Toelichting bij COM(2020)111 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 betreffende de toewijzing van slots op gemeenschappelijke luchthavens

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Bij Verordening (EEG) nr. 95/93 1 zijn de regels voor de toewijzing van slots op EU-luchthavens vastgesteld. Artikel 10 bevat een 'use-it-or-lose-it'-clausule. Luchtvaartmaatschappijen moeten ten minste 80 % van de slots die hen binnen een bepaalde dienstregelingsperiode (zomer of winter) zijn toegewezen gebruiken om hun voorrang te behouden voor dezelfde reeks slots in de overeenkomstige dienstregelingsperiode van het volgende jaar (de zogeheten 'grandfather-rechten').

De uitbraak van het SARS-CoV-2-virus heeft ernstige gevolgen voor de luchtvaartmaatschappijen en leidt sinds begin 2020 wereldwijd tot een sterke daling van het luchtverkeer. Europese luchtvaartmaatschappijen werden in januari 2020 voor het eerst met de gevolgen geconfronteerd voor vluchten van en naar de Volksrepubliek China en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China. De verspreiding van het virus sinds januari 2020 heeft echter ook in Europa tot een algemene terugval geleid. De verdere ontwikkeling en de duur van de epidemie zijn onvoorspelbaar.

Gezien de daling van de vervoersvraag hebben de luchtvaartmaatschappijen reeds een aantal vluchten geschrapt en blijven ze dat ook doen voor vluchten die zijn opgenomen in de winterdienstregeling 2019-2020 en de zomerdienstregeling 2020, waardoor het in de verordening vastgestelde minimumgebruik van 80 % van de slots niet wordt gehaald.

Na een gemiddelde jaarlijkse groei van de passagiersaantallen in Europa met 3,3 % tussen 2009 en 2019, noteerde Eurocontrol in de eerste twee weken van maart 2020 een daling met 10 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Gezien de dalende vraag als gevolg van de crisis, houden de meeste Europese luchtvaartmaatschappijen vliegtuigen aan de grond. Dit wijst erop dat de daling van het aantal vluchten zal blijven duren. De negatieve trend op jaarbasis zal volgens de IATA aanhouden tot het zomerseizoen. Luchtvaartmaatschappijen noteren een daling van de boekingen vooraf met 40 tot 60 % voor de periode maart-juni 2020 voor niet-Italiaanse routes, met een iets grotere impact op nabije bestemmingen dan op langeafstandsvluchten. De boekingen voor vluchten van en naar Italië zijn begin maart 2020 met meer dan 50 % gedaald, waardoor de bezettingsgraad van vliegtuigen is teruggelopen tot amper 40 %.

De Europese luchthavens voorspellen een daling van het aantal passagiers met 67 miljoen in het eerste kwartaal van 2020. Deze situatie heeft ernstige gevolgen voor het luchtvervoer in de hele Unie.

Op basis van de informatie waarover Eurocontrol, luchtvaartmaatschappijen en luchthavens op dit moment beschikken, is het redelijk aan te nemen dat de huidige situatie met instorting van de vraag ten minste tijdens de maanden maart, april, mei en juni 2020 zal blijven duren.

Om de hen toegewezen slots het volgende jaar te behouden, zijn luchtvaartmaatschappijen op grond van de slotverordening echter verplicht hun slots ten minste 80 % van de tijd gedurende de dienstregelingsperiode waarvoor zij zijn toegewezen te gebruiken. Zonder maatregel om de effecten van de huidige situatie met het oog op die berekening te neutraliseren, is de kans reëel dat luchtvaartmaatschappijen veel vluchten met zeer lage bezetting zullen uitvoeren om hun verworven rechten te beschermen, waardoor de financiële verliezen nog groter worden en het milieu wordt geschaad.

Op grond van Verordening (EEG) nr. 95/93 is de slotcoördinator als enige verantwoordelijk voor de toewijzing van slots en is hij verplicht te handelen overeenkomstig artikel 4, lid 5, van die verordening. Wat hun taken in verband met de toewijzing van slots betreft, zijn de coördinatoren onafhankelijk en zijn zij niet onderworpen aan instructies van andere partijen.

