Toelichting bij COM(2020)74 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Richtlijn 2015/2203 inzake de harmonisatie van wetgeving met betrekking tot caseïne en caseïnaten voor menselijke voeding

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 2.3.2020

COM(2020) 74 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen die aan de Commissie is toegekend bij Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen die aan de Commissie is toegekend bij Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad


Inhoud

1. Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad    

1.1.    Inleiding    

1.2.    Rechtsgrondslag    

1.3.    Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie    

1.4.    Conclusie    


1.Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad

Inleiding



Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad 1 voorziet in de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten teneinde het vrije verkeer van goederen binnen de interne markt te bevorderen en tegelijkertijd een hoog niveau van bescherming van de gezondheid te bieden.

Bij artikel 5 wordt aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot het wijzigen van de in de bijlagen I en II vastgestelde normen, teneinde rekening te houden met ontwikkelingen in de betreffende internationale normen en met de technische vooruitgang.

Rechtsgrondslag



Dit verslag moet worden opgesteld uit hoofde van artikel 6, lid 2. Krachtens deze bepaling wordt de in artikel 5 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 21 december 2015. De Commissie moet uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

1.3.Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

De Commissie heeft geen enkele gedelegeerde handeling uit hoofde van artikel 5 vastgesteld, aangezien zij geen noodzaak heeft geconstateerd om de in de bijlagen I en II vastgestelde normen te wijzigen. De Commissie is op dit moment niet voornemens deze bevoegdheid in de nabije toekomst uit te oefenen. Het kan echter niet worden uitgesloten dat het in de toekomst noodzakelijk wordt de bevoegdheid uit te oefenen.

1.4.Conclusie

De bevoegdheid is niet uitgeoefend, omdat daartoe geen wettelijke verplichting of noodzaak bestond.


(1) Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 1).