3 — Verwacht jaar van het verdwijnen van neveloerbossen XVII


Enkele andere oorzaken van ontbossing zijn het ontbreken van gedegen beleid (zoals geïntegreerde ruimtelijke ordening en duidelijke pacht- en landrechten), gebrekkig beheer en gebrek aan handhaving, illegale activiteiten XVIII en het ontbreken van investeringen in duurzaam bosbeheer. Er kunnen ook negatieve effecten op bossen optreden wanneer weilanden of landbouwgronden die voorheen werden gebruikt voor de productie van voedsel en veevoeder, worden herbestemd voor de productie van brandstoffen uit biomassa (indirecte verandering in landgebruik — ILUC).


Bosdegradatie is moeilijker te kwantificeren. Enkele oorzaken van bosdegradatie zijn de niet-duurzame exploitatie van bosbestanden, bijvoorbeeld voor gebruik als huishoudelijke energiebron, en natuurverschijnselen, zoals branden en plagen. Er moeten maatregelen worden getroffen, aangezien de vraag naar hout als brandstof zal blijven stijgen. Naar schatting zijn in 2030 2,8 miljard mensen afhankelijk van deze brandstof, in vergelijking met 2 miljard nu XIX .


Hoewel de meeste grondstoffen die verband houden met ontbossing en bosdegradatie lokaal of regionaal worden geconsumeerd, voert de EU XX producten zoals palmolie XXI , vlees, soja, cacao, mais, hout en rubber XXII in, onder andere in de vorm van verwerkte producten of diensten. Als we kijken naar ontbossing die is verdisconteerd XXIII in het totale eindverbruik, vertegenwoordigt het verbruik van de EU circa 10 % van de wereldwijde consumptie XXIV .


22.

Van uitdaging naar mogelijkheid: de EU als wereldwijde voortrekker



Er is wereldwijde aandacht gekomen voor het verdwijnen en de degradatie van bossen. Op de lange termijn vormen ontbossing en bosdegradatie niet alleen een bedreiging voor de economie, maar ook voor de mens zelf.


Er is niet zoiets als één standaardoplossing. De bestrijding van ontbossing en het bereiken van duurzaam bosbeheer zijn complexe uitdagingen. Er moeten voor elke regio en elk land specifieke oplossingen komen, die allemaal zowel als doel hebben om bestaande bossen, en dan met name oerbossen, te beschermen, als om de duurzame bosvegetatie met grote biodiversiteit wereldwijd aanzienlijk te vergroten.


Het is duidelijk dat de EU de ontbossingstendens niet in haar eentje kan keren. Hiervoor is wereldwijde samenwerking nodig.


De EU is al samenwerkingsverbanden met andere landen aangegaan om de druk op bossen te verlichten en ontbossing tegen te gaan.

Kader 2 — Actieplan van de EU voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) XXV


Sinds 2003 zijn er uit hoofde van het EU-actieplan Flegt maatregelen getroffen om illegaal kappen en de daarmee samenhangende handel aan te pakken. De samenwerking met andere landen om de governance in de bosbouw en de capaciteitsopbouw te verbeteren, vormen een belangrijk onderdeel van het actieplan. In de houtverordening van de EU XXVI een van de centrale elementen van het actieplan, worden marktdeelnemers die hout en houtproducten in de EU op de markt brengen, verplicht zorgvuldigheid te betrachten om het risico te beperken dat illegaal gekapt hout wordt ingevoerd. Met het actieplan wordt bovendien de dialoog en samenwerking met andere grote markten bevorderd.


In de evaluatie van het EU-actieplan Flegt van 2016 werd geconcludeerd dat het actieplan nog altijd: i) een relevant antwoord is op het probleem van illegale houtkap; ii) doeltreffend is op het gebied van voorlichting; iii) wereldwijd bijdraagt aan governance in de bosbouw; en iv) helpt bij het verlagen van de vraag naar illegaal hout in de EU. Op basis van de bevindingen van de evaluatie zijn de Europese Commissie en de lidstaten een Flegt-werkplan voor 20182022 overeengekomen XXVII , om sturing te geven aan de werkzaamheden in de komende jaren.


In 2008 heeft de Europese Commissie een mededeling over ontbossing gepubliceerd XXVIII waarin zij voor de EU het doel heeft gesteld om uiterlijk tegen 2030 op wereldschaal geen bosareaal meer verloren te laten gaan en tropische ontbossing tegen 2020 met ten minste 50 % te verminderen. Hierin werden manieren aangegeven om het EU-beleid te verbeteren en zo de bossen wereldwijd te behouden met behulp van nieuwe wetenschappelijke kennis en instrumenten.


Uitgebreide vrijhandelsovereenkomsten van de EU bevatten hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling met bindende bepalingen over milieubescherming, klimaatverandering, biodiversiteit en bossen, met inbegrip van de verplichting om te waarborgen dat multilaterale milieu-overeenkomsten, zoals de Overeenkomst van Parijs en het Verdrag inzake biologische diversiteit, daadwerkelijk worden uitgevoerd.


In de strategische langetermijnvisie “Een schone planeet voor iedereen” van de Europese Commissie voor een klimaatneutrale economie tegen 2050 XXIX wordt erkend dat het vergroten van de natuurlijke koolstofput van bossen, bodems en landbouwgronden, en waterrijke kustgebieden van cruciaal belang is om klimaatverandering met succes aan te pakken. De EU-richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen XXX bevat bindende duurzaamheidscriteria om de directe gevolgen van landgebruik die samenhangen met in de EU verbruikte biobrandstoffen te voorkomen.


In de Europese consensus inzake ontwikkeling XXXI wordt gestreefd naar armoedebestrijding door middel van goed werkende ecosystemen ter ondersteuning van de overgang naar een groene economie. Hierin worden duurzame waardeketens voor de landbouw gestimuleerd om ontbossing te stoppen, te voorkomen en terug te draaien.


De EU geeft consumenten ook voorlichting over de noodzaak om de gevolgen van ons verbruik voor het land te verminderen en stimuleert mensen om producten te consumeren uit “ontbossingsvrije” toeleveringsketens, d.w.z. ketens die direct noch indirect ontbossing veroorzaken.

Ondanks al deze inspanningen is het onwaarschijnlijk dat de EU-doelstelling om tropische ontbossing tegen 2020 met ten minste 50 % te verminderen wordt gehaald XXXII , en daarom moeten we ons optreden intensiveren en een nog sterkere leidersrol op ons nemen om de wereldwijde bossen te beschermen en herstellen.


Als een belangrijke handelaar en investeerder en de grootste verlener van ontwikkelingshulp werkt de EU samen met partners over de hele wereld. Er zijn veel mogelijkheden om nauwer samen te werken om bossen te beschermen en herstellen.


Bossen bieden de samenleving belangrijke ecosysteemdiensten, zoals schone lucht, regulering van de waterstroming, koolstofvastlegging, bodembescherming tegen water- en winderosie, het bieden van habitats voor dieren en planten, het herstellen van aangetast land en veerkracht bij rampen en klimaatverandering. Hiermee verminderen zij het risico op regionale conflicten, zorgen ze voor kleinere migratiestromen en verhogen zij de opbrengst van landbouwactiviteiten en het welzijn van lokale gemeenschappen.


Het is bewezen dat het herstellen van aangetaste bossen en het planten van nieuwe bossen effectieve aanvullende maatregelen zijn bij de inspanningen om ontbossing te stoppen. Als dergelijke herbebossing goed en met inachtneming van ecologische beginselen die gunstig zijn voor de biodiversiteit is gepland en uitgevoerd (bv. door de vervanging van ander legitiem en duurzaam landgebruik te voorkomen). kan zij verschillende voordelen hebben. Herbeboste gebieden kunnen dienen als bufferzone voor oerbossen, de bodem beschermen, schoon water verzamelen en genetische diversiteit waarborgen. Het op grote schaal planten van bomen zou ook wezenlijk bijdragen aan de beperking van klimaatverandering XXXIII . Sommige manieren die de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering heeft aangegeven om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°, zouden tegen 2050 een toename van bossen van circa 1 miljard hectare vereisen ten opzichte van 2010 XXXIV .


Bovendien kunnen de bescherming van bestaande bossen en de duurzame toename van bosvegetatie zorgen voor bestaansmiddelen, de inkomsten van lokale gemeenschappen verhogen en de ontwikkeling van duurzame bio-economieën mogelijk maken. Bossen vormen een veelbelovende sector van de groene economie en kunnen wereldwijd 10 tot 16 miljoen duurzame, fatsoenlijke banen creëren XXXV .


