Toelichting bij COM(2019)487 - Amending letter N° 1 to the budget 2020, amongst others updated estimated needs for agricultural expenditure, and other updates - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2019)487 - Amending letter N° 1 to the budget 2020, amongst others updated estimated needs for agricultural expenditure, and other ... |
---|---|
bron | COM(2019)487 |
datum | 15-10-2019 |
Inhoudsopgave
- Brussel, 15.10.2019
- WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
- 1. Inleiding
- 2. Europees Landbouwgarantiefonds
- 2.1 Overzicht
- 2.3 Gedetailleerde gegevens per begrotingsonderdeel
- 3. Bijstellingen in verband met de wetgevingsvoorstellen die zijn opgenomen in het pakket ter voorbereiding op de brexit van 4 september 2019;
- 3.1 Solidariteitsfonds van de Europese Unie
- 3.2 Nieuw begrotingsonderdeel in de algemene staat van ontvangsten
- 4. Overige aanpassingen
- 4.3 Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij
- 5. Technische aanpassing en correctie
- 5.1 Innovatiefonds
- 6. Samenvatting per MFK-rubriek
- 2.1 Overzicht
- 2.2 Gedetailleerde toelichting
- 2.3 Gedetailleerde gegevens per begrotingsonderdeel
- 3.1 Solidariteitsfonds van de Europese Unie
- 3.2 Nieuw begrotingsonderdeel in de algemene staat van ontvangsten
- Gecombineerd effect op de afdeling Europees Parlement van de ontwerpbegroting 2020
- Het NEO-gebouw
- Personeelsbezetting bij het Bureau van de Europese Unie in Kosovo
- Gecombineerd effect op de afdeling EDEO van de ontwerpbegroting 2019
- 4.3 Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij
- 5.1 Innovatiefonds
COM(2019) 487 final
NOTA VAN WIJZIGINGEN Nr. 1 BIJ HET ONTWERP VAN ALGEMENE BEGROTING 2020
Geactualiseerde geraamde behoeften voor landbouwuitgaven
Bijstellingen in verband met de wetgevingsvoorstellen opgenomen in het pakket ter voorbereiding op de brexit van 4 september 2019
Verhogingen van administratieve budgetten en andere actualiseringen wegens recente ontwikkelingen
Aanpassing van de begrotingsstructuur en een technische correctie
Gezien:
–het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
–Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (...) 1 , en met name artikel 42,
–het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, zoals goedgekeurd door de Commissie op 5 juli 2019 2 ,
dient de Europese Commissie, om de in de toelichting vermelde redenen, bij het Europees Parlement en de Raad nota van wijzigingen nr. 1 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 in.
De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: ( eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl ). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van ontvangsten als budgettaire bijlage bijgevoegd.
INHOUDSOPGAVE
Gedetailleerde toelichting
3. Bijstellingen in verband met de wetgevingsvoorstellen die zijn opgenomen in het pakket ter voorbereiding op de brexit van 4 september 2019;
4.1 Afdeling I – Europees Parlement
4.2 Afdeling X – Europese Dienst voor extern optreden
5.2 Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)
1. Inleiding
Deze nota van wijzigingen nr. 1 bij de ontwerpbegroting voor 2020 (NvW 1/2020) heeft betrekking op:
¾de actualisering van de geraamde behoeften, bestemmingsontvangsten en kredieten voor de landbouwuitgaven. In NvW 1/2020 wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de impact van de besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de vaststelling van de ontwerpbegroting voor 2020 (OB 2020) in juli 2019, alsmede met andere voorstellen die naar verwachting tijdens het begrotingsjaar een significante impact zullen hebben;
¾bijstellingen in verband met de wetgevingsvoorstellen die zijn opgenomen in het pakket ter voorbereiding op de brexit van 4 september 2019;
¾andere bijstellingen betreffende de huishoudelijke begrotingen van het Europees Parlement en de Europese Dienst voor extern optreden, en partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij;
¾een aanpassing van de begrotingsstructuur om het innovatiefonds erin op te nemen;
¾een technische correctie (voor eu-LISA).
