Toelichting bij COM(2020)97 - Externe eib-activiteiten in 2018 met eu-begrotingsgarantie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 12.3.2020


COM(2020) 97 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

OVER DE EXTERNE EIB-ACTIVITEITEN IN 2018 MET EU-BEGROTINGSGARANTIE


1. INLEIDING


Het mandaat voor externe leningen (ELM) van de Europese Investeringsbank (EIB) is voor de Europese Unie een belangrijk instrument om investeringen in partnerlanden te ondersteunen. Het is gebaseerd op een garantie uit de middelen van de EU-begroting, die door de Europese Commissie aan de EIB wordt verstrekt, opdat die laatste meer leningen kan verstrekken buiten de EU ter ondersteuning van het EU-beleid. De EU-garantie dekt bepaalde gevallen waarin leners de aan de EIB verschuldigde financiering niet terugbetalen. De EU-garantie vergroot op die manier het vermogen van de EIB om investeringsrisico’s te dragen. De rechtsgrondslag van het ELM is Besluit nr. 466/2014/EU (“het ELM-besluit”) 1 , dat het laatst is gewijzigd in 2018 2 . Indien de EIB een beroep doet op de EU-garantie, worden de betalingen verricht vanuit het Garantiefonds voor extern optreden 3 .


Het ELM ondersteunt de activiteiten van de EIB in pretoetredingslanden, het oostelijke en zuidelijke nabuurschap, Azië, Latijns-Amerika en Zuid-Afrika: in totaal 64 landen die momenteel in aanmerking komen. In de huidige ELM-periode (2014-2020) garandeert de EU-begroting maximaal 32,3 miljard EUR aan EIB-financieringsverrichtingen, met een vastlegging om de eerste 65 % van de verliezen te dekken die zich in het gegarandeerde portfolio kunnen voordoen. Het ELM-besluit stelt garantieplafonds vast voor de diverse geografische regio’s en subregio’s.


De Commissie heeft onlangs een uitgebreide evaluatie van de uitvoering van het mandaat voor externe leningen van half 2014 tot eind 2018 gepubliceerd 4 .


Dit jaarverslag geeft een beknopt overzicht van de activiteiten van de EIB onder de EU-garantie in 2018 5 . Het bevat ook een overzicht van de verrichtingen die door de EIB zijn uitgevoerd zonder de EU-garantie (d.w.z. “op eigen risico”), om een vollediger beeld te schetsen van de activiteiten van de EIB in de onder het ELM vallende regio's 6 .


2. VOORNAAMSTE RESULTATEN


De EIB heeft in 2018 in totaal 5,8 miljard EUR aan financieringsverrichtingen ondertekend in de regio’s die onder het mandaat voor externe leningen vallen 7 . Van dat totaal wordt meer dan 4,46 miljard EUR van de EIB-verrichtingen gedekt door de EU-garantie (d.w.z. dat ze onder het ELM vallen), met bijna 50 leningsovereenkomsten. De overige verrichtingen worden gefinancierd uit de eigenrisicofaciliteiten van de EIB.


De volumes van 2018 zijn zichtbaar hoger in vergelijking met 2017, toen slechts 3,2 miljard EUR van de verrichtingen werd ondertekend in het kader van het ELM. Het volume van de verrichtingen op eigen risico van de EIB in ELM-landen is daarentegen gedaald van 2,3 miljard EUR in 2017 naar 1,4 miljard in 2018 8 .


Grafiek 1 illustreert de ontwikkeling van de kredietverlening in het kader van het ELM en de eigenrisicofaciliteiten tussen 2016 en 2018 (toegekende bedragen, exclusief geannuleerde bedragen). Gemiddeld 64 % van de EIB-financiering in die regio's genoot in die periode de EU-garantie 9 .


Grafiek 1: Jaarlijkse volumeontwikkeling van de door de EIB verstrekte leningen in de ELM-regio's


Overeenkomstig het ELM-besluit verschilt de aard van de EU-garantie naargelang de desbetreffende financieringsverrichting van de EIB:

·Een algemene garantie, die zowel operationele als politieke risico’s dekt, wordt verstrekt voor financieringsverrichtingen met tegenpartijen uit de publieke sector (doorgaans voor infrastructuurontwikkeling), voor EIB-leningen aan banken of ondernemingen die profiteren van een staatsgarantie en eveneens voor financieringsverrichtingen onder het mandaat voor de particuliere sector van het initiatief voor economische veerkracht, dat na de tussentijdse evaluatie van het ELM in 2018 is ingevoerd. 10 Bijna 95 % van de financieringsverrichtingen die in het kader van het ELM in 2018 zijn ondertekend (goed voor 4,2 miljard EUR), genoot de algemene garantie van de EU.