In de hiervoor geschetste context moet Verordening (EEG) nr. 95/93 worden gewijzigd om de verworven rechten van luchtvaartmaatschappijen op slots die zij in de periode waarin de luchtvaartmarkt het zwaarst was getroffen door de uitbraak van SARS-CoV-2 niet hebben gebruikt te beschermen. De voorgestelde periode bestrijkt voor alle vluchten de periode van vier maanden tussen maart 2020 en juni 2020. Aangezien de ernstige gevolgen van de uitbraak van het SARS-CoV-2-virus bovendien voor het eerst zichtbaar werden in de Volksrepubliek China en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China, wordt voorgesteld om de verworven rechten voor slots voor luchtdiensten van en naar die markten gedurende een langere periode te beschermen. De langere periode begint reeds op 23 januari 2020, de datum waarop de autoriteiten van de Volksrepubliek China de eerste luchthaven in de Volksrepubliek China hebben gesloten.

Deze wijziging krijgt de vorm van een regel op grond waarvan de coördinatoren dienen aan te nemen dat de voor de betrokken referentieperioden toegewezen slots daadwerkelijk zijn gebruikt. Deze regel zou de gevolgen van de huidige crisis beperken en luchtvaartmaatschappijen rechtszekerheid bieden voor de relevante delen van de dienstregelingsperiodes. Alle door de luchtvaartmaatschappijen vrijgegeven slots kunnen door de coördinatoren opnieuw worden toegewezen op basis van de behoeften. Een dergelijke nieuwe toewijzing kan per definitie slechts ad hoc gebeuren en zou op grond van de voorgestelde regel geen invloed hebben op maatschappijen die worden geacht de betrokken slots te hebben benut.

Gezien de aard van de huidige omstandigheden is het moeilijk om met enige mate van zekerheid te voorspellen wanneer de situatie op het gebied van de volksgezondheid weer normaal zal zijn en het consumentenvertrouwen herstelt. De handhaving van de voorgestelde maatregel gedurende het volledige zomerseizoen 2020 (dat eindigt op 24 oktober 2020) zou, indien de toestand in die periode normaliseert, buitensporig kunnen zijn ten opzichte van de duidelijk omschreven doelstelling. Daarom wordt voorgesteld de Commissie te machtigen om de looptijd van de maatregelen, zo nodig door middel van gedelegeerde handelingen te verlengen. De Commissie moet dergelijke besluiten nemen op basis van de meest recente beschikbare informatie, gepubliceerd door de EU-netwerkbeheerder bij Eurocontrol, de Europese Organisatie voor de Veiligheid van de Luchtvaart, en op basis van relevant wetenschappelijk advies.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Verordening (EEG) nr. 95/93 biedt geen antwoord op de problemen die luchtvaartmaatschappijen ondervinden als gevolg van de uitbraak van SARS-CoV-2 voor het behoud van hun slots voor de volgende dienstregelingsperiodes. De verordening moet daarom worden gewijzigd om de gevolgen van de huidige crisis te beperken, luchtvaartmaatschappijen rechtszekerheid te bieden en de eenheid van het Europese systeem voor de toewijzing van slots te handhaven.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De doeltreffende werking van de interne markt voor de luchtvaart en aanverwante diensten is afhankelijk van de economische prestaties van de luchtvaartmaatschappijen. De negatieve economische gevolgen van de huidige SARS-CoV-2-uitbraak voor luchtvaartmaatschappijen kunnen hun financiële gezondheid in gevaar brengen en ernstige negatieve gevolgen hebben voor het vervoerssysteem en de economie als geheel. De wijziging van de slotverordening is daarom uitermate belangrijk om een antwoord te bieden op de grote problemen die de luchtvaartmaatschappijen op dit moment ondervinden.

De maatregel heeft ook een belangrijke duurzaamheidscomponent aangezien hij ervoor zorgt dat luchtvaartmaatschappijen niet langer worden aangespoord om weinig bezette vluchten uit te voeren met als enige doelstelling hun slots te behouden.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Dit voorstel is gebaseerd op artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Die bepaling maakt het mogelijk alle passende bepalingen op het gebied van luchtvervoer vast te stellen en vormde reeds de grondslag voor de vaststelling van Verordening (EEG) nr. 95/93.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. Op grond van Verordening (EEG) nr. 95/93 mogen de lidstaten coördinatoren niet verplichten slots als gebruikt te beschouwen om redenen zoals de huidige situatie. Dit kan alleen mogelijk worden gemaakt door een wijziging van de verordening door de Unie.

