Toelichting bij COM(2019)619 - Meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het doel van het gemeenschappelijk visserijbeleid zoals omschreven in Verordening (EU) nr. 1380/2013 1 (de “basisverordening”) is ervoor te zorgen dat de exploitatie van de biologische rijkdommen van de zee tot duurzame economische, ecologische en sociale omstandigheden leidt.

Bij Besluit 98/392/EG van de Raad 2 heeft de Unie het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee goedgekeurd, waarin onder meer principes en regels voor de instandhouding en het beheer van de biologische rijkdommen van de zee zijn vastgesteld. De Unie neemt in het kader van haar ruimere internationale verplichtingen deel aan de inspanningen die in internationale wateren worden geleverd om de visbestanden in stand te houden.

De Unie is sinds 14 november 1997 ingevolge Besluit 86/238/EEG van de Raad 3 verdragsluitende partij bij het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (hierna “het verdrag” genoemd).

Het verdrag biedt een kader voor de regionale samenwerking op het gebied van de instandhouding en het beheer van tonijnen en tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan en aangrenzende zeeën middels de oprichting van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (“Iccat”).

De Iccat heeft het gezag om voor de instandhouding en het beheer van de onder haar bevoegdheid vallende visserijen besluiten (aanbevelingen) vast te stellen die bindend zijn voor de verdragsluitende partijen. Die aanbevelingen zijn hoofdzakelijk gericht tot de verdragsluitende partijen bij het verdrag, maar bevatten tevens verplichtingen voor exploitanten (zoals kapiteins van vaartuigen). De Iccat-aanbevelingen treden zes maanden na de vaststelling ervan in werking en moeten, wat de Unie betreft, zo snel mogelijk in het recht van de Unie worden omgezet.

Tijdens haar 21e bijzondere vergadering in 2018 heeft de Iccat Aanbeveling 18-02 4 tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (“het beheersplan”) aangenomen. Met het beheersplan wordt gevolg gegeven aan het advies van het Permanent Comité voor onderzoek en statistiek (SCRS) dat de Iccat in 2018 een meerjarig beheersplan voor het bestand zou moeten opstellen aangezien de huidige toestand van het bestand de naar aanleiding van Aanbeveling 17-07 houdende wijziging van Aanbeveling 14-04 in het herstelplan voor blauwvintonijn geïntroduceerde noodmaatregelen niet langer noodzakelijk lijkt te maken 5 .

Dit voorstel heeft tot doel Iccat-aanbeveling 18-02 in EU-recht om te zetten om de Unie in staat te stellen haar internationale verplichtingen na te komen en marktdeelnemers rechtszekerheid te bieden met betrekking tot regels en verplichtingen.

Krachtens het beheersplan moet blauwvintonijn in bepaalde omstandigheden worden teruggegooid en worden vrijgelaten. Het schrijft voor dat vissersvaartuigen, met inbegrip van vaartuigen voor de recreatievisserij, de hoeveelheden blauwvintonijn die het toegewezen quotum van het vaartuig, en/of het maximumniveau van de toegestane bijvangsten overschrijden, teruggooien. Blauwvintonijn die onder de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte wordt gevangen, moet eveneens worden teruggegooid, tenzij een bepaalde door de lidstaten in hun jaarlijkse visserijplannen vastgestelde tolerantiegrens van toepassing is.

Met het oog op de naleving door de Unie van haar internationale verplichtingen uit hoofde van het Iccat-verdrag, voorziet Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/98 6 in afwijkingen van de in artikel 15 van de basisverordening bedoelde aanlandingsverplichting voor blauwvintonijn. Bijgevolg zal bij deze verordening een beheersplan voor blauwvintonijn worden vastgesteld dat geen teruggooi- en vrijlatingsverplichtingen behelst, aangezien de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/98 van toepassing zijn.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

1.

De blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee wordt gereguleerd door:


–het in Verordening (EU) 2016/1627 opgenomen herstelplan voor blauwvintonijn 7 ;

–technische maatregelen uit hoofde van artikel 9, lid 4, en bijlage III van Verordening (EU) 2019/1241 8 en uit hoofde van artikel 8 en bijlage II, punt 6, onder 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad 9 ;

–artikel 43 van Verordening (EU) 2017/2107 10 ;

–artikel 4, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1936/2001 van de Raad 11 ; en

–artikel 53 van Verordening (EU) 2019/833 12 .