·Een garantie tegen politieke risico's met beperktere dekking wordt verstrekt voor andere activiteiten in de particuliere sector 11 . In 2018 dekte die financieringsverrichtingen met een volume van 242 miljoen EUR.


Het cumulatieve niveau van uitbetalingen in het kader van het ELM 2014-2020 bedroeg eind 2018 33 % van de netto toegekende bedragen (5,8 miljard EUR), tegenover 18 % in 2016 en 25% in 2017. Vooral bij infrastructuurprojecten vinden de uitbetalingen van de EIB-financiering geleidelijk en gespreid over een aantal jaren plaats 12 .


3. FINANCIERINGSVERRICHTINGEN


3.1.OVERZICHT VAN DE NIEUWE FINANCIERINGSVERRICHTINGEN VAN DE EIB PER DOELSTELLING


Elke verrichting in het kader van het ELM draagt bij aan een van de twee “verticale” doelstellingen: a) ontwikkeling van de lokale particuliere sector of b) ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur. Bovendien kunnen dezelfde verrichtingen ook (geheel of gedeeltelijk) bijdragen aan de “horizontale” doelstellingen: klimaatactie, regionale integratie en economische langetermijnveerkracht 13 .


Het totale volume van de EIB-investeringen die in het kader van het ELM in 2018 zijn ondertekend, beliep 4,46 miljard EUR. Daarvan zal twee derde (3 miljard EUR) bijdragen aan de ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur. Het overige derde zal bijdragen aan de ontwikkeling van de lokale particuliere sector, voornamelijk door kleine en middelgrote ondernemingen betere toegang tot financiering te bieden.


Van hetzelfde totale volume dat in het kader van het ELM in 2018 is ondertekend, zal 35 % bijdragen aan de doelstelling inzake klimaatactie, zal 17 % regionale integratie ondersteunen en zal 19 % bijdragen aan de doelstelling inzake economische langetermijnveerkracht.


Grafiek 2: Bijdrage aan de ELM-doelstellingen (in miljard EUR)


Opmerking: één enkel project kan aan meer dan één ELM-doelstelling bijdragen. De doelstellingen inzake klimaatactie, regionale integratie en economische langetermijnveerkracht zijn horizontale doelstellingen die gelden voor alle projecten, waardoor ze met de twee andere overlappen. De volumes toegekende bedragen voor de ontwikkeling van de lokale particuliere sector en de ontwikkeling van economische en sociale infrastructuur zijn samen gelijk aan het totale volume toegekende bedragen van het jaar 14 .


2.

Ontwikkeling van de lokale particuliere sector, met name steun aan kleine en middelgrote ondernemingen



De EIB heeft in 2018 voor 1,72 miljard EUR aan verrichtingen ondertekend ter ondersteuning van de ontwikkeling van de lokale particuliere sector, waarvan 1,46 miljard EUR in het kader van het ELM. De grote meerderheid van die financiering werd verstrekt onder de vorm van kredietlijnen aan lokale financiële intermediairs (voornamelijk banken) voor doorlening aan kleine en middelgrote ondernemingen en midcap-ondernemingen. Vier van die kredietlijnen zijn gericht op middelgrote banken, namelijk in Armenië, Libanon; Montenegro en Zuid-Afrika. De EIB heeft op eigen risico ook een nieuwe kredietlijn ondertekend voor microfinanciering in Jordanië.


Daarnaast investeerde de EIB ook in private-equityfondsen op eigen risico, met name in het Green Growth Fund in het zuidelijke Middellandse Zeegebied en in het EcoEnterprises-fonds in Latijns-Amerika. Ten slotte verstrekte de EIB een lening voor de ontwikkeling van drie industriegebieden in Libanon en leningen aan een Oekraïense onderneming die actief is in de agro-industrie en het opwekken van energie met biomassa.


3.

Ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur



De financieringsverrichtingen die bijdragen aan de ontwikkeling van sociale en economische infrastructuur in de ELM-regio’s bedroegen 4,12 miljard EUR aan door de EIB in 2018 toegekende volumes, waarvan bijna 3 miljard EUR onder de EU-garantie. De belangrijkste betrokken sectoren waren energie, vervoer en waterdistributie/afvalwaterbeheer.


Nieuwe infrastructuurinvesteringen in het kader van het ELM zijn onder meer de opwaardering van de elektriciteitstransmissie-infrastructuur in Oekraïne, een tunnel onder de Bosporus, een verkeersroute in Bosnië en Herzegovina, de modernisering van de spoorwegvoertuigen in Bangladesh, de renovatie van het metronetwerk in Buenos Aires en faciliteiten voor de behandeling van afvalwater in Egypte.