In totaal is het netto-effect van NvW 1/2020 op de uitgaven van de ontwerpbegroting 2020 een toename van de vastleggingskredieten met 16,4 miljoen EUR en een vermindering van de betalingskredieten met 5,4 miljoen EUR.
2. Europees Landbouwgarantiefonds
Met NvW 1/2020 wordt de raming van de landbouwuitgaven bijgewerkt op basis van de meest actuele economische gegevens en de meest actuele stand van de regelgeving. Uiterlijk eind september 2019 beschikt de Commissie over een eerste indicatie omtrent de omvang van de productie in 2019 en de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, alsmede over actuele cijfers voor het grootste deel van de begrotingsuitvoering in 2019 betreffende het ELGF onder gedeeld beheer, en daarmee over de basisinformatie die nodig is om een geactualiseerde raming van de budgettaire behoeften in 2020 te maken.
Behalve met marktfactoren houdt deze NvW 1/2020 ook rekening met de impact van wetgevingsbesluiten in de landbouwsector die zijn genomen sinds de opstelling van de OB 2020 in juni 2019 en van sommige die nog in behandeling zijn maar binnenkort zullen worden aangenomen.
De totale behoeften voor het ELGF in 2020 (rekening houdend met de ELGF-bepalingen inzake 'financiële discipline') worden thans geraamd op 44 481,1 miljoen EUR 3 , ofwel 304,3 miljoen EUR meer dan in de OB 2020. Deze stijging is grotendeels het gevolg van extra behoeften voor hoofdstuk 05 07 Audit van uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde landbouwuitgaven (+ 174,3 miljoen EUR) en voor hoofdstuk 05 03 Rechtstreekse betalingen om bij te dragen tot de landbouwinkomens, de variabiliteit daarvan te beperken en aan milieu- en klimaatdoelstellingen te voldoen (+ 94 miljoen EUR). Er zijn ook beperkte wijzigingen in hoofdstuk 05 02 Verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector door interventies op de landbouwmarkten, voor + 36,0 miljoen EUR.
De geraamde bestemmingsontvangsten waarover in 2020 kan worden beschikt, stijgen van 645,0 miljoen EUR in OB 2020 tot 999,0 miljoen EUR (+ 354,0 miljoen EUR) en dekken ruimschoots de extra behoeften. De bijwerking van de ramingen betreft bedragen afkomstig van besluiten tot goedkeuring van de rekeningen (+ 181,0 miljoen EUR) en onregelmatigheden (-7,0 miljoen EUR). Voorts is in NvW 1/2020 een voorziene overdracht van bestemmingsontvangsten van 2019 naar 2020 voor een bedrag van 280,0 miljoen EUR opgenomen (verwacht “overschot” van het ELGF) 4 , waarvan 100,0 miljoen EUR reeds was opgenomen in de OB 2020. Het geraamde overschot omvat niet de ongebruikte kredieten (468,7 miljoen EUR) van de landbouwcrisisreserve 2019, die niet zal worden aangesproken. Deze ongebruikte kredieten worden overgedragen voor betalingen aan producenten, met inachtneming van de financiële discipline, in 2020.
Als gevolg van deze actualiseringen stelt de Commissie voor de uitgavenramingen voor landbouw met -49,7 miljoen EUR te verminderen in vergelijking met OB 2020. Vastleggingskredieten ten belope van 43 482,1 miljoen EUR, waarvan 478,0 miljoen EUR voor de Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector, zijn nodig om de ELGF-behoeften voor 2020 te dekken. Dit totaalbedrag blijft onder het netto-submaximum voor het ELGF van 43 887,1 miljoen EUR. Dit betekent dat het mechanisme voor financiële discipline uitsluitend zal worden toegepast om de crisisreserve voor de landbouw voor het begrotingsjaar 2020 te bepalen 5 .
