Toelichting bij COM(2019)368 - Uitvoering van Verordening 453/2008 inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 13.8.2019


COM(2019) 368 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap


1. Inleiding

1.1Achtergrond

Statistieken van vacatures laten het aantal banen zien dat op een bepaald moment beschikbaar is. Zij geven het deel van de arbeidsvraag weer waar geen arbeidsaanbod tegenover staat en verschaffen zo belangrijke informatie over de omvang en structuur van mismatches op de arbeidsmarkt.

Bij Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap 1 (hierna “de verordening” genoemd) is het kader vastgesteld voor de productie en beoordeling van kwartaalstatistieken over vacatures.

De Commissie moet op grond van artikel 10 van de verordening uiterlijk op 24 juni 2010, en daarna om de drie jaar, bij het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de uitvoering van de verordening. Het doel van dit verslag is om de kwaliteit te beoordelen van a) de door de lidstaten verstrekte statistieken en b) de Europese aggregaten, en om aan te geven welke gebieden voor verbetering vatbaar zijn.

Dit is het vierde verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad 2 . Het is gebaseerd op de ervaringen met de driemaandelijkse toezending van gegevens en op de door de lidstaten in hun jaarlijkse kwaliteitsverslagen verstrekte documentatie. Nadat bij vorige verslagen historische reeksen zijn geanalyseerd, ligt het zwaartepunt van dit verslag bij de kwaliteit van de statistieken die sinds de publicatie van die verslagen zijn ontvangen. Onderzocht worden de statistieken die aan de Commissie zijn verstrekt voor de referentiekwartalen vanaf het eerste kwartaal van 2016 (2016KW1) tot en met het vierde kwartaal van 2018 (2018KW4).

Hoofdstuk 2 schetst de vooruitgang die de laatste drie jaar met de uitvoering van de verordening is gemaakt, terwijl in hoofdstuk 3 de kwaliteit van de statistieken wordt beoordeeld. Tenslotte worden in hoofdstuk 4 conclusies geformuleerd en manieren voorgesteld om in de toekomst beter aan de verwachtingen van gebruikers te voldoen.

1.2Rechtskader

Als aanvulling op het bij de verordening vastgestelde algemene kader heeft de Commissie twee uitvoeringsverordeningen vastgesteld:

- in Verordening (EG) nr. 1062/2008 3 van de Commissie zijn de vanaf het eerste kwartaal van 2014 toe te passen correctieprocedures voor seizoensinvloeden vastgesteld, alsook de structuur, inhoud en verzendingsdata van de jaarlijks door de lidstaten aan de Commissie te verstrekken kwaliteitsverslagen;

- Verordening (EG) nr. 19/2009 4 van de Commissie, waarin de term “vacature” wordt gedefinieerd, stelt de uiterste data voor de verzending van gegevens vast en de perioden waarop de eerste reeks van gegevens betrekking moet hebben. De bijlage bij deze rechtshandeling bevat een opsomming van de lidstaten die haalbaarheidsstudies verrichten en de onderwerpen waarop deze studies betrekking hebben.

Op grond van bovenstaande wetgeving moeten alle lidstaten vanaf het eerste kwartaal van 2010 tijdreeksen indienen voor het aantal vacatures en het aantal bezette arbeidsplaatsen. Dit moeten zij uiterlijk zeventig dagen na het einde van het kwartaal (T+70) doen. Daarnaast moeten de lidstaten waarvan het totaal aantal werknemers meer dan 3 % van het totaalcijfer voor de EU bedraagt, uiterlijk 45 dagen na het einde van het kwartaal (T+45) flash-schattingen indienen.

De lidstaten moeten het aantal vacatures en bezette arbeidsplaatsen verstrekken voor alle bedrijfseenheden en elke sectie van de NACE Rev. 2-classificatie van economische activiteiten 5 . In de verordening is echter bepaald dat lidstaten die problemen hebben met het verstrekken van gegevens voor kleine ondernemingen (gedefinieerd als bedrijfseenheden met minder dan tien werknemers) en activiteiten die vallen onder de secties O tot en met S van NACE Rev. 2 6 (waar de hoofdactiviteiten openbaar bestuur, gezondheidsdiensten en onderwijs zijn), haalbaarheidsstudies moeten verrichten.