De EU blijft haar kennis en ervaring ontwikkelen en delen, en zorgt ervoor dat bij projecten voor duurzaam bosbeheer, bebossing en herbebossing rekening wordt gehouden met de lokale omstandigheden op sociaal, economisch en milieugebied. Bovendien blijft de EU oplossingen delen, zoals de diversificatie van schonere energiebronnen die de druk op bossen verlagen, de duurzame inkoop van hout en ecotoerismeprojecten op basis van rijke, biodiverse, natuurlijke bossen.


23.

II. Doelstellingen en toepassingsgebied


Het doel van deze mededeling is het doen van voorstellen voor de intensivering van het optreden van de EU om de bossen over de hele wereld, en dan met name oerbossen, te beschermen en bossen op duurzame en verantwoorde wijze te herstellen. Het algemene doel is om de bosvegetatie op de wereld te beschermen en te laten groeien en zo de gezondheid van de mens en de bestaansmiddelen te verbeteren en te zorgen voor een gezonde planeet voor onze kinderen en kleinkinderen.

De intensivering van het optreden van de EU sluit aan bij de EU-doelstelling om tegen 2030 geen bosareaal meer verloren te laten gaan en bij haar bestaande internationale verbintenissen. Het is een antwoord op de oproepen van het Europees Parlement XXXVI , de Raad en belanghebbenden uit de particuliere en publieke sector XXXVII .


Deze mededeling bevat voorstellen voor een reeks nieuwe maatregelen en ambities, die voortbouwen op de EU-bosstrategie van 2013 , de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020 XXXVIII , het 7e milieuactieprogramma XXXIX en de strategische langetermijnvisie van de Europese Commissie “Een schone planeet voor iedereen” voor een klimaatneutrale economie tegen 2050.


In de discussienota “Een duurzaam Europa in 2030” XL van de Commissie wordt benadrukt dat ontbossing “niet het probleem van een ander is”. Hierin wordt onderstreept dat de consumptie van voedsel en voeder in de EU een van de belangrijkste oorzaken van de milieueffecten is, omdat hierdoor veel druk wordt gelegd op bossen in niet-EU-landen en de ontbossing wordt versneld. Daarom moet de consumptie van producten uit ontbossingsvrije toeleveringsketens in de EU zowel met regelgevende als niet-regelgevende maatregelen worden gestimuleerd.


Een halt toeroepen aan ontbossing en bosdegradatie biedt in combinatie met duurzame herstel-, bebossings- en herbebossingsactiviteiten mogelijkheden voor economische ontwikkeling. Hiervoor moet vooral de nadruk worden gelegd op de duurzame productie en consumptie van landbouw- en houtproducten. Er zijn maatregelen op internationaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau en aanzienlijke investeringen nodig.


Daarom wordt in deze mededeling voorgesteld om nauwe samenwerkingsverbanden aan te gaan met producerende en verbruikende landen, bedrijven en het maatschappelijk middenveld. Deze samenwerkingsverbanden kunnen maatregelen ter bevordering van landbeheer, duurzaam bosbeheer en herbebossing, transparante toeleveringsketens, doeltreffend toezicht, duurzame financiering en multilaterale samenwerking vergemakkelijken. De in deze mededeling aangegeven maatregelen kunnen ook gunstig zijn voor bepaalde andere natuurlijke ecosystemen, omdat het verlies daarvan grotendeels dezelfde oorzaken heeft als het verlies van bossen XLI .


Bij het opstellen van deze mededeling heeft de Commissie uitgebreid belanghebbenden geraadpleegd XLII , onder andere tijdens twee conferenties in 2014 en 2017 en via een openbare raadpleging in 2019. Het materiaal voor deze mededeling is voorts ontleend aan drie studies, en met name de in februari 2018 gepubliceerde “Feasibility study on options to step up EU action against deforestation”, waarin de bestaande tekortkomingen zijn gesignaleerd en mogelijke aanvullende beleidsmaatregelen zijn beoordeeld. Het EU-actieplan Flegt bijvoorbeeld pakt illegale houtkap aan en draagt bij tot betere governance, maar richt zich niet op ontbossing als gevolg van de uitbreiding van de landbouw. In de EU-richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen worden duurzaamheidscriteria genoemd waaraan grondstoffen voor vloeibare biobrandstof en bepaalde bronnen van biomassa die worden gebruikt voor biogas en vaste brandstoffen op basis van biomassa, moeten voldoen om in aanmerking te komen voor financiële en regelgevende ondersteuning. In de richtlijn komt het gebruik van grondstoffen voor andere doeleinden dan biobrandstoffen echter niet aan de orde.


Daar het mandaat van de huidige Commissie ten einde loopt, wordt er in deze mededeling geen definitieve blauwdruk vastgesteld voor de nieuwe Commissie. De uitdagingen waarvoor wij staan zijn echter zo urgent dat hiervoor een serieuze analyse van de problemen, een discussie over de aanpak hiervan, het vaststellen van een aantal voorstellen die onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd en het opstellen van regelgevende en financiële maatregelen nodig zijn, waarover het politieke leiderschap van de nieuwe Commissie kan beslissen.


24.

III. Vijf prioriteiten voor het intensiveren van het EU-optreden tegen ontbossing en bosdegradatie


Prioriteit 1: de voetafdruk van de EU-consumptie op het land verkleinen en de consumptie van producten uit ontbossingsvrije toeleveringsketens in de EU stimuleren


Het afgelopen decennium heeft de Commissie de betrokken beleidsmakers, maar ook andere partijen, bewuster gemaakt van ontbossing en bosdegradatie. Er zijn zowel vrijwillige als verplichte maatregelen ingevoerd op gebieden zoals milieu-etikettering, duurzaamheidsverslaglegging, mensenrechten, due diligence, duurzaam investeren en financieren, overheidsopdrachten en maatschappelijk verantwoord ondernemen/verantwoord zakelijk gedrag. Hoewel deze maatregelen enige invloed hebben gehad, waren er maar weinig specifiek gericht op ontbossing, bosdegradatie en herbebossing. En hoewel er de afgelopen jaren steeds meer vrijwillige verbintenissen van de particuliere sector voor het aanpakken van ontbossing zijn bijgekomen, zijn de uitvoering en transparantie van deze inspanningen nog voor verbetering vatbaar.


De EU is ook begonnen met het aanpakken van het risico op ontbossing dat voortkomt uit het toegenomen gebruik van biobrandstof. Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen XLIII bevat niet alleen bindende duurzaamheidscriteria, maar ook regels om het risico op ontbossing te beperken en een limiet voor het met betrekking tot de streefcijfers voor hernieuwbare energie meetellen van het gebruik van biobrandstoffen die worden geproduceerd uit voedsel- en voedergewassen. Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/807 van de Commissie XLIV bevat criteria voor het bepalen van de grondstoffen met een hoog risico op indirecte veranderingen in landgebruik (ILUC) waarbij een belangrijke uitbreiding van het productiegebied naar land met grote koolstofvoorraden waar te nemen valt. De mogelijkheid om biobrandstoffen uit grondstoffen met een hoog ILUC-risico mee te nemen in de berekening van het totale nationale aandeel hernieuwbare energie wordt voor de periode 20212023 beperkt en uiterlijk tegen 2030 beëindigd.


Om de consumptie van producten uit ontbossingsvrije toeleveringsketens in de EU te stimuleren, moeten we het voor leveranciers, fabrikanten, verkopers, consumenten en overheidsinstanties gemakkelijker maken om dergelijke producten te herkennen, promoten en kopen. Goede voorbeelden van EU-beleid om de transparantie van de toeleveringsketen te verbeteren, zijn Verordening (EU) nr. 995/2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (ook wel de houtverordening van de EU genoemd), en Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, die hen in staat stelt om onderscheid te maken tussen de verschillende plantaardige oliën in producten. Andere instrumenten zijn het EU-milieukeur, groene overheidsopdrachten en andere initiatieven in het kader van de circulaire economie. Instrumenten zoals de milieuvoetafdruk van een product en de milieuvoetafdruk van een organisatie kunnen ook helpen bij de beoordeling van de druk van verschillende productcategorieën op ontbossing. Deze initiatieven zouden zich echter specifieker kunnen richten op de bevordering van bebossing en de bestrijding van ontbossing en bosdegradatie.