05 02 — Verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector door interventies op de landbouwmarkten (kredieten + 36,0 miljoen EUR)
(in miljoen EUR, afgeronde cijfers in lopende prijzen) | |||
Interventies op de landbouwmarkten | Ontwerpbegroting 2020 | Nota van wijzigingen nr. 1/2020 | Ontwerpbegroting 2020 (incl. NvW 1/2020) |
Behoeften | 2 644,1 | +36,0 | 2 680,1 |
-Naar raming in 2020 beschikbare bestemmingsontvangsten | 150,0 | 0,0 | 150,0 |
Gevraagde kredieten | 2 494,1 | +36,0 | 2 530,1 |
De totale behoeften voor interventiemaatregelen op de landbouwmarkten nemen lichtjes toe met 36,0 miljoen EUR in vergelijking met de OB 2020. Aangezien de bestemmingsontvangsten ten opzichte van de OB 2020 ongewijzigd blijven, nemen de bij NvW 1/2020 gevraagde kredieten met hetzelfde bedrag toe tot 2 530,1 miljoen EUR.
De meest significante wijziging die in NvW 1/2020 wordt voorgesteld voor marktmaatregelen, betreft de sector pluimvee (begrotingspost 05 02 15 99) met een verhoging van 32,0 miljoen EUR voor specifieke, uitzonderlijke maatregelen ten behoeve van producenten naar aanleiding van uitbraken van vogelpest. Tevens wordt een verhoging van 4,0 miljoen EUR voorgesteld voor specifieke steun voor de bijenteelt (begrotingspost 05 02 15 06).
05 03 —Rechtstreekse betalingen om bij te dragen tot de landbouwinkomens, de variabiliteit daarvan te beperken en aan milieu- en klimaatdoelstellingen te voldoen (kredieten -260,0 miljoen EUR)
(in miljoen EUR, afgeronde cijfers in lopende prijzen) | |||
Rechtstreekse betalingen | Ontwerpbegroting 2020 | Nota van wijzigingen nr. 1/2020 | Ontwerpbegroting 2020 (incl. NvW 1/2020) |
Na toepassing van de financiële discipline (inclusief kredieten voor de 'Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector') | |||
Behoeften | 41 448,0 | +94,0 | 41 542,0 |
-Naar raming in 2020 beschikbare bestemmingsontvangsten | 495,0 | +354,0 | 849,0 |
Gevraagde kredieten | 40 953,0 | -260,0 | 40 693,0 |
In vergelijking met de OB 2020 worden de voor hoofdstuk 05 03 gevraagde kredieten met 260,0 miljoen EUR naar beneden bijgesteld. Deze herziening is voornamelijk het gevolg van de hogere bestemmingsontvangsten (+ 354,0 miljoen EUR) voor post 05 03 01 10 Basisbetalingsregeling (BBR). De stijging van de geraamde behoeften (+ 94,0 miljoen EUR) ten opzichte van de OB 2020 weerspiegelt de zeer hoge uitvoeringsgraad in begrotingsjaar 2019, die zich naar verwachting in 2020 zal voortzetten. Er zijn enkele verschuivingen tussen de begrotingsonderdelen voor rechtstreekse betalingen, in verband met geactualiseerde behoeftenramingen (zie onderstaande tabel).
Andere uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde landbouwuitgaven (kredieten + 174,3 miljoen EUR)
De kredieten voor begrotingspost 05 07 01 07 Financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen moeten worden verhoogd met 176,6 miljoen EUR als gevolg van twee arresten van het Hof van Justitie (zaken T-459/16 en T-237/17) over besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van voorgaande begrotingsjaren. Voorts is er een kleine actualisering voor begrotingspost 05 07 01 06 Financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van -2,3 miljoen EUR (zie onderstaande tabel).