Evenredigheid

Het voorstel gaat niet verder dan wat nodig is om de impact van de SARS-CoV-2-uitbraak voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 95/93 te verlichten. De voorgestelde maatregel is derhalve evenredig, ook wat betreft de toepassingstermijn ervan voor de verschillende soorten bestemmingen.

Keuze van het instrument

Om de beoogde doelstelling te bereiken moet het rechtsinstrument rechtstreeks en algemeen toepasselijk zijn, zoals ook bij Verordening (EEG) nr. 95/93 zelf het geval is. Daarom is een verordening het meest geschikte rechtsinstrument.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Dit is een dringende maatregel die wordt genomen naar aanleiding van de plotselinge en onvoorzienbare uitbraak van het SARS-CoV-2-virus en de daarop volgende verspreiding van COVID-19. Daarom is deze maatregel niet relevant voor het programma voor gezonde regelgeving en wordt er achteraf geen evaluatie uitgevoerd.

1.

Deze maatregel is wat reikwijdte en effect betreft echter vergelijkbaar met eerdere door andere noodsituaties veroorzaakte wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 95/93. Het ging onder meer om:


–in 2002 de nasleep van de terreuraanslagen van 9/11 (Verordening (EG) nr. 894/2002);

–in 2003 de gevolgen van de oorlog in Irak en de uitbraak van SARS (severe acute respiratory syndrome) (Verordening (EG) nr. 1554/2003); en

–in 2009 de impact van de wereldwijde financiële crisis (Verordening (EG) nr. 545/2009).

Raadpleging van belanghebbenden

Gezien de urgentie heeft er geen formele raadpleging van de belanghebbenden plaatsgevonden. Zowel de autoriteiten van de lidstaten als de belanghebbenden hebben de Commissie echter verzocht om in het kader van Verordening (EEG) nr. 95/93 passende maatregelen voor te stellen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Zoals reeds toegelicht was er gezien de urgentie van de situatie geen tijd om een beroep te doen op externe deskundigen. De Commissie heeft echter lering getrokken uit de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van en de wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 95/93, waarbij ook deskundigen werden geraadpleegd.

Effectbeoordeling

Gezien de urgentie van de toestand is er geen formele effectbeoordeling uitgevoerd. Deze maatregel is wat de reikwijdte en het effect betreft vergelijkbaar met eerdere door andere noodsituaties veroorzaakte wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 95/93. De maatregel heeft tot doel de verliezen die luchtvaartmaatschappijen lijden door de toepassing van de 'use it or lose it'-clausule te beperken en de schade voor het milieu terug te dringen.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De maatregel omvat geen specifieke monitoring- of rapportageregelingen, maar de Commissie moet worden verplicht de ontwikkeling van de SARS-CoV-2-uitbraak en de impact daarvan op de luchtvaart te volgen en de bevoegdheid krijgen om de looptijd van de maatregel, indien nodig, middels een gedelegeerde handeling te verlengen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 10 bis wordt vervangen door een nieuw artikel om de coördinatoren bij de beoordeling van de opbouw van historische rechten te verplichten aan te nemen dat slots die voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 zijn toegewezen, zijn gebruikt door de luchtvaartmaatschappij waaraan zij oorspronkelijk werden toegewezen. Voor slots voor vluchten tussen de EU en de Volksrepubliek China of tussen de EU en de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China geldt dat vermoeden reeds eerder, namelijk met ingang van 23 januari 2020. Als voorwaarde moeten ongebruikte slots na de inwerkingtreding van de voorgestelde verordening worden teruggegeven aan de slotcoördinator. Teruggegeven slots die vervolgens aan andere luchtvaartmaatschappijen worden toegewezen, komen niet in aanmerking voor 'grandfathering'.

Artikel 10 bis verleent de Commissie ook de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen indien de SARS-CoV-2-uitbraak nog niet is opgelost en de negatieve gevolgen voor de luchtvaart, met inbegrip van de historische slotrechten, blijven duren. Gezien de snelle ontwikkeling van de uitbraak moeten de gedelegeerde handelingen via een spoedprocedure worden vastgesteld.