In het kader van haar eigenrisicofaciliteiten verstrekte de EIB in 2018 financiering voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van zonne-energie in Mexico, voor stedelijk vervoer in Bangalore en Bogotá en voor infrastructuur voor waterdistributie en afvalwaterbeheer in Panama en Oezbekistan.


4.

Beperking van en aanpassing aan klimaatverandering



Van de in 2018 ondertekende leningen in de ELM-regio’s zal 2,5 miljard EUR de bestrijding van en aanpassing aan klimaatverandering ondersteunen, waarvan bijna 1,6 miljard EUR onder de EU-garantie 15 . Eind 2018 bedroeg de cumulatieve ratio van klimaatactie in de huidige ELM-periode meer dan 35 % van de netto toegekende bedragen, wat boven het in het ELM-besluit vastgelegde streefcijfer van 25 % ligt.


De grootste bijdragen aan de doelstelling inzake klimaatactie zullen komen van investeringen in vervoer met lagere emissies en hernieuwbare energie. Aanpassing aan klimaatverandering blijft minder dan 10 % uitmaken van de klimaatgerelateerde financiering van de EIB in de ELM-regio’s.


5.

Regionale integratie



In 2018 heeft de EIB twaalf nieuwe projecten ondertekend die bijdragen aan de horizontale doelstelling van regionale integratie. Het grootste daarvan is de trans-Anatolische aardgaspijpleiding. Andere verrichtingen in deze categorie zullen vervoersverbindingen financieren (bijvoorbeeld de Niš-Dimitrovgradspoorlijn in Servië) of moderniseringen van de luchtverkeersleidingssystemen in Servië en Kosovo.


6.

Initiatief voor economische veerkracht



Het initiatief voor economische veerkracht is in 2016 door de EIB gelanceerd als bijdrage aan de reactie van Europa op de migratie- en vluchtelingenproblematiek 16 . In de context van de in 2018 voltooide tussentijdse evaluatie van het ELM werd in het ELM-besluit een aanvullende doelstelling van economische langetermijnveerkracht ingevoerd. Bovendien werd 1,4 miljard EUR gereserveerd voor investeringen in de publieke sector die bijdragen aan de doelstelling inzake veerkracht en werd er een specifiek mandaat voor de particuliere sector van het initiatief voor economische veerkracht van 2,3 miljard EUR gecreëerd om investeringen in de particuliere sector te garanderen die de economische langetermijnveerkracht ondersteunen. Het mandaat voor de particuliere sector van het initiatief voor economische veerkracht is specifiek in die zin dat het de EIB een uitgebreide garantiedekking biedt, waardoor zij financieringsverrichtingen met een hoger risico kan ondernemen 17 .


Tegen eind 2018 keurde de EIB een bedrag van 4,1 miljard EUR goed voor verrichtingen die aan deze nieuwe doelstelling van het ELM voldoen. Meer dan de helft daarvan zijn kredietlijnen (voornamelijk voor leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen), ongeveer 12 % zijn investeringen in waterdistributie of afvalwaterbeheer en ongeveer 11 % investeringen in vervoer.


3.2.OVERZICHT VAN DE EIB-FINANCIERING PER REGIO EN PER SECTOR


In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van het volume van de EIB-financiering in 2018 in de regio’s die onder het ELM vallen, zowel de regio’s met EU-garantie als de regio's met financiering onder de faciliteiten voor eigen risico.


Tabel 1: In 2018 ondertekende EIB-financieringsverrichtingen (exclusief annuleringen) in ELM-regio's

[zie origineel document voor tabel]

Regio


(miljoen EUR)
Verrichtingen met EU-garantieEIB-faciliteiten voor eigen risico of middelen van derdenTotaal
Algemene garantieGarantie tegen politieke risico’sTotaal ELM
Pretoetredingslanden1 182601 2422301 472
Middellandse Zeegebied1 944201 964602 024
Oostelijke buurlanden, Rusland470162632--632
Azië205--205600805
Centraal-Azië------200200
Latijns-Amerika347--347292639
Zuid-Afrika70--70--70
Totaal4 2182424 4601 3825 842


In 2018 heeft de EIB in de ELM-regio's 5,8 miljard EUR aan leningen gesloten, op een totaal van 7,7 miljard EUR aan verrichtingen buiten de EU (inclusief de ACS-landen, de landen en gebieden overzee en de EVA-landen). Ongeveer 4,1 miljard EUR is het volume van de verrichtingen die in de pretoetredingslanden en in de buurregio's (zowel in het zuiden als in het oosten) zijn ondertekend. 1,7 miljard EUR is toegekend in Azië, Centraal-Azië, Latijns-Amerika en Zuid-Afrika 18 .


