Toelichting bij COM(2020)70 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Volgens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten de lidstaten hun economisch beleid en de bevordering van de werkgelegenheid beschouwen als aangelegenheden van gemeenschappelijk belang en hun maatregelen op deze gebieden in het kader van de Raad coördineren. In het Verdrag is bepaald dat de Raad richtsnoeren inzake werkgelegenheid (artikel 148) moet opstellen; daarbij wordt erop gewezen dat deze verenigbaar moeten zijn met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel 121).

De globale richtsnoeren voor het economisch beleid blijven langere tijd geldig, maar de richtsnoeren inzake werkgelegenheid moeten jaarlijks worden vastgesteld. De richtsnoeren werden in 2010 voor het eerst gezamenlijk aangenomen (“geïntegreerd pakket”), als basis voor de Europa 2020-strategie. De geïntegreerde richtsnoeren zijn tot 2014 stabiel gebleven. In 2015 zijn herziene geïntegreerde richtsnoeren aangenomen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren zijn in 2018 afgestemd op de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten, die in november 2017 werd afgekondigd door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie om hervormingen op nationaal niveau te stimuleren en om als kompas te dienen voor een hernieuwd convergentieproces in heel Europa, en bleven in 2019 onveranderd. In de richtsnoeren is, naast het kader voor de reikwijdte en richting van de beleidscoördinatie in de lidstaten, ook de basis vastgelegd voor de landspecifieke aanbevelingen op de respectieve beleidsgebieden. De werkgelegenheidsrichtsnoeren worden, samen met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid, gepresenteerd als een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (deel II van de geïntegreerde richtsnoeren).

De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten zijn aangepast, zodat zij nu in overeenstemming zijn met de tekst betreffende de vier dimensies van de jaarlijkse strategie voor duurzame groei, en met name de dimensie ecologische duurzaamheid, het narratief van een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities weerspiegelen en afgestemd zijn op de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN.

De herziene “geïntegreerde richtsnoeren” luiden als volgt:

Richtsnoer 5: De vraag naar arbeid stimuleren

Richtsnoer 6: Het arbeidsaanbod vergroten en de toegang tot de arbeidsmarkt, vaardigheden en competenties verbeteren

Richtsnoer 7: De werking van de arbeidsmarkten en de doeltreffendheid van de sociale dialoog verbeteren

Richtsnoer 8: Gelijke kansen voor iedereen bevorderen, sociale inclusie stimuleren en armoede bestrijden