Hoewel de statistieken van sommige lidstaten nu dankzij deze haalbaarheidsstudies de gehele economie bestrijken, is dit voor vier lidstaten nog niet het geval (Denemarken, Frankrijk, Italië en Malta). De gegevens van die vier lidstaten zijn niet volledig vergelijkbaar met die van de rest van de EU. In Frankrijk en Italië worden bij enquêtes alleen bedrijfseenheden met tien werknemers of meer bevraagd, terwijl overheidsinstellingen daar niet vallen onder “openbaar bestuur”, “onderwijs” en “menselijke gezondheidszorg” (secties O, P en Q van NACE Rev. 2). Ook in Malta worden alleen eenheden met tien werknemers of meer bevraagd. In Denemarken hebben de statistieken alleen betrekking op eenheden die deel uitmaken van de bedrijfseconomie (secties B tot en met N van NACE Rev. 2).

2. Algemene vooruitgang sinds het vorige verslag

Sinds de goedkeuring van het vorige verslag in 2016 hebben geen wetswijzigingen plaatsgevonden.

Wat het productieproces betreft, is de productieketen voor vacaturestatistieken op een aantal punten verbeterd, zoals in de volgende paragrafen uitvoerig wordt beschreven.

2.

2.1 SDMX-standaarden voor gegevensverzameling


Voor de transmissie van de vacaturestatistieken is door alle lidstaten gebruikgemaakt van de Statistical Data and Metadata eXchange (SDMX) 7 -gegevensstructuur en internationaal overeengekomen codelijsten (online beschikbaar via een speciaal register 8 ). Dezelfde codering is gebruikt in de databank van vacaturestatistieken van Eurostat en voor de transmissie van de vacaturestatistieken van de EU naar de Europese Centrale Bank.

Deze standaardisatie voorkomt ambiguïteiten en misverstanden met lidstaten en vereenvoudigt het proces van gegevensvalidatie, waardoor het verzamelen van gegevens kan worden geautomatiseerd. Dit is gebeurd met een nieuw tool voor IT-validatie, dat in de volgende paragraaf wordt beschreven.

3.

2.2 IT-validatie


Voor het controleren van de structuur en codering van de vacaturestatistieken is een nieuw IT-tool (STRUVAL) ingevoerd voor het vereenvoudigen van het productieproces en het verminderen van het risico op fouten door een verkeerde codering. Wanneer het bestand niet wordt overgezonden volgens de geldende SDMX-standaarden, wordt het automatisch verworpen. Lidstaten ontvangen per e-mail een bericht dat de transmissie is geslaagd dan wel een foutbericht. Via een webdienst hebben ze toegang tot het IT-validatierapport.

4.

2.3 Statistische validering


Bij elke driemaandelijkse transmissie verricht Eurostat redelijkheidscontroles door gegevens over een zekere periode en voor de verschillende economische activiteiten van NACE Rev. 2 te vergelijken. In geval van aanzienlijke veranderingen in het aantal bezette arbeidsplaatsen of vacatures tussen twee opeenvolgende kwartalen, vraagt Eurostat de betreffende lidstaat om bevestiging van de gegevens of om toezending van een gecorrigeerd gegevensbestand. De laatste paar jaar hebben de redelijkheidscontroles geen grote problemen aan het licht gebracht. Wel zijn voor enkele landen kleinere inconsistenties ontdekt tussen individuele en geaggregeerde secties van NACE Rev. 2. Die zijn gecorrigeerd.

Wat volatiliteit betreft, lagen de resultaten voor Finland iets boven het gemiddelde. Finland zal nagaan of de volatiliteit van gegevens mogelijk verminderd kan worden door het vergroten van de steekproefgrootte of het verbeteren van de gebruikte methode.

Malta heeft de nationale methode van gegevensverzameling nu zo verbeterd dat alleen het aantal vacatures wordt gemeten dat op een bepaalde referentiedatum openstaat (“stock data”) en dat vacatures die vóór die datum worden vervuld, niet worden geregistreerd.