In vergelijking met 2017 is het totale volume van de EIB-financiering in de ELM-regio’s in 2018 enigszins toegenomen, voornamelijk als gevolg van een toename van de activiteit in de Westelijke Balkan.


Tabel 2: Netto toegekende bedragen per jaar en cumulatieve netto toegekende bedragen in vergelijking met de ELM-plafonds voor de periode 2014-2020 (Besluit 466/2014/EU, gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412)

Regio/jaar

(miljoen EUR)
2014 (2e helft)2015201620172018Totaal

2014 (2e helft)-2018
Garantie-plafondBenut-tingsgraad
Pretoetredingslanden2009065821701 2423 1007 63541%
Middellandse Zeegebied3797261 2991 1681 789*5 97311 17053%
Mandaat voor de particuliere sector van het ERI**6123259372 30041%
Oostelijk nabuurschap, Rusland9751 4011 4936576325 1586 65078%
Azië45433451182058461 16573%
Centraal-Azië7070202218222481%
Latijns-Amerika2194683193713471 7252 69464%
Zuid-Afrika150507027046258%
Totaal1 8884 1543 7583 1684 610*17 57832 30054%

* Met inbegrip van de twee verrichtingen in het zuidelijke nabuurschap met een volume van 150 miljoen EUR, die in de loop van 2018 van eerdere mandaten naar het ELM 2014-2020 zijn overgedragen

** Het mandaat voor de particuliere sector van het initiatief voor economische veerkracht (afgekort ERI) bestrijkt de Westelijke Balkan en het Middellandse Zeegebied.


De in het kader van het ELM 2014-2018 toegekende bedragen, exclusief geannuleerde bedragen, beliepen eind 2018 ongeveer 17,6 miljard EUR. De cumulatieve benuttingsgraad van het ELM wat de netto toegekende bedragen betreft bedroeg 54 % van het totale garantieplafond.


De laagste benuttingsgraad van de EU-garantie wordt vastgesteld in de pretoetredingslanden. Dit wordt vooral verklaard door het terugschroeven van de EIB-verrichtingen in Turkije in het licht van de politieke en economische ontwikkelingen sinds 2016. De hoogste benuttingsgraad, althans wat de toegekende bedragen betreft, wordt opgetekend in Centraal-Azië en in het oostelijke nabuurschap.


Voor het mandaat voor de particuliere sector van het initiatief voor economische veerkracht, dat bij de wijziging bij Besluit (EU) 2018/412 is ingevoerd, heeft de EIB eind 2018 al 41 % benut.


Wat de sectorale verdeling van de ELM-verrichtingen in 2018 betreft, wordt de eerste plaats opnieuw ingenomen door kredietlijnen aan lokale banken die als financiële intermediairs optreden voor de ontwikkeling van de particuliere sector (33 %). Het merendeel van de ELM-verrichtingen bestaat echter uit infrastructuurinvesteringen, met name in de sectoren vervoer, energie en waterdistributie/afvalwaterbeheer.


Tabel 3: Sectorale verdeling van de in 2018 ondertekende EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie in ELM-regio's

[zie origineel document voor tabel]

Sector/regio

(miljoen EUR)
Pretoetredings-landenMiddellandse Zeegebied (zuidelijk nabuurschap)Oostelijk nabuurschap en RuslandAzië*Latijns-AmerikaZuid-AfrikaTotaalAandeel in totaal
Kredietlijnen260970155----701 45533%
Vervoer74640132130102--1 15026%
Energie236387167--46--83619%
Waterdistributie, afvalwaterbeheer--4388475139--73617%
Industrie--56------561%
Stadsontwikkeling--77----24--1012%
Samengestelde infrastructuur--52--------521%
Landbouw, visserij, bosbouw----38------381%
Vast afval--------36--361%
Totaal1 2421 964632205347704 460100%

* Azië sluit de subregio Centraal-Azië uit, waar er in 2018 geen verrichtingen in het kader van het ELM werden ondertekend.


3.3.GERAAMDE RESULTATEN VAN EIB-VERRICHTINGEN


Aangezien de meeste verrichtingen van de EIB in het kader van het ELM dienen ter financiering van investeringen in infrastructuur, waarvan de voltooiing doorgaans vele jaren in beslag neemt, worden gegevens over werkelijke resultaten en effecten die met de steun van de EU-begrotingsgarantie zijn bereikt, gewoonlijk met een aanzienlijke vertraging beschikbaar.


