Toelichting bij COM(2019)454 - Behandeling van levensmiddelen en levensmiddelen­ingrediënten met ioniserende straling in de jaren 2016-2017

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

2.

Brussel, 8.10.2019


COM(2019) 454 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de behandeling van levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten met ioniserende straling in de jaren 2016-2017


3.

INHOUDSOPGAVE


Inhoud

Samenvatting



1.

Achtergrond



4.

3. Erkende doorstralingsinstallaties


5.

4. Resultaten van de controles die in 2016-2017 zijn uitgevoerd in de doorstralingsinstallaties


6.

5. Resultaten van de controles in het stadium van het in de handel brengen van het product



1.Samenvatting

Op grond van artikel 7, lid 3, van Richtlijn 1999/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling 1 , doet iedere lidstaat de Commissie jaarlijks mededeling van:

–de resultaten van de controles die zijn uitgevoerd in de doorstralingsinstallaties, met name voor wat betreft de categorieën en hoeveelheden met ioniserende straling behandelde levensmiddelen en de daarbij toegepaste doses; en

–de resultaten van de controles die zijn verricht in het stadium van het in de handel brengen van het product.

Op grond van artikel 7, lid 4, van de richtlijn maakt de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie het volgende bekend:

–gedetailleerde informatie over de erkende doorstralingsinstallaties in de lidstaten, alsmede over elke verandering in de status ervan;

–een verslag over de ieder jaar door de nationale controle-instanties verstrekte inlichtingen.

Dit verslag betreft de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017. Het bevat een compilatie van de informatie die de 28 lidstaten voor 2016 en 27 lidstaten voor 2017 aan de Commissie hebben verstrekt. Malta heeft voor het jaar 2017 geen gegevens verstrekt.

Periode: 1.1.2016 – 31.12.2017

7.

Betrokken landen: EU-lidstaten en EVA-landen


Bron: 28 lidstaten en Noorwegen

Doorstralingsinstallaties:

–Aantal landen met installaties: 14 lidstaten en Noorwegen

–Aantal erkende installaties: 24

–Aantal gesloten installaties: 2

–Aantal landen met doorstraling: 10 lidstaten en Noorwegen

Behandelgegevens:

–Hoeveelheid behandelde producten: 10 211 ton (– 11,4 %) ten opzichte van 2015 gemiddeld

–Belangrijkste behandelde Kikkerbilletjes (57 %) en

8.

levensmiddelen: gedroogde aromatische kruiden, specerijen en

plantaardige kruiderijen (20,77 %)

–Landen met de meeste doorstraling: België (68 %) en Nederland (13 %)

Controles tijdens de fase van het in de handel brengen van het product:

–Aantal geanalyseerde monsters: 11 162

–Aantal niet-conforme monsters: 87 (0,8 %)

–Belangrijkste levensmiddelen die Kruiden en specerijen (42 %)

9.

zijn geanalyseerd: Granen, zaden, groenten, fruit en

producten daarvan (22 %)

2.Achtergrond

Voedseldoorstraling is de behandeling van levensmiddelen met een bepaald type stralingsenergie dat ioniserende straling wordt genoemd. Stralingsenergie heeft verschillende golflengten en vermogens, en verdwijnt bij het wegnemen van de energiebron. Doorstraling wordt toegepast om sanitaire en fytosanitaire redenen, met als doel om bacteriën te doden (zoals Salmonella, Campylobacter en E. coli) die voedselvergiftiging kunnen veroorzaken, en organismen te bestrijden die schadelijk zijn voor planten of plantaardige producten, zoals insecten- en andere plagen. De methode wordt ook gebruikt om de rijping van fruit te vertragen, de ontkieming van groenten (zoals uien en aardappelen) te stoppen en al bij al de houdbaarheid van levensmiddelen te verlengen. De doorstraling van levensmiddelen kan geen vervanging zijn voor een adequate bewerking van voedsel, en doorstraalde levensmiddelen moeten nog steeds naar behoren worden gekoeld en zo nodig vóór consumptie worden bereid door middel van verhitten.

Het regelgevingskader van de EU voor de doorstraling van levensmiddelen (“voedseldoorstralingsrichtlijnen”) bestaat uit:

–Richtlijn 1999/2/EG (kaderrichtlijn) van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedingsingrediënten met ioniserende straling. Deze richtlijn bevat specifieke bepalingen inzake de vervaardiging, het in de handel brengen en de invoer van voedsel en voedselingrediënten.

–Richtlijn 1999/3/EG (uitvoeringsrichtlijn) van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake de vaststelling van een communautaire lijst van voedsel en voedselingrediënten die mogen worden behandeld met ioniserende straling 2 . Deze lijst bevat momenteel één voedselcategorie: gedroogde aromatische kruiden, specerijen en plantaardige kruiderijen. De Commissie heeft de lijst van nationale vergunningen voor voedsel en voedselingrediënten die met ioniserende straling kunnen worden behandeld, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie 3 .

Levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten mogen alleen in erkende doorstralingsinstallaties worden doorstraald. Voor de installaties in de EU wordt erkenning verleend door de bevoegde instanties van de lidstaten. Artikel 7, lid 3, van Richtlijn 1999/2/EG verplicht de lidstaten de lijst van door hen erkende doorstralingsinstallaties aan de Commissie mee te delen.

Elk levensmiddel dat doorstraald is of doorstraalde ingrediënten bevat, mag uitsluitend in erkende installaties zijn behandeld (doorstraald). De Commissie heeft de lijst van erkende doorstralingsinstallaties in de lidstaten bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie 4 .

Volgens artikel 6 van Richtlijn 1999/2/EG moet op het etiket van levensmiddelen die doorstraald zijn of doorstraalde ingrediënten bevatten, de vermelding “doorstraald”, “door straling behandeld” of “met ioniserende straling behandeld” worden aangebracht.

Het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) heeft ingevolge een mandaat van de Europese Commissie een aantal analysemethoden gestandaardiseerd om te kunnen nagaan of producten correct geëtiketteerd zijn, en om producten op te sporen die niet doorstraald hadden mogen worden.

3.Erkende doorstralingsinstallaties

Er bestaan op dit moment 24 doorstralingsinstallaties in de EU. Twee voorheen erkende doorstralingsinstallaties zijn in 2015 gesloten.

De installaties bevinden zich in 14 lidstaten: vijf in Frankrijk, vier in Duitsland, twee in Bulgarije, Nederland en Spanje, één in België, Estland, Italië, Hongarije, Kroatië, Polen, Roemenië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

Van deze 14 lidstaten met doorstralingsinstallaties hebben Bulgarije, Italië, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk in de verslagperiode geen levensmiddelen doorstraald.

4.Resultaten van de controles die in 20162017 zijn uitgevoerd in de doorstralingsinstallaties

In 2016 en 2017 werd in de EU-lidstaten in totaal 10 211 ton levensmiddelen behandeld met ioniserende straling. De behandeling vond voornamelijk in twee lidstaten plaats: België, dat twee derde van de levensmiddelen voor zijn rekening nam (68 %), en Nederland (13 %).

De twee belangrijkste levensmiddelen die in de EU worden doorstraald zijn kikkerbilletjes (ca. 57 %) en gedroogde aromatische kruiden, specerijen en plantaardige kruiderijen (ca. 21 %). Grafiek 1 geeft een onderverdeling weer van producten die in 2016 en 2017 in de lidstaten zijn doorstraald in erkende installaties.

Grafiek 1 — Verdeling per categorie doorstraalde levensmiddelen in de EU in 20162017


De hoeveelheden levensmiddelen (in ton) die binnen de Europese Unie met ioniserende straling zijn behandeld, neemt sinds 2010 af, zoals blijkt uit grafiek 2.

Grafiek 2 — De hoeveelheden levensmiddelen die sinds 2010 binnen de Europese Unie in erkende doorstralingsinstallaties met ioniserende straling zijn behandeld


5.Resultaten van de controles in het stadium van het in de handel brengen van het product

In de periode 20162017 zijn door 24 lidstaten 11 162 monsters geanalyseerd, in totaal gemiddeld 7,02 % minder dan in 2015. De gegevens voor elke lidstaat zijn beschikbaar in bijlage II en worden samengevat in grafiek 3.

Grafiek 3 — Monsters geanalyseerd in het stadium van het in de handel brengen van het product per lidstaat in 20162017


Vijf landen (vier lidstaten en Noorwegen) hebben in 20162017 geen analytische controles verricht in het stadium van het in de handel brengen van het product wegens budgettaire beperkingen (Kroatië (2016), Denemarken (2017) en Noorwegen (2016 en 2017)), gebrek aan laboratoriumcapaciteit (Estland en Cyprus (2016, 2017)) of andere controleprioriteiten (Zweden (2016, 2017)). Malta heeft in 2017 geen monsters gerapporteerd.

Van de in totaal 11 162 monsters voldeden er 87 niet aan de eisen (0,8 %) en van 113 monsters (1 %) waren de resultaten niet eenduidig. De redenen waarom de monsters niet aan de eisen voldeden, waren voornamelijk onjuiste etikettering en niet-toegestane doorstraling. Het percentage niet-conforme monsters was lager dan in het vorige verslag.

Grafiek 4 laat zien dat tijdens het stadium van het in de handel brengen de meeste geanalyseerde producten “kruiden en specerijen” (42 %) en “granen, zaden, groenten, fruit en producten daarvan” (22 %) waren. Onder de categorie “overige” (voedingssupplementen en soepen en sauzen) bedroeg het percentage 17 %.


Grafiek 4 — Analyse van de levensmiddelencategorie in het stadium van het in de handel brengen van het product in de Europese Unie in 20162017


(1) PB L 66 van 13.3.1999, blz. 16.
(2) PB L 66 van 13.3.1999, blz. 24.
(3) PB C 283 van 24.11.2009, blz. 5.
(4) PB C 37 van 30.1.2019, blz. 6.