Toelichting bij COM(2019)496 - Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU voor bijstand aan Griekenland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Dit besluit heeft betrekking op de beschikbaarstelling, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 1 (hierna 'de verordening' genoemd), van een bedrag van 4 552 517 EUR uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) voor het verlenen van bijstand aan Griekenland naar aanleiding van de overstromingsramp en aardverschuivingen in 2019. Deze beschikbaarstelling wordt volledig gefinancierd door gebruik te maken van een deel van de vastleggings- en betalingskredieten voor voorschotten die reeds in de begroting 2019 zijn opgenomen, na aftrek van het reeds betaalde voorschot van 455 252 EUR. Bijgevolg is geen gewijzigde begroting vereist.

2. Informatie en voorwaarden

Kreta, en met name het westelijke deel van het eiland, werd van 23 tot 26 februari 2019 getroffen door uitzonderlijk zware regenval en stormweer. De daarmee gepaard gaande overstromingen en aardverschuivingen maakten dodelijke slachtoffers en hadden rampzalige gevolgen voor de infrastructuur en de economische bedrijvigheid, in het bijzonder voor de weginfrastructuur en de landbouw.

(1)Griekenland heeft een aanvraag voor een bijdrage uit het SFEU ingediend op 15 mei 2019, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade. De aanvraag werd ingediend als 'regionale natuurramp' overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de verordening.

(2)De ramp heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het SFEU.

(3)Griekenland raamt de totale directe schade op 182,1 miljoen EUR. De schade op Kreta vertegenwoordigt 2,1 % van het bbp van de NUTS-niveau 2-regio Kriti en overschrijdt dus de in de verordening vastgestelde drempel van 1,5 % van het bbp, zijnde 129,8 miljoen EUR.

(4)In zijn aanvraag heeft Griekenland om de betaling van een voorschot verzocht overeenkomstig artikel 4 bis van de verordening. Op 19 juli 2019 heeft de Commissie bij Uitvoeringsbesluit C(2019) 5514 een voorschot van 10 % (455 252 EUR) op de verwachte financiële bijdrage uit het SFEU toegekend en vervolgens heeft zij het volledig aan Griekenland uitbetaald.

(5)In hun aanvraag hebben de Griekse autoriteiten een gedetailleerde beschrijving gegeven van de toestand na de extreme weersomstandigheden en van de inspanningen die zijn geleverd om de getroffen bevolking bij te staan. De wervelstorm die Kreta vanaf 23 februari trof, eiste één dodelijk slachtoffer – een persoon die verdronk in een rivier – en veroorzaakte vooral in de door hevige regenval getroffen regio’s Chania en Rethymnon ernstige materiële schade. De meeste schade werd opgetekend aan het gemeentelijk en provinciaal wegennet, waaronder de noordelijke snelweg van Kreta, de agrarische productie (gewassen en vee), maar ook particuliere woningen. Zeven bruggen raakten beschadigd, waarvan er één volledig instortte. Door tientallen aardverschuivingen en omgevallen bomen werden wegen geblokkeerd en volledige gebieden afgesloten van de buitenwereld. Door uitspoeling werden dijken ondermijnd en afwateringssystemen vernield. Ook het elektriciteitsnet raakte beschadigd.

(6)Griekenland heeft de kosten voor nood- en herstelactiviteiten die volgens artikel 3, lid 2, van de verordening subsidiabel zijn, op 173,9 miljoen EUR geraamd. Het heeft ook een uitsplitsing naar soort activiteiten verschaft. De grootste kostenpost (ruim 145 miljoen EUR) bestaat uit het herstellen van de vervoersinfrastructuur (wegen en bruggen), gevolgd door de kosten van schoonmaakoperaties (20 miljoen EUR).

(7)De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat de subsidiabele kosten niet door verzekeringen worden gedekt.

(8)De getroffen regio behoort tot de "overgangsregio's" in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (2014-2020). In hun aanvraag hebben de Griekse autoriteiten de Commissie niet meegedeeld dat zij middelen van de ESI-fondsprogramma's willen overhevelen naar herstelmaatregelen.

(9)Griekenland heeft het Uniemechanisme voor civiele bescherming niet geactiveerd.

(10)Er lopen geen inbreukprocedures op het vlak van de uitvoering van Uniewetgeving inzake rampenpreventie en -beheer.