De EIB beoordeelt het verwachte effect van haar financieringsverrichtingen door middel van haar kader voor resultaatmeting, dat in 2012 werd ingevoerd. Tijdens de projectbeoordelingsfase worden resultaatindicatoren vastgesteld met uitgangswaarden en streefcijfers ter voorspelling van de verwachte economische, sociale en ecologische uitkomsten. De werkelijk behaalde resultaten worden gedurende de hele projectduur aan die prestatiebenchmarks getoetst en op twee belangrijke momenten gerapporteerd: bij de voltooiing van het project en drie jaar na de voltooiing van het project (“post-voltooiing”) voor rechtstreekse verrichtingen; aan het einde van de investeringsperiode en aan het einde van de levensduur van private-equityfondsen; en aan het einde van de toewijzingsperiode voor intermediaire leningen.


In het kader voor resultaatmeting worden projecten door de EIB beoordeeld in drie “pijlers”:


I.In pijler 1 wordt de verwachte bijdrage aan de prioriteiten van de EU en van de partnerlanden beoordeeld, alsook of het project subsidiabel is op grond van de mandaatdoelstellingen van de EIB. Dit helpt om inzicht te krijgen in de logica achter het optreden van de EIB met het oog op de verwachte effecten van het project.

II.In pijler 2 worden de kwaliteit en soliditeit van de verrichting beoordeeld, uitgaande van de verwachte outputs, uitkomsten en resultaten.

III.In pijler 3 wordt de verwachte financiële en niet-financiële bijdrage (meerwaarde) van de EIB voor het project beoordeeld, ten opzichte van het op de markt verkrijgbare alternatief. Dit helpt om de logica achter het optreden te beoordelen op het niveau van de input van de EIB in het project.


In dit punt wordt verslag uitgebracht over de ramingen van de EIB op grond van het kader voor resultaatmeting met betrekking tot 62 projecten waarvoor het eerste financieringscontract in 2018 werd ondertekend in het kader van het ELM en de faciliteiten voor eigen risico van de EIB. De EIB heeft voor deze projecten in totaal 7,2 miljard EUR aan financiering goedgekeurd.


In 2018 heeft de EIB 59 van de 62 nieuwe projecten in pijler 1 ten minste de score “significant” gegeven, wat betekent dat ze geacht worden te stroken met de ELM-doelstellingen en een grote bijdrage te leveren aan de nationale ontwikkelingsdoelstellingen of aan de ontwikkelingsdoelstellingen van de EU en een gematigde bijdrage aan de andere. 39 projecten hebben van de EIB de score “hoog” gekregen, omdat ze zowel aan de prioriteiten van de EU als aan de nationale ontwikkelingsdoelstellingen een grote bijdrage leveren.


De score in pijler 2 is hoofdzakelijk gebaseerd op de soliditeit van het project en de financiële en economische duurzaamheid. Vijf nieuwe projecten die in 2018 werden ondertekend, hebben in pijler 2 de score “uitstekend” gekregen en 46 de score “goed”, met een gemiddeld economisch rendement van 10 % tot 15 % in het geval van infrastructuurprojecten. Elf projecten hebben van de EIB de score “aanvaardbaar” gekregen, vaak vanwege risicovolle omstandigheden of zwakke punten bij de ontwikkelaar.


Grafiek 3: Scores in het kader voor resultaatmeting van de EIB voor in 2018 ondertekende nieuwe verrichtingen in de ELM-regio’s


In pijler 3 heeft de EIB voor haar verwachte financiële en niet-financiële bijdrage aan 58 projecten de scores “hoog” of “significant” gegeven, met name vanwege de looptijd van de verstrekte financiering, die langer is dan wat op de lokale markten beschikbaar was.


Naarmate het kader voor resultaatmeting van de EIB langer in gebruik is, worden geleidelijk ook gegevens beschikbaar over de resultaten die daadwerkelijk zijn bereikt met een aantal verrichtingen waarvoor door middel van dit kader na de invoering ervan in 2012 verwachtingen waren geformuleerd. De EIB heeft voor 2018 de werkelijke resultaten gerapporteerd voor negen kredietlijnen: zes in Turkije en één in respectievelijk Georgië, Libanon en Oekraïne. In het kader van deze kredietlijnen hebben de partnerbanken in totaal 1,52 miljard EUR aan financiering verstrekt door middel van 5 740 leningen, waarvan 5 504 leningen aan kmo’s en 232 midcap-ondernemingen zijn verstrekt. Deze leningen hebben bijgedragen tot het behoud van 235 000 banen in de uiteindelijk begunstigde ondernemingen, waarvan ongeveer 40 % in de midcap-ondernemingen. De gemiddelde looptijd van de aan de eindbegunstigden verstrekte leningen (gewogen naar de omvang van de leningen) bedroeg 4,4 jaar. De gemiddelde begunstigde onderneming had 41 werknemers.