Als er hoge normen worden gehanteerd, kunnen certificerings- en controleregelingen ook een rol spelen bij de ondersteuning van duurzame toeleveringsketens. De Commissie heeft een richtsnoer XLV voor de EU-houtverordening opgesteld waarin de rol van regelingen voor controle door derden bij risicobeoordeling en beperking aan de orde wordt gesteld. Bovendien zijn in een studie uit 2018 de duurzaamheidsnormen voor palmolie geëvalueerd en wordt hierin een samenvatting gegeven van de gevolgen van bestaande initiatieven voor de duurzame productie en consumptie van palmolie XLVI . Normen en certificeringsregelingen die kunnen helpen bij het herkennen en promoten van ontbossingsvrije grondstoffen kunnen onder andere worden gesteund door studies over de voordelen en tekortkomingen hiervan en door het opstellen van richtsnoeren, met inbegrip van beoordelingen op basis van bepaalde criteria om de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van verschillende normen en regelingen aan te tonen. In deze criteria zouden aspecten zoals de deugdelijkheid van de certificerings- en accreditatieprocessen, onafhankelijk toezicht, mogelijkheden om toezicht te houden op de toeleveringsketen, vereisten voor de bescherming van oerbossen en bossen met een grote biodiversiteit en de bevordering van duurzaam bosbeheer aan de orde moeten komen.


Consumenten en producenten zouden ook beter moeten worden geïnformeerd over het verband tussen het verbruik van grondstoffen en ontbossing. Mensen zouden aan de hand van regelgevende en niet-regelgevende stimulansen worden aangemoedigd om een evenwichtiger, gezonder en voedzamer dieet aan te houden XLVII en om minder voedsel te verspillen. Door deze duurzamere levensstijl zou de druk op het land en de hulpbronnen worden verlaagd.

25.

Kernacties


De Commissie zal:
➢Een platform oprichten voor de dialoog tussen meerdere belanghebbenden en lidstaten over ontbossing, bosdegradatie en de duurzame toename van de wereldwijde bosvegetatie als forum om uitwisselingen met en tussen belanghebbenden met het oog op het aangaan van allianties te bevorderen, aan te dringen op en het samen aangaan van verbintenissen om ontbossing aanzienlijk terug te brengen en ervaringen en informatie te delen.


➢De versterking van normen en certificeringsregelingen stimuleren die kunnen helpen bij het herkennen en promoten van ontbossingsvrije grondstoffen, onder andere door studies over de voordelen en tekortkomingen hiervan en door het opstellen van richtsnoeren, met inbegrip van beoordelingen op basis van bepaalde criteria, om de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van verschillende normen en regelingen aan te tonen.


➢Aanvullende regelgevende en niet-regelgevende maatregelen aan de vraagzijde beoordelen om te zorgen voor een gelijk speelveld en algemene kennis over ontbossingsvrije toeleveringsketens, en zo de transparantie van de toeleveringsketen te vergroten en het risico op ontbossing en bosdegradatie dat samenhangt met de invoer van grondstoffen in de EU, tot een minimum te beperken.


Bovendien zal de Commissie de uitvoering van de volgende lopende maatregelen verbeteren:


-analyses verrichten met relevante belanghebbenden voor het beoordelen van de noodzaak om raden van bestuur te verplichten een duurzaamheidsstrategie op te stellen en openbaar te maken, met inbegrip van de passende due diligence in de gehele toeleveringsketen en meetbare duurzaamheidsdoelstellingen XLVIII ;

-het meenemen van voor bossen relevante overwegingen in maatschappelijk verantwoord ondernemen/verantwoord zakelijk gedrag bevorderen, de transparantie op dit vlak stimuleren en het aangaan van vrijwillige verbintenissen in de particuliere sector bevorderen in overeenstemming met de internationale richtsnoeren;

-het thema ontbossing een prominentere plaats geven in de EU-milieukeur, groene overheidsopdrachten en andere initiatieven in het kader van de circulaire economie;


-de ontwikkeling en verspreiding van informatie en voorlichtingsmateriaal actief ondersteunen om de vraag naar producten waarvan de toeleveringsketen mogelijk ontbossing met zich meebrengt, te verlagen en tegelijkertijd de vraag naar producten uit ontbossingsvrije toeleveringsketens te verhogen;


-in de context van het bestaande wettelijke kader “Schone energie voor alle Europeanen” ingaan op de relevante aspecten van hernieuwbare energie en biobrandstoffen, alle relevante aspecten van het verslag bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/807 van de Commissie in 2021 beoordelen en in voorkomend geval Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/807 van de Commissie in 2023 herzien op basis van de meest recente inzichten;


-het Flegt-werkplan voor 20182022 uitvoeren en in het bijzonder de uitvoering van de EU-houtverordening versterken.


Prioriteit 2: samenwerken met producerende landen om de druk op bossen te verlagen en om de ontwikkelingssamenwerking van de EU “ontbossingsproof” te maken


De Commissie zal in overeenstemming met de beginselen voor ontwikkelingssamenwerking van de EU samenwerken met producerende landen om ontbossing en bosdegradatie te bestrijden. De EU heeft sinds 2014 gemiddeld 1,2 miljard EUR per jaar geïnvesteerd om landbouwprogramma’s in partnerlanden die te maken hebben met uitdagingen op dit gebied te ondersteunen. Bij de investeringen stonden het ondersteunen van klimaatbestendige landbouw, duurzame intensivering en diversificatie, agro-ecologie en boslandbouw centraal. De Commissie wil duurzame en transparante waardeketens voor de landbouw stimuleren op basis van een solide methode XLIX die alle partnerlanden hanteren. Hierdoor kan de Commissie maatregelen ondersteunen om waardeketens voor grondstoffen zoals koffie, cacao, palmolie en vee te transformeren.


De Commissie richt zich inmiddels ook nadrukkelijker op duurzaam bosbeheer als instrument voor het voorkomen, stoppen en omkeren van het verlies en de degradatie van bossen. Bij duurzaam bosbeheer worden doelstellingen op economisch, sociaal en milieugebied gecombineerd om: i) ervoor te zorgen dat bossen hun productieve waarde behouden; ii) bossen beter bestand te maken tegen klimaatverandering; en iii) ecosysteemdiensten van bossen te behouden (zoals behoud van biodiversiteit en koolstofvastlegging). Bovendien helpt duurzaam bosbeheer bij het bevorderen van een innovatieve bio-economie en het benutten van het sociaal-economisch potentieel van de houtsector. Investeringen in de houtsector brengen meer dan twee keer zoveel op in andere sectoren van de economie. Voor elke 100 banen die in de houtsector worden gegenereerd, worden er in andere sectoren als uitvloeisel daarvan 153 banen gegenereerd L .


Het bevorderen van duurzame consumptie en productie van verschillende houtproducten is een belangrijk onderdeel van de bio-economie. De EU heeft sinds 2010 via haar “SWITCH To Green”-programma's meer dan 20 miljoen EUR geïnvesteerd in pilotprojecten voor de bosbouw. De conclusie van een evaluatie uit 2018 was dat de EU-steun voor groene bedrijfsontwikkeling (voornamelijk in Afrika en Azië) “veel effect heeft gesorteerd voor wat betreft het toepassen van duurzame consumptie- en productiepraktijken, meer investeringen en het creëren van groene banen” LI .


Daar biologische diversiteit de productieve waarde van bossen en hun ecosysteemdiensten versterkt, is het essentieel om bosdegradatie tegen te gaan. De EU heeft de creatie en het beheer van beschermde gebieden gesteund, hetgeen in 2018 betrekking had op in totaal 14,7 miljoen hectare tropisch regenwoud. Bovendien heeft de EU innovatieve en effectieve instrumenten om bossen te beschermen gestimuleerd, zoals instandhouding door gemeenschappen (met name door inheemse volkeren) en de aanpak op basis van het landschap LII .


Illegale activiteiten brengen een groot risico op ontbossing met zich mee. Daarom is het essentieel om oorzaken zoals gebrekkig beheer aan te pakken en is dit een belangrijk onderdeel van het EU-actieplan Flegt. Dit actieplan draagt sinds 2003 bij aan het verbeteren van transparantie, verantwoordelijkheid, juridische hervormingen, inclusiviteit en een op participatie gebaseerde aanpak in ondersteunde landen. Het bevorderen van het verantwoordelijk pachten van grond en bos LIII blijft een van de belangrijkste prioriteiten van het EU-beleid voor internationale samenwerking en ontwikkeling. De EU ondersteunt op dit moment in circa 40 ontwikkelingslanden maatregelen voor landbeheer en in nog eens 18 landen de uitvoering van de Voluntary Guidelines on the Responsible Governance of Tenure of Land, Fisheries and Forests in the Context of National Food Security LIV . Bovendien biedt de EU directe ondersteuning aan mensen die mensenrechten en landrechten verdedigen. In het kader van het actieplan van de EU tegen illegale handel in wilde dieren en planten LV worden de doeltreffendheid en het effect van inspanningen ter bestrijding van criminaliteit in verband met bossen verbeterd door hierbij lokale autoriteiten en gemeenschappen te betrekken.