in EUR | |||
Begrotings-onderdeel | Omschrijving | Vastleggings-kredieten | Betalings-kredieten |
Afdeling 3 — Europese Commissie | |||
05 02 15 06 | Bijzondere steun voor de bijenteelt | +4 000 000 | +4 000 000 |
05 02 15 99 | Overige maatregelen voor varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten | +32 000 000 | +32 000 000 |
Subtotaal 05 02 | +36 000 000 | +36 000 000 | |
05 03 01 02 | Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB) | +21 000 000 | +21 000 000 |
05 03 01 07 | Herverdelingsbetaling | +7 000 000 | +7 000 000 |
05 03 01 10 | Basisbetalingsregeling (BBR) | -325 000 000 | -325 000 000 |
05 03 01 11 | Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken | +54 000 000 | +54 000 000 |
05 03 01 13 | Betaling voor jonge landbouwers | +120 000 000 | +120 000 000 |
05 03 01 99 | Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen) | -7 000 000 | -7 000 000 |
05 03 02 50 | Posei — Steunprogramma’s van de Europese Unie | +1 000 000 | +1 000 000 |
05 03 02 60 | Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun | +7 000 000 | +7 000 000 |
05 03 02 61 | Regeling voor kleine landbouwbedrijven | -137 000 000 | -137 000 000 |
05 03 02 99 | Andere (rechtstreekse betalingen) | -1 000 000 | -1 000 000 |
Subtotaal 05 03 | -260 000 000 | -260 000 000 | |
05 07 01 06 | Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren | -2 300 000 | -2 300 000 |
05 07 01 07 | Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren | +176 600 000 | +176 600 000 |
Subtotaal 05 07 | +174 300 000 | +174 300 000 | |
Totaal ELGF | -49 700 000 | -49 700 000 |
De overeenkomstige begrotingstoelichtingen worden aangepast in de bijlage.
3. Bijstellingen in verband met de wetgevingsvoorstellen die zijn opgenomen in het pakket ter voorbereiding op de brexit van 4 september 2019;
Overeenkomstig artikel 4 bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad is in OB 2020 een bedrag van 50 miljoen EUR opgenomen voor begrotingsartikel 13 06 01. Dit moet ervoor zorgen dat begrotingsmiddelen tijdig beschikbaar zijn wanneer lidstaten bij de indiening van een verzoek om een financiële bijdrage uit het fonds om betaling van een voorschot verzoeken.
Het voorstel van de Commissie “Proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council amending Council Regulation (EC) No 2012/2002 in order to provide financial assistance to Member States to cover serious financial burden inflicted on them following a withdrawal of the United Kingdom from the Union without an agreement” 6 voegt een nieuw artikel 4 ter in dat voorziet in een hoger maximumbedrag van 100 miljoen EUR voor voorschotten. De Commissie stelt daarom voor het niveau van de voorschotten uit hoofde van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie op te trekken met 50 miljoen EUR en het extra bedrag in de reserve te plaatsen in afwachting van de goedkeuring van de wijziging van de rechtsgrondslag door het Europees Parlement en de Raad.
Het artikel van de reserve wordt aangepast zoals weergegeven in de onderstaande tabel en de toelichtingen bij de artikelen 13 06 01 en 13 06 02 worden gewijzigd.
in EUR | |||
Begrotings-onderdeel | Omschrijving | Vastleggings-kredieten | Betalingskredieten |
40 02 41 | Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 13 06 01 – Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie) | 50 000 000 | 50 000 000 |
Totaal | 50 000 000 | 50 000 000 |
Het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad houdende maatregelen voor de uitvoering en de financiering van de algemene begroting van de Unie in 2020 in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie 7 regelt de betrekkingen tussen de Unie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk en zijn begunstigden, anderzijds, wat betreft de financiering en uitvoering van de begroting van de begroting in 2020 in geval van een terugtrekking van het VK zonder akkoord.
Het voorgestelde noodkader maakt het mogelijk voor het Verenigd Koninkrijk en entiteiten van het Verenigd Koninkrijk om in heel het jaar 2020 uit hoofde van juridische verbintenissen die vóór de terugtrekkingsdatum of tussen de terugtrekkingsdatum en eind 2019 overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2019/1197 zijn aangegaan, voor financiering van de Unie in aanmerking te blijven komen. Hierop zijn de in het voorstel opgenomen voorwaarden van toepassing.