3.4.BEROEP OP DE EU-GARANTIE


In 2018 heeft de EIB opnieuw een beroep gedaan op de EU-garantie vanwege achterstallige bedragen op Syrische staatsleningen. Tussen 2012 en 2018 heeft de EIB voor in totaal 421,2 miljoen EUR van de garantie gebruikgemaakt, waarvan 55,6 miljoen EUR in 2018; eind 2018 was het resterende hoofdbedrag dat mogelijk kan worden ingeroepen 211,5 miljoen EUR 19 . Pogingen om de achterstallige bedragen te innen hebben tot nu toe geen resultaat opgeleverd. De EIB heeft bij de bevoegde rechtbanken de nodige maatregelen genomen om de vorderingen van de EU voor de door Syrië verschuldigde bedragen te vrijwaren.


4. SAMENWERKING VAN DE EIB MET ANDERE PARTNERS


4.1.SAMENWERKING MET DE COMMISSIE


De samenwerking tussen de EIB en de Commissie inzake aangelegenheden in verband met het ELM vindt plaats in het kader van een ruimer partnerschap tussen de twee instellingen, dat ook betrekking heeft op het Europees Fonds voor strategische investeringen (binnen de EU), de blendingfaciliteiten van de EU ter ondersteuning van de activiteiten van instellingen voor ontwikkelingsfinanciering buiten de EU en het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO).


De EIB heeft verder gebruikgemaakt van de blendingfaciliteiten van de EU, d.w.z. financiering onder zachte voorwaarden uit de EU-begrotingsmiddelen, ter ondersteuning van de voorbereiding en/of uitvoering van door de EIB gefinancierde projecten. In 2018 zijn 24 nieuwe geheel of gedeeltelijk uit de EU-begroting gefinancierde subsidies voor een totaal bedrag van 193 miljoen EUR goedgekeurd voor uitvoering door de EIB in ELM-regio's. Daarvan was 43 miljoen EUR bestemd voor technische bijstand, 105 miljoen EUR voor investeringssubsidies, 40 miljoen EUR voor risicokapitaal en 5 miljoen EUR voor rentesubsidies.


De EIB is tevens een van de uitvoerende partners voor de nieuwe EU-garantie die via het EFDO wordt geboden. Het ELM en het EFDO richten zich echter op verschillende soorten producten, leningnemers en geografische gebieden. Zo valt de Westelijke Balkan buiten het bereik van het EFDO en vallen grote delen van Afrika buiten dat van het ELM. Bovendien verschilt het besluitvormingsproces over de via het EFDO verstrekte EU-garanties van dat over de zevenjarige garantie die vooraf aan de EIB wordt verstrekt voor het ELM.


In juni 2018 heeft de Commissie voorgesteld om de verstrekking van EU-begrotingsgaranties voor investeringen buiten de EU te moderniseren in het kader van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) dat na 2020 zal worden ingevoerd 20 . De voorgestelde aanpak voor de periode na 2020 is gebaseerd op het concept van een “open architectuur”, waarbij de EIB een belangrijke partner zou blijven voor de financiering van investeringen ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling buiten de EU, maar een aantal andere financiële instellingen ook voor EU-garanties in aanmerking zouden komen 21 . Het NDICI voorziet in sterkere beleidssturing vanuit de EU en betere coördinatie met de financiële instellingen die als uitvoerende partners fungeren. Nu het Europees Parlement en de Raad met het onderzoek van het NDICI-voorstel zijn begonnen, zijn de Commissie en de EIB begonnen met technische vervolgbesprekingen om de beleidsopties te helpen specificeren voor de opzet van de garanties die na 2020 door de EU aan de EIB zouden kunnen worden verstrekt.


4.2. SAMENWERKING MET DE EUROPESE OMBUDSMAN

In het memorandum van overeenstemming tussen de EIB en de Europese Ombudsman dat in 2008 is ondertekend, is de basis gelegd voor de twee fasen van het klachtenmechanisme van de EIB. Klachten worden eerst behandeld via het interne mechanisme van de EIB (EIB-CM), voordat ze eventueel door de Ombudsman worden onderzocht. De EIB heeft haar beleid inzake het klachtenmechanisme in november 2018 bijgewerkt 22 .


In 2018 heeft de Ombudsman geen klachten over de activiteiten van de EIB in de ELM-regio’s gemeld of afgesloten.