(11)Ter uitvoering van Richtlijn 2007/60/EG over beoordeling en beheer van overstromingsrisico's zijn de volgende werkzaamheden verricht: rapport inzake de voorlopige overstromingsrisicobeoordeling (maart 2012), identificatie van gebieden met een hoog overstromingsrisico in de 14 waterdistricten van het land en actualisering van het rapport inzake de voorlopige overstromingsrisicobeoordeling (november 2012). De voorlopige overstromingsrisicobeoordeling voor de rivier de Evros is geactualiseerd in november 2014. De evaluatie van de overstromings- en andere risico’s voor de 14 spaarbekkens van het land werd voltooid in maart 2017. Beheersplannen voor de overstromingsrisico’s van alle watermassa’s van het land, waaronder het beheersplan voor de overstromingsrisico’s van de rivierbekkens op Kreta.

2.5Conclusie

Om bovengenoemde redenen voldoet de natuurramp die in de aanvraag van Griekenland is beschreven aan de in de verordening gestelde voorwaarden voor het inzetten van het SFEU.

3. Financiering uit de SFEU-toewijzingen voor 2019

Krachtens Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 2 (hierna de 'MFK-verordening' genoemd), en met name artikel 10, is jaarlijks een bedrag van maximaal 500 000 000 EUR (in prijzen van 2011) aan SFEU-middelen beschikbaar. De voorwaarden voor de beschikbaarstelling van SFEU-middelen zijn vastgesteld in punt 11 van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 3 .

Aangezien solidariteit de belangrijkste reden voor de oprichting van het SFEU was, is de Commissie van mening dat SFEU-steun progressief moet zijn. Dat betekent, gelet op de praktijk tot dusver, dat het deel van de schade dat de drempel voor SFEU-steun bij een 'grote natuurramp' overstijgt (0,6 % van het bni of 3 miljard EUR in prijzen van 2011, indien dit bedrag lager is) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het verleden werden de toewijzingen voor grote rampen vastgesteld op 2,5 % van de totale directe schade onder de drempel en 6 % van de schade boven de drempel. Voor regionale rampen en rampen aanvaard op basis van de 'buurland'-regel bedraagt het percentage 2,5 %.

De bijdrage mag de geraamde totale kosten van de voor steun in aanmerking komende acties niet overschrijden. De methode voor het berekenen van de steun is in het SFEU-jaarverslag 2002-2003 beschreven en door de Raad en het Europees Parlement goedgekeurd.

Op basis van de aanvraag van Griekenland en uitgaande van de raming van de totale veroorzaakte directe schade, wordt de financiële bijdrage uit het SFEU als volgt berekend:

LidstatenKwalificatie van de rampTotale directe schade


(miljoen EUR)
Drempel voor grote rampen


(miljoen EUR)
2,5 % van de directe schade tot de drempel

(in EUR)
6 % van de directe schade boven de drempel

(in EUR)
Voorgesteld totaal steunbedrag


(in EUR)
Betaalde voorschotten


(in EUR)
GRIEKENLANDRegionaal niveau

(Art. 2, lid 3)
182,11 086,14 552 517-4 552 517455 252
TOTAAL4 552 517455 252

Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de MFK-verordening bedroeg het totale, begin 2019 voor SFEU-steun beschikbare bedrag 851 082 072 EUR, zijnde de som van de toewijzing voor 2019 van 585 829 691 EUR en het overschot van de resterende toewijzing voor 2018 van 265 252 381 EUR, dat niet was uitgegeven en overgedragen naar 2019.

Het bedrag dat in dit stadium van het jaar 2019 beschikbaar kan worden gesteld, is 557 530 278 EUR. Dat stemt overeen met het totale beschikbare bedrag voor SFEU-steun aan het begin van 2019 (851 082 072 EUR), verminderd met de eerdere beschikbaarstelling 4 (293 551 794 EUR). Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de MFK-verordening moet 25 % van de oorspronkelijke toewijzing voor 2019 worden ingehouden tot oktober 2019. Omdat de betaling aan Griekenland plaatsvindt na 1 oktober, is deze bepaling voor de onderhavige zaak echter niet relevant.

Thans in het Solidariteitsfonds beschikbaar bedrag:
Jaarlijkse toewijzing 2019  585 829 691 EUR
Plus niet-uitgegeven bedrag van de toewijzing 2018 overgedragen naar 2019+ 265 252 381 EUR
Min bedragen ter beschikking gesteld voor Roemenië, Italië en Oostenrijk (GB 3)- 293 551 794 EUR
TOTAAL beschikbaar tot december 2019 557 530 278 EUR