Opdat de Commissie het voorstel zou kunnen implementeren, in het bijzonder de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk in de algemene begroting opnemen, moet de structuur van de begroting 2020 daarop worden ingericht. De Commissie stelt daarom voor een nieuw begrotingsonderdeel te creëren in deel B van de algemene staat van ontvangsten: een nieuw artikel 3 8 0 bestemd om de bijdrage van het VK in verband met de toepassing van het noodkader te ontvangen.
De toelichting bij het voorgestelde nieuwe onderdeel is opgenomen in bijlage.
4. Overige aanpassingen
4.1 Afdeling I – Europees Parlement
De verzoeken om de personeelsformatie van het Europees Parlement uit te breiden met 89 ambten en de administratieve kredieten te verhogen om de instelling in staat te stellen extra posten voor arbeidscontractanten te creëren, waren niet in de afdeling van de OB 2020 voor het EP opgenomen in afwachting van nadere toelichting van de redenen voor de verhoging.
Na verdere besprekingen met het EP en gelet op de rigoureuze voorstellen voor het onderdeel Administratie in het volgende meerjarig financieel kader, wordt voorgesteld in de OB 2020 de volgende elementen voor het Europees Parlement op te nemen:
¾89 extra ambten in de personeelsformatie voor 2020. Deze ambten zijn enkel bedoeld voor één begrotingsjaar en zullen niet voorkomen in de personeelsformatie van de ontwerpbegroting 2021. Deze ambten zijn bedoeld om de continuïteit te faciliteren van het dienstverband van tijdelijk personeel in verband met de toepassing van artikel 29, lid 4, van het Statuut. Er zijn geen extra begrotingskredieten nodig. De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage;
¾13,3 miljoen EUR kredieten voor extern personeel, overeenkomend met 155 posten voor arbeidscontractanten, alsook voor de verhoging van de kredieten ter dekking van salarisaanpassingen en loopbaanontwikkeling. Wat de arbeidscontractanten betreft, gaat het om 20 nieuw te creëren posten in de begroting 2020 ter versterking van de beveiliging, te financieren op begrotingsonderdeel 1 4 0 1 Andere personeelsleden – Beveiliging. De overige 135 arbeidscontractanten worden gefinancierd op begrotingsonderdeel 1 4 0 0 Andere personeelsleden – Secretariaat-generaal en fracties. Deze contracten lopen al, aangezien het personeel in 2019 in dienst is genomen. De financiering is geregeld door middel van kredietoverschrijvingen die door de Begrotingscommissie van het Europees Parlement zijn goedgekeurd (overschrijvingen C1/2019 en C7/2019).
in EUR | |||
Begrotings-onderdeel | Omschrijving | Vastleggings-kredieten | Betalings-kredieten |
Afdeling I – Europees Parlement | |||
1400 | Andere personeelsleden – Secretariaat-generaal en fracties | 8 880 451 | 8 880 451 |
1401 | Andere personeelsleden – Beveiliging | 4 452 138 | 4 452 138 |
Totaal | 13 332 589 | 13 332 589 |
4.2 Afdeling X – Europese Dienst voor extern optreden
Sinds de presentatie van de OB 2020 zijn er ontwikkelingen geweest voor twee onderdelen van de afdeling voor de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) die een bijstelling vereisen, namelijk:
¾het NEO-gebouw;
¾de personeelsbezetting bij het Bureau van de Europese Unie in Kosovo.
Het NEO-bouwproject bestaat uit twee gebouwen ter vervanging van het Kortenberggebouw voor de diensten van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). De verwachting is dat dit lopende project eind 2020/begin 2021 zal zijn voltooid.
Tijdens de uitvoering van de renovatie- en inrichtingswerkzaamheden heeft de EDEO zich er echter rekenschap van gegeven dat het vereiste technische prestatieniveau op het gebied van fysieke veiligheid en beveiligde communicatie niet haalbaar was binnen het eerder geraamde budget.
De budgetverhogingen houden verband met de bescherming van de werkomgeving tegen indringing en afluisteren, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad en de lidstaten. De omvang van de beschermingsmaatregelen moet gelijke tred houden met de technologische vooruitgang en de verwachte dreigingsniveaus. Dit betekent dat veel van de eerder voorziene oplossingen waarop de oorspronkelijke kostenraming was gebaseerd, niet langer toereikend zijn.