Wat de interne fase van het klachtenmechanisme van de EIB betreft, is het aantal nieuwe klachten in verband met projecten in de ELM-regio's gestegen van 14 in 2017 tot 19 in 2018. Daarvan hadden er 12 betrekking op ecologische en sociale kwesties, vijf op aanbestedingen door projectontwikkelaars en twee op eigen aanbestedingen van de EIB (adviesdiensten). In datzelfde jaar 2018 heeft het EIB-CM 17 zaken in de ELM-regio’s afgesloten: vier in Bosnië en Herzegovina, één in Egypte, vier in Georgië, één in Jordanië, één in Marokko en zes in Servië. De uitkomsten van deze door het EIB-CM behandelde klachten waren “klacht ongegrond” (11), “minnelijke schikking” (1), “klacht gegrond” (2) en “mogelijke verbeteringen aanbevolen” (3).


4.3. SAMENWERKING MET INTERNATIONALE FINANCIËLE INSTELLINGEN

De samenwerking van de EIB met andere internationale financiële instellingen en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering van de EU-lidstaten gaat van dialoog over institutionele aangelegenheden en thematische kwesties tot medefinanciering van verrichtingen en het delen van relevante technische werkzaamheden.


In 2018 hebben de EIB en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) samen 13 projecten buiten de EU medegefinancierd, het hoogste aantal in een jaar tot dusver. Zeven projecten werden medegefinancierd met de AFD-groep (Frankrijk) en twee met de KfW-groep (Duitsland). Voorts werden zes projecten medegefinancierd met de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), die deel uitmaakt van de Wereldbank-groep, waaronder de TANAP-pijpleiding en het project voor duurzaam vervoer in Bogotá. Voor deze twee projecten en nog drie andere projecten werd ook medefinanciering verstrekt door de Inter-American Development Bank (IADB). Daarnaast heeft het Internationale Samenwerkingsagentschap van Japan (JICA) een grote mede-investering gedaan in de tranche B van het project van de tunnel onder de Bosporus in Turkije.


De EIB, het AFD en de KfW zijn ook nauw blijven samenwerken in het kader van het initiatief wederzijds vertrouwen (Mutual Reliance Initiative, afgekort MRI). In het kader van het MRI, dat in 2013 van start is gegaan, wordt het verstrekken van steun aan begunstigden in de vorm van medefinanciering gestroomlijnd en vergemakkelijkt doordat een van de drie partners voor bepaalde taken in verband met het project, bijvoorbeeld onderdelen van de zorgvuldigheidsprocedure of het toezicht op de aanbestedingen, de verantwoordelijkheid neemt. De beheers- en besluitvormingsorganen van de MRI-partners zijn vertrouwd geraakt met de door de andere instellingen gebruikte documenten, die zij voor hun eigen besluiten gebruiken. Eind 2018 waren in totaal 37 projecten in de ELM-regio's waarvoor de EIB in het kader van het huidige ELM (sinds 2014) contracten heeft ondertekend, medegefinancierd met de AFD-groep en/of de KfW-groep, waarbij tien van die projecten onder het initiatief wederzijds vertrouwen vielen.


Grafiek 4: Medefinanciering van internationale financiële instellingen en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering met in 2018 ondertekende EIB-projecten


Opmerking: de bedragen die door andere internationale financiële instellingen en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering moeten worden medegeïnvesteerd, zijn louter indicatief en zijn gebaseerd op ramingen die in een vroeg stadium van de projectontwikkeling zijn gemaakt.