Maatregelen van de EU hebben geholpen bij de ontwikkeling en uitvoering van beleidsmaatregelen in producerende landen die al hebben geleid tot een afname van het verlies en de degradatie van bossen. Op basis van de ervaringen tot nu toe zal de Commissie de bestaande maatregelen uitbreiden en onder andere de onderstaande aanvullende maatregelen treffen.

26.

Kernacties


De Commissie zal:
➢Ervoor zorgen dat ontbossing op nationaal niveau wordt opgenomen in de politieke dialoog en partnerlanden helpen bij de ontwikkeling en uitvoering van nationale kaders voor bossen en duurzaam bosbeheer. In deze nationale kaders komen zowel de binnenlandse behoeften als de wereldwijde verbintenissen tot uiting. Hieronder vallen onder andere het helpen van partnerlanden bij de uitvoering van hun nationaal bepaalde bijdragen aan de Overeenkomst van Parijs en/of het opnemen van bosbeheermaatregelen in het beleid op het gebied van begrotingssteun en het beheer van overheidsfinanciën.


➢Waarborgen dat de EU-steun voor landbouw-, infrastructuur-, mijnbouw-, stedelijk, voorstedelijk en plattelandsbeleid in partnerlanden niet bijdraagt aan ontbossing en bosdegradatie. Indien dit gerechtvaardigd is, moet de EU-steun worden gecombineerd met compenserende maatregelen, zoals steun voor herstel, bebossing en/of herbebossing.


➢Partnerlanden helpen bij de invoering van duurzame waardeketens voor de bosbouw en de bevordering van duurzame bio-economieën op basis van het voorbeeld van de mededeling van de Commissie “Een nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen: partnerschap voor investeringen en banen naar een hoger niveau tillen”.


➢Stimuleringsmechanismen voor kleine landbouwers ontwikkelen en invoeren ter behoud en verbetering van ecosysteemdiensten en producten die voortkomen uit duurzaam bosbeheer en duurzame landbouw.


Bovendien zal de Commissie de uitvoering van de volgende lopende maatregelen verbeteren:


-de inspanningen opvoeren om de rechten van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen die afhankelijk zijn van bossen, en mensen die milieurechten beschermen, te ondersteunen in overeenstemming met resolutie 28/11 van de Mensenrechtenraad van de VN;


-het beleids- en regelgevingskader voor de bevordering van duurzaam bosbeheer en ruimtelijke ordening verbeteren en tegelijkertijd de thema’s biodiversiteit en klimaat hierin een prominentere rol geven;


-het herstel van boslandschappen bevorderen, evenals herbebossingsprojecten met ecologische beginselen die gunstig zijn voor de biodiversiteit, de rechten van de lokale bevolking en het levensonderhoud door middel van betere ecosysteemdiensten LVI ;


-doorgaan met de ondersteuning van bosbehoud door het creëren en efficiënt beheren van beschermde bosgebieden, terwijl tegelijkertijd hoge instandhoudingswaarden LVII en grote koolstofvoorraden LVIII worden verkend;


-de maatregelen voor duurzame productie en duurzaam gebruik van houtbrandstoffen uitbreiden op basis van de lessen die zijn getrokken uit het initiatief Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering (GCCA+), en tegelijkertijd andere vormen van duurzame hernieuwbare energie stimuleren.


Prioriteit 3: de internationale samenwerking versterken om ontbossing en bosdegradatie te stoppen en het herstel van bossen te stimuleren


De voortrekkersrol van de EU op dit gebied komt tot uiting in haar verbintenis aan multilaterale maatregelen en het EU-actieplan Flegt. Als de EU als enige maatregelen treft, is het effect op het verminderen van ontbossing en bosdegradatie en de wereldwijde toename van bosvegetatie beperkt. Daarom is het belangrijk om de samenwerking te versterken, consistente maatregelen te stimuleren en te voorkomen dat de handel van producten waarvan de toeleveringsketen mogelijk ontbossing met zich meebrengt, wordt verlegd naar andere delen van de wereld.


Op multilateraal en bilateraal niveau draagt de EU al actief bij aan het ontwerpen van beleidsmaatregelen en normen die zich richten op de oorzaken van ontbossing en bosdegradatie. De EU maakt zich in belangrijke internationale fora hard voor een wereldwijde agenda voor duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, duurzaam bosbeheer, herbebossing en herstel van aangetaste bosgebieden. De EU gaat ook te werk via sectorale intergouvernementele organisaties, tussen landen, belangrijkste belanghebbenden en initiatieven zoals de Taskforce voor het Afrikaanse platteland LIX , waarin ze ervaring en kennis deelt, en mogelijkheden verkent voor de ontwikkeling van activiteiten die werkgelegenheid en inkomsten genereren. Deze maatregelen leiden tot initiatieven om natuurlijke hulpbronnen efficiënter te gebruiken en met minder meer te produceren.


Als een belangrijke handelspartner draagt de EU bij aan groei en sociaal-economische ontwikkeling in veel regio’s in de wereld en bevordert zij tegelijkertijd duurzaamheid. In overeenstemming met de verbintenis om het handelsbeleid van de EU te laten bijdragen aan het verantwoorde beheer van wereldwijde toeleveringsketens LX streeft de Commissie ernaar dat alle nieuwe uitgebreide handelsovereenkomsten van de EU bepalingen over duurzaam bosbeheer en verantwoord zakelijk gedrag bevatten, evenals verbintenissen om de Overeenkomst van Parijs daadwerkelijk uit te voeren. Enkele bestaande handelsovereenkomsten van de EU bevatten al specifieke bepalingen voor de bevordering van handel in bosproducten die geen ontbossing of bosdegradatie veroorzaken en voor de stimulering van het behoud en het duurzame beheer van bossen LXI .

27.

Kernacties


De Commissie zal:
➢De samenwerking inzake beleidsmaatregelen en maatregelen om ontbossing en bosdegradatie te stoppen en bossen te herstellen versterken in internationale fora, waaronder de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), de G7/G20, het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), het Bossenforum van de Verenigde Naties (UNFF), het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD), het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD), de Milieuvergadering van de VN (UNEA), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Wereldhandelsorganisatie (WTO), bijvoorbeeld door beste praktijken en algemene kennis over duurzame toeleveringsketens te bevorderen en te pleiten voor het vaststellen en invoeren van krachtige verbintenissen en bepalingen.


➢Handelsovereenkomsten bevorderen die bepalingen bevatten over het behoud en het duurzame beheer van bossen en de handel stimuleren in landbouw- en houtproducten die geen ontbossing en bosdegradatie veroorzaken. De Commissie zal bovendien onderzoeken hoe handelspartners kunnen worden aangemoedigd om ontbossing tegen te gaan. Zij zal samenwerken met handelslanden om de uitvoering en handhaving van relevante bepalingen uit de handelsovereenkomsten van de EU op te voeren en lessen trekken uit deze ervaringen.


Bovendien zal de Commissie de uitvoering van de volgende lopende maatregelen verbeteren:


-het effect van handelsovereenkomsten op ontbossing in kaart brengen met duurzaamheidseffectbeoordelingen en andere relevante beoordelingen op basis van gedegen methoden voor effectbeoordeling en evaluatie;


-de duurzaamheid van toeleveringsketens in de relevante internationale grondstoffenorganen LXII (bv. koffie, cacao, hout) aankaarten, waarbij ook het thema ontbossing en bosdegradatie aan bod komt;


-in bilaterale dialogen met belangrijke consumerende en producerende landen: i) ervaringen en informatie uitwisselen over de respectieve beleidsmaatregelen en juridische kaders; en ii) gemeenschappelijke activiteiten vaststellen ter onderbouwing van te ontwikkelen beleid op basis van gevorderde kennis over het effect van ontbossing en bosdegradatie.