Daarom werd een projectupdate met de voorgestelde aanpassingen en de bijbehorende extra kosten ingediend bij het Europees Parlement en de Raad, en goedgekeurd door de respectieve begrotingscomités op 3 en 13 september 2019.
De extra kosten voor deze veiligheidsgerelateerde maatregelen zouden 5,0 miljoen EUR bedragen, op begrotingsonderdeel 2 0 0 2 van de EDEO. Via herprioritering en de geplande herschikking kan dit bedrag echter worden verminderd tot 2,8 miljoen EUR.
Ten gevolge van de strategische evaluatie 2015/2016 van de EULEX-missie werden in juni 2018 een aantal monitoring-, mentoring- en adviserende taken van EULEX overgedragen aan het EU-Bureau in Kosovo. Een budget om 12 personeelsleden bij het Bureau te financieren werd daarvoor aan de EDEO toegekend door het Europees Parlement en de Raad, en gecompenseerd door grotere bezuinigingen in de EULEX-organisatie.
Extra begrotingsmiddelen om nog eens drie posten te financieren werden vanaf januari 2019 ter beschikking gesteld van de EDEO, waarmee het totale aantal posten voor transitietaken op vijftien uitkwam. De EDEO-begroting voor 2019 werd eveneens gewijzigd om drie kosteloze posten van gedetacheerde nationale deskundigen (GND) om te zetten in gecofinancierde posten, om meer belangstelling en potentiële kandidaten vanuit de lidstaten aan te trekken.
Deze wijziging volstond echter niet om voldoende belangstelling te wekken en tot op heden zijn slechts twee van de zes GND-posten ingevuld.
In het licht van deze situatie en van een evaluatie van de behoeften van het Bureau is de EDEO voornemens om een van deze ongebruikte GND-posten om te zetten in twee posten voor plaatselijke agenten. Deze omzetting zal naar verwachting geen extra kosten voor de EDEO met zich meebrengen, maar kan mettertijd eventueel, afhankelijk van de ervaring van de aangeworven agenten, een kleine besparing opleveren.
in EUR | |||
Begrotings-onderdeel | Omschrijving | Vastleggings-kredieten | Betalings-kredieten |
Afdeling X – Europese Dienst voor extern optreden | |||
2 0 0 2 | Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden | 2 786 000 | 2 786 000 |
Totaal | 2 786 000 | 2 786 000 |
Zoals in bepaald in punt C van deel II van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) 8 heeft de Commissie de meest recente beschikbare gegevens met betrekking tot de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV's) onderzocht en heeft zij de verwachte behoeften voor 2020 geëvalueerd op basis van de ontwikkelingen in de onderhandelingen met de betrokken derde landen. Op grond van deze evaluatie stelt de Commissie voor 16,9 miljoen EUR vastleggingskredieten en 14,9 miljoen EUR betalingskredieten uit de reserve (40 02 41) over te hevelen naar het beleidsonderdeel (11 03 01 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten). Deze begrotingsneutrale overschrijving heeft betrekking op de visserijovereenkomsten met de Republiek Kaapverdië, de Republiek Gambia en de Republiek Guinee-Bissau, waarvan de overeenkomsten en bijbehorende protocollen inmiddels ondertekend en voorlopig van toepassing zijn.
De gedetailleerde gegevens per begrotingsonderdeel zijn opgenomen in onderstaande tabel: en de overeenkomstige begrotingstoelichtingen zijn aangepast in bijlage.
in EUR | |||
Begrotings-onderdeel | Omschrijving | Vastleggings-kredieten | Betalingskredieten |
11 03 01 EUR | Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten | +16 900 000 | +14 900 000 |
40 02 41 EUR | Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 11 03 01) | -16 900 000 | -14 900 000 |
Totaal | 0 | 0 |
5. Technische aanpassing en correctie
Bij Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie is een innovatiefonds opgericht. Het ondersteunt innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën en processen in bepaalde bedrijfstakken. Overeenkomstig artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG betreffende het emissiehandelssysteem (ETS) wordt het innovatiefonds volledig gefinancierd uit de opbrengsten van het veilen van een bepaalde hoeveelheid rechten om gedurende een bepaalde periode één ton kooldioxide-equivalent uit te stoten in het kader van het ETS.
Overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds, voert de Commissie het innovatiefonds uit in direct of in indirect beheer volgens de desbetreffende bepalingen van het Financieel Reglement. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, Verordening (EU) 2019/856 vormen voor alle uitvoeringstaken die door de Commissie worden verricht, ook wanneer dat via een uitvoeringsagentschap gebeurt, de opbrengsten van het innovatiefonds externe bestemmingsontvangsten zoals bedoeld in artikel 21, leden 1 en 5, van het Financieel Reglement. De uitgaven van het innovatiefonds, met inbegrip van de administratieve kosten, worden volledig gedekt door de externe bestemmingsontvangsten afkomstig van het veilen van de emissierechten en niet-bestede bedragen van het vorige NER300-programma.
Om de Commissie in staat te stellen met de uitvoering van het fonds te beginnen, in het bijzonder met het oog op een eerste oproep tot het indienen van projectvoorstellen tegen medio 2020, dient de structuur van de begroting voor 2020 daarop te worden ingericht. De Commissie stelt daarom voor drie nieuwe begrotingsonderdelen te creëren: één in de staat van ontvangsten van de afdeling van de Commissie, artikel 6 3 7 om de externe bestemmingsontvangsten te ontvangen, en twee in de staat van uitgaven van de afdeling van de Commissie, artikel 34 03 01 en post 34 01 06 01 ter dekking van de operationele en administratieve uitgaven (volledig gedekt door externe bestemmingsontvangsten) voor de uitvoering van het innovatiefonds door de Commissie overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie.
Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement worden alle voor het innovatiefonds gecreëerde begrotingsonderdelen voorzien van de vermelding “pro memorie” (p.m.). De toelichtingen bij de voorgestelde nieuwe onderdelen zijn opgenomen in de budgettaire bijlage. De voorgestelde begrotingsstructuur maakt het mogelijk over de uitvoering van het innovatiefonds te rapporteren in het kader van de jaarrekening.
5.2 Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)
Wegens een administratieve fout waren de betalingskredieten voor dit item zoals gepubliceerd in de OB 2020 niet in overeenstemming met de behoeften van het agentschap die waren vermeld in werkdocument III bij de begrotingsraming voor 2020. Daarom wordt voorgesteld de betalingskredieten voor eu-LISA te verlagen met 21,8 miljoen EUR, wat een totaal oplevert van 196 miljoen EUR, zijnde de daadwerkelijke behoeften van het agentschap voor 2020.
in EUR | |||
Begrotings-onderdeel | Omschrijving | Vastleggings-kredieten | Betalingskredieten |
18 02 07 | Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”) | - | -21 794 627 |
Totaal | - | -21 794 627 |
6. Samenvatting per MFK-rubriek
Rubriek | Ontwerpbegroting 2020 | Nota van wijzigingen nr. 1/2020 | Ontwerpbegroting 2020 | ||||
(incl. NvW 1/2020) | |||||||
VK | BK | VK | BK | VK | BK | ||
1. | Slimme en inclusieve groei | 83 328 329 504 | 72 150 922 336 | 83 328 329 504 | 72 150 922 336 | ||
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen | 141 890 522 | 141 890 522 | |||||
Maximum | 83 661 000 000 | 83 661 000 000 | |||||
Marge | 474 561 018 | 474 561 018 | |||||
1a | Concurrentievermogen voor groei en banen | 24 716 438 982 | 22 108 515 486 | 24 716 438 982 | 22 108 515 486 | ||
Maximum | 25 191 000 000 | 25 191 000 000 | |||||
Marge | 474 561 018 | 474 561 018 | |||||
1b | Economische, sociale en territoriale samenhang | 58 611 890 522 | 50 042 406 850 | 58 611 890 522 | 50 042 406 850 | ||
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen | 141 890 522 | 141 890 522 | |||||
Maximum | 58 470 000 000 | 58 470 000 000 | |||||
Marge | |||||||
2. | Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen: | 59 994 906 170 | 58 014 263 718 | - 49 700 000 | - 49 700 000 | 59 945 206 170 | 57 964 563 718 |
Maximum | 60 421 000 000 | 60 421 000 000 | |||||
Marge | 426 093 830 | 475 793 830 | |||||
waarvan: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) - marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen | 43 531 805 687 | 43 501 731 798 | - 49 700 000 | - 49 700 000 | 43 482 105 687 | 43 452 031 798 | |
Submaximum | 43 888 000 000 | 43 888 000 000 | |||||
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de marge | 888 000 | 888 000 | |||||
3. | Veiligheid en burgerschap | 3 729 074 489 | 3 723 911 857 | - 21 794 627 | 3 729 074 489 | 3 702 117 230 | |
waarvan onder flexibiliteitsinstrument | 778 074 489 | 778 074 489 | |||||
Maximum | 2 951 000 000 | 2 951 000 000 | |||||
Marge | |||||||
4. | Europa als wereldspeler | 10 307 572 239 | 8 986 061 191 | 10 307 572 239 | 8 986 061 191 | ||
Maximum | 10 510 000 000 | 10 510 000 000 | |||||
Marge | 202 427 761 | 202 427 761 | |||||
5. | Administratie | 10 324 060 577 | 10 327 063 787 | 16 118 589 | 16 118 589 | 10 340 179 166 | 10 343 182 376 |
Maximum | 11 254 000 000 | 11 254 000 000 | |||||
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven | - 252 000 000 | - 252 000 000 | |||||
Marge | 677 939 423 | 661 820 834 | |||||
waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen | 7 985 277 215 | 7 988 280 425 | 16 118 589 | 16 118 589 | 8 001 395 804 | 8 004 399 014 | |
Submaximum | 9 071 000 000 | 9 071 000 000 | |||||
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven | - 252 000 000 | - 252 000 000 | |||||
Marge | 833 722 785 | 817 604 196 | |||||
Totaal | 167 683 942 979 | 153 202 222 889 | - 33 581 411 | - 55 376 038 | 167 650 361 568 | 153 146 846 851 | |
waarvan onder flexibiliteitsinstrument | 778 074 489 | 849 779 197 | - 14 914 951 | 778 074 489 | 834 864 246 | ||
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen | 141 890 522 | 141 890 522 | |||||
Maximum | 168 797 000 000 | 172 420 000 000 | 168 797 000 000 | 172 420 000 000 | |||
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven | - 252 000 000 | - 252 000 000 | |||||
Marge | 1 781 022 032 | 20 067 556 308 | 1 814 603 443 | 20 108 017 395 | |||
Andere speciale instrumenten | 587 763 000 | 418 500 000 | 50 000 000 | 50 000 000 | 637 763 000 | 468 500 000 | |
Totaal-generaal | 168 271 705 979 | 153 620 722 889 | 16 418 589 | - 5 376 038 | 168 288 124 568 | 153 615 346 851 |
(1) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(2) COM(2019) 400 van 5.7.2019.
(3) De behoeften aan nieuwe kredieten bedragen 43 482,1 miljoen EUR, plus 999,0 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten.
(4) Deze raming is gebaseerd op de aangiften van de werkelijke uitgaven van de lidstaten ontvangen tot en met augustus 2019, aangevuld met prognoses voor de periode 01.09.2019 tot en met 15.10.2019. Volledige informatie over de werkelijke uitgaven voor deze resterende periode zal beschikbaar zijn eind oktober/begin november 2019.
(5) Het aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen in verband met het mechanisme voor financiële discipline voor het kalenderjaar 2019 is vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/916 van de Commissie. De Commissie zal dit percentage dienovereenkomstig actualiseren rekening houdend met de in deze NvW voorgestelde wijzigingen.
(6) COM(2019) 399 final van 4.9.2019.
(7) COM(2019) 461 final van 4.9.2019.
(8) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.