(1) Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsoperaties ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Europese Unie, PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1.
(2) Wijziging bij Besluit (EU) 2018/412 van 14 maart 2018, PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30.
(3) Verordening van de Raad (EG, Euratom) nr. 480/2009 van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (gecodificeerde versie), PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10, laatst gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018.
(4) Werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2019) 333 final en gerelateerde documenten, beschikbaar op https://ec.europa.eu/info/commission-staff-evaluation-european-investment-banks-external-lending-mandate-2014-18_en .
(5) Dit verslag is opgesteld in overeenstemming met de vereisten van artikel 11 van het ELM-besluit.
(6) De EIB heeft momenteel vier faciliteiten voor eigen risico in de ELM-regio's: de pretoetredingsfaciliteit (PAF), de financieringsfaciliteit voor het nabuurschap (NFF), de faciliteit voor klimaatactie en milieu (CAEF) en de faciliteit voor strategische projecten (SPF). De laatstgenoemde twee faciliteiten betreffen tevens landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en landen en gebieden overzee van EU-lidstaten.
(7) Bovendien zijn twee in 2005-2006 ondertekende verrichtingen in de loop van 2018 naar het ELM 2014-2020 overgedragen, met een gecombineerd volume van 150 miljoen EUR. Die twee verrichtingen zijn niet opgenomen in de in dit jaarverslag gepresenteerde overzichten van de in 2018 toegekende bedragen, maar worden wel in aanmerking genomen in het overzicht van de cumulatieve benuttingsgraad van het ELM (tabel 2 in punt 3.2).
(8) De daling van het volume van de verrichtingen op eigen risico van de EIB in de ELM-regio’s in 2018 is voornamelijk toe te schrijven aan de vertraging van de EIB-activiteiten in Turkije en aan klimaatactiegerelateerde projecten in Azië, Centraal-Azië en Latijns-Amerika. Het aantal projecten was groter, maar ze waren kleiner in omvang.
(9) Verschillen met in vorige verslagen gepubliceerde bedragen zijn te wijten aan annuleringen van overeenkomsten. De twee verrichtingen die in 2018 van eerdere mandaten naar het ELM 2014-2020 zijn overgedragen, zijn niet in de grafiek opgenomen.
(10) Dankzij de algemene garantie van de EU kan de EIB afzien van de risicopremie die zij anders in haar rentevoet zou moeten opnemen. Bijgevolg kunnen partnerlanden of instellingen/ondernemingen daarvan bij de EIB lenen tegen aanzienlijk lagere kosten. Zie SWD(2019) 333, blz. 10-11, 21 en 33 voor een gedetailleerde analyse.
(11) De garantie tegen politieke risico's dekt niet-betaling ten gevolge van niet-overdracht van deviezen, onteigening, oorlog of binnenlandse onlusten, of rechtsweigering bij contractbreuk. De garantie wordt niet omgezet in een verlaging van de risicoprijsstelling van de EIB.
(12) Zie de recente evaluatie door de diensten van de Commissie, SWD(2019) 333, blz. 28, voor een gedetailleerdere analyse van de uitbetalingen.
(13) Artikel 3 van het ELM-besluit.
(14)

Het bedrag van 847 miljoen EUR aan verrichtingen die aan de doelstelling inzake economische langetermijnveerkracht bijdragen, omvat ook verschillende verrichtingen die al door de EIB waren ondertekend vóór de sluiting van de huidige ELM-garantieovereenkomst tussen de Commissie en de EIB in oktober 2018. Bij Besluit C(2019) 2901 van de Commissie van 17 april 2019 werd bevestigd dat die verrichtingen bij de doelstelling inzake economische langetermijnveerkracht werden opgenomen. In de onlangs gepubliceerde evaluatie van het mandaat voor externe leningen (SWD(2019) 333) werden die “overgangsverrichtingen” niet opgenomen in de statistische berekening. Dat berekeningsverschil verklaart waarom in de evaluatie op blz. 27 staat dat slechts 10 % van de in het kader van het ELM in 2018 toegekende bedragen heeft bijgedragen aan de doelstelling inzake economische langetermijnveerkracht, terwijl grafiek 2 van dit jaarverslag laat zien dat de doelstelling inzake veerkracht zal worden ondersteund door 19 % van de in het kader van het ELM in dat jaar toegekende bedragen.

(15)

In veel gevallen draagt slechts een deel van het project bij aan de doelstelling inzake klimaatverandering en daarom wordt slechts een gedeelte van de totale lening voor dat project geacht bij te dragen aan de doelstelling.

(16) www.eib.org/en/projects/initiatives">https://www.eib.org/en/projects/initiatives
(17) De EIB vergoedt de EU voor de begrotingsgarantie voor het mandaat voor de particuliere sector in het kader van het initiatief voor economische veerkracht door aan de EU de risicogerelateerde inkomsten uit die verrichtingen door te geven.
(18) Zoals hierboven opgemerkt, zijn bovendien twee in 2005-2006 ondertekende verrichtingen in het zuidelijke nabuurschap in de loop van 2018 naar het ELM 2014-2020 overgedragen, met een gecombineerd volume van 150 miljoen EUR. Deze twee verrichtingen zijn niet opgenomen in tabel 1 (overzicht van de in 2018 toegekende bedragen), maar ze zijn meegeteld in tabel 2 (benutting van de ELM-garantieplafonds).
(19) De bedragen worden uitsluitend ter indicatie in EUR-equivalent per 31 december 2018 gerapporteerd. Sommige beroepen op de garantie hebben betrekking op bedragen die in andere valuta’s zijn verschuldigd.
(20) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, COM(2018) 460 final van 14 juni 2018.
(21) Zie ook de mededeling van de Commissie van 12 september 2018 “Naar een efficiëntere financiële architectuur voor investeringen buiten de Europese Unie”, COM(2018) 644 final.
(22) www.eib.org/en/infocentre/publications/all">www.eib.org/en/infocentre/publications/all