Toelichting bij COM(2019)491 - Machtiging tot openen onderhandelingen over partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en protocol met de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING

Motivering en doel van het voorstel

De Commissie stelt voor te onderhandelen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (PODV) en een nieuw protocol met Groenland die voldoen aan de behoeften van de vloot van de Unie en in overeenstemming zijn met Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid 1 en met de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling van de Commissie inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

De huidige partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de EU en Groenland 2 is op 28 juni 2007 ondertekend 3 . Voorgesteld wordt te onderhandelen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij om daarin een aantal bepalingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013 4 op te nemen die niet in de partnerschapsovereenkomst inzake visserij staan.

Het huidige vijfjarige protocol 5 bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij is op 1 januari 2016 van toepassing geworden 6 en zal op 31 december 2020 verstrijken. In dat protocol zijn de vangstmogelijkheden voor de vloot van de Unie en de overeenkomstige financiële tegenprestatie van de Unie en de EU-reders vastgelegd.

Krachtens het huidige protocol mag de EU-vloot in de Groenlandse wateren op kabeljauw, pelagische en demersale roodbaars, Groenlandse heilbot, Noordse garnaal, grenadiervis en lodde vissen binnen jaarlijkse vangstmogelijkheden van 42 726 ton (indicatieve cijfers). Bij die visserij zijn vaartuigen uit acht lidstaten (Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Letland, Litouwen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) betrokken. De EU draagt ook een deel van de overeengekomen quota aan Noorwegen en de Faeröer over, in ruil voor toegang voor de EU-vaartuigen tot hun wateren. Naast de door de vloot van de Unie aan Groenland betaalde visrechten betaalt de EU jaarlijks een compensatie van 13 168 978 EUR (berekend op basis van de referentieprijzen voor elke soort) en legt zij een financiële reserve van 1 700 000 EUR aan voor mogelijke aanvullende hoeveelheden. De EU-begroting voorziet ook in een bedrag van 2 931 999 EUR voor de ondersteuning van het sectorale visserijbeleid van Groenland.

Dit is een overeenkomst over gemengde soorten. Voor de toewijzing van quota aan de lidstaten gelden de bepalingen van de verordening betreffende totale toegestane vangsten en quota 7 . PODV's helpen de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid op internationaal niveau te bevorderen door ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de Unie buiten de wateren van de Unie berusten op dezelfde beginselen en normen als die welke gelden in het kader van het recht van de Unie. Voorts stimuleren PODV's wetenschappelijke samenwerking tussen de EU en haar partners, bevorderen zij transparantie en duurzaamheid met het oog op een beter beheer van de visbestanden, en zetten zij aan tot governance door het ondersteunen van de monitoring, controle en bewaking van de activiteiten van de nationale en de buitenlandse vloten en door financiële middelen ter beschikking te stellen voor de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij. PODV's dragen bij aan de duurzame ontwikkeling van de lokale visserijsector en aan de bevordering van groei en waardig werk in verband met visserijactiviteiten. Zij versterken de positie van de EU in internationale en regionale visserijorganisaties (met name, in het geval van Groenland, de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee en de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan) 8 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol met Groenland zijn in overeenstemming met het externe optreden van de EU ten aanzien van de landen en gebieden overzee, en met name met de doelstellingen van de Unie met betrekking tot de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.

2.

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING


Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor het besluit is artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarin de procedure voor het onderhandelen over en het sluiten van internationale overeenkomsten is vastgelegd.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Niet van toepassing (exclusieve bevoegdheid).

Evenredigheid

Het besluit is evenredig met de doelstelling.

Keuze van instrumenten

In artikel 218, leden 3 en 4, VWEU is bepaald dat hiervoor een besluit van de Raad vereist is.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

In 2019 heeft de Commissie een ex-postevaluatie uitgevoerd van de huidige partnerschapsovereenkomst inzake visserij en het huidige protocol met Groenland en een ex-ante-evaluatie van de mogelijke vernieuwing daarvan. De conclusies daarvan staan in een afzonderlijk werkdocument van de diensten van de Commissie.

De conclusie van de evaluatie luidde dat de visserijsector van de EU een duidelijk belang heeft bij de visserij in Groenland en dat de vernieuwing van de overeenkomst en het protocol zou bijdragen tot een beter beheer van de visserij in de regio.