Prioriteit 4: financiering verleggen om duurzamer landgebruik te ondersteunen


Er zijn aanzienlijke investeringen nodig om de oorzaken van ontbossing aan te pakken, duurzame herbebossing en bebossing te bevorderen, de bosvegetatie actief te verhogen en een klimaat te creëren waarin duurzame praktijken mogelijk zijn LXIII . In internationaal verband wordt in toenemende mate erkend dat financiële markten een rol moeten spelen bij het waarborgen van een duurzamere toekomst en bij de uitvoering van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN en de Overeenkomst van Parijs. Het is essentieel dat grote particuliere financieringen in de landbouwsector, zowel in gegradueerde landen als in landen die in aanmerking komen voor het ontvangen van officiële ontwikkelingshulp, worden verlegd naar ontbossingsvrije activiteiten. Tegelijkertijd moeten perverse financiële prikkels en subsidies worden geschrapt.


Voor de periode 20142020 heeft de Commissie meer dan 500 miljoen EUR beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van bossen in partnerlanden. Hoewel dit een aanzienlijk bedrag is, zijn investeringen op deze schaal duidelijk niet toereikend om de doelstellingen uit deze mededeling te behalen. Volgens het Secretariaat van het Bossenforum van de Verenigde Naties LXIV bedragen alleen de financieringsbehoeften voor duurzaam bosbeheer wereldwijd al jaarlijks 60140 miljard EUR. Naast het aantrekken van nieuwe publieke middelen zal de grootste uitdaging zijn om investeringen in bossen te laten aansluiten bij ontwikkelingen die klimaatbestendig zijn en de uitstoot van broeikasgassen verlagen (artikel 2 van de Overeenkomst van Parijs).


In dit kader zijn het Europees plan voor externe investeringen en de regionale blendingfaciliteiten efficiënte instrumenten om in sectoren zoals energie, landbouw of infrastructuur te profiteren van particuliere financiering. Hoewel deze innovatieve financiële mechanismen aantrekkelijk kunnen zijn voor de particuliere sector in gebieden met een aanzienlijk rendement op investeringen, zoals duurzaam bosbeheer, herbebossing en boslandbouw, zijn ze minder geschikt voor investeringen in bosbescherming, behoud van koolstofputten en biodiversiteit. Daarom blijven passende overheidsmiddelen voor die doeleinden noodzakelijk om de balans tussen de talrijke doelen van bossen te ondersteunen (productie, behoud, klimaat, bestaansmiddelen, vrede en gezondheid). De Commissie heeft zich er ook toe verbonden om ervoor te zorgen dat de projecten in het kader van de duurzame infrastructuur van InvestEU LXV voor de financieringsperiode 20212027 duurzaamheid bevorderen en niet bijdragen aan klimaatverandering.


Er zijn al enkele belangrijke stappen gezet, waaronder het EU-actieplan voor de financiering van duurzame groei LXVI en de via politieke overeenstemming vastgestelde verordeningen inzake low-carbonbenchmarks LXVII en inzake informatieverschaffing in verband met duurzaamheid LXVIII . Een ander voorbeeld is het voorstel om een EU-taxonomie te ontwikkelen LXIX om uit te maken welke economische activiteiten aanzienlijk bijdragen aan de mitigatie van broeikasgassen, zonder aanzienlijke schade te berokkenen aan milieudoelstellingen voor investeringen.


Investeren in sectoren die verband houden met ontbossing kan investeerders blootstellen aan operationele, juridische of reputatierisico's. Investeerders zouden er daarom toe moeten worden gebracht om bedrijven te stimuleren over te gaan tot ontbossingsvrije methoden of toeleveringsketens. Door meer transparantie in de hele investeringsketen kunnen dergelijke veranderingen in de reële economie worden bevorderd LXX . Uit hoofde van de richtlijn met betrekking tot niet-financiële rapportage zijn grote ondernemingen al verplicht niet-financiële informatie over onder andere milieu-, sociale en mensenrechtenaangelegenheden bekend te maken LXXI . De Commissie is voornemens om binnenkort de resultaten van een geschiktheidscontrole van het EU-raamwerk voor verslaggeving, inclusief de richtlijn met betrekking tot niet-financiële rapportage, te publiceren. Intussen stimuleert de Commissie beste praktijken en verkent zij de mogelijkheid om algemeen aanvaarde beginselen voor milieuboekhouding vast te stellen die een verbetering inhouden van de mogelijkheden voor zakelijke en financiële organisaties om de gevolgen voor en de afhankelijkheid van het milieu te bepalen en verminderen, met inbegrip van ontbossing en bodemaantasting LXXII . Een voorbeeld hiervan zijn de werkzaamheden in het kader van het Business and Biodiversity Platform en toekomstige platforms voor milieuboekhouding die voortkomen uit deze op samenwerking gebaseerde aanpak en worden ondersteund door het LIFE-programma.

28.

Kernacties


De Commissie zal:
➢Samen met de EU-lidstaten mogelijke duurzame mechanismen om groene financiering voor bossen aan te jagen, beoordelen en nagaan hoe de financiering verder kan worden benut en verhoogd, onder andere door middel van blendingmechanismen en ook door voort te bouwen op de ervaring van het Europees plan voor externe investeringen. Het doel zou zijn om producerende landen te ondersteunen bij het in stand houden van bestaande bosvegetatie en het herstellen van bossen, en bij het geven van positieve prikkels voor investeringen in duurzaam bosbeheer en duurzame waardeketens voor de bosbouw, en partnerlanden met name te ondersteunen bij het ontwerpen en uitvoeren van beleidsmaatregelen en instrumenten die beter land- en bosbeheer kunnen stimuleren (zoals fiscaal beleid, groene boekhouding, groene obligaties en betalingen voor regelingen voor ecosysteemdiensten).


➢Zich buigen over de mogelijkheid om de verslaglegging van bedrijven over het effect van hun activiteiten op ontbossing en bosdegradatie, te verbeteren in het kader van een toekomstige herziening van de richtlijn met betrekking tot niet-financiële rapportage LXXIII op basis van de conclusies van de geschiktheidscontrole inzake bedrijfsrapportage.


Bovendien zal de Commissie de uitvoering van de volgende lopende maatregelen verbeteren:


-het thema ontbossing meenemen in de beoordeling van projecten in sectoren waarin dit relevant is voor de beoordeling van de effecten van het project;


-richtsnoeren inzake de verschillende meetbenaderingen op EU- en lidstaatniveau, en de verbetering daarvan, overwegen om meer inzicht te krijgen in de waarde van bossen en de kenmerken van risicofinanciering op het gebied van bossen;


-ontbossing zorgvuldig in acht nemen bij de uitvoering voor het actieplan voor duurzame financiering, met inbegrip van het ontwikkelen van een EU-taxonomie voor economische activiteiten.


Prioriteit 5: de beschikbaarheid en kwaliteit van en toegang tot informatie over bossen en toeleveringsketens van grondstoffen ondersteunen. Onderzoek en innovatie ondersteunen


Voor een doeltreffend bosbeleid is betrouwbare informatie nodig over bosbestanden, de staat waarin zij verkeren en de wijze waarop zij worden beheerd en gebruikt, alsmede over veranderingen in landgebruik. De EU steunt op mondiaal, regionaal en nationaal niveau het onderzoek en de capaciteitsopbouw op dit gebied LXXIV . Bovendien ondersteunt zij met gebruik van aardobservatiegegevens van verschillende bronnen het toezicht op ontbossing en bosdegradatie.


Het Copernicus-programma voor aardobservatie en -monitoring van de EU verschaft volledige, kosteloze en open toegang tot de gegevens van de Sentinel-satellieten en informatie van de Copernicus-diensten. Hierdoor konden de kosten voor het monitoren van de indicatoren voor de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, zoals de indicator voor duurzaam bosbeheer, worden verlaagd. Copernicus is een essentieel instrument voor het versterken van mondiale of nationale bosbewakingssystemen. De Commissie voert eveneens de EU-strategie voor de bio-economie uit LXXV , met onder andere de oprichting van een Kenniscentrum voor bio-economie en een EU-bewakingssysteem voor de bio-economie dat van toepassing is op ecosystemen en hun diensten. Het is echter noodzakelijk om de aardobservatie- en toeleveringsketengegevens van de EU verder te benutten en de onderzoeks- en monitoringcapaciteit te combineren om zo een systeem voor vroegtijdige waarschuwing te ontwikkelen.


Het is belangrijk om de consumptie van producten uit ontbossingsvrije toeleveringsketens in de EU te stimuleren en de beoordelingen van de effecten van die consumptie door de EU en andere markten op bossen wereldwijd uit te werken. Hiervoor moeten handelsstromen op nationaal, regionaal en lokaal niveau beter worden gemonitord en is er betere toegang tot geschikte informatie nodig. Er zijn de afgelopen jaren een aantal initiatieven opgezet om dit te bereiken LXXVI , maar slechts enkele van dergelijke initiatieven voor een transparante toeleveringsketen hebben zich ontwikkeld tot daadwerkelijk toegankelijke platforms die kunnen dienen als informatiebron waarop tal van partijen hun besluiten baseren.


Met het EU-kaderprogramma voor onderzoek Horizon 2020 zijn al belangrijke onderzoeken en innovaties op relevante gebieden gefinancierd LXXVII . Er is echter meer onderzoek en wetenschappelijk bewijs nodig voor de overgang naar duurzamer landgebruik en duurzamere toeleveringsketens om ontbossing en bosdegradatie te stoppen. Dit onderzoek is nodig op gebieden als: de bestrijding van en aanpassing aan klimaatverandering; het vaststellen en uitvoeren van oplossingen die op de natuur zelf zijn gebaseerd LXXVIII ; het herstel van bossen en landschappen (met inbegrip van bebossing en herbebossing); handelsstromen; en markttoezicht op grondstoffen die verband houden met ontbossing en bosdegradatie. De Commissie zal haar inspanningen op deze terreinen, niet in de laatste plaats via het nieuwe EU-kader voor innovatie en onderzoek, Horizon Europa, opvoeren. Bovendien ondersteunt zij de uitwisseling van beste praktijken met betrekking tot hernieuwbare energie, slimme landbouw en andere relevante gebieden tussen de EU en andere landen.

29.

Kernacties


De Commissie zal:
➢Voortbouwen op de bestaande bewakingsinstrumenten en een EU-waarnemingscentrum voor ontbossing, bosdegradatie, veranderingen in de wereldwijde bosvegetatie en de daaraan ten grondslag liggende factoren oprichten. Het doel hiervan is om informatie over toeleveringsketens toegankelijk te maken voor overheidsinstellingen, consumenten en bedrijven.

➢De haalbaarheid onderzoeken van het ontwikkelen van een REDD+-dienst binnen Copernicus om de bestaande mondiale of nationale bosbewakingssystemen te versterken en om de capaciteit en voortrekkersrol van Europa op dit gebied voor de lange termijn te garanderen.

➢De coördinatie van werkzaamheden tussen relevante onderzoeksinstellingen verbeteren, onder andere door middel van de noord-zuid- en zuid-zuid-samenwerkingskaders van het Europees innovatiepartnerschap. Het doel is om de capaciteit te vergroten en onderzoeksresultaten ten volle te benutten in belangrijke consumerende en producerende landen, onder meer door regionale waarnemingscentra te ondersteunen.


➢Innovatieve EU-praktijken voor de circulaire economie, duurzame bio-economie, hernieuwbare energie, slimme landbouw en andere relevante gebieden delen met andere landen.


Bovendien zal de Commissie de uitvoering van de volgende lopende maatregelen verbeteren:


-producerende landen bijstaan bij het volgen van de voortgang bij de uitvoering van beleidsdoelstellingen, waaronder: i) de bosgerelateerde onderdelen van nationaal bepaalde bijdragen; ii) verbintenissen in verband met ontbossing en legale en duurzame grondstofproductie; en iii) de bijbehorende handel.


-haar inspanningen opvoeren om de beschikbaarheid, kwaliteit en harmonisatie van betrouwbare informatie over bosbestanden en veranderingen in landgebruik te verbeteren ter onderbouwing van de beleidsvorming door een groot aantal belanghebbenden, waaronder partnerlanden;


-doorgaan met de ondersteuning van de ontwikkeling van mondiale LXXIX en regionale LXXX informatiesystemen om de gevolgen van bosbranden in de gaten te houden. Wereldwijd verwoesten die jaarlijks circa 67 miljoen hectare bos LXXXI .


30.

Conclusie



De Commissie stelt een lijst van eerste maatregelen voor en maakt de weg vrij voor het nieuwe politieke leiderschap van de Commissie om aanvullende maatregelen in overweging te nemen en hierover te beslissen.


Om deze mededeling met succes uit te voeren, zijn een constante dialoog tussen de EU en haar wereldwijde partners, sterke betrokkenheid van de particuliere sector en actief overleg met het maatschappelijk middenveld nodig, zoals is vastgesteld in bijlage 2. Er zullen ook aanzienlijke financiële middelen ter beschikking moeten worden gesteld.


De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om hun goedkeuring aan deze mededeling te hechten en om zich actief in te zetten voor de uitvoering van de hierin vervatte maatregelen, in nauwe samenwerking met alle relevante belanghebbenden. De Commissie ziet toe op de uitvoering van de maatregelen en brengt hierover verslag uit, en beoordeelt of hiermee de oorzaken van ontbossing en bosdegradatie met succes worden aangepakt.


(I)

Ontbossing is de conversie van bos in ander landgebruik, ongeacht of deze wordt veroorzaakt door de mens (FAO 2018, Global Forest Resources Assessment 2020. Terms and Definitions. www.fao.org/3/I8661EN/i8661en.pdf">www.fao.org/3/I8661EN/i8661en.pdf ).

(II)

Bosdegradatie is een vermindering van het vermogen van een bos om producten en diensten te leveren, wat betekent dat een bos door menselijke activiteit de structuur, functie, soortensamenstelling of productiviteit heeft verloren die normaal gesproken wordt geassocieerd met het soort natuurlijk bos dat op die plek wordt verwacht. Een gedegradeerd bos levert dus minder goederen en diensten op de desbetreffende locatie op en behoudt zijn biologische diversiteit slechts in beperkte mate. De biologische diversiteit van gedegradeerde bossen omvat veel andere elementen dan bomen, die kunnen overheersen in de lagere vegetatie. (Bron: Verdrag inzake biologische diversiteit. www.cbd.int/forest/definitions.shtml">https://www.cbd.int/forest/definitions.shtml en IPBES www.ipbes.net/glossary/forest-degradation">https://www.ipbes.net/glossary/forest-degradation )

(III)

Five Forest Figures, de Wereldbank. Beschikbaar op: https://blogs.worldbank.org/opendata/five-forest-figures-international-day-forests

(IV)

De noodzaak om het verlies van bossen te beperken wordt benadrukt in IPBES. 2019. Global assessment report on biodiversity and ecosystem services van het Intergouvernementeel platform voor wetenschap en beleid inzake biodiversiteit en ecosystemen. E. S. Brondizio, J. Settele, S. Díaz en H. T. Ngo (redacteuren). IPBES-secretariaat, Bonn, Duitsland. https://www.ipbes.net

(V)

Smith P e.a. (2014) Agriculture, Forestry and Other Land Use (AFOLU). In: Climate Change 2014: Mitigation of Climate Change. Contribution of Working Group III to the Fifth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change [Edenhofer O e.a. (redacteuren.)]. Cambridge University Press, Cambridge, VK en New York, NY, VS.

(VI)

FAO, 2018. The State of the World’s Forests 2018 – Forest pathways to sustainable development. Rome. www.fao.org/3/a-i9535en.pdf">www.fao.org/3/a-i9535en.pdf

(VII)

Verenigde Naties, 2017. Sustainable Development Goals Report 2017. https://unstats.un.org/sdgs/files/report/2017/TheSustainableDevelopmentGoalsReport2017.pdf

(VIII)

https://ec.europa.eu/info/food-farming-fisheries/forestry/forestry-explained_en

(IX)

FOREST EUROPE, 2015: State of Europe’s Forests 2015. www.foresteurope.org/docs/fullsoef2015.pdf">https://www.foresteurope.org/docs/fullsoef2015.pdf

(X)

Mededeling van de Commissie. Een nieuwe EU-bosstrategie ten bate van de bossen en de houtsector. COM(2013) 659. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52013DC0659 Zie ook het verslag van de Commissie, Voortgang van de tenuitvoerlegging van de bosstrategie van de EU “Een nieuwe EU-bosstrategie ten bate van de bossen en de houtsector”. COM(2018) 811. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52018DC0811

(XI)

Een oerbos is een bos dat nooit is gekapt en dat zich heeft ontwikkeld onder invloed van natuurlijke verstoringen en natuurlijke processen, ongeacht de leeftijd ervan –— www.cbd.int/forest/definitions.shtml">https://www.cbd.int/forest/definitions.shtml