Bij de validering van Eurostat kwamen enkele significante herzieningen aan het licht in de door Frankrijk ingediende gegevens voor 2018KW4, die teruggaan tot 2015KW4. Frankrijk gaf als uitleg dat deze herzieningen het gevolg waren van een verbetering in de dekking van de ACEMO-enquête (Acemo: “Activité et conditions d’emploi de la main-d’oeuvre”), die een niveauverschuiving voor zowel bezette arbeidsplaatsen als vacatures tot gevolg had gehad, waardoor de vacaturegraad in grote lijnen hetzelfde bleef.

5.

2.4 Gebruik van vlaggen


Eurostat heeft ook nieuwe regels ingevoerd voor het gebruik van vlaggen die speciale gebeurtenissen signaleren, zoals onderbrekingen in een reeks, en van vlaggen die de vertrouwelijkheid van gegevens aangeven. Bijgevolg is het gebruik van vlaggen in vacaturestatistieken nu in de hele EU en tussen nationale cijfers en Europese aggregaten geharmoniseerd.

6.

2.5 Correctie voor seizoensinvloeden


Krachtens artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie moeten de lidstaten ook voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens indienen. Het is verplicht om ten minste voor individuele/ geaggregeerde NACE Rev. 2-secties BE, F, GI, J, K, L, MN, OQ en RS voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens te verstrekken over vacatures en bezette arbeidsplaatsen. Eurostat gebruikt die gegevens om voor elke lidstaat de voor seizoensinvloeden gecorrigeerde vacaturegraad, uitgedrukt in een verhoudingscijfer, te berekenen.

In december 2016 is Eurostat ermee begonnen om naast de bestaande voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens voor afzonderlijke lidstaten ook voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens voor de EU en de eurozone te publiceren. Deze cijfers worden gepubliceerd voor de volgende geaggregeerde secties van NACE Rev. 2: BS, BN, BF en GN.

Op het niveau van de EU en de eurozone worden de cijfers van de verschillende lidstaten over vacatures en bezette arbeidsplaatsen eerst geaggregeerd en vervolgens voor seizoensinvloeden aangepast (directe aanpassing voor seizoensinvloeden).

Eurostat is begonnen met het meer onder de aandacht brengen van voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens door op de Eurostat-website “Statistics Explained”, in het artikel over vacaturestatistieken, Europese aggregaten te publiceren van gegevens die voor seizoensinvloeden zijn gecorrigeerd, naast gegevens die dat niet zijn.

3. Gegevenskwaliteit

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar alle kwaliteitsaspecten van Europese statistieken over vacatures: relevantie, nauwkeurigheid, actualiteit, stiptheid, coherentie en vergelijkbaarheid.

3.1Relevantie

Het verzamelen van vacaturestatistieken is zeer relevant, omdat het de enige statistieken zijn die de onbeantwoorde vraag naar arbeid meten. Driemaandelijkse gegevens over vacatures worden door de Commissie (DG Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie en DG Economische en Financiële Zaken) en de Europese Centrale Bank gebruikt voor het monitoren van kortetermijnontwikkelingen van de conjunctuur en de arbeidsmarkt. De vacaturegraad is een van de voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI’s) 9 , die de voornaamste bron van informatie zijn voor het analyseren en monitoren van cyclische economische ontwikkelingen op korte termijn binnen de EU, de eurozone en de afzonderlijke lidstaten.

Vacaturestatistieken worden ook gebruikt voor op indicatoren gebaseerde structurele analyses die als onderdeel van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei worden uitgevoerd 10 . De vacaturegraad is ook opgenomen in de monitor van de werkgelegenheidsprestatie, een selectie van belangrijke arbeidsmarktindicatoren die in de context van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid worden gemonitord.

De vacaturestatistieken zouden nog relevanter zijn indien de huidige gaten in de dekking van de secties O tot en met S van NACE Rev. 2 en kleine ondernemingen zouden worden opgevuld.

3.2Nauwkeurigheid

Als indicatie voor de nauwkeurigheid berekenen de lidstaten de variatiecoëfficiënt voor het aantal vacatures (niet voor seizoensinvloeden gecorrigeerd), waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van de nationale steekproefopzet. De variatiecoëfficiënt drukt de standaardafwijking uit als een percentage van de geraamde hoeveelheid. Dit biedt een maat voor de variabiliteit van het geschatte aantal vacatures. Volgens de kwaliteitsverslagen voor het referentiejaar 2017 waren de variatiecoëfficiënten voor het totale aantal vacatures minder dan 15 % in alle lidstaten behalve Cyprus en Griekenland 11 .

De steekproefgrootte en het responspercentage hebben aanzienlijke invloed op de nauwkeurigheid van schattingen. Volgens de kwaliteitsverslagen varieerde de steekproefgrootte van ongeveer 2 324 ondernemingen in Malta, 3 200 in Cyprus en 7 451 in Griekenland tot ongeveer 85 000 in Duitsland 12 en 100 000 in Polen.

13 Het responspercentage varieerde van 14 % in Duitsland (voor de postenquête in het vierde kwartaal) en tussen 55 % en 62 % in Griekenland (afhankelijk van het kwartaal) tot 85 % of meer in Cyprus en 99 % in Roemenië.


Wat herzieningen betreft, is de situatie voor elk van de twee persberichten over de vacaturegraad, d.w.z. de flash- en de definitieve schattingen, anders. De flash-schattingen, die na T+50 dagen op Eurobase worden gepubliceerd, kunnen tot T+78 dagen worden herzien, wanneer de persberichten met de definitieve schattingen worden gepubliceerd. Hoewel de flash-gegevens niet op alle lidstaten betrekking hadden, bleven de herzieningen beperkt tot 0,1 procentpunt voor de eurozone en de EU.

Wat betreft de definitieve schattingen, die op T+78 dagen worden gepubliceerd, kunnen herzieningen worden gemeten door voor een gegeven kwartaal de eerste en de tweede transmissie met elkaar te vergelijken. Voor de eurozone en de EU waren de herzieningen van de vacaturegraad in de referentieperiode van dit verslag nooit groter dan 0,1 procentpunt.

3.3Actualiteit en stiptheid

De stiptheid van de indiening van vacaturestatistieken was wat de flash-schatting en de definitieve publicatie betreft, in het algemeen bevredigend. Hoewel voor sommige landen bij tijd en wijle sprake was van een geringe vertraging, waren er geen structurele vertragingen die een tijdige publicatie van het persbericht over de vacaturestatistieken in de weg stonden. De lidstaten zijn er regelmatig aan herinnerd dat het belangrijk is dat ze zich houden aan de de verplichte uiterste data voor het indienen van de VEEI-gegevens, waaronder de vacaturestatistieken.

3.4Coherentie en vergelijkbaarheid

De consistentie waarmee vacatures worden gemeten, laat zich niet rechtstreeks controleren, omdat op Europees niveau geen andere geharmoniseerde bron bestaat voor het meten van de onbeantwoorde vraag op de arbeidsmarkt. Hoewel veel lidstaten de vacatures tellen die aan de openbare diensten voor arbeidsvoorziening worden gemeld, is het problematisch om aan de hand van die cijfers te controleren of de vacaturestatistieken op een consistente wijze worden gemeten. Ze hebben namelijk een veel te lage dekking en/of kampen met dubbeltelling als het administratief register niet regelmatig wordt bijgewerkt om rekening te houden met vervulde vacatures. Bovendien zijn vacaturestatistieken uit administratieve bronnen gebaseerd op nationale definities, die van land tot land verschillen.

Het aantal bezette arbeidsplaatsen (een variabele die deel uitmaakt van de noemer voor het berekenen van de vacaturegraad) kan worden vergeleken met gegevens uit andere bronnen, met name het in de arbeidskrachtenenquête gerapporteerde aantal werknemers. Bij vergelijkingen en daaropvolgende beoordelingen van verschillen moet echter rekening worden gehouden met conceptuele en enquêtegerelateerde verschillen tussen bronnen.

Het verschil tussen het in de arbeidskrachtenenquête gerapporteerde aantal werknemers en het aantal bezette arbeidsplaatsen dat in de vacaturestatistieken voor de hele economie is vermeld, schommelt in het algemeen tussen – 20 % en + 20 %. Luxemburg, Bulgarije, Griekenland, Portugal, Hongarije en Roemenië zijn uitzonderingen.

De vacaturestatistieken van Hongarije bestrijken geen ondernemingen met minder dan vijf werknemers. De gegevens voor die ondernemingen worden afgeleid uit gegevens die zijn verzameld voor ondernemingen met 59 werknemers. Het geregistreerde verschil kan hier mogelijk voor een deel aan worden toegeschreven.

Het negatieve verschil dat voor Luxemburg werd gemeten, kan worden toegeschreven aan het grote aandeel van grensoverschrijdende arbeid, dat grote verschillen creëert tussen het concept binnenlandse arbeidsmarkt dat in de arbeidskrachtenenquête wordt gebruikt en het concept nationale arbeidsmarkt dat in de vacaturestatistieken wordt gebruikt: bij de arbeidskrachtenenquête worden alleen ingezeten huishoudens bevraagd, terwijl de vacaturestatistieken betrekking hebben op ingezeten ondernemingen, wat ook niet-ingezeten werkenden (d.w.z. grensarbeiders) omvat.

In het kwaliteitsverslag van Bulgarije staat dat de definitie van “werknemers” die voor de arbeidskrachtenenquête wordt gebruikt, ruimer is dan die welke voor de vacaturestatistieken wordt gebruikt: ze omvat mensen die onder een civielrechtelijke overeenkomst werken (overeenkomst tot het verrichten van bepaald werk), mensen die onder een managementcontract of een overeenkomst voor beheer werken, en mensen die zonder welk contract dan ook werken. Bovendien valt militair personeel buiten de Bulgaarse vacaturestatistieken.

Roemenië heeft in zijn kwaliteitsverslag uitgelegd dat verschillen tussen de arbeidskrachtenenquête en de vacaturestatistieken wat betreft het aantal bezette arbeidsplaatsen, zijn toe te schrijven aan het feit dat bij het verzamelen van cijfers over het aantal bezette arbeidsplaatsen met gebruikmaking van methoden die voor de vacaturestatistieken worden gebruikt, de volgende groepen niet worden meegenomen:

·personen van wie de arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur is opgeschort (wegens zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, ziekteverlof, onbetaald verlof of afwezigheid om andere redenen);

·arbeidsplaatsen die tijdelijk zijn opgeheven maar weer vacant kunnen worden en dan voor beperkte duur worden ingevuld;

·arbeidsplaatsen in de krijgsmacht of de informele sector.

Portugal en Griekenland gaven enkele algemene verklaringen waarin ze wezen op de verschillen tussen de twee bronnen wat gebruikte methoden en definities betreft.

Samen met de bevoegde nationale autoriteiten van de hierboven vermelde landen zal Eurostat de verschillen monitoren tussen het aantal werknemers dat in de arbeidskrachtenenquête wordt gerapporteerd en het aantal bezette arbeidsplaatsen in de vacaturestatistieken.

Het is ook belangrijk dat vacatures en bezette arbeidsplaatsen op de loonlijst van uitzendbureaus worden meegenomen en ingedeeld bij sectie N van NACE Rev. 2.

Tot slot, voor alle lidstaten is de grootste uitdaging met betrekking tot vergelijkbaarheid dat hun vacature-enquêtes de gehele economie bestrijken, dus met inbegrip van kleine ondernemingen en de secties O tot en met S van NACE Rev. 2. Zoals opgemerkt in de paragrafen 2.2 en 2.3, schieten vier lidstaten nog steeds tekort op dit punt.

3.5Toegankelijkheid en duidelijkheid

Vacaturestatistieken worden verspreid via de standaardkanalen van Eurostat, namelijk de onlinedatabank en de “Statistics Explained”-pagina's op de website van Eurostat 14 . De website verschaft actuele informatie over de vacaturegraad, zowel op het niveau van Europese aggregaten als op het niveau van afzonderlijke lidstaten en bevat grafieken over ontwikkelingen in de tijd.

De metagegevens die bij de publicatie van gegevens aan gebruikers worden verstrekt, zijn bijgewerkt aan de hand van de jaarlijkse kwaliteitsverslagen van de lidstaten.

4. Conclusies

De afgelopen drie jaar is veel gebeurd om de validering en verspreiding van de Europese statistieken over vacatures te verbeteren. Ook is Eurostat begonnen met de publicatie van voor seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens voor Europese aggregaten, die worden gepresenteerd in een artikel op “Statistics Explained”.

Door de complete re-engineering van IT-programma’s konden die programma’s in overeenstemming worden gebracht met SDMX-standaarden, kon de IT- en statistische betrouwbaarheid van de productieketen worden vergroot en kon de omgang met vertrouwelijkheidsvlaggen worden verbeterd. De validering van vacaturestatistieken heeft ook baat gehad bij verbeterde validatierapporten, waarin forse herzieningen tussen twee opeenvolgende transmissies nu beter onder de aandacht worden gebracht.

De vacaturestatistieken werden tijdig verzonden en de Europese aggregaten zijn volgens plan gepubliceerd. In het algemeen waren voor de gepubliceerde Europese aggregaten maar zeer lichte herzieningen nodig. Dat geldt zowel voor de flash- als de definitieve schattingen.

De kwaliteitsverslagen van de lidstaten zijn verwerkt met gebruikmaking van de nieuwste versie van de ESS Metadata Handler en beschikbaar gesteld aan alle gebruikers.

Onvolledige dekking blijft echter de belangrijkste reden dat de vacaturestatistieken niet op grotere schaal worden gebruikt. Het is daarom van essentieel belang dat de statistieken van de lidstaten de publieke sector (in het geval van Denemarken, Frankrijk en Italië) en kleine ondernemingen (in het geval van Frankrijk, Italië en Malta) volledig bestrijken. Bij een betere dekking zou naast de vacaturegraad ook het aantal vacatures voor de Europese aggregaten kunnen worden gepubliceerd. Eurostat is voornemens om deze kwestie in nauwe samenwerking met de betrokken landen aan te pakken bij de volgende herziening van EU-wetgeving inzake de productie van arbeidsmarktstatistieken op basis van gegevens van ondernemingen.

De Commissie zal regelmatig op naleving en gegevenskwaliteit blijven controleren, aan de hand van de verstrekte gegevens en andere nationale documenten, waaronder de kwaliteitsverslagen, en dit met de bevoegde nationale statistische diensten nauwgezet blijven volgen.

(1) PB L 145 van 4.6.2008, blz. 234.
(2) Zie het vorige verslag (COM(2016) 449) van 8 juli 2016.
(3) Verordening (EG) nr. 1062/2008 van de Commissie van 28 oktober 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap, wat de correctieprocedures voor seizoensinvloeden en de kwaliteitsverslagen betreft (PB L 285 van 29.10.2008, blz. 3).
(4) Verordening (EG) nr. 19/2009 van de Commissie van 13 januari 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap, wat de definitie van een vacature, de peildata voor de gegevensverzameling, de specificaties voor de indiening van de gegevens en haalbaarheidsstudies betreft (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 3).
(5) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
(6) Omvat: openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen (sectie O), onderwijs (sectie P), menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (sectie Q), kunst, amusement en recreatie (sectie R) en overige diensten, zoals verenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen, en overige persoonlijke diensten (sectie S).
(7) sdmx.org/ (alleen in het Engels).
(8) https://webgate.ec.europa.eu/sdmxregistry/ (alleen in het Engels).
(9) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over statistieken betreffende de eurozone “Naar betere methodieken voor statistieken en indicatoren betreffende de eurozone”, COM(2002) 661.
(10) Mededeling van de Commissie — “Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei”, COM(2010) 2020.
(11) Zie de metagegevens over de vacaturestatistieken:
ec.europa.eu/eurostat/cache/metadata/en/jvs_esms
(12) Dit is de steekproefgrootte in elk vierde kwartaal wanneer een volledige postenquête wordt gehouden. De overige drie kwartalen wordt in een vervolgenquête iedereen bevraagd die eerder aan de postenquête heeft deelgenomen.
(13) In Duitsland is het niet verplicht om aan de vacature-enquête deel te nemen, wat het lage responspercentage voor de postenquête verklaart die elk vierde kwartaal wordt gehouden. Teneinde te corrigeren voor vertekening door non-respons worden de resultaten van deze enquête opnieuw gewogen aan de hand van administratieve gegevens (via een GREG (Generalised REGression) -schatting).
(14) Zie de artikelen op de website van Eurostat: ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained en ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained (alleen in het Engels).