Het standpunt van de EU was tijdens de gehele duur van de onderhandelingen in overeenstemming met de doelstellingen van artikel 2, lid 2, artikel 28, leden 1 en 2, en de artikelen 29 en 33 van de basisverordening.

Iccat-aanbeveling 18-02, die bij deze verordening wordt omgezet, voorziet in een beheersplan dat flexibeler is dan de bestaande regels inzake herstel, terwijl bepaalde maatregelen preciezer of restrictiever zijn, zoals die inzake controle in kwekerijen. De belangrijkste verschillen kunnen als volgt worden samengevat:

(a)open seizoenen: deze verordening voorziet in open seizoenen voor ringzegenvaartuigen die tien dagen langer duren dan die uit hoofde van Verordening (EU) 2016/1627, tenzij de lidstaten in hun jaarlijkse visserijplannen anders bepalen;

(b)de bijvangstbeperking stijgt tot 20 % in deze verordening, in vergelijking met 5 % in Verordening (EU) 2016/1627;

(c)vangstcapaciteit: in het kader van deze verordening mogen tot 20 % meer ringzegenvaartuigen (referentieperiode 2018) vissen dan in het kader van Verordening (EU) 2016/1627 en er wordt een nieuw sectoraal quotum voor de kleinschalige visserij in de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden toegekend;

(d)kweekcapaciteit: met deze verordening kan de hoeveelheid vis in kwekerijen mogelijk met 7 % stijgen;

(e)overhevelingen binnen kwekerijen en aselecte controles: het controlesysteem voor blauwvintonijn wordt versterkt, wat de monitoring van levende vissen in kwekerijen betreft. Dit gebeurt via aselecte controles op basis van risicoanalyse en een raming van de overdracht via stereoscopische camera’s.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het plan is in overeenstemming met andere beleidsgebieden van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, VWEU aangezien het bepalingen bevat die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie (artikel 3, lid 1, onder d), VWEU). Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid



Het voorstel zal ervoor zorgen dat de wetgeving van de Unie met betrekking tot het beheer van de visserij op blauwvintonijn, en in het bijzonder alle regels en verplichtingen van het door de Iccat goedgekeurde beheersplan, in overeenstemming is met haar internationale verplichtingen en dat de Unie de besluiten naleeft die zijn genomen door de ROVB’s waarbij de Unie verdrag- of overeenkomstsluitende partij is. Het voorstel voorziet in omzetting zonder verder te gaan dan wat nodig is om het gestelde doel te bereiken.

Keuze van het instrument

Het gekozen instrument is een verordening van het Europees Parlement en de Raad.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet relevant.

Raadpleging van belanghebbenden

De overheidsdiensten van de lidstaten zijn geraadpleegd tijdens een werkgroep van de Raad op 25 en 26 oktober 2018, en op 31 oktober 2018 heeft Coreper zijn goedkeuring gehecht aan het standpunt dat door de EU moest worden ingenomen tijdens de jaarvergadering van de Iccat op 12-19 november 2018, toen Aanbeveling 18-02 werd aangenomen onder leiding van de Unie.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Dit is een omzetting van een aanbeveling die door de Iccat is goedgekeurd en in overeenstemming is met het wetenschappelijk advies van haar Permanent Comité voor onderzoek en statistiek.

Effectbeoordeling

Niet relevant. Dit is een omzetting van een aanbeveling die rechtstreeks van toepassing is op de lidstaten.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel houdt geen verband met Refit.

Grondrechten

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten van de burgers.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Er zijn geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet relevant.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

2.

