Toelichting bij COM(2020)185 - EU-standpunt in het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU m.b.t. de instelling van een Speciale Commissie diensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Handels- en ontwikkelingscomité dat is opgericht krachtens artikel 230 van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (hierna “de overeenkomst” genoemd) in verband met de voorgenomen vaststelling van een besluit tot instelling van een Speciale Commissie diensten in het kader van de overeenkomst.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De economische partnerschapsovereenkomst tussen Cariforum en de Europese Unie

De overeenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, is op 15 oktober 2008 ondertekend. De overeenkomst wordt sinds 29 december 2008 voorlopig toegepast.

2.2.Het Handels- en ontwikkelingscomité

Het Handels- en ontwikkelingscomité is opgericht krachtens artikel 230 van de overeenkomst. Het bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen, gewoonlijk hogere ambtenaren. Het Handels- en ontwikkelingscomité is verantwoordelijk voor handels- en ontwikkelingsaangelegenheden in het kader van de overeenkomst. Wat handelsaangelegenheden betreft, houdt het comité toezicht op en is het verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging en de correcte toepassing van de bepalingen van de overeenkomst (met inbegrip van de bepalingen inzake de handel in diensten). Wat ontwikkelingsaangelegenheden betreft, ondersteunt het comité de Gezamenlijke Raad Cariforum-EU bij de uitvoering van zijn taken met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking in het kader van de overeenkomst.

Bij Besluit nr. 1/2010 van de Gezamenlijke Raad Cariforum-EU van 17 mei 2010 is het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité alsook het toepasselijke reglement van orde van alle ingevolge artikel 230, lid 4, van de overeenkomst opgerichte speciale commissies goedgekeurd.

2.3.De beoogde handeling van het Handels- en ontwikkelingscomité

Overeenkomstig artikel 230, lid 4, van de overeenkomst kan het Handels- en ontwikkelingscomité in het kader van de uitvoering van zijn taken speciale commissies of organen instellen ter behandeling van aangelegenheden die onder zijn bevoegdheid vallen, de samenstelling, de taken en het reglement van orde van deze speciale commissies of organen vaststellen, en er toezicht op houden.

Handel in diensten is een belangrijk onderdeel van titel II van de overeenkomst en is door Cariforum tijdens tal van bilaterale vergaderingen als cruciaal voor de ontwikkeling en economische groei van de regio erkend. De Gezamenlijke Raad Cariforum-EU heeft in november 2017 gewezen op de noodzaak om een Speciale Commissie diensten in te stellen teneinde alle handelsaangelegenheden die verband houden met diensten in het kader van de overeenkomst specifieker te behandelen. Tijdens de achtste jaarlijkse vergadering van het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU, die op 6 december 2018 in Saint Lucia heeft plaatsgevonden, zijn de taken en de samenstelling van de Speciale Commissie diensten verder besproken. Het ontwerpbesluit van het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU tot instelling van de Speciale Commissie diensten, dat bij dit voorstel voor een besluit van de Raad is gevoegd, weerspiegelt de besprekingen in dit verband tussen de partijen.

Het reglement van orde van alle ingevolge artikel 230, lid 4, van de overeenkomst opgerichte speciale commissies, zoals vastgesteld in Besluit nr. 1/2010 van de Gezamenlijke Raad Cariforum-EU, moet op de Speciale Commissie diensten van toepassing zijn.

Het Handels- en ontwikkelingscomité stelt eventuele speciale commissies of organen in middels een besluit. Voorgesteld wordt om de Speciale Commissie diensten na afronding van de procedure in te stellen middels een besluit van het Handels- en ontwikkelingscomité.

2.4.Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het standpunt van de Unie is in overeenstemming met de bestaande bepalingen op dit beleidsterrein.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Dit voorstel is een voorstel voor een besluit van de Raad tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Handels- en ontwikkelingscomité in het kader van de overeenkomst in verband met de instelling van een Speciale Commissie diensten. Het in te nemen standpunt moet gebaseerd zijn op het ontwerpbesluit van het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU dat bij dit voorstel voor een besluit van de Raad is gevoegd.

In het ontwerpbesluit zijn de rol, de taken en de samenstelling van het beoogde Speciaal Comité diensten beschreven. Meer bepaald definieert artikel 2 van het ontwerpbesluit de taken van de Speciale Commissie diensten. De belangrijkste taken zijn het volgen van de ontwikkeling van alle aspecten van deel II, titel II, van de overeenkomst die verband houden met de handel in diensten, het bijstaan van het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU op dit gebied en het doen van aanbevelingen aan het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU en het Technisch Subcomité voor ontwikkelingssamenwerking teneinde de tenuitvoerlegging en de werking van de bepalingen inzake diensten van de overeenkomst te bevorderen.

In artikel 3 is de samenstelling vastgesteld van het comité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de EU-partij, enerzijds, en vertegenwoordigers van de overeenkomstsluitende Cariforum-staten, anderzijds.

In het ontwerpbesluit is tevens bepaald dat de Speciale Commissie diensten een forum zal zijn om ervaringen, informatie en beste praktijken uit te wisselen en overleg te plegen over vraagstukken die verband houden met de in deel II, titel II, van de overeenkomst beschreven doelstellingen en van belang zijn voor de handel tussen de partijen. Het ontwerpbesluit weerspiegelt de door de partijen gevoerde besprekingen.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 1 .

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


Het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU is een lichaam dat is opgericht bij een overeenkomst, te weten de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds.

De door het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 230, lid 4, van de overeenkomst volkenrechtelijk bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU.

4.3.Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie.

4.4.Evenredigheid

Dit voorstel is nodig om een speciale commissie in te stellen, zoals bepaald in artikel 230, lid 4, van de overeenkomst en in het reglement van orde van het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU.

4.5.Keuze van het instrument

Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 9, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten vaststelt tot bepaling van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel geformuleerde doelstelling te bereiken.

4.6.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Het is passend de beoogde handeling na de vaststelling ervan door het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EU in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken.