Toelichting bij COM(2019)442 - Globaliseringsfonds aanvraag van België - EGF/2019/001 BE/Carrefour

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 20 juni 2019 heeft België aanvraag EGF/2019/001 BE/Carrefour ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 bij Carrefour Belgique SA in België.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2019/001 BE/Carrefour
LidstaatBelgië
Betrokken regio's (NUTS 3 -niveau 2)Er vallen in heel België ontslagen
Datum van de indiening van de aanvraag20 juni 2019
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag20 juni 2019
Datum van het verzoek om aanvullende informatie4 juli 2019
Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie15 augustus 2019
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling7 november 2019
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming
Carrefour Belgique SA

Aantal betrokken ondernemingen
1
Economische sector

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
Afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen)
Referentieperiode (vier maanden):30 november 2018 – 30 maart 2019
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a)751
Aantal ontslagen voor of na de referentieperiode (b)268
Totaal aantal ontslagen (a + b)1 019
Totaal aantal in aanmerking komende werknemers1 019
Totaal aantal beoogde werknemers400
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)330
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)2 665 047
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR)55 000
Totaal budget (EUR)2 720 047
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)1 632 028

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. België heeft aanvraag EGF/2019/001 BE/Carrefour ingediend op 20 juni 2019, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd en heeft België op 4 juli 2019 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd binnen zes weken na het verzoek verstrekt. De termijn van 12 weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 7 november 2019 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 751 bij Carrefour Belgique SA ontslagen werknemers. De onderneming is actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen). Er worden in heel België werknemers door Carrefour Belgique ontslagen.

3.

Criteria voor steunverlening


6. België heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten, en/of van zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7. De referentieperiode van vier maanden voor de aanvraag loopt van 30 november 2018 tot en met 30 maart 2019. Tijdens de referentieperiode werden 751 werknemers bij Carrefour Belgique ontslagen.

4.

Berekening van de gedwongen ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


8. Alle 751 ontslagen tijdens de referentieperiode werden berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

5.

In aanmerking komende werknemers


9. Naast de reeds vermelde werknemers komen nog 268 werknemers in aanmerking die vóór of na de referentieperiode werden ontslagen. Deze werknemers werden ontslagen na de algemene aankondiging van de geplande ontslagen op 25 januari 2018 6 . Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de ontslagen tijdens de referentieperiode.

10. In totaal komen bijgevolg 1 019 werknemers in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


11. België voert aan dat de detailhandel een periode van grote veranderingen doormaakt als gevolg van de globalisering (onlineshoppen) en dat dit leidt tot ontslagen. De veranderende gedragspatronen van de consumenten en de digitalisering hebben ook gevolgen voor de detailhandel.

12. De wereldwijde onlineverkoop is al vele jaren gestaag gegroeid. In 2015 bedroeg het wereldwijde verkoopcijfer van de onlinedetailhandel 7,4 % van het totale verkoopcijfer van de detailhandel. In 2017 bedroeg het verkoopcijfer van de onlinedetailhandel 2 382 biljoen USD, een stijging van 28 % vergeleken met 2016. Daarmee was het aandeel in het totale verkoopcijfer van de detailhandel wereldwijd tot 10,4 % gestegen. In 2019 zal de wereldwijde onlineverkoop naar verwachting met 20,7 % groeien en 14,1 % van het totale verkoopcijfer van de detailhandel uitmaken 7 .

7.

Verkoopcijfer van de onlinedetailhandel wereldwijd in 2017-2019

(in biljoen USD, procentuele verandering, aandeel in het totale verkoopcijfer van de detailhandel)

Verkoopcijfer van de onlinedetailhandelProcentuele veranderingAandeel in het totale verkoopcijfer van de detailhandel


13. Volgens de prognoses zal deze stijgende trend zich de komende jaren voortzetten. In 2023 zal het wereldwijde verkoopcijfer van de onlinedetailhandel naar verwachting verdrievoudigen vergeleken met 2018 en 22 % van het totale verkoopcijfer van de detailhandel uitmaken 8 .


Verkoopcijfer van de onlinedetailhandel wereldwijd in 2020-2023. Prognose.
(in biljoen USD, procentuele verandering, aandeel in het totale verkoopcijfer van de detailhandel)

Verkoopcijfer van de onlinedetailhandelProcentuele veranderingAandeel in het totale verkoopcijfer van de detailhandel

14. In de EU is het percentage van de bevolking dat online koopt, in de periode 2013-2018 gestegen van 47 % tot 69 % 9 . Samen met de toename van het aantal onlinekopers zijn er verschuivingen bij de keuze van de onlineverkopers. Het aantal onlinekopers bij verkopers in eigen land, is gedaald – zij het met slechts één procentpunt – van 89 % in 2013 tot 88 % in 2018. Grensoverschrijdend onlineshoppen binnen de EU is aanzienlijk toegenomen (van 26 % tot 36 %) en onlineshoppen bij verkopers buiten de EU wordt steeds populairder en is in dezelfde periode gestegen van 14 % tot 26 % 10 .

15. Marktplaatsen zijn alomtegenwoordig in de wereld van de elektronische handel. De drie belangrijkste spelers zijn Amazon, Aliexpress en eBay. Ze zijn wereldwijd actief.

8.

Keuze van detailhandelaar

(laatste grensoverschrijdende online-aankoop) 11


16. Uit prijsoverwegingen zijn de consumenten de laatste tijd geneigd voor internationale webshops buiten de EU te kiezen. Onlineshoppen bij verkopers buiten de EU heeft ingrijpende gevolgen voor de verkoopcijfers van conventionele winkels binnen de EU.

17. De wereldwijde trends doen zich ook in België voor. Volgens Comeos 12 heeft 67 % van de Belgen in 2018 online gekocht vergeleken met slechts 46 % in 2012. Dit komt neer op een stijging met 21 procentpunten in zes jaar. 44 % van de Belgische onlinekopers koopt maandelijks online, 9 % wekelijks. Voor 42 % van de Belgische onlinekopers bedraagt het normale maandelijkse budget meer dan 150 EUR. 39 % van de Belgische onlinekopers verklaart dat ze in 2019 meer of veel meer zullen uitgeven dan in 2018. Voor de helft van de respondenten is het irrelevant of de webwinkel Belgisch is of niet 13 .

18. Tot dusver werden voor de sector detailhandel tien EFG-aanvragen ingediend, waarvan er twee gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering 14 en acht op de wereldwijde financiële en economische crisis 15 .

9.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


19. Carrefour Belgium is actief via drie merken: Carrefour Express (buurtwinkels), een rendabel en expanderend merk (opening van 20 à 25 nieuwe winkels per jaar); Carrefour Market (supermarkten), ook een expanderend merk met de ambitie tien nieuwe winkels per jaar te openen, dat vooral verse producten verkoopt; en Carrefour Hypermarkets. 19 van de 45 Carrefour-hypermarkten zijn onrendabel 16 .

20. De ontslagen zijn veroorzaakt door de sluiting van één Carrefour-hypermarkt en de verhuur van delen van een aantal andere hypermarkten aan externe detailhandelaars. Zoals eerder vermeld, heeft onlineshoppen bij verkopers buiten de EU ingrijpende gevolgen voor de verkoopcijfers van conventionele winkels binnen de EU.

21. De producten waarvan de onlineverkoop al hoog is of naar verwachting in de nabije toekomst zal toenemen, zijn identiek aan de non-foodproducten die in hypermarkten worden verkocht. Mode wordt nu al op grote schaal online gekocht. “Producten die in de lift zitten” 17 zijn boeken en e-boeken, computers en elektronica, gezondheids- en schoonheidsproducten en amusementsproducten. Er zijn echter maar weinig Belgische consumenten die levensmiddelen online kopen, hoewel de onlinekopers verklaren dat ze dat in de toekomst vaker willen doen 18 .

22. Voor Carrefour heeft de groei van de onlineverkoop bijgedragen tot de daling van de verkoop van non-foodproducten in de Carrefour-hypermarkten (de omzet van non-foodproducten is in 2017 met 6 % gedaald en sinds 2010 met 19 %), waardoor de rentabiliteit van dit soort winkels is ondermijnd. België heeft aangegeven dat de ontslagen voornamelijk te wijten zijn aan de bovenvermelde moeilijkheden in de non-foodsector.

Omzet van de Carrefour-hypermarkten. Non-food 19 .
(inclusief alle belastingen)
(procentuele verandering van jaar tot jaar)


Rentabiliteit van de Carrefour-hypermarkten 20
(ROK 21 in miljoen euro)


10.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en voor de werkgelegenheid


23. Hoewel er in het hele land ontslagen vallen, verwacht België dat de ontslagen een bijzonder negatief effect zullen hebben op de werkgelegenheid en dus de regionale economie in Wallonië. Er wordt een negatief effect verwacht omdat banen in de regio schaars zijn, de werkloosheid relatief hoog is en het bijgevolg moeilijk is de ontslagen werknemers opnieuw aan een baan te helpen, met name de 50-plussers, aangezien een kwart van de werkzoekenden in Wallonië ouder dan 55 jaar is.

24. Hoewel het aantal werkzoekenden in de regio in 2018 met 1,5 % is gedaald vergeleken met 2017, is het werkloosheidscijfer in Wallonië (8,6 % 22 ) meer dan twee keer hoger dan in Vlaanderen (3,5 % 23 ) en ook hoger dan het EU-gemiddelde (6,9 %). Ook uit andere indicatoren blijkt dat de arbeidsmarkt in Wallonië minder goed presteert: het aantal uren uitzendarbeid is gedaald (2,3 % minder gewerkte uren tussen december 2017 en december 2018), de tijdelijke werkloosheid is gestegen (+ 5,8 % op jaarbasis) en het aantal faillissementen is in het laatste kwartaal van 2018 toegenomen (+ 5 % vergeleken met laatste kwartaal van 2017). Daarnaast wordt verwacht dat in 2019 minder banen zullen worden gecreëerd (ongeveer 15 000 banen minder dan in 2018) 24 .

25. In 2018 was 57 % van de werkzoekenden in Wallonië langdurig werkloos (d.w.z. langer dan 12 maanden) en 67 % van het totale aantal langdurig werkloze werkzoekenden waren meer dan twee jaar werkloos 25 .

26. Hoewel de werkgelegenheid in de sector detailhandel in België nog niet afneemt, bestaat volgens Comeos de vrees dat de digitalisering en de automatisering van supermarkten zeer binnenkort gevolgen zullen hebben voor duizenden relatief ongeschoolde banen 26 .

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

11.

Beoogde begunstigden


27. Gezien de bijzonder penibele werkgelegenheidssituatie in Wallonië verwacht België dat alleen de 400 in Wallonië ontslagen werknemers aan de maatregelen zullen deelnemen. De uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:

CategorieAantal
beoogde begunstigden
(werknemers)
Geslacht:Mannen:118(29,5 %)
Vrouwen:282(70,5 %)
Nationaliteit:EU-burgers:379(94,8 %)
Niet-EU-burgers:21(5,2 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:0(0,0 %)
25-29 jaar:7(1,7 %)
30-54 jaar:68(17,0 %)
55-64 jaar:325(81,3 %)
ouder dan 64 jaar:0(0,0 %)

28. Daarnaast zal België door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening verstrekken aan maximaal 330 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 25 jaar, aangezien 240 van de in punt 5 vermelde ontslagen zich voordoen in de regio's van NUTS-niveau 2 Provincie Henegouwen (BE32) en Provincie Luik (BE33), waar de jeugdwerkloosheid bij jongeren van 15 tot 24 jaar minstens 20 % 27 bedroeg volgens de voor 2018 beschikbare jaarlijkse gegevens 28 .

12.

29. Het totale aantal in aanmerking komende begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met inbegrip van NEET's, wordt bijgevolg op 730 geschat.


Subsidiabiliteit van de voorgestelde acties

30. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers en de NEET's omvat de volgende acties:

–Ondersteuning/begeleiding/integratie: Deze reeks diensten verruimt de door de eenheden ”Redéploiement” van de Waalse openbare dienst voor arbeidsvoorziening (Forem) namens de onderneming waar de ontslagen vallen, uitgevoerde standaardactiviteiten ter ondersteuning van de voormalige werknemers van Carrefour. De standaardactiviteiten zullen tot na de verplichte periode 29 worden verlengd en er zullen aanvullende specifieke diensten aan de ontslagen werknemers worden aangeboden, zoals actieve steun bij het zoeken naar een baan en actieve arbeidsbemiddeling.

Forem en de vakbonden zorgen voor de ondersteuning en de mobilisatie van de NEET’s.

De NEET’s zullen kunnen deelnemen aan “Coup de boost”, een intensief sociaal-professioneel steunprogramma met een looptijd van negen maanden. De deelnemers kunnen kiezen uit tal van collectieve en individuele activiteiten in verband met het zoeken van werk (voorbereiden van een sollicitatiegesprek, verzoek om een sollicitatiegesprek enz.), het ontwikkelen van zelfvertrouwen en communicatieve vaardigheden; activiteiten om het beroepsmilieu en de opleiding te ontdekken (bezoeken, stages, werkervaring enz.); individuele gesprekken met consulenten en/of sociale coaches om elke jongere te helpen zijn/haar beroepsproject te bepalen; aangepaste informatie over arbeidsrecht en sociale rechten en steun bij administratieve procedures; uitwisselingen waarbij jongeren elkaar kunnen ondersteunen en hun beroepservaringen en hun ervaringen bij het zoeken van werk en het volgen van een opleiding kunnen delen; enz.

Doel is dat de NEET na afloop van het steunprogramma een eerste baan vindt of aan een geschikt opleidingsprogramma deelneemt. Er is ook voorzien in extra steun na “Coup de boost” om ervoor te zorgen dat de NEET goed in het opleidingsprogramma of op de werkplek is geïntegreerd en om eventuele problemen op te lossen.

–Opleiding, omscholing en beroepsopleiding. De werknemers en de NEET’s hebben toegang tot het standaardopleidingsaanbod van Forem en de partners van Forem en er zal ook voor specifieke modules voor het zoeken naar werk worden gezorgd. Bovendien zal na de profilering en de validering van individuele beroepsprojecten met de beroepsconsulent voor specifieke opleidingen op maat worden gezorgd. Er worden ook opleidingen in basisvaardigheden (bijvoorbeeld taalvaardigheid, wiskunde en het gebruik van informatietechnologie) aangeboden voor jongeren die daaraan behoefte hebben.

–Steun bij het oprichten van een bedrijf. Deze maatregel ten behoeve van werknemers omvat onder meer een diagnose- en oriëntatiefase, voorlichting over ondernemerschap, informatiesessies over het potentieel van een nieuw bedrijf op basis van territoriale economische diagnosen en het opzetten van netwerken met relevante ondernemers en gecertificeerde begeleiders van startende ondernemingen.

–Bijdrage voor het opstarten van een bedrijf. Werknemers die een bedrijf opstarten of een activiteit als zelfstandige beginnen, ontvangen een bijdrage van maximaal 15 000 EUR. De bijdrage wordt in twee tranches betaald, nadat de betrokkene met bewijsstukken heeft gestaafd dat hij/zij het bedrijf daadwerkelijk heeft opgestart/de activiteit als zelfstandige daadwerkelijk is begonnen.

–Vergoedingen en toelagen.

1) Toelagen voor het zoeken naar werk en opleidingen. De werknemers en de NEET’s zullen 1 EUR per uur ontvangen wanneer ze daadwerkelijk deelnemen aan een opleiding of aan de door de eenheden “Redéploiement” van Forem georganiseerde activiteiten in verband met het zoeken naar een baan 30 .