(f)Omzetting van de basis voor de vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2019 en 2020


De toewijzing van de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn voor 2018, 2019 en 2020 is overeengekomen op de 25e gewone zitting van de Iccat. Een tabel met die informatie is als punt 5 van Iccat-aanbeveling 17-07 13 ingevoegd. Verscheidene CPC’s toonden zich echter ontevreden over hun quota en verzochten om toegang tot en gebruik van de niet-toegewezen reserves van de Iccat (d.w.z. niet-toegewezen quota). Hiertoe werd tijdens de tussentijdse vergadering van Iccat-panel 2, die in maart 2018 in Madrid plaatsvond, de mogelijke aanpassing van de quota voor blauwvintonijn voor 2019 en 2020 door gebruikmaking van de niet-toegewezen reserves besproken. Over het algemeen waren de CPC’s het erover eens dat de aanpassing van de quota in de eerste plaats aan de behoeften van de ambachtelijke vloten van specifieke archipels in Griekenland (Ionische eilanden), Spanje (Canarische Eilanden) en Portugal (Azoren en Madeira) tegemoet moet komen. Het belangrijkste resultaat van die vergadering was dat het aandeel van de EU voor 2019, dat oorspronkelijk op 17 536 ton was vastgesteld, werd verhoogd met een in de ambachtelijke visserij te gebruiken reserve van 87 ton, waardoor het totale EU-quotum voor 2019 op 17 623 ton uitkwam. Dit quotum wordt toegekend bij Aanbeveling 18-02 en in het recht van de Unie omgezet bij Verordening (EU) 2019/124 14 van de Raad tot vaststelling van de vangstmogelijkheden van de lidstaten.

3.

(g)Uitvoeringsbevoegdheden


De Iccat-regels voor de visserij op levende blauwvintonijn (activiteiten in verband met de vangst, de overheveling, het vervoer, het kooien, de kweek, de oogst en de overdracht) zijn zeer dynamisch. Er worden constant nieuwe technologieën voor de controle en het beheer van de visserij (d.w.z. het gebruik van stereoscopische camera’s of alternatieve methoden) ontwikkeld die op uniforme wijze door de lidstaten moeten worden toegepast. Evenzo moeten waar nodig operationele procedures worden ontwikkeld, om de lidstaten te helpen de in deze verordening vastgelegde Iccat-regels na te leven.

Daarom zijn uitvoeringshandelingen nodig voor artikel 7 inzake “overdracht” en de delen 6 en 7 inzake “overhevelingsverrichtingen” en “kooiverrichtingen”.

4.

(h)Gedelegeerde bevoegdheden


In artikel 65 van deze verordening is een gedetailleerde lijst opgenomen met gevallen waarvoor om gedelegeerde bevoegdheden wordt verzocht teneinde te reageren op veelvuldige wijzigingen van de door de Iccat aangenomen aanbevelingen. De belangrijkste factoren die ten grondslag liggen aan de lijst met situaties waarvoor gedelegeerde bevoegdheden worden gevraagd, kunnen als volgt worden samengevat:

–het SCRS is bezig met de ontwikkeling van een proces voor de evaluatie van de beheerstrategie (Management Strategy Evaluation – MSE), met als doel verschillende procedures voor visserijbeheer te evalueren die robuust zijn ten aanzien van de voornaamste bronnen van onzekerheid in het blauwvintonijnbestand. Verwacht wordt dat het MSE-proces op korte termijn (d.w.z. 2020-2021) optionele beheersprocedures zal opleveren. Aangezien het beheersplan voor blauwvintonijn een tussentijdse beheersdoelstelling heeft die door de Iccat vanaf 2020 moet worden herzien, worden gedelegeerde bevoegdheden geïntroduceerd om het plan snel in het recht van de Unie om te zetten;

–Verordening (EU) 2016/1627 voor het herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan voorziet niet in gedelegeerde bevoegdheden om het plan te wijzigen overeenkomstig de jaarlijkse besluiten van de Iccat. Dit veroorzaakte een kritieke situatie in 2018, toen aanbeveling 18-02 niet middels gedelegeerde bevoegdheden kon worden omgezet, en sommige lidstaten de Commissie verzochten ze via een medewetgevingshandeling ten uitvoer te leggen voor het visseizoen in juni 2019. Bij deze verordening worden gedelegeerde bevoegdheden ingevoerd om toekomstige wijzigingen van het herstelplan voor blauwvintonijn tijdig ten uitvoer te kunnen leggen, zodat een gelijk speelveld voor de EU-vloot en vloten van derde landen wordt gecreëerd.