(XII)

Bebossing is het creëren van bos door het planten en/of doelbewust zaaien op land dat tot dat moment voor een ander doel werd gebruikt en brengt met zich mee dat het landgebruik van niet-bos wordt omgezet naar bos (FAO 2018, Global Forest Resources Assessment 2020. Terms and Definitions. www.fao.org/3/I8661EN/i8661en.pdf">www.fao.org/3/I8661EN/i8661en.pdf ). Herbebossing is het opnieuw creëren van bos door het planten en/of doelbewust zaaien op land dat wordt aangemerkt als bos (ibid). Herstel wordt gedefinieerd als maatregelen voor het terugbrengen van ecologische processen die het herstel van de bosstructuur, het ecologisch functioneren en de biodiversiteit naar de betreffende waarden van een climaxbos versnellen (Elliott, S., D. Blakesley en K. Hardwick, ter perse. Restoring Tropical Forests: a Practical Guide. Kew Publications, Londen). Bebossings- en herbebossingsprojecten zouden moeten bijdragen aan het behoud en het verbeteren van de levering van ecosysteemgoederen en -diensten op landschapsniveau en zouden bevorderlijk moeten zijn voor beperking van klimaatverandering, biomassaproductie, behoud van biodiversiteit, bodem- en waterbescherming, beheersing van erosie en woestijnvorming, en voorkoming van de introductie van invasieve soorten (Pan-European Guidelines for Afforestation and Reforestation – Forest Europe 2008).

(XIII)

Zie artikel 3.5 in Intergouvernementeel platform voor wetenschap en beleid inzake biodiversiteit en ecosysteemdiensten (2018). Het Assessment Report on Land Degradation and Restoration van IPBES. www.ipbes.net/system/tdf">https://www.ipbes.net/system/tdf

(XIV)

Doelstellingen 5, 7, 11, 14 en 15 hebben direct betrekking op bossen.

(XV)

Het Strategisch plan voor bossen van de VN voor 2030 bevat doelstellingen om het wereldwijde verlies van bosvegetatie te stoppen en het bosgebied tegen 2030 met 3 % te laten stijgen.

(XVI)

FAO, 2016. State of the World’s Forests 2016. Forests and agriculture: land-use challenges and opportunities. Rome. www.fao.org/3/a-i5588e.pdf">www.fao.org/3/a-i5588e.pdf

(XVII)

Deze prognoses zijn gebaseerd op de ROADLESS-FOR-kaart en de extrapolatie van de verstoringsniveaus (ontbossing en degradatie) die de afgelopen tien jaar zijn waargenomen (2009-2018) — bron JRC, 2019.

(XVIII)

Volgens Interpol is de handel in illegaal hout elk jaar bijvoorbeeld goed voor 51 miljard dollar. (The Rise of Environmental Crime – A Growing Threat to Natural Resources, Peace, Development And Security, A UNEP-INTERPOL Rapid Response Assessment).

(XIX)

Household Energy Access for Cooking and Heating Lessons Learned and the Way Forward, Koffi Ekouevi en Voravate Tuntivate; 2012, Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling/de Wereldbank.

(XX)

Qua invoer bedraagt het aandeel van de EU in de verdisconteerde ontbossing (1990-2008) 4,45 miljoen ha (Mha) voor soja (39 %), 0,9 Mha voor palmolie, 0,6 Mha voor cacao (27 %), 0,3 Mha voor koffie (27 %) — Haalbaarheidsstudie 2018 — deel I — tabel 43.

(XXI)

In het verslag over de stand van zaken omtrent de verhoging van de wereldwijde productie van relevante voedsel- en voedergewassen (COM(2019) 142 final) werd melding gemaakt van een belangrijke wereldwijde uitbreiding van palmolie naar land met hoge koolstofvoorraden, zoals bossen. Uit de gegevens bleek ook dat er voor sommige andere grondstoffen voor biobrandstoffen een uitbreiding kon worden waargenomen, maar beperkt tot specifieke landen.

(XXII)

Andere producten, zoals katoen, koffie, suikerriet, koolzaad, garnalen (uit mangrovegebieden), kokos en mijnbouwproducten, waarvan de overmatige winning en productie ook aanzienlijke gevolgen voor het milieu en de samenleving kunnen hebben.

(XXIII)

Het concept “verdisconteerde ontbossing” wordt gebruikt om een verband te leggen tussen ontbossing en consumptie. Het verwijst naar ontbossing die (als extern effect) is verdisconteerd in geproduceerde, verhandelde of geconsumeerde producten, goederen, grondstoffen of diensten.

(XXIV)

Europese Commissie, 2013. The impact of EU consumption on deforestation: Comprehensive analysis of the impact of EU consumption on deforestation. Eindverslag. Studie gefinancierd door de Europese Commissie en uitgevoerd door VITO, het Internationaal Instituut voor toegepaste systeemanalyse, HIVA — Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving en International Union for the Conservation of Nature NL.

(XXV)

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) — Voorstel voor een EU-actieplan (COM(2003) 251 definitief).

(XXVI)

Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen.

(XXVII)

ec.europa.eu/environment/forests/eu_comm_2019

(XXVIII)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De uitdagingen van ontbossing en aantasting van bossen aangaan om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aan te pakken (COM(2008) 645 definitief).

(XXIX)

Mededeling van de Commissie. Een schone planeet voor iedereen. Een Europese strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie, COM(2018) 773 final. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=COM%3A2018%3A773%3AFIN

(XXX)

Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad.

(XXXI)

https://ec.europa.eu/europeaid/new-european-consensus-development-our-world-our-dignity-our-future_en

(XXXII)

De afname van het bosareaal dat in de periode 20102015 jaarlijks verloren ging ten opzichte van 20052010 bedroeg circa 17 % (van 6,6 tot 5,5 Mha/jaar); uit FAO (2015) Global Forest Resources Assessment 2015 en Keenan e.a. (2015) Forest Ecology and Management 352, 920.

(XXXIII)

31.

The global tree restoration potential; Science 5 juli 2019: Vol. 365, Editie 6448, blz. 7679; https://science.sciencemag.org/content/365/6448/76


(XXXIV)

Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC), An IPCC Special Report on the Impacts of Global Warming of 1.5 °C Above Pre-Industrial Levels and Related Global Greenhouse Gas Emission Pathways (IPCC, 2018).

(XXXV)

‘Creating forestry jobs to boost the economy and build a green future’, C.T.S. Nair en R. Rut. Achtergronddocument voor het speciale evenement “Impacts of Global Economic Turbulence on the Forest Sector” tijdens de 19e bijeenkomst van het FAO-comité voor de bosbouw, Rome, 20 maart 2009.

(XXXVI)

Het Europees Parlement heeft een aantal resoluties in verband met bossen en ontbossing aangenomen, bijvoorbeeld Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2018 over transparant en verantwoord beheer van natuurlijke hulpbronnen in ontwikkelingslanden: bossen (2018/2003(INI)) www.europarl.europa.eu/doceo/document

(XXXVII)

Zie de Conclusies van de Raad uit 2019 over de voortgang van de uitvoering van de EU-bosstrategie en een nieuw strategisch kader voor bossen (https://www.consilium.europa.eu/media/39173); de verklaring van New York inzake bossen van 2014, de verklaring van Amsterdam van 2015, de ministeriële verklaring van Katowice inzake bossen voor het klimaat van 2018; honderden bedrijven zijn verbintenissen aangegaan om ontbossing uit hun toeleveringsketen te elimineren (www.supply-change.org/); en het recente Initiatief voor cacao en bossen is ook relevant.

(XXXVIII)

Mededeling van de Commissie. Onze levensverzekering, ons natuurlijk kapitaal: een EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020 (COM(2011) 244) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A52011DC0244

(XXXIX)

Besluit nr. 1386/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake een nieuw algemeen milieuactieprogramma voor de Europese Unie voor de periode tot en met 2020, “Goed leven, binnen de grenzen van onze planeet”. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32013D1386

(XL)

https://ec.europa.eu/commission/publications/reflection-paper-towards-sustainable-europe-2030_nl

(XLI)

Bepaalde natuurlijke ecosystemen, zoals veengebied en savanne, met een hoge koolstofvoorraad en biodiversiteit, voldoen niet aan de definitie van bossen, maar worden getroffen door de landbouwproductie en worden ernstig bedreigd.

