Toelichting bij COM(2019)596 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1388/2013 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Autonome tariefcontingenten zijn nodig voor bepaalde producten wanneer de productie in de Unie ontoereikend is om in de behoeften van de industrie te voorzien. De opening van tariefcontingenten van de Unie moet het mogelijk maken dat producten in passende hoeveelheden tegen een nulrecht of tegen een verlaagd recht kunnen worden ingevoerd zonder dat de betrokken markten worden verstoord.

Op 17 december 2013 heeft de Raad van de Europese Unie Verordening (EU) nr. 1388/2013 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten aangenomen, om onder de meest gunstige voorwaarden aan de vraag naar die producten in de Unie te kunnen voldoen.

Deze verordening wordt om de zes maanden bijgewerkt om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-industrie. De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten betreffende autonome tariefcontingenten onderzocht.

Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is voor een aantal nieuwe producten, die momenteel niet in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1388/2013 van de Raad zijn vermeld, autonome tariefcontingenten te openen. Voor een aantal andere producten moet de omschrijving worden aangepast, een nieuwe Taric-code worden toegekend of de oorspronkelijke hoeveelheid van het contingent worden verhoogd, ook met terugwerkende kracht. Producten waarvoor een tariefcontingent niet langer in het economische belang van de Unie is, dienen te worden geschrapt.

Omwille van de duidelijkheid is het wenselijk om een geconsolideerde versie van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1388/2013 te publiceren, die de vorige bijlage integraal vervangt.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsterrein

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de Unie hebben, of landen die in aanmerking komen of kunnen komen voor een preferentiële overeenkomst met de Unie (bv. het stelsel van algemene preferenties (SAP), de handelsregeling voor de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), of vrijhandelsovereenkomsten).

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, ontwikkeling, milieu en buitenlandse betrekkingen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. De beoogde maatregelen sluiten aan bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer, zoals beschreven in de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten 1 . Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Krachtens artikel 31 VWEU worden de “rechten van het gemeenschappelijk douanetarief [...] door de Raad vastgesteld op voorstel van de Commissie”. Een verordening van de Raad is derhalve het passende instrument.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In een studie 2 van 2013 waarin het systeem van autonome tariefschorsingen werd geëvalueerd, is ook het systeem van autonome tariefcontingenten aan de orde gesteld, omdat beide maatregelen vergelijkbaar zijn, behalve dan dat tariefcontingenten de invoerhoeveelheid beperken. De studie concludeerde dat de achterliggende gedachte voor het systeem nog altijd actueel is. Europese bedrijven die goederen invoeren in het kader van dit systeem, kunnen aanzienlijke kosten besparen. Deze besparingen kunnen dan weer tot ruimere voordelen leiden (zoals een grotere concurrentiekracht, efficiëntere productiemethoden, het creëren of behouden van werkgelegenheid in de Unie), afhankelijk van het product, het bedrijf of de sector in kwestie. Nadere informatie over de besparingen die deze verordening oplevert, is opgenomen in het bijgevoegde financieel memorandum.

Raadpleging van belanghebbenden

De Commissie heeft dit voorstel opgesteld met de hulp van de Groep economische tariefvraagstukken, die bestaat uit delegaties van alle lidstaten en Turkije. De Groep is driemaal bijeengekomen voordat overeenstemming werd bereikt over de in dit voorstel vastgestelde wijzigingen.

Elk (nieuw of gewijzigd) verzoek is door de Groep zorgvuldig geëvalueerd, waarbij per geval met name aandacht is besteed aan het voorkomen van schade voor EU-producenten en aan het versterken en consolideren van het concurrentievermogen van de EU-productie. Deze evaluatie is verricht door middel van besprekingen binnen de Groep en raadpleging van de betrokken sectoren, verenigingen, kamers van koophandel en andere betrokken partijen door de lidstaten.

Alle in de lijst vermelde tariefcontingenten zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis. Er is niet gewezen op mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen.

Effectbeoordeling

De voorgestelde wijziging is louter technisch van aard en betreft uitsluitend het toepassingsgebied van in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1388/2013 opgenomen tariefcontingenten. Daarom is voor dit voorstel geen effectbeoordeling verricht.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, met een derving van douanerechten voor een totaal bedrag van circa 16,5 miljoen EUR per jaar. Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op minderontvangsten ten belope van 13,2 miljoen EUR per jaar (80 % van het totale bedrag). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.

De derving van traditionele eigen middelen moet worden gecompenseerd door de bijdragen van de lidstaten op basis van het bruto nationaal inkomen (bni).

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde maatregelen worden beheerd in het kader van het Geïntegreerd Tarief van de Europese Unie (Taric) en toegepast door de douanediensten van de lidstaten.