Voor de EU is het van belang een instrument in stand te houden dat diepgaande sectorale samenwerking mogelijk maakt met een belangrijke speler op het gebied van oceaangovernance op subregionaal niveau, gezien de omvang van het onder zijn jurisdictie vallende visserijgebied. Dit zal de EU in staat stellen haar rol in de Noordse visserij te versterken, mede dankzij de ruil van quota met Noorwegen en de Faeröer.

Voor de EU-vaartuigen betekent dit dat de toegang tot een belangrijk visserijgebied behouden blijft, waardoor vangststrategieën kunnen worden opgezet binnen een meerjarig internationaal rechtskader.

Voor de Groenlandse autoriteiten is het de bedoeling de betrekkingen met de EU te handhaven om de oceaangovernance te versterken en een beroep te kunnen doen op specifieke sectorale steun in de vorm van meerjarige financiële steun voor het beheer van de visserij.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de evaluatie heeft de Commissie de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector en internationale organisaties van het maatschappelijk middenveld geraadpleegd, alsook de visserijadministratie en het maatschappelijk middenveld van Groenland.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

In de voorgestelde onderhandelingsrichtsnoeren (die zijn opgenomen in een bijlage bij het besluit) wordt de Commissie verzocht te onderhandelen over de opneming in de nieuwe PODV van een clausule over de gevolgen van schendingen van de mensenrechten en de democratische beginselen.

1.

Gevolgen voor de begroting



Het nieuwe protocol voorziet in de betaling van een financiële bijdrage aan Groenland. De betrokken begrotingsmiddelen (vastleggings- en betalingskredieten) zullen elk jaar in de begrotingslijn voor “partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij” (11 03 01) worden opgenomen en verenigbaar zijn met de financiële programmering van het betrokken meerjarig financieel kader. De bedragen voor vastleggingen en betalingen worden vastgesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, onder meer in de reservelijn voor protocollen die aan het begin van het jaar nog in werking moeten treden 9 .

3.

5. OVERIGE ELEMENTEN


Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

Naar verwachting zullen de onderhandelingen in het vierde kwartaal van 2019 van start gaan.


Artikelsgewijze toelichting

De Commissie beveelt aan dat:

de Raad haar machtiging verleent om onderhandelingen te openen en te voeren met het oog op de sluiting van een nieuwe PODV en een nieuw protocol met Groenland;

de onderhandelingen worden gevoerd in overleg met het bijzonder comité, overeenkomstig het VWEU; en

de Raad de bij deze aanbeveling gevoegde onderhandelingsrichtsnoeren goedkeurt.

4.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en een protocol tussen de Europese Unie en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 28 juni 2007 zijn een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds, alsook een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin bij die overeenkomst is voorzien 10 , ondertekend. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van dat protocol is een nieuw protocol ondertekend, dat op 1 januari 2016 in werking is getreden 11 . Dat protocol verstrijkt op 31 december 2020.


Sommige bepalingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad 12 zijn niet opgenomen in de partnerschapsovereenkomst inzake visserij. Aangezien het huidige protocol op korte termijn zal vervallen, moeten ook de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie die met ingang van 1 januari 2021 van toepassing zullen zijn, worden vastgesteld. De Commissie stelt daarom voor te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol die aan de behoeften van de vloot van de Unie voldoen en ook in overeenstemming zijn met Verordening (EU) nr. 1380/2013.


Bijgevolg moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en een nieuw protocol met de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

5.

Artikel 1


De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en een nieuw protocol met de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland.


6.

Artikel 2


De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Raadsgroep extern visserijbeleid en op basis van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren.

7.

Artikel 3



Dit besluit is gericht tot de Commissie.


Gedaan te Brussel,

8.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
(2) PB L 172 van 30.6.2007.
(3) www.consilium.europa.eu/nl/documents-publications">https://www.consilium.europa.eu/nl/documents-publications
(4) Deel VI, titel II, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.
(5) PB L 305 van 21.11.2015, blz. 1.
(6) www.consilium.europa.eu/nl/documents-publications">https://www.consilium.europa.eu/nl/documents-publications
(7) Verordening (EU) 2019/124 van de Raad van 30 januari 2019 tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 29 van 31.1.2019, blz.

1).
(8) www.nafo.int/">https://www.nafo.int/
(9) Hoofdstuk 40 (reservelijn 40 02 41) in overeenstemming met het interinstitutioneel akkoord inzake het MFK (2013/C 373/01).
(10) PB L 172 van 30.6.2007.
(11) https://www.consilium.europa.eu/nl/documents-publications
(12) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).