(XLII)

Meer informatie over de conferenties in 2014 en 2017, de studies en de openbare raadpleging is te vinden op ec.europa.eu/environment/forests/deforestation

(XLIII)

Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.

(XLIV)

Gedelegeerde Verordening (EU) van de Commissie van 13.3.2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2018/2001 wat betreft het bepalen van de grondstoffen met een hoog risico van indirecte veranderingen in landgebruik waarbij een belangrijke uitbreiding van het productiegebied naar land met grote koolstofvoorraden waar te nemen valt, en de certificering van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen met een laag risico op indirecte veranderingen in landgebruik (PB L 133 van 21.5.2019, blz. 1).

(XLV)

ec.europa.eu/environment/forests/pdf

(XLVI)

ec.europa.eu/environment/forests

(XLVII)

Food in the Anthropocene: the EAT–Lancet Commission on healthy diets from sustainable food systems. www.thelancet.com/commissions/EAT">https://www.thelancet.com/commissions/EAT

(XLVIII)

Actieplan van de Commissie voor de financiering van duurzame groei.

(XLIX)

Value-Chain Analysis for Development Initiative (VCA4D). https://europa.eu/capacity4dev/value-chain-analysis-for-development-vca4d-

(L)

Lia et al. (2019). The economic contribution of the world's forest sector, Forest Policy and Economics Volume 100, maart 2019. www.sciencedirect.com/science/article/pii">https://www.sciencedirect.com/science/article/pii%3Dihub

(LI)

https://europa.eu/capacity4dev/public-environment-climate/documents/scp-evaluation-final-report-full-package-publications

(LII)

In Bolivia, Brazilië en Colombia is aangetoond dat de ontbossing is verminderd dankzij het beheer door gemeenschappen (Stevens e.a. 2014; Blackman en Veit 2018).

(LIII)

Hoewel 86 % van de bossen wereldwijd openbaar bezit is, wordt in de praktijk 60 % van de grond en bronnen beheerd op basis van gewoonterecht, waarvan minder dan een vijfde formeel is erkend.

(LIV)

De Voluntary Guidelines on the Responsible Governance of Tenure of Land, Fisheries and Forests in the Context of National Food Security omvatten beginselen en internationaal aanvaarde normen voor verantwoord beheer van pachtgoed. Zij verschaffen een kader dat landen kunnen gebruiken bij de ontwikkeling van hun eigen strategieën, beleid, wetgeving, programma’s en activiteiten. Op basis hiervan kunnen overheden, het maatschappelijk middenveld, de particuliere sector en burgers beoordelen of hun voorgestelde maatregelen en die van anderen aanvaardbare praktijken vormen.

(LV)

Mededeling van de Commissie. Actieplan van de EU tegen illegale handel in wilde dieren en planten (COM(2016) 87 final. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2016:87:FIN

(LVI)

In samenwerking met bestaande initiatieven, zoals de Bonn Challenge: www.bonnchallenge.org/">www.bonnchallenge.org/ , de verklaring van New York inzake bossen en het Global Partnership for Forest and Landscape Restoration: www.forestlandscaperestoration.org/

(LVII)

Een gebied dat is aangewezen op basis van hoge instandhoudingswaarden: biologische, ecologische, sociale of culturele waarden die op nationaal, regionaal of mondiaal niveau als uitermate belangrijk worden beschouwd: https://hcvnetwork.org/

(LVIII)

De benadering op basis van hoge koolstofvoorraden is een methode waarin onderscheid wordt gemaakt tussen bosgebieden die moeten worden beschermd en aangetast land met lage koolstof- en biodiversiteitswaarden dat kan worden ontwikkeld: highcarbonstock.org/

(LIX)

Zie https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/food-farming-fisheries/farming/documents/report-tfra_mar2019_en.pdf Andere voorbeelden van relevante initiatieven zijn de Tropical Forest Alliance, het Initiatief Duurzame Handel, de Verklaring van Marquez inzake palmolie, het Initiatief voor cacao en bossen, het Initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën en het www.wbcsd.org/Sector-Projects">Tire Industry Project van de World Business Council on Sustainable Development on natural rubber .

(LX)

In overeenstemming met de mededeling van de Commissie “Handel voor iedereen: Naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid”, COM(2015) 497 final.

(LXI)

Zie bijvoorbeeld het principeakkoord tussen de EU en Mexico van 21 april 2018.

(LXII)

Zoals de Internationale Organisatie voor Tropisch Hout, de Internationale Cacao-organisatie en de Internationale Koffieorganisatie.

(LXIII)

Climate Focus. (2017). Progress on the New York Declaration on Forests: Finance for Forests - Goals 8 and 9 Assessment Report. Opgesteld door Climate Focus in samenwerking met New York Declaration de beoordelingspartners van de verklaring van New York inzake bossen met steun van de Climate and Land Use Alliance.

(LXIV)

B. Singer “Financing Sustainable Forest Management in Developing Countries: The Case for a Holistic Approach”, International Forestry Review 18(1), 96-109, (1 maart 2016). https://doi.org/10.1505/146554816818206159

(LXV)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het InvestEU-programma (COM(2018) 439 final).

(LXVI)

COM(2018) 97 final.

(LXVII)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1011 inzake koolstofarme benchmarks en benchmarks met een positieve koolstofbalans (COM(2018) 355 final).

(LXVIII)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende informatieverschaffing in verband met duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico's en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/2341 (COM(2018) 354 final).

(LXIX)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een raamwerk om duurzame beleggingen te bevorderen (COM(2018) 353 final).

(LXX)

Zie de herziene richtlijn betreffende de rechten van aandeelhouders (EU) 2017/828 en voorstel van de Commissie COM(2018) 354 final betreffende informatieverschaffing inzake duurzaamheid door beleggers die ernaar streven om de transparantie te vergroten.

(LXXI)

Richtlijn 2014/95/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit. In dit kader zal de Commissie de niet-bindende richtsnoeren (C/2017/4234) voor het eind van het tweede kwartaal van 2019 bijwerken, in het bijzonder met betrekking tot de verslaglegging inzake klimaatgerelateerde informatie, waarbij zij de nadruk legt op verbanden met ontbossing.

(LXXII)

Zie bijvoorbeeld de opkomende zakelijke verslagleggingsmethode voor natuurlijk kapitaal van de World Business Council on Sustainable Development, het Natural Capital Protocol, en de daaraan gerelateerde publiek-private samenwerkingsverbanden.

(LXXIII)

Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen. Voor de EER relevante tekst.

(LXXIV)

Zoals de ondersteuning van: de Global Forest Resources Assessment van de FAO (www.fao.org/forest-resources-assessment/en/), het ROADLESS-FOR-project ( https://forobs.jrc.ec.europa.eu/roadless/ ), het Observatory for Central Africa (www.observatoire-comifac.net), prototypen voor Zuidoost-Azië ( www.rfo-sea.org/">www.rfo-sea.org/ ), prototypen voor Oost-Afrika ( apps.rcmrd.org/ofesa ) en de monitoring, rapportage en verificatie van REDD+.

(LXXV)

Mededeling van de Commissie. “Een duurzame bio-economie voor Europa: versterking van de verbinding tussen economie, samenleving en milieu” (COM(2018) 673 final) https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52018DC0673

(LXXVI)

Bv. het TRASE-initiatief (Transparante toeleveringsketens voor duurzame economieën) en het Global Forest Watch Commodities-platform van het World Resources Institute.

(LXXVII)

Bijvoorbeeld het onderzoeks- en innovatiepartnerschap tussen de EU en Afrika op het gebied van voedsel- en voedingsveiligheid en duurzame landbouw (FNSSA), het in 2016 door ERA-NET gecofinancierde LEAP-Agri, en het lopende thema LC-SFS-34-2019: voedselsystemen Afrika.

(LXXVIII)

Onder op de natuur zelf gebaseerde oplossingen worden oplossingen verstaan die zijn geïnspireerd op en worden ondersteund door de natuur, en die kostenefficiënt zijn; tegelijkertijd sociale, economische en milieuvoordelen bieden; en helpen om de veerkracht te vergroten.

(LXXIX)

Global Wildfire Information System (gwis.jrc.ec.europa.eu).

(LXXX)

Europees bosbrandinformatiesysteem (effis.jrc.ec.europa.eu).

(LXXXI)

FAO (2015) Global Forest Resources Assessment 2015 en van Lierop e.a. (2015) Forest Ecology and Management 352, blz. 7888.