Toelichting bij COM(2019)485 - Gedelegeerde handelingen van de EC betreffende EFSI, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investerings­projectenportaal en tot wijziging van enkele verordeningen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

3.

Brussel, 21.10.2019


COM(2019) 485 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de uitoefening van de bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie wordt verleend krachtens Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 en Verordening (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub


4.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN


DE RAAD

inzake de uitoefening van de bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie wordt verleend krachtens Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 en Verordening (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub


1.

Inleiding



Verordening ((EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396), voorziet in de instelling van een Europees fonds voor strategische investeringen, een EU-garantie en een EU-garantiefonds, met als doel om tegen eind 2020 tot 500 miljard EUR extra publieke en private investeringen in de reële economie te mobiliseren teneinde investeringen te stimuleren om nieuwe werkgelegenheid te creëren.

Om haar doelstellingen te bereiken, verleent Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot een aantal in artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396, genoemde aangelegenheden, en met inachtneming van de voorwaarden die zijn vastgesteld in dit artikel, in overeenstemming met artikel 290 VWEU.

2.

Rechtsgrond



Artikel 7, leden 13 en 14, van Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396, verleent de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen onder de voorwaarden van artikel 23. Artikel 23 verleent de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de in artikel 23 genoemde aangelegenheden voor een termijn van vijf jaar vanaf 4 juli 2015. Bovendien verplicht het de Commissie om uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de delegatie van bevoegdheid op te stellen.

De gedelegeerde bevoegdheden worden stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van artikel 23 van Verordening (EU) 2015/1017. Zij kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

Verordening (EU) 2015/1017 verleent de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de volgende aangelegenheden:


a)het wijzigen van de niet-essentiële onderdelen van de afdelingen 6 tot en met 8 van de investeringsrichtsnoeren in bijlage II bij Verordening (EU) 2015/1017, zonder dat een van deze afdelingen in haar geheel wordt geschrapt. Dergelijke gedelegeerde handelingen worden opgesteld in nauw overleg met de EIB (artikel 7, lid 13, van Verordening (EU) 2015/1017, als gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396);

b)het aanvullen van Verordening (EU) 2015/1017 door het opstellen van een scorebord met indicatoren die door het Investeringscomité moeten worden gebruikt om te zorgen voor een onafhankelijke en transparante beoordeling van het potentiële en feitelijke gebruik van de EU-garantie. Dergelijke gedelegeerde handelingen worden opgesteld in nauw overleg met de EIB (artikel 7, lid 14, van Verordening (EU) 2015/1017, als gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396).


Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis (artikel 23, lid 3 van Verordening (EU) 2015/1017).

Krachtens artikel 23, lid 4, van Verordening (EU) 2015/1017 treedt een overeenkomstig artikel 7, lid 13, vastgestelde gedelegeerde handeling alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van één maand na kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of als het Europees Parlement en de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie ervan in kennis hebben gesteld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met één maand verlengd.

Krachtens artikel 23, lid 5, van Verordening (EU) 2015/1017 treedt een overeenkomstig artikel 7, lid 14, vastgestelde gedelegeerde handeling alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van drie weken na kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of als het Europees Parlement en de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie ervan in kennis hebben gesteld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie weken verlengd.


5.

3. UITOEFENING VAN DE DELEGATIE


6.

3.1 Vastgestelde gedelegeerde handeling


De Commissie heeft in de referentietermijn de volgende gedelegeerde bevoegdheden uitgeoefend:

Op basis van artikel 7, lid 14, van Verordening (EU) 2015/1017 is één gedelegeerde verordening van de Commissie vastgesteld tot instelling van een scorebord van indicatoren die door het Investeringscomité moeten worden gebruikt om te zorgen voor een onafhankelijke en transparante beoordeling van het potentiële en feitelijke gebruik van de EU-garantie.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1558 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad met de instelling van een scorebord van indicatoren voor de toepassing van de EU-garantie is op 22 juli 2015 vastgesteld.

7.

3.2 Raadpleging voorafgaand aan de vaststelling


De Commissie heeft bij de opstelling van de gedelegeerde handeling deskundigen die door de lidstaten en de betrokken belanghebbenden zijn aangewezen via regelmatige specifieke deskundigenvergaderingen en schriftelijk overleg geraadpleegd. De voor deze raadplegingen relevante documenten zijn tegelijkertijd aan het Europees Parlement en de Raad gezonden.

Bij de opstelling van de gedelegeerde handeling is uitgebreid overleg gepleegd met de Europese Investeringsbank. De deskundigengroep van de Raad die betrokken was bij de opstelling van de gedelegeerde handelingen was de werkgroep van financiële raadsleden van de Raad. Voor het Europees Parlement vond een vergadering plaats met de relevante leden van de leidende en medeverantwoordelijke commissies. De opmerkingen die tijdens deze raadplegingen werden gemaakt, zijn bij het opstellen van het uiteindelijke ontwerp van de gedelegeerde handelingen in aanmerking genomen.

8.

3.3 Geen bezwaar tegen gedelegeerde handeling


Overeenkomstig artikel 23, lid 5, van Verordening (EU) 2015/1017 kunnen het Europees Parlement of de Raad bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 7, lid 14, binnen een termijn van drie weken vanaf de datum van kennisgeving, die op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met nog eens drie weken kan worden verlengd. Als het Europees Parlement of de Raad binnen deze termijn bezwaar maakt tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Deze verkorte oppositietermijn was het resultaat van een politiek akkoord dat tijdens de trialogen werd bereikt om zo snel mogelijk resultaten te boeken met betrekking tot het investeringsplan voor Europa en EFSI-investeringen.

Noch het Europees Parlement noch de Raad heeft bezwaar gemaakt tegen de in punt 3.1 genoemde gedelegeerde handeling, zodat de gedelegeerde handeling aan het einde van de bezwaartermijn is gepubliceerd en in werking is getreden.

9.

4. CONCLUSIE


De Commissie is van mening dat zij haar gedelegeerde bevoegdheden heeft uitgeoefend binnen de grenzen en met inachtneming van de voorwaarden in artikel 7, lid 14, en artikel 23 van Verordening (EU) 2015/1017. De Commissie is van mening dat de bevoegdheidsdelegatie moet worden uitgebreid, omdat verdere gedelegeerde handelingen tot wijziging van onder meer de afdelingen 6 tot en met 8 van de investeringsrichtsnoeren in bijlage II bij Verordening (EU) 2015/1017 vereist zouden kunnen zijn in de toekomst. Met dit verslag voldoet de Commissie aan het rapportagevereiste op grond van artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017. De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.