2) Bijdrage in de reiskosten. Om regionale en interregionale mobiliteit te bevorderen krijgen werknemers en NEET’s die een baan accepteren op meer dan 60 km van huis of op een afstand van meer dan vier uur pendelen (heen en terug), een forfaitaire toelage van 500 EUR of 750 EUR 31 .

3) Toelage voor het oprichten van een bedrijf. Om werknemers bij het oprichten van een bedrijf te ondersteunen 32 wordt een maandelijkse toelage van 350 EUR gedurende maximaal 12 maanden toegekend.

4) Toelage om opnieuw onderwijs te volgen. Werknemers en NEET’s die gedurende ten minste één jaar voltijds onderwijs volgen (études de plein exercice), krijgen een maandelijkse toelage van 350 EUR.

31. De bovenvermelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze acties komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

32. België heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. België heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

13.

Geraamde begroting


33. De totale kosten worden op 2 720 047 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 2 665 047 EUR voor individuele dienstverlening en van 55 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, evenals controle en rapportage.

34. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 632 028 euro (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR) 33
Geraamde totale kosten

(EUR) 34
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Ondersteuning/begeleiding/integratie
(Accompagnement, orientation, mobilisation et insertion)
7302 2411 636 130
Opleiding, omscholing en beroepsopleiding.
(Formation et modules specifiques)
460941432 710
Steun bij het oprichten van een bedrijf
(Dispositif d'accompagnement à l'entreprenariat)
250463115 743
Bijdrage voor het opstarten van een bedrijf
(Bourse de lancement)
1010 000100 000
Subtotaal a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
2 284 583
(85,72%)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Toelagen
(Allocations et primes)
730521380 464
Subtotaal b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening:
380 464
(14,28 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
0
2. Beheer
10 000
3. Voorlichting en publiciteit
15 000
4. Controle en rapportage
30 000
Subtotaal c):

Percentage van de totale kosten
55 000
(2,02%)
Totale kosten (a + b + c):2 720 047
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)1 632 028

35. De kosten van de in de bovenstaande tabel opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening, bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. België heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

36. België heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht, en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

14.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


37. België heeft de beoogde begunstigden met ingang van 1 december 2018 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 1 december 2018 tot en met 20 juni 2021 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

38. Op 25 januari 2018 heeft België de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, evenals controle en rapportage zullen bijgevolg van 25 januari 2018 tot en met 20 december 2021 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

15.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


39. Financiële middelen van het Waals Gewest fungeren als bron van nationale voorfinanciering of medefinanciering.

40. België heeft bevestigd dat de bovenstaande maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

16.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


41. België heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening is opgesteld in overleg met de sociale partners.

42. Samen met de verplichte voorlichting en raadpleging van de vertegenwoordigers van de werknemers is een crisiseenheid opgericht om het sociaal plan op te stellen en de tussenkomsten van de betrokken overheidsdiensten te coördineren. De Waalse openbare dienst voor arbeidsvoorziening heeft de vakbonden geraadpleegd over diverse mogelijkheden om werknemers opnieuw aan een baan te helpen 35 . De vakbonden, beroepsconsulenten en maatschappelijk werkers die in rechtstreeks contact met de ontslagen werknemers staan, zijn geraadpleegd over de behoeften van de werknemers op het gebied van omscholing en bijscholing 36 .

Beheers- en controlesystemen

43. België heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook het ESF beheren en controleren.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

44. België heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–bij de toegang tot de voorgestelde acties en de uitvoering ervan zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–Carrefour heeft zijn activiteiten na de ontslagen voortgezet, is zijn wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor zijn werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

45. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 37 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

46. Na te hebben onderzocht of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 1 632 028 euro beschikbaar te stellen – hetgeen overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties – teneinde een financiële bijdrage te leveren in het kader van de aanvraag.

47. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen 38 .

Met dit besluit samenhangende handelingen

48. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 1 632 028 euro naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

49. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.